Tekstplaatsing van de Algemene wet bestuursrecht, zoals deze luidt met ingang van 1 januari 1998

VERBETERINGEN

Op blz. 8, artikel 3:12, eerste lid, moet in plaats van «huis-aan huis-bladen» worden gelezen: huis-aan-huis-bladen.

Op blz. 30, artikel 4:76, tweede lid, onderdeel a, moet in plaats van «expoitatiesaldo» worden gelezen: exploitatiesaldo.

Op blz. 37, artikel 5:36, moet aan het slot een punt worden geplaatst.

Op blz. 38, artikel 6:10, eerste lid, moet in plaats van «bezwaarof beroepschrift» worden gelezen: bezwaar- of beroepschrift.

Op blz. 38, artikel 6:11, moet in plaats van «bezwaarof beroepschrift» worden gelezen: bezwaar- of beroepschrift.

Op blz. 40, artikel 6:19, derde lid, moet in plaats van «bezwaarof beroepschrift» worden gelezen: bezwaar- of beroepschrift.

Op blz. 48, artikel 8:4, onderdeel d, moet in plaats van «artikel 1, onderdeel b, van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen» worden gelezen: hoofdstuk 2 van de Kaderwet dienstplicht.

Op blz. 48, artikel 8:4, onderdeel i, moet in plaats van «inlijving, werkelijke dienst, groot verlof of ontslag betreft, tenzij het besluit betrekking heeft op vrijwillige opkomst,» worden gelezen: werkelijke dienst, groot verlof of diensteindiging betreft, tenzij het besluit betrekking heeft op.

Op blz. 55, artikel 8:41, derde lid, onderdeel a, onder 2°, moet in plaats van «artikel 1, onderdeel b, van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen» worden gelezen: hoofdstuk 2 van de Kaderwet dienstplicht.

Op blz. 58, artikel 8:55, eerste lid, derde volzin, moet aan het slot een punt worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 juli 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven