Besluit van 23 december 1999, houdende wijziging van de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, gedaan mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 oktober 1999, nr. 798480/99/6, Directie Wetgeving;

Gelet op artikel 2, vijfde lid en zesde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;

De Raad van State gehoord (advies van 26 november 1999, nr. WO3.99.0540/I.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, uitgebracht mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 december 1999, nr. 5000152/99/6, Directie Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

De bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften1, komt te luiden:

Bijlage

Verklaring van de categorie-aanduidingen:

Categorie-indeling A: (Voertuigreglement)

2 – Personenauto's;

3 – Bedrijfsauto's;

4 – Motorfietsen;

5 – Driewielige motorrijtuigen;

6 – Bromfietsen;

7 – Motorrijtuigen met beperkte snelheid;

8 – Landbouwtrekkers;

9 – Fietsen;

10 – Invalidenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;

11 – Invalidenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;

12 – Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

13 – Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

14 – Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;

15 – Aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);

16 – Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;

17 – Wagens.

Categorie-indeling B:

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 – Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen met motor;

4 – Fietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen zonder motor;

5 – Voetgangers;

6 – Overige weggebruikers;

7 – Schippers;

8 – Een ieder.

Categorie-indeling C: (maximumsnelheid)

1 – Motorvoertuigen (met uitzondering van vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen (categorie 2)) en brommobielen;

2 – Vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen;

3 – Bromfietsen, snorfietsen en invalidenvoertuigen met motor;

4 – Landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.

Voor de gedragingen zijn de bedragen – in guldens uitgedrukt – als volgt vastgesteld:

nummerbedrag van de administratieve sanctienummerbedrag van de administratieve sanctie
11032320
22033330
33034340
44035350
55036360
66037370
77038380
88039390
99040400
1010041410
1111042420
1212043430
1313044440
1414045450
1515046460
1616047470
1717048480
1818049490
1919050500
2020051510
2121052520
2222053530
2323054540
2424055550
2525056560
2626057570
2727058580
2828059590
2929060600
3030061610
31310enzenz

Categorie-indeling B

 Gedragingop het verkeer betrekking hebbend voorschriftBedrag per gedraging en per categorie
1 2 34 5 6 7 8
Nummers K 010 – K 155: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)
K 010 als weggebruiker geen gevolg geven aan een aanwijzing door een opsporingsambtenaar gegeven12 lid 1 WVW 199418187545
            
K 025 als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het kentekenbewijs niet behoorlijk leesbaar is36 lid 3 sub d WVW 199466
            
  het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan 40 lid 1 WVW 1994         
K 030a– het motorrijtuig 121212
K 030b– de aanhangwagen 121212
            
K 035 het ongeldig verklaarde kentekenbewijs niet binnen de bepaalde termijn inleveren bij de minister van Verkeer en Waterstaat57 lid 3 WVW 199448
            
  als houder van een kentekenbewijs niet op eerste vordering van een daartoe aangewezen persoon dat bewijs of één of meer delen van dat bewijs overgeven, omdat (voor) het voertuig waarvoor het kentekenbewijs is afgegeven          
K 040a– de verschuldigde belastingen en rechten niet zijn voldaan60 lid 1 sub a WVW 199448
K 040b– niet voldoet aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde eisen60 lid 1 sub b WVW 199448
K 040c– niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet personenvervoer wat betreft de inrichting en de uitrusting60 lid 1 sub c WVW 199448
K 040d– niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet ambulancevervoer wat betreft de inrichting en de uitrusting60 lid 1 sub c WVW 199448
K 040e– niet voldoet aan de in het kentekenbewijs vermelde voorschriften60 lid 2 WVW 199448
            
  voor een kentekenplichtig motorrijtuig van 3500 kg of minder          
K 045a– is geen keuringsbewijs afgegeven72 lid 1 WVW 19941818
K 045b– heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren72 lid 2 sub b WVW 19941818
            
  het afgegeven keuringsbewijs          
K 050a– voldoet niet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering72 lid 2 sub a WVW 199466
K 050b– is niet behoorlijk leesbaar72 lid 2 sub c WVW 199466
            
  als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs          
K 060a– niet voldoet aan de gestelde eisen107 lid 2 sub a WVW 199466
K 060b– zijn geldigheid heeft verloren (niet tijdig vernieuwd)107 lid 2 sub b WVW 199466
K 060c– niet behoorlijk leesbaar is107 lid 2 sub c WVW 199466
            
K 065 als bestuurder beneden de 18 jaar een motorrijtuig besturen110 lid 1 WVW 19943030
            
K 075 rijonderricht geven voor rijbewijs A aan anderen dan aan de bestuurder op wiens motorrijtuig hij zich bevindt110b WVW 1994 jo. 7 sub a RR48
            
  op of in een ander motorrijtuig rijonderricht geven voor rijbewijs A:          
K 080a– zonder radiografisch contact aan meer dan één bestuurder110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR48
K 080b– via radiografisch contact aan meer dan twee bestuurders110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR48
            
  rijonderricht geven voor rijbewijs A:          
K 085a– terwijl tegelijkertijd rijonderricht wordt gegeven voor een andere rijbewijscategorie110b WVW 1994 jo. 7 sub c RR48
K 085b– terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding110b WVW 1994 jo. 7 sub d RR6
            
  rijonderricht geven voor rijbewijs B terwijl het les-motorrijtuig niet is voorzien van:          
K 090a– een dubbele bediening cq een onderbreker110b WVW 1994 jo. 8 sub a RR30
K 090b– een binnen en een buitenspiegel ten behoeve van de rijinstructeur110b WVW 1994 jo. 8 sub b RR30
K 090c– een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding110b WVW 1994 jo. 8 sub c RR6
            
  rijonderricht geven voor rijbewijs C, D of E terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van:          
K 095a– een dubbele bediening cq een onderbreker110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub a RR30
K 095b– twee of meer buitenspiegels ten behoeve van de rijinstructeur110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub b RR30
K 095c– een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub c RR6
            
K 100 rijonderricht geven voor rijbewijs C of D terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs B110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub d RR30
            
K 105 rijonderricht geven voor rijbewijs E terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs geldig voor het besturen van het trekkende motorrijtuig110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub e RR30
            
K 106 rijonderricht geven terwijl de leerling de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt110b WVW 199430
            
K 120 het niet inleveren van een rijbewijs waarvan de geldigheid is geschorst131 lid 3 sub b WVW 199448
            
K 130 als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl geen certificaat is afgegeven135 lid 1 WVW 199412
            
K 135 als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl het afgegeven certificaat onjuist is ingericht en uitgevoerd dan wel niet behoorlijk leesbaar is135 lid 3 WVW 19946
            
K 140 als houder van een ongeldig verklaard bromfietscertificaat dit certificaat niet inleveren zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden141 lid 3 WVW 199412
            
K 145aals bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften, niet betrekking hebbende op de lengte/breedte/hoogte/massa en/of begeleiding150 lid 2 WVW 199418
            
  als bestuurder van een motorrijtuig niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven:160 lid 1/2/3 WVW 1994         
K 150a– het kentekenbewijs 66
K 150b– het keuringsbewijs 6
K 150c– het rijbewijs 66
K 150d– het bromfietscertificaat dan wel het rijbewijs 4
K 150e– de ontheffing 6
K 155 niet meewerken aan het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht160 lid 5 WVW 19941818151218

Categorie-indeling A

 Gedraging op het verkeer betrekking hebbend voorschriftBedrag per gedraging en per categorie  
234567891011121314 151617 
Nummers N 04 – P 720: Voertuigreglement (VR)
                     
Als bestuurder van een voertuig rijden terwijl:
                     
0 – Algemeen
N 004 dan wel stilstaan terwijl ten onrechte een gele, een oranje of een daarop lijkende plaat wordt gevoerd dan wel vlakken wordt gevoerd5.1.4 VR121212
                     
N 010ahet niet in overeenstemming is met de gegevens op het kentekenbewijs of met de in het kentekenregister vermelde gegevens5.*.1 VR3030303030
N 010bhet identificatienummer niet is ingeslagen of goed leesbaar is5.*.1 VR1212121251212512
N 010cde kentekenpla(a)t(en) niet voorzien is/zijn van het goedkeuringsmerk, dan wel niet deugdelijk aan de voor en/of achterzijde is/zijn bevestigd5.*.1 VR1212121212
N 010dhet kenteken niet goed leesbaar is5.*.1 VR1212121212
N 010ehet na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed leesbare constructieplaat, waarvan de gegevens in overeenstemming zijn met het kentekenregister5.*.1 VR  12        12     
N 010fhet merk of de fabrieksaanduiding niet aanwezig is5.4.1 VR   12              
N 010khet niet is voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlakken5.6.1 VR     5           
N 010lnog geen kentekenbewijs is afgegeven en niet de bevoegdheid tot het voortbewegen in het kentekenbewijs van het trekkend voertuig is aangegeven en de aanhangwagen niet geheel beantwoordt aan deze aanduiding16 WVR gelet op 9.4 lid 1 VR           12     
N 010mde brommobiel is voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlakken5.6.1 VR     12            
                     
1 – Algemene bouwwijze van het voertuig
                     
N 020ahet meerassig is5.15.2 lid 1 VR              18/7  
N 020bhet wiel niet zodanig is bevestigd dat het uitsluitend draaibaar is om de eigen as5.15.2 lid 2 VR              18/7  
                     
N 030ahet chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie breuken en of scheuren vertoont5.*.3 VR 1828 18 1818   28181818/7 18
N 030bhet chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie is zodanig bevestigd, vervormd of door corrosie aangetast dat de stijfheid en de sterkte in gevaar worden gebracht5.*.3 VR182818181828181818/718
  het frame of de zelfdragende constructie alsmede de voor- en achtervork                   
N 030c– breuken en of scheuren vertoont5.*.3 lid 1 VR187
N 030d– is doorgeroest5.*.3 lid 1 VR   18 7           
N 030e– is vervormd5.*.3 lid 1 VR   18 7           
N 030fde onderdelen van het frame of de zelfdragende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd5.*.3 VR18187   7       
N 030ghet frame met voor- en achtervork breuken en of scheuren vertonen, is doorgeroest of is vervormd5.5.3 lid 2 VR    18            
  het frame                   
N 030h– breuken en of scheuren vertoont5.9.3 VR        5        
N 030i– is doorgeroest5.9.3 VR        5        
N 030j– is vervormd5.9.3 VR        5        
  het chassis, de zelfdragende constructie of het frame met voor- en achtervork                   
N 030k– breuken en of scheuren vertoont5.10.3 VR         7       
N 030l– is doorgeroest5.10.3 VR         7       
N 030m– is vervormd5.10.3 VR         7       
  het frame dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen of het frame met voor- en achtervork                   
N 030n– breuken en of scheuren vertoont5.11.3 VR          7      
N 030o– is doorgeroest5.11.3 VR          7     
N 030p– is vervormd5.11.3 VR          7      
N 030qde onderdelen van het frame of de daarvoor in de plaats tredende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd5.11.3 lid 3 VR          7      
                     
N 040ade bovenbouw ondeugdelijk op het onderstel is bevestigd5.*.4 VR 1828 18 18  7 28181818/7 18
N 040bde ondersteuning van de laadvloer/laadruimte niet deugdelijk is5.*.4 VR  28   18    28181818/7 18
N 040cde gekoppelde zijspanwagen niet deugdelijk is bevestigd5.*.4 VR   18 7            
                     
N 050 de bedrading niet deugdelijk is bevestigd en niet goed is geïsoleerd5.*.5 VR           121212   
                     
2 – Afmetingen en massa's
                     
N 060ahet langer is dan 12 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997)5.*.6 VR 1818 18 1818     18   
N 060bhet breder is dan 2,55 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997)5.*.6 VR1818181818
N 060chet hoger is dan 4 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997)5.*.6 VR 1818 18 1818   181818  18
N 060dhet rijdende werktuig langer is dan 20 meter5.3.6 lid 2 VR  18               
N 060ede gelede bus langer is dan 18 meter5.3.6 lid 2 VR  18               
N 060fhet kermis- of circusvoertuig langer is dan 14 meter5.*.6 lid 2 VR  18        18     
N 060ghet geconditioneerde voertuig breder is dan 2,60 meter5.*.6 VR  18        18     
N 060hhet rijdende werktuig breder is dan 3 meter5.*.6 VR  18   18           
N 060mhet breder is dan 2,60 meter5.*.6 VR      18      18   
N 060nhet breder is dan 3 meter5.8.6 VR       18         
N 060ohet langer is dan 3,50 meter5.*.6 VR         77      
N 060phet breder is dan 1,10 meter, geldt niet voor motorrijtuigen (cat. 10) die voor 1-01-2000 in het verkeer zijn gebracht5.*.6 VR         77      
N 060qhet hoger is dan 2 meter5.*.6 VR         77      
N 060rhet breder is dan 0,75 meter5.9.6 lid 1 VR        5        
N 060shet op meer dan twee wielen of met zijspanwagen breder is dan 1,50 meter5.9.6 lid 2 VR        5        
N 060thet langer is dan 4 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997)5.*.6 VR   18187            
N 060uhet breder is dan 2 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997, cat. 6; op meer dan 2 wielen)5.*.6 VR   18187           
N 060vhet hoger is dan 2,5 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997)5.*.6 VR   18187            
N 060wde tweewielige bromfiets breder is dan 1 meter5.6.6 VR     7            
                     
N 061ahet, niet zijnde een oplegger, langer is dan 12 meter5.12.6 lid 1 VR           18     
N 061cde middenasaanhangwagen die voor 1-07-1967 in gebruik is genomen langer is dan 10 meter5.12.6 lid 3 VR           18     
N 061dde middenasaanhangwagen die na 30-06-1967 maar voor 1-01-1987 in gebruik is genomen en waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 2500 kg maar niet meer dan 3500 kg langer is dan 10 meter5.12.6 lid 3 VR           18     
N 061ebij de oplegger niet zijnde een kermis- of circusvoertuig de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en enig deel aan de voorzijde van de oplegger meer bedraagt dan 2,04 meter en de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger meer bedraagt dan 12 meter5.12.6 lid 4 VR           28     
N 061gde horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger, van het kermisof circusvoertuig dat na 30-04-1993 in gebruik is genomen, meer bedraagt dan 17,50 meter5.12.6 lid 5 VR18
N 061hde aanhangwagen, niet zijnde een middenasaanhangwagen, langer is dan 12 meter5.13.6 VR            18    
N 061ide middenasaanhangwagen langer is dan 8 meter5.13.6 VR            18    
N 061jde aanhangwagen ten behoeve van de landbouw breder is dan 3 meter5.14.6 VR             18   
N 061khet breder is dan 1 meter5.*.6 VR              18/75 
N 061lhet hoger is dan 1 meter5.15.6 VR              18/7   
N 061mdie bespannen is, breder is dan 2,60 meter5.17.6 lid 1 VR                18
N 061ndie onbespannen is, breder is dan 1,50 meter5.17.6 lid 2 VR                18
                     
  de toegestane asdruk of massa wordt overschreden met                  
N 070a– meer dan 10%5.*.7 VR 2424    24   24     
N 070b– meer dan 25%5.*.7 VR 3636    36   36     
N 070c– meer dan 50%5.*.7 VR 4848    48   48     
N 070d– meer dan 75%5.*.7 VR 6161    61   61     
  de toegestane wieldruk of massa wordt overschreden met                   
N 070e– meer dan 10%5.*.7 VR     24       24  24
N 070f– meer dan 25%5.*.7 VR     36       36  36
N 070g– meer dan 50%5.*.7 VR     48       48  48
N 070h– meer dan 75%5.*.7 VR     61       61  61
                     
  van het rijdende werktuig de toegestane maximum massa wordt overschreden met                   
N 071ameer dan 5% en t/m 10%5.3.7 lid 2 VR  25               
N 071bmeer dan 10% en t/m 15%5.3.7 lid 2 VR  50               
                     
  de bromfiets (constructiesnelheid max. 45 km/h) de maximumconstructiesnelheid overschrijdt                   
N 081at/m 10 km/h5.6.8 lid 1 VR     6            
N 081bmeer dan 10 en t/m 15 km/h5.6.8 lid 1 VR     8           
N 081cmeer dan 15 en t/m 20 km/h5.6.8 lid 1 VR     13           
N 081dmeer dan 20 en t/m 25 km/h5.6.8 lid 1 VR     18           
N 081emeer dan 25 en t/m 30 km/h5.6.8 lid 1 VR     24           
                     
  de bromfiets (constructiesnelheid max. 25 km/h) de maximumconstructiesnelheid overschrijdt                   
N 082at/m 10 km/h5.6.8.lid 2 VR6
N 082bmeer dan 10 en t/m 15 km/h5.6.8 lid 2 VR     8           
N 082cmeer dan 15 en t/m 20 km/h5.6.8 lid 2 VR     13           
N 082dmeer dan 20 en t/m 25 km/h5.6.8 lid 2 VR     18           
N 082emeer dan 25 en t/m 30 km/h5.6.8 lid 2 VR     24           
                     
3 – Motor
                     
N 090ahet brandstofsysteem niet veilig is of deugdelijk is bevestigd5.*.9 lid 1 VR 242424  2424         
N 090bhet brandstofsysteem of de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd5.*.9 lid 1 VR    247   7       
N 090chet brandstofsysteem lekkage vertoont5.*.9 lid 2 VR 2424242472424 7       
N 090dhet brandstofsysteem niet deugdelijk is afgesloten5.*.9 lid 3 VR 2424242472424 7       
N 090ehet niet is voorzien van een gaspedaal/gashendel5.10.9 lid 4 VR         7        
N 090fhet niet is voorzien van een brandstofniveaumeter (niet verplicht indien voertuig is voorzien van brandstoftank met reservestand)5.10.9 lid 4 VR         7        
N 090ghet voertuig dat is uitgerust met een elektromotor niet is voorzien van de vereiste schakelaars en indicatoren5.*.9 VR         77      
N 090hde elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd5.11.9 lid 1 VR          7      
                     
N 100 de LPG-installatie niet voldoet aan de eisen5.*.10 VR 28282828             
                     
N 110adeze niet is voorzien van een over de gehele lengte gasdichte uitlaat5.*.11 lid 1 VR 1818181871818 7       
N 110bhet uitlaatsysteem niet deugdelijk is bevestigd5.*.11 lid 2 VR 18181818 1818 7       
N 110chet niet voldoet aan de eisen gesteld ten aanzien van luchtverontreiniging, geluidproduktie, geluidsniveau, uitlaatgassen of het stationaire mengsel (geluidsniveau cat. 4 en 6 zie N110 h t/m k)5.*.11 VR 181818187            
N 110dde vereiste symbolen niet aanwezig of goed leesbaar zijn5.*.11 VR 1818              
N 110ehet uitlaatsysteem niet behoorlijk geluiddempend is5.*.11 VR    18 1818 7        
N 110fde uitmonding van de uitlaat hoger is gelegen dan de bovenkant van de zitplaats5.6.11 lid 2 VR     7           
N 110gde uitstroomrichting van de uitlaatleiding niet horizontaal en evenwijdig aan het mediaanlangsvlak is5.6.11 lid 3 VR     7           
N 110 het niet voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van het geluidsniveau                   
N 110h– overschrijding van het niveau tot en met 9 dB(A)5.4.11 VR18
N 110j– overschrijding tot en met het niveau van 101 dB(A)5.6.11 VR     7            
                     
N 120ade accu of tractiebatterij niet deugdelijk is bevestigd5.*.12 lid 1 VR 18181818 1818 77      
N 120bde bedrading niet deugdelijk is bevestigd/goed is geïsoleerd5.*.12 VR 1818181871818 77      
N 120chet voertuig, dat is uitgerust met een elektrische aandrijving, niet is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting, die door middel van een binnen bereik bevindende schakelaar de stroomvoorziening herstelt5.*.12 lid 3 VR         33      
                     
N 130ade motorsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd/in ernstige mate zijn beschadigd5.*.13 VR 1818 18 18  7       
N 130bde rubbers zijn doorgescheurd/de vulcanisatie is losgeraakt5.*.13 VR 1818 18 18  7        
N 130cde motor niet deugdelijk is bevestigd5.*.13 VR   18 7           
                     
4 – Krachtoverbrenging
                     
N 140ahet met een ledige massa van meer dan 400 kg niet is voorzien van een achteruitrijinrichting5.7.14 VR      12           
N 140bhet niet is voorzien van een achteruitrijinrichting5.*.14 VR       12 5       
                     
N 150ahet na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter5.*.15 VR 66               
N 150ehet na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter5.*.15 VR   66             
                     
N 160ade onderdelen van de aandrijving of transmissie niet deugdelijk bevestigd zijn5.*.16 VR 1212121251212 5       
N 160bde koppeling niet deugdelijk is5.*.16 VR 1212 12  12         
                     
N 170ade krachtoverbrenging niet op eenvoudige wijze kan worden onderbroken5.10.17 VR         5       
N 170bde snelheid niet regelbaar is5.11.17 VR          5      
                     
5 – Assen
                     
N 180 de assen niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.*.18 VR 1212121251212 5 12121212/5  
                     
N 190 de fuseeonderdelen en overige draaipunten niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.*.19 VR 1818 18      18 18   
                     
N 200 de wiellagers niet deugdelijk zijn5.*.20 VR1212121212
                     
N 210 de wielbasis te veel afwijkt5.*.21 VR 121212       12     
                     
N 220 de afstanden tussen de fuseedraaipunten en het chassis en de carrosserie te veel verschillen5.*.22 VR 1818              
                     
N 230 de spoorbreedte te groot is5.*.23 VR 1212              
                     
N 240ade wielen/de velgen niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.*.24 VR 18  18 1818    181818/7  
N 240bde wielen/de velgen/de wielnaven/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.3.24–26 VR  28               
N 240cde wielen, alsmede de onderdelen niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.*.24 VR   18 7   7       
N 240dde wielen/de velgen/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.12.24 en 26 VR           28     
                     
N 250 de wielnaven niet deugdelijk bevestigd zijn5.*.25 VR      1818          
                     
6 – Ophanging
                     
  de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden5.*.27 VR                  
N 270a– 1 band   121212125   5    12/5 
N 270b– 2 banden   2424242410   10    24/10 
N 270c– 3 banden   3636363615   15      
N 270d– 4 banden   4848      19       
  een band/de banden beschadigd of versleten is/zijn.5.*.27 VR                  
N 270e– 1 band   12 121251212 5  12 12/5 
N 270f– 2 banden   24 2424102424 10  24 24/10 
N 270g– 3 banden   36 3636153636 15  36   
N 270h– 4 banden   48    4848 19  48   
  het loopvlak uitstekende metalen elementen bevat. Per (band) beschadiging5.*.27 VR                  
N 270i– 1 band   1212121251212   121212  
N 270j– 2 banden   24242424102424   242424 
N 270k– 3 banden   36363636153636   363636  
N 270l– 4 banden   4848   4848   484848  
  de band(en) beschadigd of versleten is/zijn of de daarop vermelde load-index kleiner is dan toegestaan5.*.27 VR                  
N 270m– 1 band    17        17    
N 270n– 2 banden    29        29    
N 270o– 3 banden    41        41    
N 270p– 4 banden    53        53    
                     
  de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden/rupsbanden5.*.27 VR                  
N 271a– 1 band        1212        
N 271b– 2 banden 2424
N 271c– 3 banden        3636        
N 271d– 4 banden        4848        
  de wielen zijn voorzien van niet toegestane banden5.*.27 VR                  
N 271e– 1 band             121212  
N 271f– 2 banden             242424  
N 271g– 3 banden             363636  
N 271h– 4 banden             484848  
  de banden op een as niet dezelfde karkasstructuur hebben5.*.27 VR                  
N 271i– 1 as   1212 12           
N 271j– 2 assen   2424             
  de luchtbanden op een as niet dezelfde karkasstructuur hebben5.12.27 VR                  
N 271k– 1 as             12    
N 271l– 2 assen             24    
N 271mde wielen zijn voorzien van metalen banden met uitstekende delen (geldt niet voor landbouwwerktuigen met een massa van maximaal 750 kg)5.17.27 VR                6
                     
N 280 het veersysteem, de onderdelen daarvan of de schokdemper (indien vereist) niet deugdelijk (bevestigd) is/zijn5.*.28 VR 18181818718  7 1818    
                     
7 – Stuurinrichting
                     
N 290 deze niet is voorzien van een deugdelijke stuurinrichting5.*.29–30 VR 303030301230305121230      
8 – Reminrichting
                     
N 310ade onderdelen van de reminrichting niet deugdelijk zijn (bevestigd)5.*.31 VR 24242424102424 10 24 24   
N 310bhet niet is voorzien van een gelijkmatig werkende reminrichting5.13.31 VR            24    
                     
N 320ahet remsysteem van het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting5.*.32/33 VR 66 6             
N 320bhet remsysteem niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting (indien verplicht)5.10.32 VR         3        
                     
N 340 de veerrem van het na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting5.3.34 VR  6              
N 350ahet drukluchtremsysteem niet is voorzien van een goed functionerend meerkringsbeveiligingsventiel bij na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuigen5.3.35 lid 1 VR  24               
N 350bhet drukluchtremsysteem niet is voorzien van drukmeetpunten5.*.35 lid 1 VR1212
N 350cde drukluchtremkrachtregelaars niet goed functioneren5.*.35 lid 2 VR  35        35     
N 350dhet na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig met drukluchtremkrachtregelaars niet is voorzien van de vereiste plaat5.*.35 lid 3 VR  12        12     
N 350ede drukluchtremkrachtregelaars van het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig niet aanwezig zijn, dan wel niet zijn afgesteld zoals op de plaat staat vermeld   35        35     
                     
N 360 de slag van de drukluchtremcylinders onjuist is afgesteld5.*.36 VR  35        35     
                     
N 370ahet één- of tweeleidingremsysteem niet de juiste aansluitdruk heeft5.3.37 VR  24               
N 370bhet na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een éénleidingremsysteem ten behoeve van een aanhangwagen5.3.37 VR  24               
N 370chet na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen5.3.37 VR  24               
N 370dde afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen van het, na 31-03-1990 in gebruik genomen, voertuig een hogere aansluitdruk doorstuurt dan toegestaan5.3.37 VR  24              
                     
N 380mde bedrijfsrem niet op alle wielen remt (uitgezonderd driewielige motorrijtuigen met een ledige massa van 400 kg of minder), dan wel het voertuig op een (nagenoeg) droge weg uitbreekt ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de wielen van elke as, of tengevolge van overberemming van de achteras5.*.38 VR 3535 35    12 35     
N 380nniet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging5.*.38 VR     183535 18        
N 380ode bedrijfsrem niet gelijkmatig op de wielen van één as remt5.*.38 VR      3535  12      
N 380phet niet is voorzien van een goed werkende reminrichting5.9.38 VR        5         
N 380qde reminrichting of de onderdelen hiervan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd)5.11.38 VR          10       
                     
  niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR 30 3030      30     
N 381a– 0 t/m 0,5 m/s2  30 3030      30     
N 381b– 0,51 t/m 1,0 m/s2  40 4040      40     
N 381c– 1,01 t/m 1,5 m/s2 50505050
N 381d– 1,51 t/m 2,0 m/s2  60 6060      60     
  niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR 30 3030      30     
N 381f– 0 t/m 0,5 m/s2   50        50     
                     
N 390ade parkeerrem niet aan de eisen voldoet5.*.39 VR 66 6 66          
N 390bvan de (brom)fiets op meer dan twee wielen zonder afzonderlijk vastzetinrichting één van de remmen niet kan worden vastgezet5.*.39 VR     3  3        
N 390cde parkeerrem niet aan de eisen voldoet, geldt niet voor motorrijtuigen die voor 1-01-2000 in het verkeer zijn gebracht5.10.39 VR         3        
N 390dhet niet voorzien is van een goed bereikbare vastzetinrichting5.11.39 VR          3      
N 390ede vastzetinrichting of de veerrem niet aan de eisen voldoet5.12.39 VR           12     
                     
  het afzonderlijke hulpremsysteem van voertuigen die na 30-06-1967 in gebruik zijn genomen5.*.40 VR 3030 30            
N 400a– niet goed functioneert  3030 30            
N 400b– niet voldoet aan de vereiste remvertraging  3030 30            
N 400cde reminrichting van de aanhangwagen (niet zijnde een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van ten hoogste 1500 kg) niet automatisch in werking treedt bij het verbreken van de verbinding, dan wel niet automatisch in de bedrijfstoestand komt bij het koppelen met het trekkende voertuig5.12.40 VR           30      
N 400dniet is voorzien van een goed functionerende losbreekreminrichting (indien aanwezig)5.12.40 VR           30     
N 400edie een motor heeft niet is voorzien van een dodemansknop5.17.40 VR                12
                     
9 – Carrosserie
                     
N 410ade deuren en de laadkleppen (cat.3) niet goed sluiten of geopend kunnen worden5.*.41 VR 1212 12 1212 5       
N 410bhet slot of de scharnieren aan de voorzijde geen goede sluiting waarborgen5.*.41 VR 1212 12    5  12    
N 410cde scharnieren ernstig zijn gecorrodeerd5.*.41 VR 1212 12             
N 410dde windschermen en stroomlijnkappen de bediening belemmeren5.*.41 VR   12 5           
N 410ede windschermen, stroomlijnkappen en inrichtingen om ladingen mee te vervoeren niet deugdelijk zijn bevestigd5.*.41 VR125
N 410fde gesloten cabines niet zijn voorzien van tenminste twee deuren dan wel één deur en één nooduitgang5.*.41 VR      1212          
N 410gde nooduitgang niet voldoet aan de vereiste afmetingen5.*.41 VR      1212         
N 410hhet slot of de scharnieren van de deuren of laadbakkleppen geen goede sluiting waarborgen5.*.41 VR           12 1212/5  
                     
  de voorruit, de zijruiten dan wel het windscherm (indien vereist) en bij afwezigheid van een rechterbuitenspiegel de achterruit  1818 18 1818 5       
N 420a– is beschadigd of verkleurd5.*.42 VR 1818 18 1818 5       
N 420b– is voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht belemmeren5.*.42 VR 1818 18 1818 5       
N 420cde ruiten niet voldoen aan de eisen5.10.42 lid 1 VR         5        
                     
N 430aniet is voorzien van een goed werkende ruitewisserinstallatie5.*.43 VR 1212      3        
N 430bhet na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig met een ledige massa van niet meer dan 400 kg/ het voertuig met een ledige massa van meer dan 400 kg niet is voorzien van een goed werkende ruitewisserinstallatie5.5.43 lid 1 VR    12             
N 430cniet is voorzien van een goed werkende automatische ruitewisserinstallatie5.*.43 VR      1212         
N 430dhet na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitesproeierinstallatie voor de voorruit5.2.43 lid 2 VR 12                
N 430ehet na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitesproeierinstallatie voor de voorruit5.3.43 lid 2 VR  12               
N 430fde na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende ruitesproeierinstallatie5.3.43 lid 3 VR  12               
N 430ghet na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitesproeierinstallatie voor de voorruit5.5.43 lid 2 VR    12             
N 430hhet niet is voorzien van een goedwerkende ruitesproeierinstallatie5.10.43 VR         3       
                     
N 440ahet na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit5.*.44 VR1212
N 440bhet na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit5.3.44 VR12
N 440cde na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit5.3.44 VR  12               
N 440ddeze niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit5.10.44 VR         3        
                     
N 450adeze niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels die aan de eisen voldoen5.*.45 VR 1212 12 1212 5       
N 450bhet na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van de linkerbuitenspiegel die aan de eisen voldoet5.4.45 VR   12              
N 450chet na 31-12-1996 in gebruik genomen voertuig dat 100 km/h of harder kan, niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel die aan de eisen voldoet5.4.45 VR   12             
N 450dhet voor 27-11-1975 in gebruik genomen voertuig waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel5.5.45 VR    12             
N 450ehet voertuig met een gesloten carrosserie waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een binnenspiegel5.5.45 VR    12             
N 450fhet niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel terwijl met de binnenspiegel het achter het voertuig gelegen weggedeelte niet voldoende kan worden overzien5.5.45 VR    12             
                     
N 460ade zitplaatsen niet deugdelijk bevestigd zijn5.*.46 VR 12 12125    5      
N 460bde zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet aan de eisen voldoen5.2.46 VR 12                
N 460cde zitplaatsen of de verstelinrichtingen niet deugdelijk (bevestigd) zijn5.*.46 VR  12   1212 5       
N 460dde voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd5.4.46 VR   12              
N 460ede zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig met een ledige massa van meer dan 400 kg niet aan de eisen voldoen5.5.46 VR    12             
N 460fde trappers of de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd5.6.46 VR     5           
N 460gde trappers niet deugdelijk zijn (bevestigd)5.9.46 VR        4         
                     
N 470ade autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn5.2.47 VR 12               
N 470bde autogordels voor de voorzitplaatsen die aan een portier grenzen van tussen 1-01-1971 en 1-01-1990 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn5.*.47 VR 12  12             
N 470cde autogordels niet deugdelijk zijn (bevestigd)5.*.47 VR 1212 12             
N 470dde autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn5.3.47 lid 1 VR  12               
N 470ede autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van tussen 31-12-1989 en 1-01-1996 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn5.3.47 lid 2 VR  12               
N 470fde autogordels voor de voorzitplaatsen, die aan een portier grenzen, van tussen 1-01-1971 en 1-01-1990 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn5.3.47 lid 3 VR  12               
N 470gde autogordels van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet aanwezig zijn5.5.47 VR    12             
                     
N 480ahet voertuig scherpe delen heeft5.*.48 VR 181818187181857718181818/7 18
N 480bhet voertuig uitstekende niet afgeschermde delen heeft5.*.48 VR 1818 18 1818 7 18181818/7 18
N 480cde wielen niet goed afgeschermd zijn, aanlopen of te ver buiten de afscherming uitsteken5.*.48 VR 181818187   7 1818 18/7  
N 480dde reservewielhouder niet deugdelijk is (bevestigd)5.*.48 VR 1818 18    7 1818 18/7  
N 480egevaar bestaat voor het losraken van enig deel van de buitenzijde5.*.48 VR 1818181871818 7 18181818/7  
N 480fde wielen/banden aanlopen5.14.48 VR             18   
                     
N 490 het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een stootbalk die aan de vereisten voldoet5.*.49 VR2525
                     
N 500 aan de achterzijde niet is voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat5.*.50 VR66/-
                     
10 – Verlichting
                     
  het niet is voorzien van goed werkende/op de juiste plaats aangebrachte                   
N 510a– richtingaanwijzer(s)5.*.51–63 VR 121212  1212 3 12121212/-   
N 510b– richtingaanwijzer(s) (indien verplicht)5.*.51–63 VR    123            
N 510c– richtingaanwijzer(s) (indien aanwezig)5.*.51–63 VR     3           
N 510d– waarschuwingsknipperlichten5.*.51–63 VR 66 6 66          
N 510e– waarschuwingsknipperlichten (indien verplicht)5.*.51–63 VR         3       
N 510f– waarschuwingsknipperlichten (indien aanwezig)5.*.51–63 VR   6 3     6     
N 510g– zijrichtingaanwijzer(s)5.*.51–63 VR 66   6           
N 510h– zijrichtingaanwijzer(s) (indien aanwezig)5.*.51–63 VR    6  6         
N 510i– remlichten5.*.51–63 VR 121212  1212 3 12121212/-  
N 510j– remlichten (indien verplicht)5.*.51–63 VR    123            
N 510k– remlichten (indien aanwezig)5.*.51–63 VR     3           
N 510l– kentekenplaatverlichting5.*.51–63 VR 6666      66    
N 510m– rode retroreflectoren5.*.51–63 VR 66666664666666/646
N 510n– achteruitrijlichten5.*.51–63 VR 66 6            
N 510o– achteruitrijlichten (indien aanwezig)5.*.51–63 VR      66 3 666   
N 510p– markeringslichten (voor- en achterzijde)5.*.51–63 VR 66 6             
N 510q– markeringslichten (voor- en achterzijde) (indien verplicht)5.*.51–63 VR           666   
N 510r– markeringslichten (voor- en achterzijde) (indien aanwezig)5.*.51–63 VR      66         
N 510s– zijmarkeringslichten5.*.51–63 VR 66               
N 510t– zijmarkeringslichten (indien verplicht)5.*.51–63 VR           66    
                     
N 511a– zijreflectoren5.*.51–63 VR 66        6666/3  
N 511b– zijreflectoren (indien verplicht)5.*.51–63 VR      6           
N 511c– zijreflectoren (indien aanwezig)5.*.51–63 VR      6 33     6 
N 511d– witte retroreflectoren5.*.51–63 VR      6     66   
N 511e– witte retroreflectoren (indien verplicht)5.*.51–63 VR        4         
N 511f– witte retroreflectoren (indien aanwezig)5.*.51–63 VR      6 33     6 
N 511g– achtermarkering bij meer dan 3500 kg5.*.51–63 VR 66               
N 511h– achtermarkering bij meer dan 3500 kg (indien verplicht)5.*.51–63 VR6
N 511i– richtlicht (indien aanwezig)5.*.51–63 VR 6666 66 3        
N 511j– bermlicht (indien aanwezig)5.*.51–63 VR 6666 66 3       
N 511k– wielreflectie5.*.51–63 VR        4      4 
N 511l– trapreflectie (indien verplicht)5.*.51–63 VR     3  4         
                     
N 512ade verlichting/retroreflecterende voorzieningen niet de vereiste kleur hebben5.*.51–59 VR 181818187181857718181818/7518
N 512bde glazen van de verlichtingsarmaturen niet aan de gestelde eisen voldoen5.*.55 VR 1818181871818 7 18181818/7  
                     
N 513 het niet is voorzien van een rode retroreflector in de vorm van een afgeknotte driehoek5.*.51 VR      1818     18   
                     
N 560 de dimlichten niet aan de eisen voldoen5.*.56 VR 12121212 1212 5       
                     
N 620 niet is voorzien van een controlelampje voor ingeschakelde mistlichten5.*.62 VR 6666 66 3       
                     
N 640 het is voorzien van verblindende/knipperende verlichting5.*.64 VR 121212125121245512121212/5412
N 650 het is voorzien van meer lichten of retroreflecterende voorzieningen dan is toegestaan5.*.65 VR 121212125121245512121212/5412
                     
11 – Verbinding tussen trekkend voertuig en aanhangwagen
N 660ade koppeling niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen5.*.66 VR 2424 24 2424         
N 660bde (hulp)koppeling, trekdriehoek, trekboom of onderdelen daarvan niet aanwezig is, deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen5.*.66–70 VR           242424   
N 660cde middenasaanhangwagen, die is voorzien van een losbreekreminrichting, tevens is voorzien van een hulpkoppeling5.*.66 lid 5 VR           66    
N 660dde koppeling, dissel, of onderdelen daarvan niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen5.15.66–70 VR              24/10  
                     
12 – Diversen
                     
N 710ahet niet is voorzien van een goed werkende geluidssignaalinrichting5.*.71 VR 6666 66         
N 710bhet niet is voorzien van een goed werkende bel of hoorn met vaste toonhoogte5.*.71 VR     3    3      
N 710chet niet is voorzien van een goed werkende bel5.9.71 VR        3         
N 710dhet niet is voorzien van een goed werkende hoorn met vaste toonhoogte5.10.71 VR         3        
                     
N 720 het aan de voorzijde niet is voorzien van een sleepbevestigingspunt5.*.72 VR66
                     
  voor 1-01-2000 in het verkeer gebrachte voor het vervoer van invaliden ingerichte motorrijtuigen met een elektromotor of met een verbrandingsmotor van ten hoogste 250 cm2, niet zijnde invalidenvoertuigen 9.1 VR                  
N 800a– gebruikt door een valide           30      
N 800b– gebruikt buiten de bebouwde kom           12      
                     
0 – Algemeen
                     
P 010ameer dan één aanhangwagen wordt voortbewogen5.18.1 lid 1 VR 181818187           
P 010bmet de gelede bus een aanhangwagen wordt voortbewogen5.18.1 lid 2 VR  18               
P 010cmet het invalidenvoertuig een aanhangwagen wordt voortbewogen5.18.1 lid 3 VR          77     
P 010dmet de motorfiets met onberemde zijspanwagen een aanhangwagen wordt voortbewogen5.18.1 lid 4 VR   18              
                     
P 020amet het motorrijtuig meer dan één motorrijtuig of samenstel van voertuigen wordt voortbewogen5.18.2 lid 1 VR 1818181871818        
P 020bmet het motorrijtuig een tweewielig motorrijtuig wordt voortbewogen5.18.2 lid 2 VR 1818181871818         
P 020cmet het tweewielig motorrijtuig, de gelede bus of het samenstel van voertuigen, een motorrijtuig of een samenstel van voertuigen wordt voortbewogen5.18.2 lid 3 VR 1818181871818         
                     
P 030 hij wordt gehinderd door passagiers, lading of op andere wijze5.18.3 VR 121212125121245512121212/5412
                     
P 040 het niet zodanig is beladen dat hij voldoende uitzicht naar voren, opzij en naar achteren heeft5.18.4 VR 1212121251212455      
                     
P 050 het niet is voorzien van de vereiste buitenspiegels, indien het zicht door lading achter het voertuig of door een achter het voertuig gekoppelde aanhangwagen is beperkt5.18.5 VR 121212125121245       
                     
P 060 het zodanig is beladen dat er gevaar bestaat voor het op de weg vallen van lading5.18.6 VR 242424241024247101024242424/10724
                     
  bij het vervoer van goederen aan de achterzijde van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig:5.18.7 lid 1 VR                  
P 070a– de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager 242424
P 070b– de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd 242424
P 070c– de lastdrager inclusief lading meer dan 0,20 meter buiten de zijkanten uitsteekt   1818 18           
P 070d– meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd   1818 18           
P 070e– de lastdrager aan de achterzijde niet op de voorgeschreven wijze is voorzien van twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee niet driehoekige rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers aangezien de verlichting en retroreflectoren van het voertuig worden afgeschermd   1212 12           
P 070f– de lastdrager niet is voorzien van een goed leesbare, van een goedkeuringsmerk voorziene en niet afgeschermde kentekenplaat met het kenteken van het voertuig waarop de lastdrager is aangebracht aangezien de op het voertuig aangebrachte kentekenplaat wordt afgeschermd   1212 12           
P 070g– de koppelingsdruk van de op de trekhaak bevestigde lastdrager meer bedraagt dan voorgeschreven of meer dan 50 kg   1212 12           
P 070h– de lastdrager het wegdek kan raken   1212 12            
P 070i– de achter gebleven bevestigingsdelen van de lastdrager de bewegingsvrijheid van een aangekoppelde aanhangwagen beperken   1212 12            
                     
  bij het vervoer van goederen op het dak van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig5.18.7 lid 2 VR                  
P 070j– de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager   2424 24           
P 070k– de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd   2424 24           
P 070l– de maximale daklast wordt overschreden   1818 18           
P 070m– meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd   1818 18           
                     
P 080 de lading van voertuig scherpe delen heeft5.18.8 VR 181818187181857718181818/7518
                     
P 090 de opgeklapte delen niet deugdelijk vergrendeld zijn5.18.9 VR 181818187181857718181818/7518
                     
P 100ade aanhangwagen niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorrijtuig5.18.10 lid 1 VR1212
P 100bde aanhangwagen niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat5.18.10 lid 2–3 VR1212
                     
1 – Afmetingen en massa's
                     
Lengte samenstel (onbeladen), c.q. indien geen sprake is van uitstekende lading
  de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding5.18.11 VR                  
P 111at/m 0,25 m5.18.20 VR 2525 25 2525          
P 111bvan meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m  5050 50 5050         
                     
Lengte; uitstekende lading voorzijde
P 120 de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen, met inbegrip van de lading niet meer bedraagt dan de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen in onbeladen toestand vermeerderd met 1 meter, waarbij de lading voor het voertuig uitsteekt5.18.12 VR, 5.18.21 VR 1812 18 1818   1818    
                     
  de lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen met inbegrip van in lengte ondeelbare lading:5.18.13 VR                  
P 130b– meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt  1818 18             
P 130c– voor de voorzijde van de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, uitsteekt            1212    
P 130d– die voor of meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de eisen voldoet  1212 12      1212    
                     
  de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, niet langer dan 20 meter:5.18.13 VR                  
P 130f– meer dan 2 meter achter de aanhangwagen en meer dan 5 meter achter de achterste as van de aanhangwagen uitsteekt             12    
P 130g– meer dan 0,50 meter voor de voorzijde van de bedrijfsauto uitsteekt    12              
P 130h– die voor of meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt, aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die voldoet aan de eisen    12             
  de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter:5.18.13 VR                  
P 130it/m 0,25 m 2525
P 130jvan meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m   50        50     
                     
Lengte; uitstekende lading achterzijde
  de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.12 VR, 5.18.21 VR                  
P 121at/m 0,25 m    25        25    
P 121bvan meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m    50        50    
P 121fde lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig in gebruik genomen na 30-06-1967 en voor 01-01-1996 uitsteekt en de vereiste stootbalk niet op de juiste wijze is aangebracht (categorie 12 particulier gebruik)5.18.12 VR, 5.18.21 VR 12  12 1212   121212   
                     
Lengte; ondeelbare lading
                     
  de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.13 VR, 5.18.21 VR                  
P 131at/m 0,25 m    25        25    
P 131bvan meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m    50        50    
P 131fde lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 particulier gebruik)5.18.13 VR, 5.18.21 VR 12  12 1212    121212  
Breedte; deelbare lading
                     
  het voertuig met inbegrip van de (deelbare) lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding5.18.14 VR, 5.18.22 VR                  
P 141at/m 0,20 m  2020 20 2020   202020   
P 141bvan meer dan 0,20 m en t/m 0,45 m  3030 30 3030   303030   
P 141cvan meer dan 0,45 m en t/m 0,70 m  5050 50 5050   505050   
                     
Breedte; ondeelbare lading
P 140dde in de breedte ondeelbare lading, die meer dan 0,10 meter buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt, niet is voorzien van de vereiste markering (geldt niet voor fietsen op een lastdrager)5.18.14 VR 1212 12      1212    
P 140ede lading meer dan 0,20 meter buiten elke zijkant van de personenauto of van het driewielig motorrijtuig, dat na 31-10-1997 in gebruik is genomen, uitsteekt5.18.14 VR 18  18            
                     
  het voertuig met inbegrip van de (ondeelbare) lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding5.18.14 VR                  
P 142at/m 0,25 m 4040404040404040
P 142bvan meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m  6060 60 6060   606060   
                     
Hoogte
                     
  het voertuig met inbegrip van de lading hoger is dan 4,00 meter, een overschrijding:5.18.15 VR                  
P 150at/m 0,10 m5.18.23 VR 2020 20 2020   202020   
P 150bvan meer dan 0,10 m en t/m 0,20 m  4040 40 4040   404040   
                     
  het voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last van enige as of asstel, dan wel de toegestane maximum massa wordt overschreden met5.18.17 VR                  
P 170a– meer dan 10%  2424 24      2424    
P 170b– meer dan 25%  3636 36      3636    
P 170c– meer dan 50%  4848 48      4848    
P 170d– meer dan 75%  6161 61      6161    
P 170ehet voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last onder de koppeling wordt overschreden5.18.17 VR 1212 12      1212    
                     
  de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan in het kentekenregister of op het kentekenbewijs van het trekkend motorrijtuig vermeld5.18.18 VR                  
P 180a– meer dan 10%            2424    
P 180b– meer dan 25%            3636    
P 180c– meer dan 50%            4848     
P 180d– meer dan 75%            6161    
  de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de maximum massa die volgt uit het op de koppeling van het trekkend voertuig aangebrachte identificatie kenmerk of goedkeuringsmerk, of indien zo'n merk niet aanwezig is, de massa meer bedraagt dan 750 kg en meer dan de ledige massa van het trekkend motorrijtuig of meer dan de massa in bedrijfsklare toestand van het trekkend motorrijtuig indien het een personenauto betreft die na 31-12-1994 in gebruik is genomen5.18.18 VR                  
P 180e– meer dan 10%            2424    
P 180f– meer dan 25%            3636    
P 180g– meer dan 50%            4848    
P 180h– meer dan 75%            6161    
  de totale massa van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa5.18.18 lid 2a VR                  
P 180i– meer dan 10% 242424
P 180j– meer dan 25%  3636 36            
P 180k– meer dan 50%  4848 48            
P 180l– meer dan 75%  6161 61            
  de totale massa van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan vijf maal de maximum toegestane last onder de aangedreven as(sen) van het trekkend motorrijtuig5.18.18 lid 2b VR                  
P 180m– meer dan 10%  2424 24             
P 180n– meer dan 25%  3636 33             
P 180o– meer dan 50%  4848 48             
P 180p– meer dan 75%  6161 61             
  de totale massa van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan 50 000 kg of 60 000 kg indien het trekkend motorrijtuig een rijdend werktuig is 5.18.18 lid 2 VR                  
P 180q– tot en met 10%  6161 61            
                     
P 181ade last onder de bestuurde as(sen) van een motorrijtuig in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voertuig in beladen toestand5.18.18 VR 2525 25             
P 181bde last onder de bestuurde as(sen) van een geleed motorrijtuig minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voorste deel van het motorrijtuig in beladen toestand5.18.18 VR  25               
P 181cde last onder de gestuurde as(sen), niet zijnde zelfsturende assen, van aanhangwagens in beladen toestand, niet zijnde middenasaanhangwagens of opleggers, minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de aanhangwagen in beladen toestand5.18.18 en 24 VR           252525    
P 181dde last onder de koppeling van opleggers in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de oplegger in beladen toestand5.18.18 VR  25               
                     
P 190ade breedte of de hoogte van de gekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading meer bedraagt dan 1 meter5.18.19 VR              18/-  
P 190bde totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende motorfiets5.18.19 VR              18/-  
P 190cde afstand van de achteras van de trekkende motorfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2,50 meter5.18.19 VR              18/-  
                     
  bij vervoer van in de lengte ondeelbare lading, de lading van het voertuig of samenstel:5.18.21 VR                  
P 210emeer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel van het voertuig uitsteekt 121212
P 210fmeer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt, terwijl de achterzijde niet is voorzien van de vereiste markering       1212     12   
                     
P 240ade last onder de bestuurde as(sen) van landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid minder bedraagt dan 1/5 deel van de ledige massa5.18.24 lid 1 VR      2525         
                     
  de totale massa van het beladen samenstel van voertuigen meer bedraagt dan 50 000 kg of 60 000 kg indien het trekkend motorrijtuig een rijdend werktuig is5.18.25 VR                  
P 250a– tot en met 10%       6161          
                     
P 260ade bromfiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 1 meter5.18.26 lid 1 VR     7           
P 260bde bromfiets op meer dan twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 2 meter5.18.26 lid 2 VR     7           
                     
  de gekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading                  
P 270a– breder is dan 1 meter5.18.27 en 29 VR              –/75 
P 270b– hoger is dan 1 meter5.18.27 VR              –/7  
P 270cde totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende bromfiets5.18.27 VR              –/7  
P 270dde afstand van de achteras van de trekkende bromfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2 meter5.18.27 VR              –/7  
                     
P 280ade fiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 meter5.18.28 lid 1 VR        5        
P 280bde fiets op meer dan twee wielen of voorzien van een zijspanwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1,50 meter5.18.28 lid 2 VR        5         
                     
  het voertuig met inbegrip van de lading:                   
P 300a– breder is dan 1,10 meter5.18.30 lid 1 VR         77      
P 300b– breder is dan 1,50 meter5.18.30 lid 2 VR                18
P 300c– in bespannen toestand breder is dan 2,60 meter of indien de lading bestaat uit losse veldgewassen breder is dan 3,50 meter5.18.30 lid 3 VR                18
P 300d– hoger is dan 2 meter5.18.30 lid 4 VR77
P 300e– hoger is dan 4 meter5.18.30 lid 5 VR                18
                     
  de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig5.18.31 VR                  
P 310a– meer dan 10%            25     
P 310b– meer dan 25%            50     
P 310ede koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een massa van niet meer dan 750 kg meer bedraagt dan 50 kg dan wel niet neerwaarts is gericht5.18.31 VR            12    
P 310fde koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een toegestane massa van meer dan 750 kg minder bedraagt dan 1 % van de toegestane maximum massa van dat voertuig (de koppelingsdruk behoeft niet meer dan 50 kg te bedragen)5.18.31 VR           12     
                     
3 – Reminrichting
                     
  de aanhangwagen, niet is voorzien van een reminrichting, terwijl de massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan:5.18.33 VR                  
P 330a– de helft van de massa in bedrijfsklare toestand van de na 31-12-94 in gebruik genomen personenauto            3535    
P 330b– de helft van de ledige massa vermeerdert met 50 kg van de voor 01-01-95 in gebruik genomen personenauto            3535    
P 330c– 750 kg            18     
P 330d– de helft van de ledige massa van het trekkend bedrijfsvoertuig/driewielig motorrijtuig            1818    
                     
P 340ade aanwezige reminrichting van de aanhangwagen niet in werking treedt bij het bedienen van de bedrijfsrem van het trekkend voertuig5.18.34 lid 1 VR 3030 30 3030          
P 340bde losbreekreminrichting niet op de vereiste wijze met het trekkend voertuig is verbonden5.18.34 lid 2 VR 1212 12 1212         
                     
  niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR                 
P 350a– 0 t/m 0,5 m/s2  30 3030             
P 350b– 0,51 t/m 1,0 m/s2  40 4040            
P 350c– 1,01 t/m 1,5 m/s2  50 5050            
P 350d– 1,51 t/m 2,0 m/s2 606060
  niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel de, vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR                  
P 350f– 0 t/m 0,5 m/s2   50              
                     
  de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 2 VR                  
P 351a– 0 t/m 0,5 m/s2       3030         
P 351b– 0,51 t/m 1,0 m/s2       4040         
P 351c– 1,01 t/m 1,5 m/s2       5050         
P 351d– 1,51 t/m 2,0 m/s2       6060         
P 360 de parkeerrem het samenstel op een helling van 10% niet in stilstand kan houden5.18.36 VR 1212 12 1212         
                     
4 – Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen
                     
P 370 een aanhangwagen wordt voortbewogen zonder dat iedere zijkant van het trekkend voertuig is voorzien van een zijrichtingaanwijzer5.18.37 VR 1212 12 1212          
                     
P 380 de verlichtingsinstallatie van de aanhangwagen niet zodanig is aangesloten, dat de lichtsignalen overeenkomen met die van het trekkend voertuig5.18.38 VR          12121212/54  
                     
5 – Verbinding tussen voertuigen
                     
P 540 de aanhangwagen niet middels een deugdelijke koppeling met het trekkend voertuig is verbonden5.18.54 VR 242424241024247        
                     
P 550 het bewegen van de aanhangwagen ten opzichte van het trekkend voertuig wordt in een uiterste stand tot 90 graden begrensd door delen van de reminrichting, de elektrische installatie, de koppeling, besturingsonderdelen of, indien aanwezig, de hulpkoppeling5.18.55 VR           1212    
                     
P 560ahet trekoog of de kogelkoppeling van de gekoppelde aanhangwagen niet nagenoeg horizontaal ligt op een horizontaal wegdek5.18.56 lid 1 VR           1212     
P 560bde koppelinrichting op het trekkend voertuig niet verticaal beweegbaar is indien de gekoppelde aanhangwagen is voorzien van een trekdriehoek met verzet5.18.56 lid 2 VR 1212 12            
P 560cgeen hoekverdraaiing van de opleggerschotel naar boven en naar beneden mogelijk is indien het samenstel van trekker en oplegger zich op een horizontaal wegdek bevindt5.18.56 lid 3 VR  12              
                     
P 570 de hulpkoppeling van een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 1500 kg. niet op de vereiste wijze is aangebracht5.18.57 VR1212
                     
P 580 de koppeling van de gekoppelde aanhangwagen geen bewegingen toelaat om een horizontale en een verticale as, loodrecht op de lengteas van het trekkend voertuig5.18.58 VR12/5
                     
P 590 de gekoppelde aanhangwagen niet goed is verbonden5.18.59 VR               4 
                     
6 – Diversen
                     
P 600 het niet is voorzien van het vereiste bord of vlak met de aanduiding 45 niet op de achterzijde van de drie of meer wielige bromfiets met gesloten carrosserie5.18.60 VR     5            
                     
P 720 de uitschuifbare aanhangwagen die is ingericht voor het vervoer van ondeelbare lading niet is voorzien van de vereiste zijdelingse afscherming5.18.72 VR           18     

Categorie-indeling C

 Gedragingop het verkeer betrekking hebbend voorschiftBedrag per gedraging en per categorie
1234
Nummers S 005 – S 340 en R 301 – R 630: Reglement verkeersregels en verkeerstekens
        
HOOFDSTUK 2. Verkeersregels
        
VIII Maximum snelheid
        
a. Algemeen
  als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is:19 RVV 1990     
S 005a– bij snelheden tot en met 80 km/h 282811
        
b. Binnen de bebouwde kom
  overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (gedragsregel)20 sub a RVV 1990 (cat 1/2), 20 sub b RVV 1990 (cat 3)     
S 100a– tot en met 10 km/h22 sub b RVV 1990 (cat 4)6666
S 100b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 81188
S 100c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 100d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 100e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990     
S 110a– tot en met 10 km/h 6666
S 110b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 81188
S 110c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 110d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 110e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990     
S 120a– tot en met 10 km/h 6666
S 120b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 81188
S 120c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 120d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 120e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990     
S 130a– tot en met 10 km/h 11171111
S 130b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 17221717
S 130c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 22282222
S 130d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 28332828
S 130e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 33393333
        
  overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990     
S 140a– tot en met 10 km/h 11171111
S 140b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 17221717
S 140c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 22282222
S 140d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 28332828
S 140e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 33393333
        
c. (Auto)wegen buiten de bebouwde kom
  overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (gedragsregel)21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a RVV 1990 (cat 2)     
S 200a– tot en met 10 km/h21 sub b RVV 1990 (cat 3)6666
S 200b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h22 sub b RVV 1990 (cat 4)81188
S 200c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 200d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 200e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990     
S 210a– tot en met 10 km/h 6666
S 210b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 81188
S 210c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 210d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 210e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990     
S 220a– tot en met 10 km/h 6666
S 220b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 81188
S 220c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 13171313
S 220d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 18221818
S 220e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 24282424
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990     
S 230a– tot en met 10 km/h 1117   
S 230b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 1722   
S 230c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 2228
S 230d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 2833
S 230e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 3339  
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990     
S 240a– tot en met 10 km/h 1117   
S 240b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 1722   
S 240c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 2228   
S 240d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 2833   
S 240e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 3339   
        
d. Autowegen
  overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (gedragsregel)21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a RVV 1990 (cat 2)     
S 300a– tot en met 10 km/h 66  
S 300b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 611  
S 300c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 1117  
S 300d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 1722  
S 300e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 2228  
S 300f– meer dan 30 km/h en tot en met 35 km/h 28   
S 300g– meer dan 35 km/h en tot en met 40 km/h 33   
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990     
S 310a– tot en met 10 km/h 66   
S 310b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 611
S 310c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 1117
S 310d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 1722  
S 310e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 2228  
S 310f– meer dan 30 km/h en tot en met 35 km/h 28   
S 310g– meer dan 35 km/h en tot en met 40 km/h 33   
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990     
S 320a– tot en met 10 km/h 66   
S 320b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 611   
S 320c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 1117   
S 320d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 1722   
S 320e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 2228   
  overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1)62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990     
S 330a– tot en met 10 km/h 1117   
S 330b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 1722   
S 330c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 2228   
S 330d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 2833   
S 330e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 3339   
        
  overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3)62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990     
S 340a– tot en met 10 km/h 1117   
S 340b– meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h 1722
S 340c– meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h 2228
S 340d– meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h 2833  
S 340e– meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h 3339  

Categorie-indeling B

 Gedragingop het verkeer betrekking hebbend voorschriftBedrag per gedraging en per categorie
1 2 34 5 6 7 8
HOOFDSTUK 2. Verkeersregels
            
I. Plaats op de weg
            
R 301 als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg3 lid 1 RVV 19901818
            
R 303 als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg3 lid 1 RVV 19901818       
            
R 304 als bestuurder van een ander voertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg3 lid 1 RVV 1990  75 3  
            
R 305 als voetganger niet het voetpad of trottoir gebruiken4 lid 1 RVV 1990    3    
            
R 306 als voetganger bij gebreke van een voetpad of trottoir niet het fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken4 lid 2 RVV 1990    3   
            
R 307 als voetganger bij gebreke van een voetpad, een trottoir en een fietspad of fiets/bromfietspad niet de berm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken4 lid 3 RVV 1990    3   
            
R 308 als fietser niet het verplichte fietspad of fiets/bromfietspad gebruiken5 lid 1 RVV 1990   5     
            
R 309 als fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken5 lid 2 RVV 1990   5     
            
R 310 als bromfietser niet het fiets/bromfietspad gebruiken6 lid 1 RVV 1990  7      
            
R 311 als bromfietser bij gebreke van een fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken6 lid 2 RVV 1990  7      
            
R 312bals snorfietser met ingeschakelde motor het onverplichte fietspad gebruiken5 lid 3 RVV 1990  7      
            
R 313 als ruiter niet het ruiterpad gebruiken8 lid 1 RVV 1990     3   
            
R 314 als ruiter bij gebreke van een ruiterpad niet de berm of de rijbaan gebruiken8 lid 2 RVV 1990     3  
            
R 315 als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken10 lid 1 RVV 1990         
R 315a– rijdend 1212
R 315b– stilstaand 99       
            
R 316 als bestuurder van een bespannen wagen niet de rijbaan gebruiken10 lid 1 RVV 1990     5   
            
R 317 als bestuurder van een onbespannen wagen niet de rijbaan gebruiken10 lid 1 RVV 1990     5   
            
R 318 als geleider van rij- of trekdieren of vee niet de rijbaan gebruiken10 lid 1 RVV 1990     3   
            
R 319 als bestuurder van een motorvoertuig een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken10 lid 2 RVV 19901212       
            
R 320 als bestuurder van een bespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken10 lid 2 RVV 1990     5  
            
R 321 als bestuurder van een onbespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken10 lid 2 RVV 1990     3   
            
R 322 als geleider van rij- of trekdieren of vee een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken10 lid 2 RVV 1990     3  
            
R 323 als bromfietser een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken10 lid 2 RVV 1990     7  
            
II. Inhalen
            
R 326 als bestuurder niet links inhalen11 lid 1 RVV 1990181875 5  
            
R 327 als bestuurder een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen11 lid 2 RVV 1990181875 5   
            
R 328 als bestuurder een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats12 RVV 19903030125 5   
            
IV. Oprijden van kruispunten
            
R 331 als bestuurder een kruispunt blokkeren14 RVV 19906655 3  
            
V. Verlenen van voorrang
            
R 336 als bestuurder op een kruispunt geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts15 lid 1 RVV 1990181875 5   
            
R 337 als bestuurder op een onverharde weg geen voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg15 lid 2 sub a RVV 1990181875 5  
            
R 338 als bestuurder geen voorrang verlenen aan bestuurders van een tram15 lid 2 sub b RVV 19901818755
            
R 339 als bestuurder op kruispunten van wegen van gelijke orde geen voorrang verlenen aan bestuurders van een motorvoertuig15 lid 2 sub c RVV 1990755
            
R 340aals weggebruiker een overweg opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken15a lid 1 RVV 1990121275 12   
R 340bals weggebruiker bij een overweg een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten15a lid 2 RVV 1990121275 12  
            
VI. Doorsnijden van militaire kolonnes
            
R 341 als weggebruiker een militaire kolonne doorsnijden16 RVV 1990665535   
            
VII. Afslaan
            
R 346 als bestuurder afslaan zonder een teken met de richtingaanwijzer of met de arm te geven17 lid 2 RVV 19906655 5   
            
R 347aals bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat hen op dezelfde weg tegemoet komt18 lid 1 RVV 1990181875 5  
R 347bals bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat naast dan wel links dicht achter hen bevindt18 lid 1 RVV 1990181875 5   
R 347cals bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat naast dan wel rechts dicht achter hen bevindt18 lid 1 RVV 1990181875 5  
            
R 348 als bestuurder links afslaan zonder tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt rechts afslaan, voor laten gaan18 lid 2 RVV 1990181875 5   
            
IX. Stilstaan
            
  een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg5 WVW 1994         
R 395a– gevaar wordt veroorzaakt 1414   14   
R 395b– gevaar kan worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd 99   9  
            
  als bestuurder een voertuig laten stilstaan:23 lid 1         
R 396a– op een kruispuntsub a RVV 199099   9  
R 396b– op een fietsstrooksub b RVV 199099   9  
R 396c– op de rijbaan langs een fietsstrooksub b RVV 199099   9   
R 396d– op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvansub c RVV 199099   9   
R 396e– in een tunnelsub d RVV 1990999
R 396f– bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markeringsub e RVV 199099   9   
R 396g– bij een bord bushalte op een afstand van minder dan twaalf meter van dat bord terwijl de geblokte markering niet is aangebrachtsub e RVV 199099   9   
R 396h– op de rijbaan langs een busstrooksub f RVV 199099   9  
R 396i– langs een gele doorgetrokken streep62 jo. 23 lid 1 sub g RVV 199099   9   
R 396j– op een overweg23 lid 1 sub a RVV 199099   9  
            
X. Parkeren
            
  als bestuurder een voertuig parkeren:24 lid 1         
R 397a– bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvansub a RVV 199099   9   
R 397b– voor een inrit of uitritsub b RVV 199099   9  
R 397c– buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangswegsub c RVV 199099   9   
R 397d– op een parkeerplaats, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categoriesub d RVV 199099   9   
R 397e– op een parkeerplaats, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op een andere dan de aangegeven wijzesub d RVV 199099   9  
R 397f– op een parkeerplaats, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op het tijdstip dat is aangegevensub d RVV 199099   9   
R 397g– langs een gele onderbroken streep62 jo 24 lid 1 sub e RVV 199099   9   
            
R 398 als bestuurder een voertuig dubbel parkeren24 lid 2 RVV 199099   9  
            
R  als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep          
            
R 399 – zonder een duidelijk zichtbare parkeerschijf waarop het tijdstip is aangegeven waarop met parkeren is begonnen25 lid 2 RVV 19909        
            
R 400 – terwijl het einde van de toegestane parkeertijd is verstreken25 lid 2 RVV 19909        
            
R 401 als bestuurder een voertuig parkeren in een parkeerschijfzone (geldt niet voor parkeerplaatsen, die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of die zijn voorzien van een blauwe streep)25 lid 1 RVV 1990999
            
R 402aals bestuurder op een invalidenparkeerplaats parkeren anders dan met een invalidenvoertuig26 RVV 1990141414
R 402bals bestuurder op een invalidenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een geldige invalidenparkeerkaart26 RVV 19901414   14  
R 402cals bestuurder op een invalidenparkeerplaats parkeren anders dan met een voertuig dat voor die gereserveerde invalidenparkeerplaats bestemd is26 RVV 19901414   14   
            
R 403aals bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl de parkeermeter niet in werking is gesteld of aangeeft dat de parkeerduur is verstrekenPl.V. 9        
R 403bals bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl aldaar reeds een motorvoertuig staat geparkeerdPl.V.9        
            
R 404 een muntstuk in een parkeermeter werpen op een tijdstip dat niet samenvalt met of onmiddellijk volgt op de feitelijke aanvang van het parkerenPl.V.        9
            
R 405 als bestuurder een motorvoertuig op twee wielen, een bromfiets dan wel een fiets parkeren op een parkeervak behorende bij een parkeermeterPl.V.  944     
            
R 406 een voertuig te doen of laten staan in een park of plantsoen, op openbare beplantingen of groenstrokenPl.V. 99   9   
            
  als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerterrein waar dit slechts met gebruikmaking van een ter plaatse aangebrachte parkeerautomaat is toegestaan:Pl.V.        
R 409a– anders dan voorzien van een door de parkeerautomaat afgegeven parkeerkaart, aangebracht op de voorgeschreven wijze 99   9  
R 409b– terwijl de op de parkeerkaart aangegeven parkeertijd is verstreken 99   9   
R 409c– zonder de aangebrachte parkeerautomaat in werking te stellen 999
R 409d– terwijl de op de parkeerautomaat aangegeven parkeertijd is verstreken 999
            
  een voertuig dat, met inbegrip van de lading,          
R 414a– langer is dan 6 meter of hoger is dan 2,4 meter parkeren op een plaats, die als schadelijk voor het aanzien van de gemeente is aangewezen. Pl.V.  9    9   
R 414b– langer is dan 6 meter, buiten de vastgestelde tijden, parkeren op een aangewezen weg, waar dit parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimtePl.V. 9    9  
            
  als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid voor vergunninghouders26a RVV 1990         
R 415a– zonder een geldige krachtens plaatselijke verordening afgegeven vergunning 99   9  
R 415b– terwijl de vergunning niet op de juiste wijze is aangebracht 99   9   
            
R 592 als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder (duidelijk zichtbare) parkeervergunning, dan wel in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaardenPl.V.99   9  
XIII. Gebruik van lichten tijdens het rijden
            
R 419 signalen geven in andere gevallen of op andere wijze dan is toegestaan31 RVV 1990121253 12 12
            
  als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een invalidenvoertuig geen dim- of grootlicht voeren32 lid 1 RVV 1990         
R 421a– bij nacht, binnen de bebouwde kom 665     
R 421b– bij nacht, buiten de bebouwde kom 12127     
R 421c– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd 12127     
            
R 425 als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een invalidenvoertuig groot licht voeren bij dag, bij het tegenkomen van een andere weggebruiker, dan wel bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig32 lid 2 RVV 199012127     
            
  als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een invalidenvoertuig rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, het achterlicht brandt32 lid 3 RVV 1990         
R 426a– bij nacht, binnen de bebouwde kom 665      
R 426b– bij nacht, buiten de bebouwde kom 12127      
R 426c– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd 12127
            
  als bestuurder rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, de verlichting van de achterkentekenplaat brandt         
R 428a– van een motorvoertuig32 lid 3 RVV 199066       
R 428b– van een motorvoertuig met aanhangwagen33 RVV 199066       
            
  als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen geen achterlicht voeren33 RVV 1990         
R 431d– bij nacht, binnen de bebouwde kom 66      
R 431e– bij nacht, buiten de bebouwde kom 1212      
R 431f– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd 1212      
            
  als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen niet het in het Voertuigreglement voorgeschreven stadslicht voeren33 RVV 1990         
R 432d– bij nacht, binnen de bebouwde kom 66      
R 432e– bij nacht, buiten de bebouwde kom 1212      
R 432f– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd 1212      
            
R 434 als bestuurder van een motorvoertuig of van een invalidenvoertuig anders dan bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert mistlicht(en) aan de voorzijde voeren34 lid 1 RVV 199012127     
            
R 436 als bestuurder van een motorvoertuig of van een invalidenvoertuig mistachterlicht voeren, indien het zicht door mist of sneeuwval niet beperkt is tot een afstand van minder dan 50 meter34 lid 2 RVV 199012127      
            
  bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voorlicht, dan wel achterlicht voeren35 RVV 1990         
R 437d– als fietser    3    
R 437g– als bestuurder van een wagen      3  
            
  bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voor- en achterlicht voeren35 RVV 1990         
R 438d– als fietser    5     
R 438g– als bestuurder van een wagen 5
            
  bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd niet een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht straalt36 RVV 1990         
R 445d– als geleider van rij-, trekdieren of vee      3  
            
XIV. Gebruik van lichten tijdens het stilstaan
            
  bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens geen stadslicht en achterlicht voeren          
R 451c– als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig38 RVV 199012        
R 451d– op een stilstaande aanhangwagen39 RVV 1990       12
            
R 453 bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd op de rijbaan buiten de bebouwde kom geen voor- en achterlicht voeren op een stilstaande wagen40 RVV 1990       5
            
XV. Bijzondere lichten
            
  als bestuurder van een motorvoertuig aan de voorzijde naast het dimlicht of het mistlicht andere verlichting voeren dan bermlicht, richtlicht of markeringslichten41 RVV 1990         
R 456a– bij nacht 6        
R 456b– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd 12        
            
XVI. Autosnelwegen en autowegen
            
a. Autosnelwegen
R 461 anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken42 lid 1 RVV 1990181812121212 12
            
  als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg         
R 462 – keren43 lid 1 RVV 19903030      
            
R 463 – achteruitrijden43 lid 1 RVV 19903030      
            
R 464 – deze op de rijbaan laten stilstaan43 lid 2 RVV 19901818       
            
  behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg:43 lid 3 RVV 1990         
R 465a– over de vluchtstrook of vluchthaven rijden 3030       
R 465b– gebruik maken van de berm 1818       
R 465c– op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan 1818
            
R 466 als bestuurder van een samenstel van voertuigen dat langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken43 lid 4 RVV 199018        
            
R 467 als bestuurder van een vrachtauto, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken43 lid 4 RVV 199018        
            
b. Autosnelwegen
R 468 anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken42 lid 2 RVV 1990181812121212 12
            
  als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg         
R 469 – keren43 lid 1 RVV 19903030       
            
R 470 – achteruitrijden43 lid 1 RVV 19903030      
            
R 471 – deze op de rijbaan laten stilstaan43 lid 2 RVV 19901818       
            
  behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg:43 lid 3 RVV 1990         
R 472a– over de vluchtstrook of vluchthaven rijden  3030      
R 472b– gebruik maken van de berm  1818     
R 472c– op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan  1818     
            
XVII. Erven
            
R 476 als bestuurder binnen een erf sneller rijden dan stapvoets45 lid 1 RVV 1990121275 5  
            
R 477 als bestuurder op een kruising gelegen binnen een erf geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts45 lid 2 RVV 1990181875 5   
            
R 478 als bestuurder een motorvoertuig binnen een erf parkeren anders dan op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven46 RVV 199099      
            
XIX. Voetgangers
            
R 481aals bestuurder een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan49 lid 1 RVV 19902424105 5   
R 481bals bestuurder een blinde, die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan49 lid 1 RVV 19902424105 5   
            
R 482 als bestuurder een voetganger, die op een voetgan-gersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan49 lid 2 RVV 199024241055
            
R 483 als bestuurder een bestuurder van een invalidenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan49 lid 2 RVV 199024241055
            
XX. Voorrangsvoertuigen
            
R 486 als weggebruiker een voorrangsvoertuig niet voor laten gaan50 RVV 199018187535  
            
XXI. Loslopend vee
            
R 491 rij-, trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los laten lopen51 lid 1 RVV 1990       12
            
XXII. In- en uitstappende passagiers
            
R 492 als bestuurder een tram of autobus voorbij rijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen zonder hen daartoe de gelegenheid te geven52 RVV 1990181875 5  
            
XXIII. Slepen
            
R 501 als bestuurder van een motorvoertuig een ander motorvoertuig slepen, terwijl de onderlinge afstand meer dan vijf meter bedraagt53 RVV 199066      
            
XXIV. Bijzondere manoeuvres
            
R 505 als bestuurder wegrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5   
            
R 506 als bestuurder achteruitrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5   
            
R 507 als bestuurder uit een uitrit de weg oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5  
            
R 508 als bestuurder vanaf een weg een inrit oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5  
            
R 509 als bestuurder keren zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5  
            
R 510 als bestuurder van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5   
            
R 511 als bestuurder van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5  
            
R 512 als bestuurder van rijstrook wisselen zonder het overige verkeer voor te laten gaan54 RVV 1990181875 5  
            
R 513 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wegrijden geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven55 RVV 1990665
            
R 514 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het inhalen van een ander motorvoertuig geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven55 RVV 1990665      
            
R 515 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het oprijden van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven55 RVV 1990665      
            
R 516 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het verlaten van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven55 RVV 1990665     
            
R 517 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richting- aanwijzer of arm geven55 RVV 1990665      
            
R 518 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij een andere belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven55 RVV 1990665      
            
R 519 als bestuurder binnen de bebouwde kom geen gelegenheid geven aan een autobus weg te rijden van een halte wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen daartoe kenbaar maakt56 lid 1 RVV 19906653 5   
            
XXV. Onnodig geluid
            
R 522 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser of snorfietser onnodig geluid veroorzaken57 RVV 1990181818      
            
XXVI. Gevarendriehoek
            
R 526 het niet plaatsen van een gevarendriehoek in de voorgeschreven gevallen, op de voorgeschreven wijze bij een stilstaand motorvoertuig op meer dan twee wielen en aanhangwagens, zijnde een obstakel, terwijl geen knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd58 RVV 19906      6
            
XXVII. Autogordels
            
R 533 als bestuurder van een motorvoertuig of als naast hem gezeten passagier geen gebruik maken van de voor hem beschikbare autogordel59 lid 1 RVV 19909      9
            
R 534 als niet naast de bestuurder van een motorvoertuig gezeten passagier, geen gebruik maken van de voor hem beschikbare autogordel59 lid 2 RVV 1990       9
            
  als bestuurder          
R 535a– de naast hem gezeten passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel59 lid 4 jo. 59 lid 1 RVV 19909
R 535b– de niet naast hem gezeten passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel, terwijl dit aanwezig is59 lid 4 jo. 59 lid 2 RVV 19909        
R 535c– de niet naast hem gezeten passagier(s) van 3 tot 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de voor hem/hen beschikbare autogordel omdat voor hem/hen geen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel aanwezig is59 lid 4 jo. 59 lid 2 RVV 19909        
R 535d– passagier(s) jonger dan 12 jaren met een lengte van 1.50 meter of meer vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de voor hem/hen beschikbare autogordel59 lid 4 jo. 59 lid 1 en 2 RVV 19909        
            
XXVIII. Helmen
            
R 536aals bestuurder of passagier van een bromfiets op twee wielen geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die behoort tot een goedgekeurde soort en is voorzien van een goedkeuringsmerk60 lid 1 RVV 1990  9    9
R 536cals bestuurder of passagier van een motorfiets geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die behoort tot een goedgekeurde soort en is voorzien van een goedkeuringsmerk60 lid 1 RVV 1990 11     11
            
R 537aals bestuurder van een bromfiets op twee wielen een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die behoort tot een goedgekeurde soort en is voorzien van een goedkeuringsmerk60 lid 2 RVV 1990  9      
R 537bals bestuurder van een motorfiets een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die behoort tot een goedgekeurde soort en is voorzien van een goedkeuringsmerk60 lid 2 RVV 199011
            
XXIX. Zitplaatsen kinderen op fietsen en bromfietsen
            
R 541 als bromfietser of fietser een kind beneden acht jaren vervoeren anders dan op een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor rug, handen en voeten61 RVV 199054
            
Hoofdstuk 3. Verkeerstekens
            
II. Verkeersborden
            
R 548 als bestuurder in strijd met bord B6 geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg62 jo. bord B6 RVV 1990181875 5   
            
  als bestuurder in strijd met bord B762 jo. bord B7 RVV 1990         
R 549a– niet stoppen 121275 5   
R 549b– geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg 181875 5  
R 549c– niet stoppen en geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg 181875 5  
            
  als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)62 jo. bord C1 RVV 1990         
R 550a– een weg gebruiken 6654 5   
R 550b– een weg(gedeelte) bestemd voor aangewezen categorie(ën) voertuigen gebruiken (doelgroepstroken) 121275 7   
            
  als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)62 jo. bord C2 RVV 1990         
R 551b– op andere weg dan autoweg of autosnelweg 6654 5  
            
  als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord         
R 552a– C3 (eenrichtingsweg)62 jo. bord C3 RVV 19906654 5  
R 552b– C4 (eenrichtingsweg)62 jo. bord C4 RVV 19906654 5   
            
  als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuig op meer dan twee wielen)62 jo. bord C6 RVV 1990         
R 553b– een weg gebruiken 6       
R 553c– een weg(gedeelte) bestemd voor carpoolen gebruiken 12       
            
R 554 als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's)62 jo. bord C7 RVV 19906
            
R 555 als bestuurder van een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur een weg gebruiken in strijd met bord C8 (geslotenverklaring voor motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur)62 jo. bord C8 RVV 19906        
            
R 556 als ruiter, geleider van rij-, trekdieren of vee, bestuurder van een wagen, een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur, een brommobiel, een fiets, een bromfiets of een invalidenvoertuig in strijd met bord C9 een weg gebruiken (geslotenverklaring)62 jo. bord C9 RVV 19906 54 5   
            
R 557 als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen een weg gebruiken in strijd met bord C10 (geslotenverklaring voor motorvoertuig met aanhangwagen)62 jo. bord C10 RVV 199066       
            
R 558 als bestuurder van een motorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C11 (geslotenverklaring motorfiets)62 jo. bord C11 RVV 1990 6       
            
R 559 als bestuurder van een motorvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C12 (geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen)62 jo. bord C12 RVV 199066      
            
R 560 als bestuurder van een bromfiets, snorfiets of invalidenvoertuig met motor een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets of invalidenvoertuig met motor)62 jo. bord C13 RVV 1990  5     
            
R 561 als bestuurder van een fiets of invalidenvoertuig zonder motor een weg gebruiken in strijd met bord C14 (geslotenverklaring voor fiets of invalidenvoertuig zonder motor)62 jo. bord C14 RVV 1990   4    
            
R 562 als bestuurder van een fiets, een bromfiets of invalidenvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C15 (geslotenverklaring voor fiets, bromfiets of invalidenvoertuig)62 jo. bord C15 RVV 1990  54    
            
R 563 als voetganger een weg gebruiken in strijd met bord C16 (geslotenverklaring voor voetgangers)62 jo. bord C16 RVV 1990    3   
            
R 564 als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C17 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord C17 is aangegeven)62 jo. bord C17 RVV 19901818
            
R 565 als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C18 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord C18 is aangegeven)62 jo. bord C18 RVV 19901818
            
R 566 als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C19 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord C19 is aangegeven)62 jo. bord C19 RVV 199018    18   
            
  als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C20 (geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord C20 is aangegeven) met een overschrijding van:62 jo. bord C20 RVV 1990         
R 567a– niet meer dan 10% 18    18   
R 567b– 11% tot en met 20% 24    24   
R 567c– 21% tot en met 30% 61    61   
            
  als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van:62 jo. bord C21 RVV 1990         
R 568a– niet meer dan 10% 18    18  
R 568b– 11% tot en met 20% 24    24  
R 568c– 21% tot en met 30% 61    61  
  als bestuurder van een samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van:62 jo. bord C21 RVV 1990         
R 569a– niet meer dan 10% 18    18   
R 569b– 11% tot en met 20% 24    24   
R 569c– 21% tot en met 30% 61    61   
            
R 570 als bestuurder rijden in strijd met bord 37 Rvv 1966 (aanduiding B-weg, de breedte van het voertuig, de lading meegerekend, de toegestane breedte overschrijdt)62 jo bord 37 Rvv 196618    18  
            
  als bestuurder van een voertuig rijden in strijd met bord 37 Rvv 1966 (aanduiding B-weg, de toegestane wieldruk overschrijden) met een overschrijding van:62 jo. bord 37 Rvv 1966         
R 571a– niet meer dan 10% 1818
R 571b– 11% tot en met 20% 24    24  
R 571c– 21% tot en met 30% 61    61  
            
R 572 als bestuurder rijden in strijd met bord 38 Rvv 1966 (aanduiding B-weg, de breedte van het voertuig, de lading meegerekend, de toegestane breedte overschrijdt)62 jo bord 38 Rvv 196618    18  
            
  als bestuurder van een voertuig rijden in strijd met bord 38 Rvv 1966 (aanduiding B-weg, de toegestane wieldruk overschrijden) met een overschrijding van:62 jo. bord 38 Rvv 1966         
R 573a– niet meer dan 10% 18    18   
R 573b– 11% tot en met 20% 24    24   
R 573c– 21% tot en met 30% 61    61   
            
R 574 als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)62 jo. bord D1 RVV 19906654 5  
            
R 575 als bestuurder rijden in strijd met bord D2 aan de andere zijde dan het bord aangeeft (gebod voor alle bestuurders het bord D2 voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft)62 jo. bord D2 RVV 19906654 5   
            
R 576 als bestuurder in strijd met bord D4 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D4 is aangegeven)62 jo. bord D4 RVV 19906654 5   
R 577 als bestuurder in strijd met bord D5 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D5 is aangegeven)62 jo. bord D5 RVV 19906654 5  
            
R 578 als bestuurder in strijd met bord D6 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D6 zijn aangegeven)62 jo. bord D6 RVV 19906654 5   
            
R 579 als bestuurder in strijd met bord D7 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D7 zijn aangegeven)62 jo. bord D7 RVV 19906654 5   
            
R 580 als bestuurder in strijd met bord 46/47 linksaf slaan op autoweg of autosnelweg62 jo. bord 46/47 Rvv 19661212       
            
R 581 als bestuurder in strijd met bord 46/47 linksaf slaan op andere weg dan autoweg of autosnelweg62 jo. bord 46/47 Rvv 19666654 5   
            
R 582 als bestuurder in strijd met bord 46/47 rechtsaf slaan op autoweg of autosnelweg62 jo. bord 46/47 Rvv 19661212       
            
R 583 als bestuurder in strijd met bord 46/47 rechtsaf slaan op andere weg dan autoweg of autosnelweg62 jo. bord 46/47 Rvv 196666545
            
R 584 als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met bord E1 (parkeerverbod)62 jo. bord E1 RVV 199099   9  
            
R 585 als bestuurder een voertuig laten stilstaan in strijd met bord E2 (verbod stilstaan)62 jo. bord E2 RVV 199099   9  
            
R 588 als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met bord E5 (taxistandplaats; tevens parkeerverbod voor andere voertuigen)62 jo. bord E5 RVV 199099   9   
            
R 590 als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met bord E7 (parkeergelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen; tevens parkeerverbod voor andere voertuigen)62 jo. bord E7 RVV 199099   9  
            
R 591 als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met bord E8 (parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie die op het bord is aangegeven; tevens parkeerverbod voor andere voertuigen)62 jo. bord E8 RVV 199099   9   
            
R 593 als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F1 een motorvoertuig inhalen (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen)62 jo. bord F1 RVV 19901818       
            
R 594 als bestuurder van een vrachtauto in strijd met bord F3 een motorvoertuig inhalen (verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen)62 jo. bord F3 RVV 199018        
            
R 595 als bestuurder in strijd met bord F5 doorgaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting)62 jo. bord F5 RVV 19906654 5   
            
R 596 als bestuurder in strijd met bord F7 keren62 jo. bord F7 RVV 19906654 5   
            
R 597 als bestuurder in strijd met bord F10 niet stoppen62 jo. bord F10 RVV 1990181875 5  
III. Verkeerslichten
            
R 601 als weggebruiker niet doorgaan bij groen licht bij een driekleurig verkeerslicht62 jo. 68 lid 1 sub a RVV 19901212       
            
R 602 als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 199018187545   
            
R 603 als fietser, bromfietser of bestuurder van een invalidenvoertuig bij geel of rood licht bij een driekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan62 jo. 68 lid 6 RVV 199055
            
R 604 als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij tweekleurig verkeerslicht62 jo. 69 lid 1 sub b RVV 199018187545
            
R 605 als fietser, bromfietser of bestuurder van een invalidenvoertuig bij geel of rood licht bij een tweekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan62 jo. 69 lid 2 ivm 68 lid 6 RVV 1990  55     
            
R 606 als bestuurder van een tram of bus niet stoppen voor rood tram-/buslicht62 jo. 70 lid 1 sub c ivm 70 lid 3 RVV 199018    18  
            
R 608 als weggebruiker niet stoppen voor rood knipperlicht bij overweglichten62 jo. 71 sub b RVV 199018187545  
            
R 609 als weggebruiker niet stoppen voor rood (knipper)licht bij bruglichten62 jo. 72 RVV 199018187545  
            
R 610 als weggebruiker bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken62 jo. 73 sub b RVV 19901818       
            
R 611 als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus een door een verlichte afbeelding van «BUS» gemarkeerde rijstrook gebruiken62 jo. 73 sub D RVV 1990121275 7   
            
R 612 als voetganger of bestuurder van een invalidenvoertuig beginnen over te steken bij rood voetgangerslicht62 jo. 74 lid 1 sub c RVV 1990  444   
            
R 613 als voetganger of bestuurder van een invalidenvoertuig bij het oversteken het overige verkeer niet voor laten gaan, indien het rode licht is vervangen door een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 75 van het RVV 199062 jo. 74 lid 2 RVV 1990  444   
            
R 614 als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij toeritdosering62 jo 68 lid 1 sub c RVV 199099       
            
IV. Verkeerstekens op het wegdek
            
R 616aals bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen naar links overschrijden62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990242475 5  
R 616bals bestuurder zich bevinden links van de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990242475 5   
            
R 617 als bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in één richting overschrijden62 jo. 76 lid 1 sub b RVV 1990242475 5   
            
R 618 als bestuurder een verdrijvingsvlak gebruiken (niet gebruiken voor witte puntstukken)62 jo. 77 RVV 1990242475 5  
            
R 619 als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft62 jo. 78 RVV 199018187
            
R 620 als bestuurder niet stoppen voor stopstreep daar waar dit op grond van het RVV 1990 verplicht is62 jo. 79 RVV 1990181875 5  
            
R 621 als bestuurder in strijd met op het wegdek aangebrachte haaietanden geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg62 jo. 80 RVV 1990181875 5  
            
R 622 als weggebruiker, anders dan bestuurder van een lijnbus, gebruik maken van een busbaan of -strook62 jo. 81 RVV 199012127545  
            
Hoofdstuk 4. Aanwijzingen
            
R 628aals weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven door middel van een rode lamp83 RVV 199018187545   
            
R 628bals weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte transparant83 RVV 199018187545  
            
R 630 als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen          
            
R 630a– gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaren82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 199018187545   
            
Nummers R 701 – R 703: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
            
R 701 zonder daartoe krachtens het Besluit bevoegd te zijn verkeerstekens op, langs of boven de wegen aan te brengen, te doen aanbrengen, aangebracht houden, te verwijderen, dan wel de zichtbaarheid daarvan weg te nemen1a BABW       12
            
R 702 voorwerpen, inrichting of borden, van welke aard ook, die het verkeer in verwarring zouden kunnen brengen op, langs of boven de wegen aan te brengen, te doen aanbrengen of aangebracht houden2 BABW       12
            
R 703 niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van ongeldige invalidenparkeerkaart55 jo 51 BABW       12
            
Nummers K 405 – K 550: Kentekenreglement (KR)
            
K 405 de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen5 lid 1 en 3 Kr       12
            
  Wijziging van de tenaamstelling: overdracht tussen particulieren          
K 415a– deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen26 lid 1 sub a Kr       6
K 415b– deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen26 lid 1 sub b Kr24
K 415c– het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen26 lid 1 sub b jo. 18 Kr24
            
K 420 als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven26 lid 2 Kr       48
            
K 425 het vrijwaringsbewijs en het oude deel II niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven26 lid 4 Kr       6
            
K 430 deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II26 lid 5 Kr       6
            
K 435 het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II26 lid 5 jo. 18 Kr       6
            
Wijziging van de tenaamstelling: overdracht ten behoeve van een bedrijfsvoorraad
            
K 440a– deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf overdragen27 lid 2 sub a Kr       6
K 440b– deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen27 lid 2 sub b Kr       24
K 440c– het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen27 lid 2 sub b jo. 18 Kr       24
            
K 445 deel I niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II27 lid 6 Kr       6
            
K 450 het ontvangstbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II27 lid 6 jo. 18 Kr       6
            
Wijziging van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig uit bedrijfsvoorraad
            
  bedrijfsvoorraad deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond overdragen aan28 lid 1 jo.         
K 455a– de nieuwe eigenaar of houder (particulier)– 26 lid 1 sub a Kr       12
K 455b– het erkende bedrijf– 27 lid 2 sub a Kr       12
            
            
  als erkend bedrijf deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen, van28 lid 1 jo.         
K 460a– een particulier– 26 lid 1 sub b Kr       30
K 460b– een erkend bedrijf– 27 lid 2 sub b Kr       30
            
K 465 als nieuwe eigenaar of houder (particulier) niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven28 lid 1 jo. 26 lid 2 Kr48
            
K 470 als particulier het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven28 lid 1 jo. 26 lid 4 Kr       6
            
  deel I na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II niet terstond afgeven aan28 lid 1 jo.        
K 475a– de nieuwe eigenaar of houder (particulier)– 26 lid 5 Kr       12
K 475b– het erkende bedrijf– 27 lid 6 Kr       12
            
K 480 als erkend bedrijf niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven (voertuig bestemd voor eigen gebruik)28 lid 2 Kr       48
            
Wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder
            
K 485 als meerderjarige eigenaar of houder na overlijden van de kentekenhouder niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs op zijn naam overschrijven29 lid 1 Kr       48
            
Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig aan een persoon in het buitenland
            
K 490a– het (bedrijfsvoorraad) deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen31 lid 1 sub a en 31 lid 6 jo lid 1 Kr       6
K 490b– deel I afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen31 lid 1 sub b Kr       24
K 490c– het ontvangstbewijs afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen31 lid 1 sub b jo. 18 Kr       24
            
K 495 als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week de vereiste documenten bij de Minister van Verkeer en Waterstaat inleveren31 lid 2 en 31 lid 6 jo lid 2 Kr       48
            
K 500 als nieuwe eigenaar of houder het afschrift van de uitvoerverklaring niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven31 lid 4 Kr       6
            
K 505 als eigenaar of houder deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring31 lid 5 Kr       6
            
K 510 als eigenaar of houder het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring31 lid 5 jo. 18 Kr       6
            
K 515 als nieuwe eigenaar of houder niet terstond een aangewezen legitimatiebewijs en de uitvoerverklaring inleveren bij het erkende bedrijf dat de uitvoer geautomatiseerd registreert32 lid 2 Kr48
            
K 520 als kentekenhouder/bij overlijden zijn erfgenaam, niet de vereiste documenten inleveren bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, wanneer het voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht33 lid 1 Kr en 33 lid 3 jo lid 1 KR 48
            
Aanvraag nieuw deel I
            
K 525 niet op de voorgeschreven wijze een nieuw deel I aanvragen, indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I34 lid 1 Kr       30
            
Handelaarskenteken(bewijs)
            
K 535 als kentekenhouder het handelaarskenteken niet op de voorgeschreven wijze gebruiken44 Kr       30
K 540 het ongeldig verklaarde handelaarskentekenbewijs niet onverwijld inleveren45 lid 2 Kr       48
            
Intrekking erkenning
            
K 545 de verstrekte formulieren en bedrijfsvoorraadpassen niet onverwijld inleveren49 lid 1 Kr       48
            
Inleverplicht oude bewijzen (overgangsbepaling)
            
K 550 kentekenbewijzen en duplicaten afgegeven op basis van de (oude) Wegenverkeerswet en die hun geldigheid hebben verloren, niet onverwijld inleveren54 lid 2 Kr       48
            
Nummer K 600: Reglement rijbewijzen (RR)
            
K 600 als bestuurder van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie A niet op eerste vordering het theoriecertificaat dan wel de oproep voor het examen ter inzage geven2 lid 2 RR  6      

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 december 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

W. Kok

Uitgegeven de achttiende januari 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Als gevolg van het Besluit van 18 januari 1999, houdende wijziging van het Voertuigreglement (Stb. 1999, 28) – hierna aan te duiden als de wijziging van het Voertuigreglement – en van het Besluit van 27 mei 1999, houdende wijziging van het RVV 1990 (Stb. 1999, 268) – hierna aan te duiden als de wijziging van het RVV 1990 –, worden diverse feitomschrijvingen in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) gewijzigd. Ook komen enkele feiten te vervallen. Ten aanzien van enkele nieuw opgenomen gedragingen geldt steeds dat het inbreuken op verkeersvoorschriften van geringe ernst betreft, die eenvoudig te constateren zijn en waarover geen discussie mogelijk is tussen opsporingsambtenaar en overtreder. Nieuwe gedragingen zijn opgenomen teneinde te komen tot een zo doeltreffend mogelijk handhavingssysteem.

Uit oogpunt van overzichtelijkheid worden niet slechts de desbetreffende feitomschrijvingen aangepast, maar wordt de gehele bijlage bij deze wet opnieuw vastgesteld.

Deze wijziging van de bijlage bij de wet geschiedt bij amvb, waarvoor op grond van artikel 2, vijfde lid, van de wet, een voorhangprocedure geldt. Dit houdt in dat het besluit niet eerder in werking kan treden dan vier weken na plaatsing in het Staatsblad. Intussen hebben de beide Kamers der Staten-Gemeraal de mogelijkheid zich desgewenst over het besluit uit te spreken. De beoogde inwerkingtreding van de gewijzigde bijlage is 1 maart 2000.

Het gaat om de volgende wijzigingen.

FEIT:TOELICHTING:
  
CategorieënMet de inwerkingtreding van het Besluit van 27 mei 1999, houdende de wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90) met betrekking tot de uitvoering van het Startprogramma Duurzaam Veilig (bromfiets op de rijbaan) zijn speciaal op snorfietsen of snorfietsers van toepassing zijnde bepalingen opgenomen (bijv. maximumsnelheid). Hierdoor is wijzigingen van de categorie-indelingen B en C noodzakelijk. In beide categorie-indelingen wordt de snorfiets onder punt 3 toegevoegd.
  
N 010 eIn de omschrijving is de datum «31-12-1994» gecorrigeerd en gewijzigd in: 31-12-1995.
  
N 060 eIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is in de omschrijving «het gelede motorrijtuig» gewijzigd in: de gelede bus.
  
N 060 gIn verband met de wijziging van het voertuigreglement is in de omschrijving «het voertuig (niet zijnde een bus) met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg of het koelvoertuig met een wanddikte van tenminste 45 mm» gewijzigd in: het geconditioneerde voertuig.
  
N 061 bDeze gedraging is komen te vervallen, in verband met het vervallen van artikel 5.12.6 lid 1, onderdeel b, van het Voertuigreglement, waarop deze gedraging was gebaseerd.
  
N 061 eIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is uit de omschrijving geschrapt de zinsnede «die na 30-04-1993 in gebruik is genomen».
  
N 061 fDeze gedraging is komen te vervallen, in verband met het vervallen van artikel 5.12.6 lid 4, onderdeel b, van het Voertuigreglement, waarop deze gedraging was gebaseerd.
  
N 071 a–bNieuwe gedragingen betreffende overschrijding van de toegestane maximum massa door rijdende werktuigen; de voor deze feiten gehanteerde bedragen van de administratieve sanctie sluiten aan bij de voor overbelading gehanteerde bedragen; rijdende werktuigen belasten het wegdek zwaar en door overschrijdingen van de massa wordt veel schade toegebracht aan het wegdek.
  
N 081 a t/m e,Nieuwe gedragingen betreffende overschrijding van de N 082 a t/m e maximumconstructiesnelheid door bromen snorfietsen.
  
N 150 aIn de omschrijving is de datum «30-06-1960» gecorrigeerd en gewijzigd in: 30-06-1967. Feit N 150 a is van toepassing op personenauto's en bedrijfsauto's. Feit N 150 e is van toepassing op motorfietsen en driewielige motorrijtuigen. Dit verschil in toepassingsgebied blijkt uit de categorie-gebonden tarifering.
  
N 370 dNieuwe gedraging betreffende de aansluitdruk van de afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen (artikel 5.3.37 lid 4 VR). Deze gedraging is opgenomen naast de reeds bestaande feitnrs. N 370 a-c gebaseerd op artikel 5.3.37 VR.
  
N 430 eIn de omschrijving is de datum «31-12-1994» gecorrigeerd en gewijzigd in: 31-12-1995.
  
N 440 bIn de omschrijving is de datum «31-12-1994» gecorrigeerd en gewijzigd in: 31-12-1995.
  
N 450 cIn de omschrijving is de datum «31-12-1994» gecorrigeerd en gewijzigd in: 31-12-1996.
  
N 470 aAan de omschrijving zijn toegevoegd – gelet op de tekst van artikel 47 hoofdstuk 5 van het Voertuigreglement – na «de autogordels» en voor «van na 31-12-1989» de woorden: voor alle naar voren gerichte zitplaatsen.
  
N 470 bAan de omschrijving zijn toegevoegd – gelet op de tekst van artikel 47 hoofdstuk 5 van het Voertuigreglement – na «de voorzitplaatsen» en voor «van tussen 01-01-1990» de woorden: die aan een portier grenzen.
  
N 470 dIn de omschrijving is de datum «31-12-1994» gecorrigeerd en gewijzigd in: 31-12-1995.
  
N 470 eIn de omschrijving is de datum «01-01-1995» gecorrigeerd en gewijzigd in: 01-01-1996.
  
P 010 bIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is in de omschrijving «het geleed motorrijtuig» gewijzigd in: de gelede bus.
  
P 020 cIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is in de omschrijving «het geleed motorrijtuig» gewijzigd in: de gelede bus.
  
P 121 fAan de omschrijving zijn toegevoegd – gelet op de bij de wijziging van het Voertuigreglement gewijzigde tekst van artikel 5.18.12 – na «het voertuig» en voor «uitsteekt» de woorden: in gebruik genomen na 30 juni 1967 en voor 1 januari 1996.
  
P 130 b–d, P 140 dIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is telkens uit de koptekst en de omschrijving geschrapt de zinsnede «niet zijnde afzetbakken, wissellaadbakken en containers».
  
P 160 a–bDeze gedragingen, gebaseerd op artikel 5.18.16 lid 1 van het Voertuigreglement, zijn komen te vervallen. Art. 5.18.16 lid 1 VR is inmiddels sterk gewijzigd en blijkens opgave van het CJIB is sinds 1996 niet meer voor deze feiten geschreven.
  
P 190 bIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is uit de omschrijving geschrapt de zinsnede «vermeerderd met 40 kg».
  
P 270 cIn verband met de wijziging van het Voertuigreglement is uit de omschrijving geschrapt de zinsnede «vermeerderd met 25 kg».
  
R 306 – R 307Aan de omschrijving zijn toegevoegd – gezien de wijziging van het RVV 1990 – na «het fietspad» de woorden: of het fiets/bromfietspad.
  
R 308Aan de omschrijving zijn toegevoegd – gezien de wijziging van het RVV 1990) – na «het verplichte fietspad» de woorden: of het fiets/bromfietspad.
  
R 309Aan de omschrijving zijn toegevoegd – gezien de wijziging van het RVV 1990 – na «een verplicht fietspad» de woorden: of fiets/bromfietspad.
  
R 310Gezien de wijziging van het RVV 1990 is in de omschrijving «het verplichte fietspad» gewijzigd in: het fiets/bromfietspad.
  
R 311Gezien de wijziging van het RVV 1990 is in de omschrijving «een verplicht fietspad» gewijzigd in: een fiets/bromfietspad
  
R 312/R 312 aFeitnummer R 312 is vernummerd tot R 312 a. Met de inwerkingtreding van de wijziging van het RVV90 met betrekking tot de uitvoering van het Startprogramma Duurzaam Veilig (bromfiets op de rijbaan) is artikel 6 lid 3 RVV 1990 komen te vervallen. Reden om deze feitcode te verwijderen.
  
R 312 b, R 323Nieuwe gedragingen opgenomen in verband met de wijziging van het RVV 1990.
  
R 421a–c, R 425, R 426 a–cDe bepalingen m.b.t. de verlichting van bromfietsen, snorfietsen en invaliden voertuigen zijn gewijzigd. Daarom worden aan de bepalingen voor het voeren van groot-, dimlicht enz. voor motorvoertuigen deze 3 categorieën toegevoegd.
  
R 434, R 436Aan deze bepaling is bij de wijziging van het RVV 1990 (over verlichting) het invalidenvoertuig toegevoegd.
  
R 437 e–f, R 438 e–fIn verband met de wijziging voor het voeren van verlichting kunnen deze feitnummers voor de bromfiets en het invalidenvoertuig worden verwijderd.
  
R 513 – 518Bij de wijzigingen is ingevoerd dat bromfietsers naast het teken met de hand een teken met een richtingaanwijzer kunnen geven. De omschrijvingen van deze 6 feitcodes zijn daarop aangepast.
  
R 522Aan de bepalingen voor het onnodig veroorzaken van geluidsoverlast is de snorfiets toegevoegd.
  
R 550 bAan de omschrijving is toegevoegd na «gebruiken»: (doelgroepstroken).
  
R 560De omschrijving van bord C13 bevat nu ook de snorfiets. De omschrijving is hierop aangepast.
  
R 574Gezien de wijziging van het RVV 1990 is in de omschrijving «verkeersplein» gewijzigd in: rotonde.
  
R 618Aan de omschrijving zijn toegevoegd na «gebruiken» de woorden: (niet gebruiken voor witte puntstukken). Dit naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 29 april 1997 (VR 1998/3) met betrekking tot artikel 77 van het RVV 1990. Daarin bepaalde de Hoge Raad dat handelen in strijd met andere dan de in artikel 6, eerste lid, BABW bedoelde verkeerstekens op het wegdek niet een in de bijlage bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de WAHV omschreven gedraging is, zodat terzake daarvan een administratieve sanctie niet kan worden opgelegd.
  
R 619Gezien de wijziging van het RVV 1990 is de omschrijving gewijzigd in: als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft. In samenhang hiermee is dit feitnr. uitgebreid tot categorie 3, tariefgroep 7.
  
R 630 aGezien het Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende wijziging van het RVV 1990 in verband met het toekennen van verkeersregelende bevoegdheden aan verkeersregelaar (beoogde inwerkingtreding 01-10-1999) komen de feitnummers R 626 en R 626 g te vervallen. Feit R 630 a is een nieuwe gedraging betreffende het niet opvolgen van aanwijzingen gegeven door een bevoegde ambtenaar. Er wordt niet langer onderscheid gemaakt in de ambtenaar van wie de aanwijzing afkomstig is, te weten kenbare politieambtenaren of anderen. Die anderen zijn de oude verkeersbrigadier (politietransactie feit R 627) en de nieuwe verkeersregelaar (politietransactie feit R 630 b).

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos


XNoot
1

Stb. 1997, 275, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 469.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven