Besluit van 3 december 1997, houdende wijziging van enige besluiten in verband met het arbeidsvoorwaardenakkoord sector Defensie voor de periode van 1 april 1997 tot en met 31 mei 1999

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 4 september 1997, nr. P97005778 ;

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 12 van de Militaire ambtenarenwet 1931;

De Raad van State gehoord (advies van 13 november 1997, nr. W07.97.0578);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 27 november 1997, nr. P/97008151;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 JULI 1996

ARTIKEL I

Het Algemeen militair ambtenarenreglement1 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 118 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, wordt een nieuw derde lid ingevoegd, dat komt te luiden:

  • 3. Indien een militair in werkelijke dienst overlijdt ten gevolge van een vliegongeval tijdens een dienstreis als bedoeld in artikel 1, onder d, van het Besluit dienstreizen defensie, wordt aan de nabestaanden een som ineens ten bedrage van f 30 000,– toegekend. Deze aanspraak vervalt wanneer de Regeling uitkering vliegongeval van toepassing is.

ARTIKEL II

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie2 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 127 wordt een nieuw artikel 127a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 127a Aanspraken bij overlijden als gevolg van een vliegongeval tijdens een dienstreis met militair luchttransport

  • 1. Indien een ambtenaar overlijdt ten gevolge van een vliegongeval tijdens een dienstreis als bedoeld in artikel 1, onder d, van het Besluit dienstreizen defensie, per militair luchttransport, wordt aan de nabestaanden een som ineens ten bedrage van f 30 000,– toegekend.

  • 2. Voor zover Onze Minister niet anders bepaalt, is dit artikel niet van toepassing in buitengewone omstandigheden.

ARTIKEL III

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie3 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 21a, eerste lid, wordt «op grond van het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, het Wachtgeld- en uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bij privatisering voor zover betrekking hebbend op wachtgeld» vervangen door: als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel.

ARTIKEL IV

Het Inkomstenbesluit militairen4 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 15, eerste en tweede lid, wordt «op grond van de Militaire wachtgeldregeling 1961» vervangen door: als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel.

ARTIKEL V

Het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel5 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1, onderdeel k, komt te luiden:

k. diensttijd: de tijd welke betrokkene in dienst dan wel aangesteld is geweest bij het Ministerie van Defensie en in voorkomend geval vermeerderd met de tijd welke betrokkene voordien in dienst is geweest bij de rijksoverheid dan wel bij een sector van de rijksoverheid;

B. Aan artikel 22 wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

  • 3. Voor degene die wordt ontslagen in het kader van het Sociaal Beleidskader Defensie en die een wachtgeld gaat genieten ingevolge het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bedraagt het bedrag van het wachtgeld tenminste 75% van de bezoldiging, vanaf het moment dat de VUT-uitkering in zou gaan, indien de wachtgeld-VUT-maatregel nog van kracht geweest zou zijn.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1997

ARTIKEL VI

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 15 wordt een nieuw artikel 15a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 15a Eindejaarsuitkering topfunctionarissen 1997 en 1998

In afwijking van artikel 15, eerste lid, bedraagt het percentage van de eindejaarsuitkering in 1997 en in 1998 voor de militair respectievelijk de gewezen militair met de rang van vice-admiraal, luitenant-generaal, luitenant-admiraal of generaal 0,8%.

ARTIKEL VII

Het Besluit uitvoering Algemene militaire pensioenwet6 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, eerste lid, onderdeel i, wordt «1993 tot en met 1996» vervangen door: 1993 tot en met 1998.

HOOFDSTUK 3 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 APRIL 1997

ARTIKEL VIII

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 80, eerste lid, wordt «wordt verleend in het volgend kalenderjaar» vervangen door: wordt overgeboekt naar het volgende kalenderjaar.

B. In artikel 88, derde lid, wordt «en 77, derde lid» vervangen door: en 77, eerste lid.

ARTIKEL IX

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 127 vervalt het vijfde lid onder vernummering van het zesde lid tot het vijfde lid.

ARTIKEL X

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De salarisschalen voor militairen zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage A of B, die blijkens het opschrift betrekking heeft op het krijgsmachtdeel waartoe de militair behoort.

2. In het tweede lid wordt «Bij ministeriële regeling wordt een verlengde salarisschaal vastgesteld» vervangen door: In bijlage C van dit besluit is in tabel 1 een verlengde salarisschaal opgenomen.

B. In artikel 5, derde lid, wordt «een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag» vervangen door: een in bijlage C van dit besluit in tabel 2 opgenomen bedrag.

C. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «zakgeld» vervangen door: een zakgeld ten bedrage van f 885,– per maand;

2. In het vierde lid wordt «een bij ministeriële regeling vast te stellen verhoging van het zakgeld.» vervangen door: een verhoging van het zakgeld ten bedrage van f 35,61 per dag.

D. In artikel 9, eerste lid, wordt, onder gelijktijdige verlettering van onderdeel b tot onderdeel c, een nieuw onderdeel b ingevoegd, dat komt te luiden:

b. na het volgen van een opleiding wordt bevorderd tot officier en aanspraak heeft op een lager salaris dan waarop hij direct voorafgaande aan die bevordering aanspraak had; of

E. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt «een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag» vervangen door: f 244,44;

2. In het tweede lid, onder b, wordt «bedoelde» vervangen door: genoemde.

F. In artikel 24 wordt «Bij ministeriële regeling wordt een verlengde salarisschaal vastgesteld» vervangen door: In bijlage C van dit besluit is in tabel 3 een verlengde salarisschaal opgenomen.

G. Toegevoegd worden de bijlagen A, B en C, opgenomen als onderscheidenlijk bijlage 1, 2 en 3 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 4 WIJZIGING VAN HET INKOMSTENBESLUIT MILITAIREN MET INGANG VAN 1 MEI 1997

ARTIKEL XI

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

De bijlagen A en B, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlage 4 en 5 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 5 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 JULI 1997

ARTIKEL XII

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 118 komt te luiden:

Artikel 118 Aanspraken bij overlijden

  • 1. Indien een militair in Nederland overlijdt terwijl hij om redenen van dienst buiten zijn woonplaats verbleef, worden aan de nabestaanden de kosten vergoed van het doen overbrengen van het stoffelijk overschot naar een plaats van keuze in Nederland.

  • 2. Indien een militair in werkelijke dienst overlijdt en het overlijden verband houdt met de uitoefening van de militaire dienst, wordt aan de nabestaanden een tegemoetkoming in de kosten van lijkbezorging verleend tot maximaal f 10 000,–.

  • 3. Indien een militair in werkelijke dienst overlijdt ten gevolge van een vliegongeval tijdens een dienstreis als bedoeld in artikel 1, onder d, van het Besluit dienstreizen defensie, wordt aan de nabestaanden een som ineens ten bedrage van f 30 000,– toegekend. Deze aanspraak vervalt wanneer de Regeling uitkering vliegongeval van toepassing is.

  • 4. Voor zover Onze Minister niet anders bepaalt, is dit artikel niet van toepassing in buitengewone omstandigheden en ten aanzien van militairen die zijn overleden in de tijd waarin zij waren ingedeeld bij een eenheid of onderdeel van de krijgsmacht, waaraan de bekendmaking, bedoeld in artikel 71 van het Wetboek van Militair Strafrecht, is gedaan.

ARTIKEL XIII

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 127a komt te luiden:

Artikel 127a Aanspraken bij overlijden

  • 1. Indien een ambtenaar in Nederland overlijdt terwijl hij om redenen van dienst buiten zijn woonplaats verbleef worden aan de nabestaanden de kosten vergoed van het doen overbrengen van het stoffelijk overschot naar een plaats van keuze in Nederland.

  • 2. Indien een ambtenaar overlijdt en het overlijden verband houdt met het verrichten van zijn arbeid, wordt aan de nabestaanden een tegemoetkoming in de kosten van lijkbezorging verleend tot maximaal f 10 000,–.

  • 3. Indien een ambtenaar overlijdt ten gevolge van een vliegongeval tijdens een dienstreis als bedoeld in artikel 1, onder d, van het Besluit dienstreizen defensie, per militair luchttransport, wordt aan de nabestaanden een som ineens ten bedrage van f 30 000,– toegekend.

  • 4. Voor zover Onze Minister niet anders bepaalt, is dit artikel niet van toepassing in buitengewone omstandigheden.

ARTIKEL XIV

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. De bijlage B, bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt vervangen door de bijlage B, opgenomen als bijlage 6 bij dit besluit.

B. In artikel 22, tweede lid, wordt «f 244,44» vervangen door: f 250,80.

ARTIKEL XV

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. De bijlagen A en B, bedoeld in het eerste lid, worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlage 7 en 8 bij dit besluit;

2. De tabel 1 van bijlage C, bedoeld in het tweede lid, wordt vervangen door de tabel 1, opgenomen in bijlage 9 bij dit besluit.

B. De tabel 2 van bijlage C, bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt vervangen door de tabel 2, opgenomen in bijlage 9 bij dit besluit.

C. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «f 885,–» vervangen door: f 908,–;

2. In het vierde lid wordt «f 35,61» vervangen door: f 36,54.

D. In artikel 14, tweede lid, wordt «f 244,44» vervangen door: f 250,80.

E. De tabel 3 van bijlage C, bedoeld in artikel 24, wordt vervangen door de tabel 3, opgenomen in bijlage 9 bij dit besluit.

ARTIKEL XVI

Het Verplaatsingskostenbesluit militairen7 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1, onderdeel a, onder 1, komt te luiden:

1° indien er sprake is van een tabeltegemoetkoming : de kortste gebruikelijke reisroute;

B. Artikel 20 komt te luiden:

  • 1. In afwijking van artikel 19 heeft de militair die een eigen huishouding voert, aanspraak op een lagere tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, indien:

    a. op een datum gelegen voor 1 juli 1997 vijf jaren zijn verstreken sedert de datum waarop de militair, zonder dat hij met een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd, als gevolg van een verplaatsing of indiensttreding woonachtig is buiten het woongebied;

    b. op een datum gelegen na 30 juni 1997 vijf jaren zijn verstreken sedert de datum waarop de militair, zonder dat hij met een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd, als gevolg van een verplaatsing of indiensttreding woonachtig is buiten het woongebied en hij:

    1° het dagelijks reizen overwegend uitvoert met eigen vervoer, dan wel

    2° niet dagelijks reist;

    c. hij met toepassing van artikel 2, eerste lid, is verhuisd naar Nederland, zonder zich daarbij te hebben gevestigd in het woongebied;

    d. hij is verhuisd naar een buiten Nederland gelegen gebied zonder toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten en zijn plaats van tewerkstelling is gelegen in Nederland.

  • 2. De lagere tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de laagste tegemoetkoming die, met inachtneming van de reisklasse waarin de militair gerechtigd is te reizen, wordt toegekend ter zake van het dagelijks reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling over een afstand van ten hoogste 25 kilometer.

  • 3. De militair die op de datum van de verplaatsing, de detachering of de indiensttreding geen eigen huishouding voert, heeft vanaf de datum waarop hij een eigen huishouding gaat voeren, aanspraak op de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming.

ARTIKEL XVII

De militair die op 30 juni 1997 bij gebruikmaking van openbaar vervoer aanspraak had op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, waarbij de afstand tussen die woning en die plaats van tewerkstelling werd gemeten langs de kortste gebruikelijke openbare weg, behoudt zijn aanspraak op de tegemoetkoming in die reiskosten, berekend met inachtneming van die afstand, indien hij met ingang van 1 juli 1997 als gevolg van de wijziging van artikel 1, onderdeel a, onder 1, van het Verplaatsingskostenbesluit militairen en de daaruit voortvloeiende andere wijze van afstandmeting aanspraak zou verkrijgen op een lagere tegemoetkoming. Die aanspraak duurt voort tot het moment waarop door een overplaatsing of een verhuizing de afstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wijziging ondergaat.

HOOFDSTUK 6 WIJZIGING VAN HET BESLUIT DIENSTREIZEN DEFENSIE MET INGANG VAN 1 NOVEMBER 1997

ARTIKEL XVIII

Het Besluit dienstreizen defensie8 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt onder verlettering van onderdeel e tot d;

2. Het derde lid vervalt.

B. Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het declareren en uitbetalen van de in dit besluit bedoelde vergoedingen geschiedt naar bij ministeriële regeling te stellen nadere regels.

HOOFDSTUK 7 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1998

ARTIKEL XIX

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 68, eerste lid, onderdeel c, wordt «vier werkdagen, al of niet aaneengesloten op te nemen, welke desgewenst kunnen worden gesplitst in halve dagen» vervangen door: vier werkdagen, al of niet aaneengesloten en al of niet in delen op te nemen.

B. Aan artikel 77, eerste lid, wordt toegevoegd: Vier werkdagen vakantieverlof kunnen in delen worden opgenomen.

ARTIKEL XX

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Zodra de omstandigheid, genoemd in het tweede lid, welke leidde tot een aanstelling in tijdelijke dienst, zich niet meer voordoet, wordt een aanstelling in vaste dienst verleend tenzij daartegen uit anderen hoofde bedenkingen bestaan.

2. Na het vierde lid worden de leden vijf tot en met acht toegevoegd, die komen te luiden:

  • 5. In afwijking van het tweede tot en met het vierde lid kan een aanstelling in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd voor de duur van ten hoogste vijf jaar plaats vinden.

  • 6. Op een aanstelling in tijdelijke dienst als bedoeld in het vijfde lid kan een nieuwe aanstelling in tijdelijke dienst op grond van het vijfde lid volgen.

  • 7. De op grond van het vijfde lid aangestelde ambtenaar in tijdelijke dienst mag bij beëindiging van die aanstelling de leeftijd van 30 jaar niet hebben overschreden, tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald.

  • 8. Een aanstelling in tijdelijke dienst als bedoeld in het vijfde lid geldt als een aanstelling in vaste dienst, indien:

    a. meerdere aanstellingen in tijdelijke dienst op grond van het vijfde lid elkaar opvolgen met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden en de periode waarin die tijdelijke aanstellingen elkaar opvolgen langer is dan 5 jaar;

    b. meer dan 3 aanstellingen in tijdelijke dienst op grond van het vijfde lid elkaar opvolgen met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden.

B. Na artikel 8 wordt een nieuw artikel 8a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 8a Duur functievervulling

  • 1. De ambtenaar, die is aangesteld op of na 1 januari 1998 en een aanstelling in vaste dienst heeft, wordt, indien hij is tewerkgesteld op een bij ministeriële regeling aan te wijzen functie, voor een periode van in beginsel ten hoogste vijf jaren in die functie tewerkgesteld. Deze tewerkstelling duurt voort, zolang na afloop van die periode geen nieuwe functie wordt opgedragen.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels ter uitvoering van het eerste lid worden gesteld.

HOOFDSTUK 8 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 APRIL 1998

ARTIKEL XXI

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. De bijlage B, bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt vervangen door de bijlage B, opgenomen als bijlage 10 bij dit besluit.

B. Na artikel 7 wordt een nieuw artikel 7a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 7a Overgangsbepaling

Voor de ambtenaar, voor wie op 31 maart 1998 reeds een salaris gold dat was vermeld in één der salarisschalen 1 en 2 van de bijlage B achter het salarisnummer J18 tot en met 0, zoals deze luidden op bedoelde dag, geldt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, de hieronder vermelde salarisschaal zolang voor die ambtenaar het salarisnummer mede uit de letter J bestaat:

 Schaal 1Schaal 2
0f 2443,-f 2496,-
J21f 2199,-f 2246,-
J20f 1954,-f 1997,-
J19f 1710,-f 1747,-
J18f 1466,-f 1498,-

ARTIKEL XXII

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. De bijlagen A en B, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlage 11 en 12 bij dit besluit.

B. Na artikel 5 wordt een nieuw artikel 5a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 5a Overgangsbepaling

Voor de militair van 18 tot en met 23 jaar met de stand van matroos der derde klasse, matroos der tweede klasse, soldaat en soldaat der eerste klasse, voor wie op 31 maart 1998 een salaris gold als vermeld in de bijlagen A en B van dit besluit, zoals deze luidden op bedoelde dag, geldt, in afwijking van artikel 5, eerste lid, het hieronder vermelde salaris:

diensttijdmatr3/ sldmatr2/sld1
J18f 1564,-f 1597,-
J19f 1825,-f 1863,-
J20f 2086,-f 2129,-
J21f 2346,-f 2395,-
02f 2607,-f 2661,-
03f 2638,-f 2700,-

HOOFDSTUK 9 WIJZIGING VAN HET INKOMSTENBESLUIT MILITAIREN MET INGANG VAN 1 JULI 1998

ARTIKEL XXIII

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

De bijlagen A en B, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlage 13 en 14 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 10 WIJZIGING VAN ENIGE BESLUITEN MET INGANG VAN 1 SEPTEMBER 1998

ARTIKEL XXIV

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. De bijlage B, bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt vervangen door de bijlage B, opgenomen als bijlage 15 bij dit besluit.

B. De salarisschaal, opgenomen in artikel 7a, wordt vervangen door onderstaande salarisschaal:

 Schaal 1Schaal 2
0f 2506,-f 2561,-
J21f 2255,-f 2305,-
J20f 2005,-f 2049,-
J19f 1754,-f 1793,-
J18f 1504,-f 1537,-

C. In artikel 22, tweede lid, wordt «f 250,80» vervangen door: f 257,32.

ARTIKEL XXV

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. De bijlagen A en B, bedoeld in het eerste lid, worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlage 16 en 17 bij dit besluit;

2. De tabel 1 van bijlage C, bedoeld in het tweede lid, wordt vervangen door de tabel 1, opgenomen in bijlage 18 bij dit besluit.

B. De tabel 2 van bijlage C, bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt vervangen door de tabel 2, opgenomen in bijlage 18 bij dit besluit.

C. De tabel, opgenomen in artikel 5a, wordt vervangen door onderstaande tabel:

diensttijdmatr3/ sldmatr2/sld1
J18f 1605,-f 1638,-
J19f 1873,-f 1911,-
J20f 2140,-f 2184,-
J21f 2408,-f 2457,-
02f 2675,-f 2730,-
03f 2706,-f 2770,-

D. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «f 908,-» vervangen door: f 932,-;

2. In het vierde lid wordt «f 36,54» vervangen door: f 37,49.

E. In artikel 14, tweede lid, wordt «f 250,80» vervangen door: f 257,32.

F. De tabel 3 van bijlage C, bedoeld in artikel 24, wordt vervangen door de tabel 3, opgenomen in bijlage 18 bij dit besluit.

HOOFDSTUK 11 OVERIGE WIJZIGINGEN

ARTIKEL XXVI

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 90 komt te luiden:

Artikel 90 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van de artikelen 90a en 90b wordt verstaan onder:

a. militair in werkelijke dienst:

de militair in werkelijke dienst genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, met inbegrip van de militair aan wie buitengewoon verlof met behoud van militaire inkomsten is verleend;

b. gewezen militair: de gewezen militair, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931, aan wie:

1° op of na de datum van inwerkingtreding van deze bepaling ontslag is verleend als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Uitkeringswet gewezen militairen dan wel met toepassing van artikel 39, tweede lid onder d, is ontslagen en ingevolge artikel 1 van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 573) een uitkering geniet ingevolge artikel 2 van de Uitkeringswet gewezen militairen;

2° vóór de datum van inwerkingtreding van deze bepaling ontslag is verleend als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Uitkeringswet gewezen militairen dan wel met toepassing van artikel 39, tweede lid onder d, is ontslagen en ingevolge artikel 1 van de Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 573) een uitkering geniet ingevolge artikel 2 van de Uitkeringswet gewezen militairen, voorzover hij zich binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze bepaling vrijwillig voor verzekering heeft aangemeld.

c. militair:

1° de militair in werkelijke dienst;

2° de gewezen militair.

d. gezinslid:

1° de echtgenote van de militair, die niet van tafel en bed is gescheiden;

2° de tot het gezin van de militair behorende kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt.

B. Artikel 90a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met zevende lid in derde tot en met achtste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat komt te luiden:

  • 2. De gewezen militair is verzekerd voor door hem gemaakte kosten van geneeskundige verzorging.

2. In het vierde lid wordt «bezoldiging» vervangen door: bezoldiging of uitkering;

3. In het vijfde lid wordt «eerste» vervangen door: eerste en tweede;

4. In het zesde lid wordt «het derde lid» vervangen door: het vierde lid;

5. In het zevende lid, onder b vervalt «in werkelijke dienst verblijvende»;

6. In het achtste lid wordt «het derde lid» vervangen door: het vierde lid;

C. In artikel 90b, vierde lid, wordt «vierde lid» vervangen door: vijfde lid.

D. Artikel 129 vervalt.

ARTIKEL XXVII

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 98 vervalt.

ARTIKEL XXVIII

Het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

Hoofdstuk 3 komt te luiden:

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN BETREFFENDE BELONINGEN, DE GRATIFICATIE BIJ AMBTSJUBILEUM EN DE PROPORTIONELE DIENSTTIJDGRATIFICATIE

Artikel 11 Beloningen
  • 1. Het bevoegd gezag kan aan de ambtenaar die zich bijzonder heeft onderscheiden door optreden of gedragingen dan wel door buitengewone toewijding of bijzondere loffelijke dienstverrichtingen, naar bij ministeriële regeling te stellen regels, één of meer van de onderstaande beloningen toekennen:

    a. geschenk;

    b. geldelijke beloning;

    c. functioneringsgratificatie.

  • 2. De totale waarde van één of meer van de beloningen, bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 10% van het tot een jaarbedrag herleide salaris in de maand van toekenning.

  • 3. De in voorkomend geval over één of meer van de beloningen verschuldigde loonheffing en inhoudingen, bedoeld in paragraaf 5 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, komen voor rekening van Defensie.

Artikel 12 Gratificatie bij ambtsjubileum
  • 1. De ambtenaar heeft naar bij ministeriële regeling te stellen regels aanspraak op een gratificatie bij ambtsjubileum.

  • 2. De ambtenaar heeft naar bij ministeriële regeling te stellen regels aanspraak op een proportionele diensttijdgratificatie, welke wordt afgeleid van de gratificatie, bedoeld in het eerste lid, indien hij wordt ontslagen met toepassing van één van de volgende artikelen uit het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie:

    a. artikel 114;

    b. artikel 116;

    c. artikel 119;

    d. artikel 121, eerste lid, onder f of h.

  • 3. Aan de nabestaanden van de ambtenaar, bedoeld in artikel 127 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, wordt naar bij ministeriële regeling te stellen regels een proportionele diensttijdgratificatie bij overlijden toegekend, welke wordt afgeleid van de gratificatie, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL XXIX

De Premieregeling en aanvullende voorzieningen beroepsmilitairen van de krijgsmacht9 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2a vervalt.

ARTIKEL XXX

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12 Bindingspremie

  • 1. De bevelhebber kan aan een militair, die voor onbepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel, een premie toekennen, indien hij na afloop van een voor hem uit artikel 7, eerste lid, dan wel artikel 14, tweede lid, en artikel 15, tweede lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement voortvloeiende verplichting nog gedurende een bepaalde periode onafgebroken deel heeft uitgemaakt van het beroepspersoneel voor onbepaalde tijd. De toekenning geschiedt naar bij ministeriële regeling te stellen regels.

  • 2. Uitbetaling van de premie vindt plaats binnen twee maanden nadat de militair de in het eerste lid bedoelde periode heeft voltooid.

B. Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13 Beloningen

  • 1. Aan een militair die zich tijdens het verblijf in werkelijke dienst bijzonder heeft onderscheiden door optreden of gedragingen dan wel door buitengewone toewijding of bijzondere loffelijke dienstverrichtingen, kunnen, naar bij ministeriële regeling te stellen regels één of meer van de onderstaande beloningen worden toegekend:

    a. geschenk;

    b. geldelijke beloning;

    c. functioneringsgratificatie.

  • 2. De minister kan de beloningen, genoemd in het eerste lid, toekennen aan een militair met de rang van luitenant-generaal, vice-admiraal, generaal of luitenant-admiraal.

  • 3. De commandant kan de beloningen, genoemd in het eerste lid, toekennen aan een militair met een lagere rang dan die van luitenant-generaal of vice-admiraal.

  • 4. Het maximumbedrag van de beloningen, genoemd in het eerste lid, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld.

C. Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder wijziging van de punt in een puntkomma aan het eind van onderdeel e, een nieuw onderdeel f toegevoegd, dat komt te luiden:

f. een toelage dan wel een toeslag, uitsluitend indien de militair is aangesteld bij het reserve-personeel, in verband met het handhaven van zijn beschikbaarheid en inzetbaarheid.

2. Onder vernummering van het tweede lid in het derde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat komt te luiden:

  • 2. Tenzij de bevelhebber om redenen van billijkheid anders bepaalt, is de militair die is aangesteld bij het reserve-personeel en de verplichting op zich heeft genomen om zich gedurende een bepaalde tijd beschikbaar te houden voor inzet in het kader van een door Onze Minister als zodanig aangemerkte vredes- of humanitaire operatie of andere vorm van daadwerkelijke inzet buiten Nederland, verplicht tot terugbetaling van de hem daartoe verstrekte toelage, indien hij deze verplichting niet nakomt.

D. De artikelen 26 tot en met 28 vervallen.

HOOFDSTUK 12 TOEKENNING VAN EEN EENMALIGE UITKERING IN 1997 AAN HET DEFENSIEPERSONEEL

ARTIKEL XXXI

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. militair:

de militaire ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 die is aangesteld bij het beroepspersoneel, alsmede de geestelijk verzorger die in burgerlijke openbare dienst is aangesteld om bij de krijgsmacht doorlopend werkzaam te zijn.

b. betrokkene:

1. de militair met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal die op 1 december 1997 in werkelijke dienst is;

2. de burgerlijke ambtenaar defensie die aanspraak heeft op een salaris volgens bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en die op 1 december 1997 in dienst van het Ministerie van Defensie is;

3. de burgerlijke ambtenaar defensie, bedoeld in artikel 1, derde lid, van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie die op 1 december 1997 in dienst van het Ministerie van Defensie is;

4. de gewezen militair met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal die op 1 december 1997 in het genot is van wachtgeld als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel, dan wel van een uitkering op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen geniet;

5. de gewezen burgerlijke ambtenaar defensie die aanspraak had op salaris volgens bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en die op 1 december 1997 in het genot is van wachtgeld als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel, dan wel van een uitkering op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie.

c. berekeningsbasis:

1. de over de maand december 1997 genoten bezoldiging volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Inkomstenbesluit militairen;

2. het over de maand december 1997 genoten salaris volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie;

3. het wachtgeld of de uitkering welke over de maand december 1997 op grond van een van de onder b, onderdelen 4 en 5, genoemde besluiten is genoten na toepassing van de bij of krachtens die besluiten geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf.

ARTIKEL XXXII

A. Aan de betrokkene, bedoeld in artikel XXXI, onder b, onderdelen 1 tot en met 3, wordt in de maand december 1997 een eenmalige uitkering verstrekt ter grootte van 6,48% van de voor hem geldende berekeningsbasis.

B. Aan de betrokkene, bedoeld in artikel XXXI, onder b, onderdelen 4 en 5, wordt in de maand december 1997 een eenmalige uitkering verstrekt ter grootte van 6% van de voor hem geldende berekeningsbasis.

C. De eenmalige uitkering als bedoeld onder A en B, heeft geen algemeen karakter en wordt niet gerekend tot de bezoldiging of het salaris in de zin van de bezoldigingsvoorschriften. De eenmalige uitkering maakt evenmin deel uit van de bij het vaststellen van de pensioengrondslag, bedoeld in artikel C1 van de Algemeen militaire pensioenwet, in beschouwing te nemen inkomsten en emolumenten, waarop de gewezen militair aanspraak had of zou hebben gehad.

HOOFDSTUK 13 TOEKENNING VAN EEN EENMALIGE UITKERING IN 1998 AAN HET DEFENSIEPERSONEEL

ARTIKEL XXXIII

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. militair:

de militaire ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 die is aangesteld bij het beroepspersoneel, alsmede de geestelijk verzorger die in burgerlijke openbare dienst is aangesteld om bij de krijgsmacht doorlopend werkzaam te zijn.

b. betrokkene:

1. de militair met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal die op 1 december 1998 in werkelijke dienst is;

2. de burgerlijke ambtenaar defensie die aanspraak heeft op een salaris volgens bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en die op 1 december 1998 in dienst van het Ministerie van Defensie is;

3. de burgerlijke ambtenaar defensie, bedoeld in artikel 1, derde lid, van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie die op 1 december 1998 in dienst van het Ministerie van Defensie is;

4. de gewezen militair met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal die op 1 december 1998 in het genot is van wachtgeld als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel, dan wel van een uitkering op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen geniet;

5. de gewezen burgerlijke ambtenaar defensie die aanspraak had op salaris volgens bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en die op 1 december 1998 in het genot is van wachtgeld als bedoeld in artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel, dan wel van een uitkering op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie.

c. berekeningsbasis:

1. de over de maand december 1998 genoten bezoldiging volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Inkomstenbesluit militairen;

2. het over de maand december 1998 genoten salaris volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie;

3. het wachtgeld of de uitkering welke over de maand december 1998 op grond van een van de onder b, onderdelen 4 en 5, genoemde besluiten is genoten na toepassing van de bij of krachtens die besluiten geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf.

ARTIKEL XXXIV

A. Aan de betrokkene, bedoeld in artikel XXXIII, onder b, onderdelen 1 tot en met 3, wordt in de maand december 1998 een eenmalige uitkering verstrekt ter grootte van 6,48% van de voor hem geldende berekeningsbasis.

B. Aan de betrokkene, bedoeld in artikel XXXIII, onder b, onderdelen 4 en 5, wordt in de maand december 1998 een eenmalige uitkering verstrekt ter grootte van 6% van de voor hem geldende berekeningsbasis.

C. De eenmalige uitkering, als bedoeld onder A en B, heeft geen algemeen karakter en wordt niet gerekend tot de bezoldiging of het salaris in de zin van de bezoldigingsvoorschriften. De eenmalige uitkering maakt evenmin deel uit van de bij het vaststellen van de pensioengrondslag, bedoeld in artikel C1 van de Algemeen militaire pensioenwet, in beschouwing te nemen inkomsten en emolumenten, waarop de gewezen militair aanspraak had of zou hebben gehad.

HOOFDSTUK 14 INTREKKING KONINKLIJK BESLUIT EN SLOTBEPALING

ARTIKEL XXXV

Het koninklijk besluit van 9 september 1960, nummer 85, inzake tijdelijke plaatsing in een standplaats gelegen buiten Nederland, wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXXVI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van:

a. hoofdstuk 7, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 1998;

b. hoofdstuk 8 dat in werking treedt met ingang van 1 april 1998;

c. hoofdstuk 9 dat in werking treedt met ingang van 1 juli 1998;

d. hoofdstuk 10 dat in werking treedt met ingang van 1 september 1998;

e. hoofdstuk 11, artikel XXVI, onderdelen A tot en met C, die in werking treden op een bij koninklijk besluit nader te bepalen tijdstip op of na de datum waarop het Besluit tot vervanging van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel door sectorale regelingen in werking treedt,

en met dien verstande dat:

f. hoofdstuk 1 terug werkt tot en met 1 juli 1996;

g. hoofdstuk 2 terug werkt tot en met 1 januari 1997;

h. hoofdstuk 3 terug werkt tot en met 1 april 1997;

i. hoofdstuk 4 terug werkt tot en met 1 mei 1997;

j. hoofdstuk 5 terug werkt tot en met 1 juli 1997;

k. hoofdstuk 6 terug werkt tot en met 1 november 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Uitgegeven de drieëntwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

A. Algemeen

1. In het kader van het op 4 juni 1997 gesloten arbeidsvoorwaardenakkoord sector Defensie voor de periode 1 april 1997 tot en met 31 mei 1999 is onder meer het volgende overeengekomen:

a. een salarisverhoging van 2,6% met ingang van 1 juli 1997 en eveneens 2,6% met ingang van 1 september 1998 voor het militair personeel met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal en voor het burgerpersoneel dat wordt bezoldigd volgens bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (BBAD);

b. een eenmalige uitkering in december 1997 en in december 1998 voor het militair personeel met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal en het burgerpersoneel ter grootte van 0,5% van het feitelijk genoten jaarsalaris inclusief de vakantie-uitkering;

c. de aanvangssalarissen van het defensiepersoneel worden met ingang van 1 april 1998 meer in de richting van het wettelijk minimumloon gebracht en naar beneden bijgesteld;

d. voor het militaire personeel wordt er geen termijn meer gesteld aan het vergoeden van de tegemoetkoming in het dagelijks reizen met openbaar vervoer, echter uitsluitend voor zover die termijn zou verstrijken na 30 juni 1997;

e. de integratie van de burger- en militaire regelingen op het gebied van beloningen, bindingspremies en differentiatie in beloning;

f. een verlenging van de termijn gedurende welke militairen, die dagelijks met openbaar reizen, aanspraak maken op een niet gekorte tegemoetkoming in de dagelijkse reiskosten, voorzover die termijn verstrijkt op of na 1 juli 1997, alsmede een wijziging van de wijze van afstandmeting voor berekening van reiskostenvergoedingen bij openbaar vervoer;

g. een verruiming van de aanspraak op vergoeding van kleine uitgaven bij dienstreizen binnen Nederland met ingang van 1 november 1997;

h. het treffen van een voorziening bij overlijden van defensiepersoneel ten gevolge van een vliegongeval bij militair luchttransport;

i. een verruiming van de tegemoetkoming in de kosten van lijkbezorging bij overlijden verband houdend met de uitoefening van de militaire dienst voor militairen en het treffen van een overeenkomstige voorziening voor burgers;

j. gewezen militairen met een uitkering ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen (UKW) en gewezen militairen met een wachtgelduitkering, die direct aansluitend aan die uitkering aanspraak hebben op een uitkering ingevolge de UKW, zullen verzekerd blijven tegen ziektekosten bij de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht;

k. het voor burgerlijk defensiepersoneel realiseren van een bepaling waardoor het mogelijk wordt een tijdelijke aanstelling te verlenen zonder een van de huidige benoemde aanstellingsgronden;

l. het voor burgerpersoneel openen van de mogelijkheid om een horizon aan de functievervulling te verbinden;

m. het openen van de mogelijkheid voor militairen om vakantieverlof niet slechts in dagen maar ook in delen daarvan op te nemen;

n. een bijstelling van de aanspraken bij werkloosheid van defensiepersoneel.

2. Bij de invoering van het sectoraal overlegmodel is afgesproken dat de salariëring van ambten vermeld in de bijlage A van het BBRA 1984 en vergelijkbare ambten waaronder van militairen die functies vervullen waaraan de rang van vice-admiraal/luitenant-generaal of een hogere rang is verbonden, de salarisontwikkeling zal volgen zoals die wordt vastgesteld voor het personeel van de sector Rijk. Dit betekent dat de salarisontwikkeling van de sector Defensie niet geldt voor deze militairen. Voor hen geldt een salarisverhoging van 2,8% per 1 mei 1997 en 2,4% per 1 juli 1998, alsmede een verhoging van de eindejaarsuitkering voor het jaar 1997 en 1998 met 0,5 procentpunt.

3. Bij de totstandkoming van het Inkomstenbesluit militairen (IBM) is ervoor gekozen om de salarisschalen, zakgeld en andere financiële voorzieningen, zoals toelagen, vergoedingen en tegemoetkomingen vast te stellen bij ministeriële regeling. Aldus werden conform de Aanwijzingen voor de regelgeving de bedragen van salarissen en toelagen, die periodiek wijzigen als gevolg van het arbeidsvoorwaardenoverleg en bedragen die regelmatig bijstelling behoeven door kostenontwikkelingen op deze wijze vastgesteld.

Voor de dikwijls - als gevolg van externe ontwikkelingen - wijzigende (detail)bedragen van toelagen en tegemoetkomingen blijft deze systematiek ongewijzigd. Het salaris echter vormt de kern van de financiële aanspraken van de militair. Voor het burgerpersoneel van Defensie, alsook voor het overig (rijks)overheidspersoneel worden de salarisschalen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Daarom is de vaststelling van de salarisen zakgeldbedragen thans opgenomen in het IBM zelf.

4. In dit besluit wordt het IBM eveneens aangepast ten gevolge van de uitwerking van de financiële arbeidsvoorwaardelijke voorzieningen voor de actieve reservisten en afroepreservisten, zoals neergelegd in de Nota reservistenbeleid «Het reservepersoneel in de professionele krijgsmacht» (kamerstukken 1995/96, 24 400 X, nr. 104). Nu de Kaderwet dienstplicht per 1 mei 1997 in werking is getreden, komt het «nieuwe» reservepersoneel in principe voort uit beroepsmilitairen, bepaalde en onbepaalde tijd, die de actieve dienst verlaten. Zij krijgen bij hun aanstelling als beroepsmilitair tevens de verplichting om na ontslag als beroepsmilitair tot het reservepersoneel te behoren. Vervolgens maakt het reserve-personeel zelf keuzes met betrekking tot de mate waarin men als reservist actief is en welke extra verplichtingen men op zich neemt. Reservisten die vrijwillig een extra verplichting op zich nemen tot het volgen van functiegerichte reservistentrainingen worden actieve reservisten genoemd. Deze reservisten krijgen bij werkelijke indiensttreding een opkomsttoelage per dag. De categorie reservisten die de verplichting op zich hebben genomen om zich gedurende een bepaalde tijd beschikbaar te houden voor inzet bij vredes- of humanitaire operaties of andere vormen van daadwerkelijke inzet buiten Nederland, ontvangt een beschikbaarheidstoelage voor deze beschikbaarheidsstelling. Tevens kan aan deze categorie bij een verblijf in werkelijke dienst een arbeidsmarkttoeslag worden toegekend.

5. In het arbeidsvoorwaardenoverleg is overeengekomen om wijziging te brengen in de systematiek en vormgeving van beloningen. Uit onderzoek is gebleken dat beloning één van de belangrijkste bronnen voor motivatie kan zijn. Zo is bekend dat prestatiebeloning de inzet van medewerkers kan verhogen. Het toekennen van beloningen dient medewerkers te stimuleren en motiveren tot het leveren van goede prestaties. Voorts geeft het de medewerkers een beeld over hoe het bevoegd gezag denkt over hun functioneren.

Er is gestreefd naar één regeling betreffende beloningen voor burgerpersoneel en één voor militairen, op grond waarvan kleine cadeaus en beloningen op gelijke wijze kunnen worden toegekend, niet alleen voor de wijze van functioneren, maar ook voor bijzondere verrichtingen en prestaties. De grondslag voor beloningen is op het niveau van algemene maatregel van bestuur neergelegd en de nadere uitwerking in daarop te baseren ministeriële regelingen. Tevens is de overlap verwijderd tussen incidentele beloning en langdurig functioneren. De bestaande regelingen voor beloning en differentiatie in beloning zijn in het licht van bovenstaande bezien.

Gelet op de structuur van het IBM en het BBAD is ervoor gekozen de in het kader van differentiatie in beloning reeds bestaande beloningsinstrumenten van het toekennen van extra diensttijd (militairen) en het toekennen van een extra salarisverhoging (burgerambtenaren) onveranderd te handhaven in artikel 8, tweede lid, IBM respectievelijk artikel 8, tweede lid, BBAD.

6. In het Besluit dienstreizen defensie zijn doelmatigheid en het niet verstrekken van fiscaal bovenmatige vergoedingen de leidraad. Evaluatie van het besluit, waarbij ook met name ervaringen uit de uitvoeringspraktijk zijn betrokken, heeft geleid tot de conclusie dat bijstelling gewenst is. Niet steeds worden de door de dienstreiziger noodzakelijk en in redelijkheid gemaakte kosten vergoed, met name waar het de kleine uitgaven betreft. Bij deze bijstelling zijn fiscaal bovenmatige vergoedingen wederom achterwege gebleven. Ten slotte is benadrukt dat de voorgeschreven wijze van uitvoering in de ministeriële regelgeving wordt verwoord.

7. Indien een dienstreis wordt gemaakt met de burgerluchtvaart is er sprake van een reisverzekering die tot uitbetaling komt van een bedrag ineens ingeval van overlijden tengevolge van een vliegongeval. Voor reizen met een militair luchttransport, waarvoor geen reisverzekering kan worden afgesloten, is daarom bepaald dat ook dan bij overlijden tengevolge van een vliegongeval een som ineens (van f 30 000,-) aan de naaste betrekkingen van de overleden dienstreiziger toekomt.

De hiervoor bedoelde voorziening geldt niet voor de bemanningsleden, voor wie afzonderlijke aanspraken bestaan ingevolge de Regeling uitkering vliegongeval. Die regeling voorziet in een uitkering aan de nabestaanden bij overlijden van de bemanningsleden ten gevolge van een vliegtuigongeval. Daarnaast kent die regeling een uitkering bij blijvende invaliditeit ten gevolge van een vliegtuigongeval.

8. Uit recente gegevens van de naturaverzekeraars van de kosten van lijkbezorging is gebleken dat het bedrag dat in de Regeling aanspraken bij overlijden militaire ambtenaren ter uitwerking van artikel 118 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) was bepaald, in het merendeel van de gevallen niet toereikend was om de daadwerkelijke kosten van de lijkbezorging te voldoen. Om die reden is overeengekomen een maximale tegemoetkoming van f 10 000, - vast te stellen.

In de Regeling aanspraken overlijden was voorts voorzien in een vergoeding van de kosten van het doen overbrengen van het stoffelijk overschot van de militair naar een plaats van keuze in Nederland, indien hij bij overlijden weliswaar in Nederland maar om redenen van dienst buiten zijn woonplaats verbleef. Deze bepaling is conform de Aanwijzingen van de regelgeving opgenomen in een algemene maatregel van bestuur.

In het kader van de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden zijn bovengenoemde voorzieningen ook voor de burgerambtenaren van Defensie vastgesteld.

9. Met ingang van 1 januari 1995 zijn militairen in werkelijke dienst publiekrechtelijk verzekerd tegen ziektekosten. De uitvoering van de verzekering is opgedragen aan een zelfstandig bestuursorgaan (de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht, hierna te noemen: SZVK) dat de feitelijke verzekeringswerkzaamheden heeft uitbesteed aan een particuliere ziektekostenverzekeraar.

De SZVK trad daarnaast op als intermediair in een collectieve verzekering voor gewezen militairen met een uitkering ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen (UKW) en gewezen militairen met een wachtgelduitkering, die direct aansluitend aan die uitkering aanspraak hebben op een uitkering ingevolge de UKW (wachtgeld-UKW; hierna gezamenlijk met gewezen militairen met UKW-aanspraken aangeduid als UKW-gerechtigden), alsmede ten behoeve van nabestaanden van militairen en van gewezen militairen.

In het kader van het voornemen tot sectoralisatie van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.v.o.-regeling) naar verwachting per 1 januari 1998 is onderzocht of met de gelden gemoeid met de uitvoering van de Z.v.o.-regeling een andere ziektekostenvoorziening voor actief en postactief burgerlijk personeel van Defensie alsmede postactief militair personeel tot stand zou kunnen worden gebracht.

Voor actief en postactief burgerlijk personeel is gekozen voor aansluiting bij het centrale onderzoek in dat kader ten behoeve van de vijf «interim»-sectoren. Voor gewezen militairen is een onderscheid gemaakt tussen UKW-gerechtigden en gepensioneerden.

In verband met het feit dat voor militairen met een aanstelling voor onbepaalde tijd, anders dan elders gebruikelijk, een trendbreuk optrad in de verzekeringssituatie ruim vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar is besloten om UKW-gerechtigden overeenkomstig de militairen in werkelijke dienst publiekrechtelijk te verzekeren.

Daarbij is bewust afgezien van het met onmiddellijke ingang onder de publiekrechtelijke verzekering brengen van alle UKW-gerechtigden. Actief dienenden die op of na de datum van inwerkingtreding van dit artikel de UKW-gerechtigde leeftijd bereiken, blijven in de publiekrechtelijke verzekering en vormen zo het eerste contingent publiekrechtelijk verzekerde UKW-gerechtigden. Diegenen die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel al UKW gerechtigd waren, hebben de gelegenheid om zich binnen twee jaar na inwerkingtreding van dit besluit voor verzekering bij de SZVK aan te melden. Daardoor zijn zij ruimschoots in de gelegenheid om hun bestaande verzekering bijtijds op te zeggen en nog lopende aanvragen in het kader van de Z.v.o.-regeling af te wikkelen.

Voor nabestaanden van militairen en gewezen militairen, die tot de datum van inwerkingtreding van dit artikel tezamen met de gewezen militairen deelnamen aan een collectieve ziektekostenverzekering, blijft een collectieve ziektekostenverzekering gehandhaafd.

10. De huidige rechtspositie die een limitatief aantal genoemde gronden voor aanstelling in tijdelijke dienst voor een bepaalde tijd kent, is onvoldoende flexibel om op adequate wijze te kunnen inspelen op de behoeftes van de organisatie en de mogelijkheden van de arbeidsmarkt. Een tijdelijke aanstelling zonder meer van burgerambtenaren bij Defensie is niet mogelijk maar wel wenselijk. Afgesproken is een bepaling te realiseren waardoor het mogelijk wordt over te gaan tot een tijdelijke aanstelling zonder dat daarbij gebruik moet worden gemaakt van een van de huidige benoemde aanstellingsgronden. Deze toevoeging sluit aan bij de ontwikkelingen in de marktsector en met name bij het wetsvoorstel Flexibiliteit en zekerheid (kamerstukken II, 1996/97, 25 263, nrs. 1-2).

11. In het kader van het streven naar verhoging van de employability, motivatie en kwaliteit in functievervulling is de mogelijkheid geopend aan de functievervulling door burgerambtenaren een horizon te verbinden. Dit houdt in dat een burgerambtenaar voor een periode van in beginsel ten hoogste 5 jaar op een functie wordt tewerkgesteld. Daarna wordt van functie gewisseld, voor zover een functie beschikbaar is. Deze maatregel wordt ingevoerd voor nader met de centrales overeen te komen groepen van functies waarbij invoering van deze maatregel moet leiden tot een positief effect voor organisatie en betrokken medewerker. De maatregel geldt voor personeel dat vanaf 1 januari 1998 instroomt bij het Ministerie van Defensie.

12. In het kader van het streven naar een efficiënte en flexibele bedrijfsvoering is voor militairen de mogelijkheid geopend vier vakantieverlofdagen niet alleen in dagen maar ook in delen daarvan op te nemen.

Dit besluit brengt de voor de uitvoering van deze afspraken benodigde wijzigingen aan. Over dit besluit is in het sectoroverleg Defensie overeenstemming bereikt met de centrales van overheidspersoneel.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel II

De bepaling in het tweede lid dat «dit artikel, voorzover Onze Minister niet anders bepaalt, niet van toepassing is in buitengewone omstandigheden» hangt samen met het feit dat in buitengewone omstandigheden op allerlei terreinen beperkingen inzake de rechtspositionele aanspraken van militairen en burgerlijke ambtenaren van Defensie van toepassing zijn. Dit geldt ook voor deze aanspraak.

Artikel III

In artikel 21a van het BBAD is de eindejaarsuitkering vastgelegd. De in het eerste lid van dat artikel aangebrachte wijziging is van geheel technisch redactionele aard in verband met het ingetrokken Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en het Wachtgeld en uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bij privatisering. De eindejaarsuitkering geldt voor burgerambtenaren, voor zover zij een uitkering genieten ingevolge het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie, dan wel een wachtgeld ingevolge het overgangsrecht in de zin van artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel. De wijziging laat derhalve onverlet dat het Wachtgeld en uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bij privatisering daarbij slechts is betrokken, voorzover deze betrekking heeft op wachtgeld.

Artikel IV

In artikel 15 van het IBM is de eindejaarsuitkering vastgelegd. De aangebrachte wijziging is van geheel technisch redactionele aard in verband met de ingetrokken Militaire wacht-geldregeling 1961. De eindejaarsuitkering geldt voor militairen, alsmede voor gewezen militairen, voorzover zij een uitkering genieten ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen, dan wel een wachtgeld ingevolge het overgangsrecht in de zin van artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel.

Artikel V, onderdeel A

Voor de bepaling van de duur van de aanvullende aanspraken ingevolge het Werkloos-heidsbesluit defensiepersoneel is de diensttijd doorgebracht bij Defensie maatgevend. Diensttijd doorgebracht bij andere overheidswerkgevers kan alleen meetellen indien sprake is van overname van personeel door Defensie in het kader van een reorganisatie bij die andere overheidswerkgever. Overige externe diensttijd in individuele situaties wordt niet meegeteld. De bij een andere overheidswerkgever opgebouwde aanspraken raken verloren bij overgang naar Defensie. Dit verlies aan opgebouwde aanspraken wordt in de praktijk als een knelpunt ervaren bij de te nemen beslissing om bij Defensie te gaan werken. Dit werkt niet mobiliteit bevorderend. Daarnaast is gebleken, dat andere sectoren binnen de rijksoverheid, zoals de sector Rijk voor de vaststelling van de aanvullende aanspraken bij werkloosheid eventuele diensttijd doorgebracht bij Defensie wel meetellen.

Teneinde het hiervoor vermelde knelpunt weg te nemen en de mobiliteit van werknemers te bevorderen is in het arbeidsvoorwaardenakkoord 1997/1999 afgesproken het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel aan te passen in die zin dat alle voorliggende diensttijd doorgebracht bij andere sectoren binnen de rijksoverheid meetelt voor de vaststelling van de aanvullende aanspraken ingevolge dit besluit.

Teneinde deze afspraak te formaliseren wordt een nieuwe definitie gegeven aan het begrip diensttijd. Naast de tijd welke betrokkene in dienst dan wel aangesteld is geweest bij Defensie wordt onder diensttijd eveneens begrepen de tijd die betrokkene voordien bij de andere sectoren van de rijksoverheid heeft doorgebracht. Om aan te geven dat ook de diensttijd doorgebracht in rijksdienst voor de sector indeling meetelt, is dit in de definitie bepaling expliciet opgenomen.

Artikel V, onderdeel B

Per 1 januari 1990 werd voor burgerambtenaren overheidsbreed de wettelijke mogelijkheid ingevoerd om diegenen die ten gevolge van reorganisatie op wachtgeld werden gesteld in een leeftijdsperiode van 5 jaar beneden de VUT-leeftijd tot de VUT toe te laten, de Wachtgeld-VUT-maatregel. Per 1 oktober 1995 werd dit afgeschaft. Voor burgerambtenaren van Defensie is dit, bij wijze van individuele tegemoetkoming, financieel gecompenseerd, in die zin dat een bodem in het wachtgeld is gelegd van 75% van de bezoldiging vanaf het moment dat betrokkene met VUT had kunnen gaan, e.e.a. voor de periode van de sectoraal afgesproken arbeidsvoorwaarden tot 1 april 1997.

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 1997/1999 is afgesproken deze financiële compensatie te formaliseren en te verlengen voor de looptijd van het Sociaal Beleidskader Defensie. Met de verlengingsmaatregel wordt voor burgerwachtgelders SBK, vanaf de leeftijd van 61 jaar via individuele tegemoetkoming een wachtgeldniveau van ten minste 75% van de laatstgenoten bezoldiging gegarandeerd, zijnde het voormalige VUT-niveau. Uiteraard blijft de doelgroep burgerambtenaren beperkt tot diegenen die met VUT hadden gekund als zij in dienst waren gebleven tot aan de VUT-gerechtigde leeftijd, als de VUT-wetgeving oude stijl nog zou hebben gegolden. Het nieuwe derde lid van artikel 22 strekt daartoe.

Artikel VI

Ingevolge de salarisontwikkeling van de sector Rijk wordt het percentage van de eindejaarsuitkering voor militairen met de rang van vice-admiraal/luitenant-generaal of een hogere rang, in 1997 en in 1998 eenmalig gesteld op 0,8%.

Artikel VII

Overeengekomen is dat de eindejaarsuitkering ook in 1997 en 1998 zal doorwerken in de pensioengrondslag. Voor nieuw ingaande wachtgelden of uitkeringen op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen betekent dit dat de eindejaarsuitkering doorwerkt in de laatstgenoten bezoldiging waarop die wachtgelden of uitkeringen worden gebaseerd.

Artikel VIII

De wijziging van artikel 80 van het AMAR heeft een technisch karakter. Het eerste lid van artikel 80 bepaalde dat niet verleend vakantieverlof tot een maximum van 10 werkdagen in het volgende kalenderjaar werd verleend. Bedoeld was hier te regelen dat het niet verleende verlof tot een maximum van 10 werkdagen zou worden overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. Het daadwerkelijk verlenen van het verlof is geregeld in de artikelen 76 tot en met 79. Met het gewijzigde eerste lid van artikel 80 wordt mogelijke onduidelijkheid op dit punt weggenomen.

Artikel IX

In het vijfde lid van artikel 127 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD) was bepaald dat in het geval van overlijden van de burgerambtenaar het teveel genoten verlof moest worden verrekend. Een dergelijk regeling geldt ook bij ontslag. Ontslag is voorzienbaar en er kan met het ontslag rekening worden gehouden bij het opnemen van verlof. Voor overlijden geldt dit niet. De bepaling dat teveel opgenomen verlof na overlijden moet worden verrekend, is daarom komen te vervallen. Voor de militaire ambtenaar geldt reeds dat teveel genoten verlof bij overlijden niet wordt verrekend. Er is met het vervallen van het vijfde lid van artikel 127 van het BARD dus tevens sprake van harmonisering van de bepalingen voor het militaire personeel en het burgerpersoneel dat is aangesteld bij het Ministerie van Defensie.

Artikel X, onderdelen A, B, C en E tot en met G

Zoals in het deel algemeen onder punt 3 al is vermeld worden de salaris- en zakgeldbedragen opgenomen in het bezoldigingsbesluit zelf. De technische uitwerking daarvan is, dat onder meer de salarisschalen die tot nu toe een bijlage vormden bij de ministeriële regeling thans een bijlage zijn bij artikelen van het IBM. Deze onderdelen wijzigen de desbetreffende bepalingen in het IBM.

Artikel X, onderdeel D

In de vervallen Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969 was in artikel 31, derde lid, de navolgende bepaling opgenomen:

Een militair wiens wedde ingevolge de overige bepalingen van dit hoofdstuk lager zou zijn dan waarop hij aanspraak zou hebben in een lagere rang welke hij tevoren bekleedde, geniet de wedde waarop hij in laatstbedoelde rang aanspraak zou hebben.

Door de in artikel 7 van het IBM opgenomen bepalingen betreffende de toekenning van (meer) diensttijd bij aanstelling, was de genoemde bepaling overbodig geworden en is dan ook niet overgenomen in het IBM. Het toekennen van meer diensttijd aan de «oudere» aspirant-officier na bevordering tot officier is, als oplossing voor een eventuele achteruitgang in salaris, echter niet gewenst. Dit onderdeel voorziet alsnog in een specifieke vangnetbepaling voor deze categorie militairen.

Artikelen XI en XXIII

Deze artikelen wijzigen de in de desbetreffende bepalingen vermelde salarisschalen per 1 mei 1997 en per 1 juli 1998 ingevolge de salarisontwikkeling van de sector Rijk.

Artikel XII

In het eerste lid van artikel 118 is de hierboven genoemde aanspraak inzake vergoeding van de kosten van overbrenging van het stoffelijk overschot bij overlijden in Nederland buiten de woonplaats opgenomen. Het bedrag van de tegemoetkoming in de kosten van lijkbezorging is nu rechtstreeks in het tweede lid van artikel 118 van het AMAR opgenomen. Door de inhoud van het eerste en het tweede lid van artikel 118 van het AMAR vervalt de noodzaak voor een ministeriële regeling.

De hardheidsbepaling die was opgenomen in het oude tweede lid van artikel 118 is in het nieuwe artikel 118 komen te vervallen vanwege het bestaan van de algemene hardheidsbepaling in artikel 115 van het AMAR.

Artikel XIII

De nieuwe tekst van artikel 118 van het AMAR is grotendeels overgenomen in dit nieuwe artikel van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie. Daardoor hebben de naaste betrekkingen van burgerlijke ambtenaren van Defensie in voorkomend geval dezelfde aanspraak bij overlijden als de naaste betrekkingen van militairen.

Artikelen XIV, XV, XXIV en XXV

Deze artikelen wijzigen de in de desbetreffende bepalingen vermelde salarisschalen, verhoogde salarisbedragen, het zakgeld en het minimum bedrag van de vakantie-uitkering per 1 juli 1997 en 1 september 1998 ingevolge de salarisontwikkeling van de sector Defensie.

Artikel XVI, onderdeel A

Voorheen werd de afstand gemeten langs de kortste gebruikelijke openbare weg, ongeacht het soort vervoer. Deze wijziging bewerkstelligt dat het meten van de afstand wordt uitgevoerd aan de hand van het vervoer waarmee daadwerkelijk wordt gereisd.

Artikel XVI, onderdeel B

Het kabinet heeft zich tot doel gesteld het gebruik van openbaar vervoer te bevorderen en de automobiliteit terug te dringen. In dit beleid past niet langer het toepassen van een korting op de tegemoetkoming dagelijks reizen waarbij gebruik wordt gemaakt van openbaar vervoer, zodra een termijn van vijf jaren na verplaatsing of eerste indiensttreding is verstreken. Dit artikel strekt ertoe voor militairen, voor wie de termijn van vijf jaren op of na 1 juli 1997 verstrijkt, in die situatie de korting niet toe te passen. Met de centrales van overheidspersoneel is overeengekomen dat deze wijziging geldt totdat een volgende arbeidsvoorwaardenakkoord is gesloten. Intussen zal overleg worden gevoerd over een nieuw Verplaatsingskostenbesluit defensie voor het gehele defensiepersoneel.

Artikel XVII

Enkele militairen ondervinden achteruitgang in hun tegemoetkoming woon-werkverkeer bij de toepassing van de nieuwe afstandmeting, die met artikel XVI, onder A, in het Verplaatsingskostenbesluit militairen per 1 juli 1997 wordt ingevoerd. Indien die gewijzigde afstandmeting leidt tot een lagere tegemoetkoming wordt deze achteruitgang door deze overgangsbepaling teniet gedaan, omdat voor deze categorie de oude afstandmeting blijft gehandhaafd totdat die afstand door een overplaatsing of verhuizing wijzigt.

Artikel XVIII, onderdeel A

Bij invoering van het BDD werd bepaald dat indien een maaltijd kan worden genuttigd op een defensiecomplex, er geen kleine uitgaven werden vergoed, ook niet als de dienstreis langer dan 4 uur duurt. In de praktijk is gebleken dat gemaakte kosten terzake niet werden vergoed. Binnen het fiscaal toelaatbare kan thans bij ministeriële regeling alsnog aanspraak worden verleend op een tegemoetkoming in de kleine uitgaven. Hetzelfde geldt voor defensiepersoneel dat uit hoofde van hun functie regelmatig dienstreizen maakt.

Artikel XVIII, onderdeel B

Met deze wijziging wordt beoogd de administratieve procedure te uniformeren en te stroomlijnen. Bij ministeriële regeling wordt - anders dan aanvankelijk - centraal de voorgeschreven wijze van uitvoering van het declareren en vergoeden beschreven.

Artikel XIX

De verlofaanspraken van de militaire ambtenaar worden uitgedrukt in dagen. Elke vorm van afwezigheid, niet samenhangend met ziekte, vrij van dienst en dienstverrichting elders, moet in mindering worden gebracht op bestaande aanspraken op vrijetijdsvoorzieningen. In een aantal gevallen zal de militaire ambtenaar slechts behoefte hebben aan een kortdurende afwezigheid gedurende de werkdag in verband met bijvoorbeeld openingstijden van dienstverlenende instellingen of beschikbaarheid van dienstverleners. Met de onderhavige wijziging van het AMAR wordt expliciet bepaald dat een viertal verlofdagen in delen gesplitst kan worden opgenomen om aan deze behoefte aan kort verlof tegemoet te komen.

Artikel XX, onderdeel A

In het nieuwe vijfde lid van artikel 7 is de mogelijkheid voor een aanstelling in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd opgenomen zonder dat hieraan een van de specifieke gronden, als genoemd in het tweede lid, verbonden moet zijn. De strikt limitatieve opsomming in het tweede lid beperkt het management in zijn mogelijkheden flexibel te reageren op specifieke behoeftes. Nu bestaat de mogelijkheid iemand voor de duur van ten hoogste 5 jaar aan te stellen zonder dat daarbij sprake is van een specifieke grond.

Het zesde lid biedt de mogelijkheid meerdere aanstellingen in tijdelijke dienst op grond van het vijfde lid achter elkaar te laten plaats vinden.

Het nieuwe zevende lid is bedoeld ter bescherming van de werknemer met het oog op zijn positie op de arbeidsmarkt na beëindiging van de tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd. Met het oog hierop is bepaald dat de werknemer op het moment van beëindiging van de aanstelling niet ouder mag zijn dan 30 jaar. Op het moment van aanstelling speelt derhalve de leeftijd van de werknemer een rol en kan van invloed zijn op de duur van de aanstelling. In bepaalde gevallen kan het voorkomen dat de leeftijd bij uitstroom niet van invloed is op de positie van betrokkene op de arbeidsmarkt. Hierbij gaat het met name om schaarstecategorieën. Omdat die schaarste dan ook een rol speelt voor het Ministerie van Defensie kan het van belang zijn van die leeftijdsgrens af te wijken. De mogelijkheid hiertoe is eveneens in het zevende lid opgenomen. Omdat daarbij de actualiteit van diezelfde arbeidsmarkt een grote rol speelt en snelheid van reageren hierop van belang is, is ervoor gekozen die afwijkingsmogelijkheid bij ministeriële regeling te laten plaats vinden.

Het achtste lid vervolgens behelst een bepaling die misbruik van de in het zesde lid geboden mogelijkheid moet voorkomen en dient ter bescherming van de werknemer. Indien aan de in het achtste lid genoemde voorwaarden wordt voldaan, geldt de aanstelling in tijdelijke dienst als een aanstelling in vaste dienst. Dit is met name van belang voor de toepasselijkheid van de ontslagbepalingen. In dat geval zijn namelijk de ontslagbepalingen van toepassing zoals die gelden voor een aanstelling in vaste dienst. Een en ander houdt concreet in dat bij een reeks van aanstellingen in tijdelijke dienst, die elkaar telkens binnen 3 maanden opvolgen en die gezamenlijk een periode van meer dan 5 jaar beslaan, de ontslagbepalingen van toepassing zijn zoals die gelden voor een aanstelling in vaste dienst. Hetzelfde geldt bij meer dan 3 aanstellingen die elkaar telkens binnen 3 maanden opvolgen (de gezamenlijke periode is in dat geval niet van belang). Voor de duidelijkheid merk ik op dat één aanstelling in tijdelijke dienst voor de duur van 5 jaar op grond van artikel 115, eerste lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, wordt geacht te zijn beëindigd zodra die tijd is verstreken. Bij voortduring van het dienstverband na het verstrijken van die vast bepaalde tijd wordt de ambtenaar op grond van dezelfde bepaling geacht voor onbepaalde tijd te zijn aangesteld. Alsdan zijn de ontslagbepalingen voor een aanstelling in tijdelijke dienst voor onbepaalde tijd van toepassing.

Artikel XX, onderdeel B

Door in het nieuwe artikel 8a aan de functievervulling een horizon te verbinden, wordt een stap gezet in het proces de weerbaarheid, motivatie en kwaliteit in de functievervulling van de werknemers te vergroten. De interne, departementale mobiliteit wordt vergroot en de inzetbaarheid verbreed. De organisatie is hiermee gebaat en ook het personeel. Bij ministeriële regeling zullen de groepen van functies worden aangewezen waarop deze bepaling van toepassing is omdat een dergelijk functieroulatiesysteem niet mogelijk of wenselijk is voor alle functies. Wat betreft de in beginsel aan de functievervulling verbonden termijn is aansluiting gezocht bij de termijn die wordt gehanteerd bij de ABD. Ook is aangesloten bij het niet al te strikte karakter van die bepaling door uit te gaan van een periode van in beginsel ten hoogste vijf jaar. Bovendien wordt aangegeven dat de tewerkstelling op de functie voortduurt, zolang geen nieuwe functie is aangeboden. Er zal altijd sprake zijn van functies waarbij juist continuïteit van belang is of van functies waarbij een roulatie niet van belang is en de personen die dergelijke functies bekleden ook niet gebaat zijn bij een periodieke functiewisseling. Bij ministeriële regeling kunnen nader regels ter uitvoering worden gesteld waarbij onder ander kan worden gedacht aan het bepalen van een werkingsgebied van de functiewisselingen eventueel afhankelijk van de schaal van de burgerambtenaar. Hierbij kunnen dezelfde overwegingen een rol spelen als hiervoor aangegeven.

Artikelen XXI en XXII

Overeengekomen is de aanvangssalarissen van het defensiepersoneel met ingang van 1 april 1998 meer in de richting van het minimumloon te brengen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de wens van het kabinet om het verschil tussen het wettelijk minimumloon en de laagste cao-schalen te overbruggen.

In verband met de overeengekomen verlaging van de aanvangssalarissen is als overgangsmaatregel een afzonderlijke salarisschaal opgenomen voor de ambtenaar voor wie op 31 maart 1998 reeds een salaris gold dat was vermeld in één der salarisschalen 1 en 2 van de bijlage B van het BBAD en voor de militair van 18 tot en met 23 jaar met de stand van matroos der derde klasse, matroos der tweede klasse, soldaat en soldaat der eerste klasse voor wie op 31 maart 1998 een salaris gold als vermeld in bijlage A of B van het IBM.

Artikelen XXVI en XXX, onderdeel B

De bepalingen betreffende beloningen, voorheen opgenomen in artikel 129 van het AMAR, zijn thans opgenomen in het nieuwe artikel 13 in het IBM. Dit nieuwe artikel inzake beloningen biedt in combinatie met artikel 8, tweede lid, IBM ruime mogelijkheden tot differentiatie. Het is mogelijk om als beloningen kleine cadeaus maar ook geldbedragen tot maximaal 10% van het jaarsalaris te schenken. De artikelen 8, tweede lid, en 13 IBM bieden ruimte voor zowel de beloning van bijzondere prestaties als voor de wijze van functioneren.

Er is een aantal wijzigingen ten opzichte van de oude systematiek. Verlof als beloningsinstrument is vervallen, omdat voldoende andere verlofmogelijkheden bestaan. Ook de groepsbeloning is als instrument vervallen. Door het thans ingevoerde beloningsinstrumentarium bestaan er voldoende mogelijkheden voor toekenning van beloningen aan individuen behorend tot een groep. Daarmee kan in de uitvoering beter rekening worden gehouden met fiscale normen.

In het - met deze wijziging - vervallen artikel 12 van het IBM was het toekennen van de functioneringstoelage geregeld. Het toekennen van een functioneringstoelage wordt als weinig effectief ervaren voor het bevorderen van de arbeidsmotivatie van werknemers. Er is bij een toelage immers sprake van gewenning, terwijl van een gratificatie een zeer duidelijke prikkel uitgaat waarbij de ontvanger zich tevens meer bewust is van het feit dat hij zich steeds opnieuw moet waarmaken. Van een eenmalige functioneringsgratificatie gaat derhalve een veel grotere stimulerende en motiverende werking uit. Overigens kan desgewenst door het meerdere jaren achtereen toekennen van een functioneringsgratificatie aan dezelfde medewerker op gelijke wijze een waardering kenbaar worden gemaakt als met het toekennen van de functioneringstoelage het geval was. Daarom is besloten de functioneringstoelage te laten vervallen.

Ook het schriftelijk blijk van waardering is niet langer opgenomen in de regeling. Een commandant heeft immers de vrijheid en de mogelijkheden om de militair schriftelijk of mondeling van zijn waardering blijk te geven. Alleen de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van belonen zijn opgenomen in het IBM.

De bepaling over de hoogte van het minimumbedrag van de functioneringsgratificatie is vervallen, waardoor commandanten meer managementruimte hebben. Wel is een maximumbedrag gehandhaafd als waarborg voor een goede verhouding tussen salaris en hoogte van de beloning. Opgemerkt zij, dat deze managementruimte overigens in zijn algemeenheid wordt beperkt door het door de Minister van Defensie jaarlijks vast te stellen budget voor beloningen.

Artikel XXVII en XXVIII

In artikel 98 Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD) was de gratificatie bij ambtsjubileum opgenomen. Voor de zuiverheid van de regeling betreffende beloningen is ervoor gekozen om de regeling voor gratificatie bij ambtsjubileum te scheiden van de bepalingen inzake beloningen en als nieuw artikel 12 in het BBAD op te nemen. Inhoudelijk is de regeling niet veranderd. In artikel 12 van het BBAD was voorheen het toekennen van de functioneringstoelage geregeld. Zoals reeds vermeld in de toelichting op de artikelen XXVI en XXX, onderdeel B, is besloten de functioneringstoelage te laten vervallen.

Het nieuwe artikel 11, in combinatie met artikel 8, tweede lid, van het BBAD kent instrumenten die identiek zijn aan die voor militairen. Ook de gronden waarop een beloning kan worden toegekend, zijn identiek.

Artikelen XXIX en XXX, onderdeel A

Tot op heden was in de Premieregeling en aanvullende voorzieningen beroepsmilitairen van de krijgsmacht een bepaling opgenomen betreffende premies voor militairen, aangesteld voor onbepaalde tijd. De behoefte bestond om de bepalingen inzake premies voor militairen aangesteld voor onbepaalde tijd op te nemen in het IBM, zoals ook met de bepalingen inzake beloningen is geschied. Daarom is het betreffende artikel uit de Premieregeling en aanvullende voorzieningen beroepsmilitairen krijgsmacht overgebracht naar het IBM als nieuw artikel 12. De premie wordt uitbetaald nadat de betrokken militair gedurende de vooraf bepaalde periode onafgebroken deel uit heeft gemaakt van het beroepspersoneel voor onbepaalde tijd. Toekenning blijft achterwege gedurende de periode waarin op de militair de verplichting rust om deel uit te maken van het beroepspersoneel der krijgsmacht.

Artikel XXX, onderdeel C

De toevoegingen in artikel 16 zorgen er voor dat de toelagen en de toeslag, zoals in het deel algemeen onder punt 4 al is vermeld, in het IBM worden verankerd. Nadere uitwerking zal, conform de toelagen van beroepsmilitairen in werkelijke dienst, bij ministeriële regeling plaatsvinden. Tevens wordt zorg gedragen dat, indien Onze Minister hem aanwijst voor inzet, de afroepreservist restitutieplichtig is, indien hij vanwege omstandigheden die voor zijn rekening en zijn risico komen, de op hem rustende verplichting tot werkelijke dienst niet nakomt.

Artikel XXX, onderdeel D

Ingevolge de per 1 mei 1997 in werking getreden Kaderwet dienstplicht is de Wet rechtstoestand dienstplichtigen ingetrokken en is de opkomstplicht voor dienstplichtigen opgeschort. De in dit artikel genoemde artikelen van het IBM hebben hierdoor hun belang verloren.

Artikelen XXXI tot en met XXXIV

In deze artikelen is de eenmalige uitkering in 1997 en in 1998 aan militair en burgerlijk defensiepersoneel vastgelegd. Zoals in het deel algemeen al is vermeld, zijn militairen die functies vervullen waaraan de rang van vice-admiraal of luitenant-generaal of een hogere rang is verbonden uitgezonderd van deze maatregel aangezien zij de salarisontwikkeling volgen zoals die wordt vastgesteld voor het personeel van de sector Rijk. Het overige defensiepersoneel ontvangt in december 1997 en in december 1998 een eenmalige uitkering ter grootte van 0,5% van het jaarsalaris. Aangezien het hier een eenmalige uitkering betreft, wordt het peildatumsysteem gebruikt met als peildatum 1 december 1997 onderscheidenlijk 1 december 1998. Dit betekent dat de situatie op genoemde data bepalend is voor de toekenning van de eenmalige uitkering.

Overeengekomen is dat de vakantie-uitkering deel uitmaakt van de berekeningsgrondslag voor de eenmalige uitkering. Derhalve bedraagt de eenmalige uitkering voor het defensiepersoneel in actieve dienst 6,48% (12 x 0,5x1,08%) van het feitelijk genoten salaris in de maand december 1997 onderscheidenlijk december 1998.

Voor het gewezen defensiepersoneel bedraagt de eenmalige uitkering evenwel 6% van de in december 1997 en december 1998 genoten uitkering of het wachtgeld (na toepassing van de ter zake geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf), aangezien de vakantie-uitkering reeds maandelijks in deze uitkering respectievelijk het wachtgeld is verrekend. Voor militairen betreft het de uitkering ingevolge de Uitkeringswet gewezen militairen. Voor burgerambtenaren betreft het de uitkering op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie, na aftrek van een uitkering wegens flexibele pensionering.

Bij wachtgeld wordt uitgegaan van het overgangsrecht in de zin van artikel 22 van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel.

Artikel XXXV

Het koninklijk besluit van 9 september 1960, nummer 85, houdende ex artikel 69 Algemeen rijksambtenarenreglement respectievelijk artikel 65 Arbeidsovereenkomstenbesluit, inzake tijdelijke plaatsing in een standplaats gelegen buiten Nederland, regelde de voorzieningen bij uitzending naar het buitenland van het burgerpersoneel van het Ministerie van Defensie. Deze aanspraken zijn thans op basis van artikel 88 van het Burgerlijke ambtenarenreglement defensie en artikel 16, eerste lid, onder c, van het Inkomstenbesluit militairen voor zowel het burger- als het militair personeel van de sector Defensie geregeld in de ministeriële regeling Voorzieningen buitenland defensiepersoneel (VBD), zodat het bovengenoemde besluit kan worden ingetrokken.

Artikel XXXVI

In dit artikel wordt aan een aantal maatregelen terugwerkende kracht verleend aangezien in het arbeidsvoorwaardenakkoord 1997/1999 een bepaalde invoeringsdatum is overeengekomen. De desbetreffende maatregelen houden geen negatieve wijziging van arbeidsvoorwaarden in.

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Bijlage 1, behorende bij artikel X, onder G

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 oktober 1996)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 2711 2971 519--------------
J171 2711 2971 519--------------
J181 5251 5561 8231 8651 923--2 433---------
J191 7791 8152 1272 1762 244--2 839---------
J202 0332 0742 4302 4872 564--3 2443 378------ --
J212 2872 3342 7342 7982 885--3 6503 801------ --
                  
00-------3 6983 867------15 02316 022
01-------3 8764 046--------
022 5412 5933 0383 1093 2053 3463 4734 0554 223--------
032 5712 6313 1473 1843 2793 4093 5374 1854 371--------
042 5992 6733 2033 2623 3463 4783 6004 3254 508 4 751-------
052 6282 7143 2663 3203 4093 5413 6164 4684 639 4 950-------
062 6592 7563 3133 3773 4783 6053 6804 5914 7765 073-------
072 6912 7983 3583 4343 5413 6623 7464 7274 901 5 204-------
082 7222 8403 4043 4923 6053 7253 8124 8545 016 5 326-------
092 7532 8823 4513 5463 6623 7913 8784 9685 138 5 4535 684------
102 7842 9253 4983 6003 7253 8583 946-5 2345 541 5 744------
11---3 6573 7913 9174 012-5 3275 6225 850------
12---3 7113 8583 9754 080-5 4245 7026 036------
13---3 7703 9174 0124 147-5 5095 7906 233------
14----3 9754 0794 215-5 6455 8726 4266 610-----
15----4 0394 1444 290-5 7655 9986 6146 845-----
16----4 1014 2104 364-5 8946 1406 8017 025-----
17----4 1634 2834 437--6 2766 9807 216-----
18----4 2274 3604 500--6 4107 1707 404-----
19----4 2984 4294 562---7 3567 585-----
20-----4 4944 630---7 5357 772-----
21-----4 5584 697---7 6957 960-----
22-----4 6274 764---7 8558 1478 322----
23-----4 6964 829---8 0148 3338 778----
24-----4 7644 889---8 1728 5198 990----
25-----4 8304 982----8 7069 202----
26-----4 8935 076----8 8439 401----
27------5 173----9 0149 71310 05311 561--
28------5 270----9 18010 03010 54911 885--
29------5 367----9 40910 45611 25312 465--
30-----------9 75810 89611 60113 058--
31------------11 34812 24813 662--
32------------11 80612 91314 283--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 2, behorende bij artikel X, onder G

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 oktober 1996)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsgt1smaooopzkaptlntelntkapmajlk olkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 2711 2971 350-----------------
J171 2711 2971 3501 4301 512--1 632--------- ---
J181 5251 5561 6201 7151 814-1 8861 958--2 399 2 478--------
J191 7791 8151 89020012 116-2 2012 285--2 799 2 891--------
J202 0332 0742 1602 2872 418-2 5152 611--3 199 3 304--------
J212 2872 3342 4302 5732 721-2 8302 938--3 599 3 717--------
                     
00----------3 6333 754------15 02316 022
01----------3 8173 941--------
022 5412 5932 7002 8593 0233 0653 1443 264--3 9994 130--------
032 5712 6312 7692 9443 1203 1653 2643 396--4 1304 260--------
042 5992 6732 8402 9963 2173 2643 3463 449--4 2604 4074 601-------
052 6282 7142 9163 0463 2663 3463 4493 499--4 4074 5374 851-------
062 6592 7562 9733 0943 3133 3963 4993 553--4 5374 6684 955-------
072 6912 7983 0303 1453 3613 4493 5533 6053 622- 4 6684 8015 075-------
082 7222 8403 0853 1923 4083 4993 6053 7703 783- 4 8014 9215 184-------
092 7532 8823 1423 2463 4573 5533 6603 8273 843- 4 9215 0295 294-------
102 7842 9253 1953 2933 5023 6053 7123 8823 897 3 972-5 1465 4085 607------
11--3 2563 3393 5463 6603 7703 9463 9574 199- 5 2605 5145 681------
12--3 3083 3853 6003 7123 8274 0074 0234 263- 5 3765 6185 858------
13---3 4303 6573 7703 8824 0714 0854 345-5 489 5 7196 042------
14---3 4783 7113 8273 9464 1354 1484 407-5 592 5 8206 2376 493-----
15----3 7703 8824 0074 1994 2154 478-5 6815 9316 4296 677-----
16-----3 9464 0714 2634 2874 534-5 7906 0406 6156 865-----
17-----4 0074 1354 3454 3614 596--6 1636 804 7 045-----
18-----4 0714 1994 4094 4294 660--6 2806 985 7 236-----
19-----4 1354 2634 4784 4894 728---7 1787 424-----
20-----4 1994 3454 5344 5504 791---7 3677 604-----
21------4 4094 5964 6134 893---7 5487 792-----
22------4 4784 6604 6764 989---7 7377 980 8 188----
23------4 5344 7284 7455 086---7 8868 197 8 676----
24------4 5964 7914 8085 185---8 1498 417 8 915----
25------4 6604 8934 9095 284----8 6369 154----
26------4 7284 9895 0055 376----8 8439 401----
27------4 7915 0865 1015 466----9 0149 713 10 05311 561--
28-------5 1855 2015 554----9 18010 03010 54911 885--
29-------5 2845 2965 631----9 40910 45611 25312 465--
30--------------9 75810 89611 60113 058--
31---------------11 34812 24813 662--
32---------------11 80612 91314 283--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 3, behorende bij artikel X, onder G

Bijlage C (IBM, artikelen 4, 5 en 24)

Bedragen met ingang van 1 september 1996

Tabel 1: Verlenging salarisschaal Ltz1 (IBM, artikel 4, tweede lid)

diensttijd bedrag
25 8246
26 8321
27 8526

Tabel 2: Verhoging salaris (IBM, artikel 5, derde lid)

aantal jaren dat aanspraak heeft bestaan op het hoogste bedrag van de geldende schaalKoninklijke marineKoninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht
matr1kplkplkpl1sgt
6 of meer7575437575
8 of meer14914988149149
10 of meer225-127225-
14 of meer225--301-
18 of meer301----

Tabel 3: Verlenging salarischaal (IBM, artikel 24)

De salarisschalen worden verlengd met ten hoogste drie verhogingen, elk van f 140 hetgeen resulteert in de volgende bedragen:
tlntelntkap
diensttijdbedragdiensttijdbedragdiensttijdbedrag
105 061175 930196 420
115 201186 070206 560
125 341196 210216 700

Bijlage 4, behorende bij artikel XI

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 mei 1997)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 2711 2971 519--------------
J171 2711 2971 519--------------
J181 5251 5561 8231 8651 923--2 433---------
J191 7791 8152 1272 1762 244--2 839---------
J202 0332 0742 4302 4872 564--3 2443 378------ --
J212 2872 3342 7342 7982 885--3 6503 801------ --
                  
00-------3 6983 867------15 44416 471
01-------3 8764 046--------
022 5412 5933 0383 1093 2053 3463 4734 0554 223--------
032 5712 6313 1473 1843 2793 4093 5374 1854 371--------
042 5992 6733 2033 2623 3463 4783 6004 3254 508 4 751-------
052 6282 7143 2663 3203 4093 5413 6164 4684 639 4 950-------
062 6592 7563 3133 3773 4783 6053 6804 5914 776 5 073-------
072 6912 7983 3583 4343 5413 6623 7464 7274 901 5 204-------
082 7222 8403 4043 4923 6053 7253 8124 8545 016 5 326-------
092 7532 8823 4513 5463 6623 7913 8784 9685 138 5 4535 684------
102 7842 9253 4983 6003 7253 8583 946-5 2345 541 5 744------
11---3 6573 7913 9174 012-5 3275 6225 850------
12---3 7113 8583 9754 080-5 4245 7026 036------
13---3 7703 9174 0124 147-5 5095 7906 233------
14----3 9754 0794 215-5 6455 8726 4266 610-----
15----4 0394 1444 290-5 7655 9986 6146 845-----
16----4 1014 2104 364-5 8946 1406 8017 025-----
17----4 1634 2834 437--6 2766 9807 216-----
18----4 2274 3604 500--6 4107 1707 404-----
19----4 2984 4294 562---7 3567 585-----
20-----4 4944 630---7 5357 772-----
21-----4 5584 697---7 6957 960-----
22-----4 6274 764---7 8558 1478 322----
23-----4 6964 829---8 0148 3338 778----
24-----4 7644 889---8 1728 5198 990----
25-----4 8304 982----8 7069 202----
26-----4 8935 076----8 8439 401----
27------5 173----9 0149 71310 05311 561--
28------5 270----9 18010 03010 54911 885--
29------5 367----9 40910 45611 25312 465--
30-----------9 75810 89611 60113 058--
31------------11 34812 24813 662--
32------------11 80612 91314 283--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 5, behorende bij artikel XI

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 mei 1997)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsgt1smaooopzkap mstrtlntelntkapmajlkolkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 2711 2971 350-----------------
J171 2711 2971 3501 4301 512--1 632--------- ---
J181 5251 5561 6201 7151 814-1 8861 958--2 399 2 478--------
J191 7791 8151 89020012 116-2 2012 285--2 799 2 891--------
J202 0332 0742 1602 2872 418-2 5152 611--3 199 3 304--------
J212 2872 3342 4302 5732 721-2 8302 938--3 599 3 717--------
                     
00----------3 6333 754------15 44416 471
01----------3 8173 941--------
022 5412 5932 7002 8593 0233 0653 1443 264--3 9994 130--------
032 5712 6312 7692 9443 1203 1653 2643 396--4 1304 260--------
042 5992 6732 8402 9963 2173 2643 3463 449--4 2604 4074 601-------
052 6282 7142 9163 0463 2663 3463 4493 499--4 4074 5374 851-------
062 6592 7562 9733 0943 3133 3963 4993 553--4 5374 6684 955-------
072 6912 7983 0303 1453 3613 4493 5533 6053 622- 4 6684 8015 075-------
082 7222 8403 0853 1923 4083 4993 6053 7703 783- 4 8014 9215 184-------
092 7532 8823 1423 2463 4573 5533 6603 8273 843- 4 9215 0295 294-------
102 7842 9253 1953 2933 5023 6053 7123 8823 897 3 972-5 1465 4085 607------
11--3 2563 3393 5463 6603 7703 9463 9574 199- 5 2605 5145 681------
12--3 3083 3853 6003 7123 8274 0074 0234 263- 5 3765 6185 858------
13---3 4303 6573 7703 8824 0714 0854 345-5 489 5 7196 042------
14---3 4783 7113 8273 9464 1354 1484 407-5 592 5 8206 2376 493-----
15----3 7703 8824 0074 1994 2154 478-5 6815 9316 4296 677-----
16-----3 9464 0714 2634 2874 534-5 7906 0406 6156 865-----
17-----4 0074 1354 3454 3614 596--6 1636 804 7 045-----
18-----4 0714 1994 4094 4294 660--6 2806 985 7 236-----
19-----4 1354 2634 4784 4894 728---7 1787 424-----
20-----4 1994 3454 5344 5504 791---7 3677 604-----
21------4 4094 5964 6134 893---7 5487 792-----
22------4 4784 6604 6764 989---7 7377 980 8 188----
23------4 5344 7284 7455 086---7 8868 197 8 676----
24------4 5964 7914 8085 185---8 1498 417 8 915----
25------4 6604 8934 9095 284----8 6369 154----
26------4 7284 9895 0055 376----8 8439 401----
27------4 7915 0865 1015 466----9 0149 71310 05311 561--
28-------5 1855 2015 554----9 18010 03010 54911 885--
29-------5 2845 2965 631----9 40910 45611 25312 465--
30--------------9 75810 89611 60113 058--
31---------------11 34812 24813 662--
32---------------11 80612 91314 283--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 6, behorende bij artikel XIV, onder A

BIJLAGE B (BBAD, artikel 5, derde lid)

van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bevattende het kader (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen aard en niveau van de functies worden bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren (per 1 juli 1997)

HOOFDGROEP I (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IaNiveaugroep IbNiveaugroep Ic
Schaal 1Schaal 2Schaal 3
 - -U 153 494
 - -U 133 399
 -U 133 201U 113 300
U 122 903U 113 09863 201
U 102 826U 92 99253 098
U 82 76642 90342 992
32 70932 82632 826
22 65922 70922 709
12 55112 60712 607
02 44302 49602 551
J 212 199J 212 246J 212 296
J 201 954J 201997J 202 041
J 191 710J 191 747J 191 786
J 181 466J 181 498J 181 531
J 171 222J 171 248J 171 276
J 161 222J 161 248J 161 276
J 151 222J 151 248 -

HOOFDGROEP II (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIaNiveaugroep IIbNiveaugroep IIcNiveaugroep IId
Schaal 3Schaal 4Schaal 5Schaal 6
 -U 163 683U 153 873104 058
U 153 494U 143 590U 133 77593 967
U 133 399U 123 49483 68383 873
U 113 30073 39973 59073 775
63 20163 30063 49463 683
53 09853 20153 39953 590
42 99243 09843 30043 494
32 82632 90333 20133 399
22 70922 76622 99223 201
12 60712 65912 82612 992
02 55102 60702 70902 903
J 212 296J 212 346J 212 438 -
J 202 041J 202 086J 202 167 -
J 191 786J 191 825J 191 896 -
J 181 531J 181 564J 181 625 -
J 171 276J 171 304J 171 355 -
J 161 276J 161 304 -  

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIaNiveaugroep IIIbNiveaugroep IIIc
Schaal 5Schaal 6Schaal 7
U 153 873104 058104 476
U 133 77593 96794 358
83 68383 87384 255
73 59073 77574 156
63 49463 68364 058
53 39953 59053 967
43 30043 49443 873
33 20133 39933 775
22 99223 20123 590
12 82612 99213 399
02 70902 90303 300
J 212 438 - -
J 202 167 - -
J 191 896 - -
J 181 625 - -
J 171 355 - -

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIdNiveaugroep IIIe 
Schaal 8Schaal 9 
105 069 -   
94 980 -   
84 88285 737   
74 77875 548   
64 67765 343   
54 58455 160   
44 47644 980   
34 35834 778   
24 15624 584   
13 96714 358   
03 77504 156  

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVaNiveaugroep IVbNiveaugroep IVc
Schaal 8Schaal 9Schaal 10
 - -126 290
 - -116 093
105 069 -105 917
94 980 -95 737
84 88285 73785 548
74 77875 54875 343
64 67765 34365 160
54 58455 16054 980
44 47644 98044 778
34 35834 77834 584
24 15624 58424 358
13 96714 35814 156
03 77504 15603 967

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVdNiveaugroep IVe 
Schaal 11Schaal 12 
117 354 -   
107 254108 381   
97 06898 263   
86 87688 022   
76 68477 828   
66 49167 643   
56 29057 450   
46 09347 254   
35 91737 068   
25 73726 876   
15 54816 684   
05 34306 491  

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VaNiveaugroep VbNiveaugroep Vc
Schaal 10Schaal 11Schaal 12
126 290 - -
116 093117 354 -
105 917107 254108 381
95 73797 06898 263
85 54886 87688 022
75 34376 68477 828
65 16066 49167 643
54 98056 29057 450
44 77846 09347 254
34 58435 91737 068
24 35825 73726 876
14 15615 54816 684
03 96705 34306 491

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VdNiveaugroep VeNiveaugroep Vf
Schaal 13Schaal 14Schaal 15
 -910 012911 012
89 10289 743810 668
78 98679 481710 335
68 74469 226610 012
58 50258 98659 743
48 26348 74449 481
38 02238 50239 226
27 82828 26328 986
17 64318 02218 744
07 45007 82808 502

HOOFDGROEP VI (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VIaNiveaugroep VIbNiveaugroep VIcNiveaugroep VId
Schaal 13Schaal 14Schaal 15Schaal 16
 -910 012911 012912 113
89 10289 743810 668811 734
78 98679 481710 335711 368
68 74469 226610 012611 012
58 50258 98659 743510 668
48 26348 74449 481410 335
38 02238 50239 226310 012
27 82828 26328 98629 743
17 64318 02218 74419 481
07 45007 82808 50209 226

Bijlage 7, behorende bij artikel XV, onder A, eerste lid

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 juli 1997)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 3041 3311 559--------------
J171 3041 3311 559--------------
J181 5641 5971 8701 9141 973--2 496---------
J191 8251 8632 1822 2332 302--2 912---------
J202 0862 1292 4942 5522 630--3 3283 466------ --
J212 3462 3952 8052 8712 959--3 7443 900------ --
                  
00-------3 7943 968------15 44416 471
01-------3 9774 151--------
022 6072 6613 1173 1903 2883 4333 5644 1604 333--------
032 6382 7003 2293 2673 3643 4983 6284 2934 484--------
042 6662 7433 2873 3473 4333 5693 6934 4384 625 4 875-------
052 6972 7853 3513 4063 4983 6333 7104 5844 759 5 079-------
062 7292 8273 3993 4653 5693 6983 7764 7114 900 5 205-------
072 7612 8713 4453 5233 6333 7573 8434 8495 028 5 339-------
082 7932 9133 4923 5833 6983 8223 9124 9805 146 5 464-------
092 8242 9573 5403 6383 7573 8893 9785 0975 272 5 5955 832------
102 8563 0013 5893 6933 8223 9584 048-5 3705 685 5 893------
11---3 7523 8894 0184 116-5 4665 7686 002------
12---3 8073 9584 0784 186-5 5655 8506 193------
13---3 8684 0184 1164 255-5 6535 9416 395------
14----4 0784 1854 325-5 7916 0256 5936 781-----
15----4 1444 2524 401-5 9156 1546 7867 023-----
16----4 2084 3204 478-6 0486 2996 9787 208-----
17----4 2714 3954 552--6 4397 1627 404-----
18----4 3374 4734 617--6 5777 3567 596-----
19----4 4104 5444 681---7 5477 782-----
20-----4 6114 751---7 7307 974-----
21-----4 6774 819---7 8958 167-----
22-----4 7474 888---8 0598 3598 538----
23-----4 8184 954---8 2238 5499 006----
24-----4 8885 016---8 3848 7419 223----
25-----4 9565 112----8 9339 441----
26-----5 0205 208----9 0739 645----
27------5 307----9 2489 96610 31411 861--
28------5 407----9 41810 29110 82312 194--
29------5 507----9 65310 72711 54612 789--
30-----------10 01211 18011 90213 397--
31------------11 64312 56714 017--
32------------12 11313 24914 654--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 8, behorende bij artikel XV, onder A, eerste lid

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 juli 1997)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsgt1smaooopzkap mstrtlntelntkapmajlkolkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 3041 3311 385-----------------
J171 3041 3311 3851 4671 551--1 675--------- ---
J181 5641 5971 6621 7601 861-1 9352 009--2 462 2 542--------
J191 8251 8631 9392 0542 171-2 2582 344--2 872 2 966--------
J202 0862 1292 2162 3472 482-2 5802 679--3 282 3 390--------
J212 3462 3952 4932 6412 792-2 9033 014--3 693 3 813--------
                     
00----------3 7273 852------15 44416 471
01----------3 9174 043--------
022 6072 6612 7702 9343 1023 1453 2253 349--4 1034 237--------
032 6382 7002 8413 0213 2013 2473 3493 484--4 2374 371--------
042 6662 7432 9143 0743 3003 3493 4333 539--4 3714 5224 720-------
052 6972 7852 9923 1253 3513 4333 5393 590--4 5224 6554 977-------
062 7292 8273 0513 1753 3993 4843 5903 645--4 6554 7895 084-------
072 7612 8713 1093 2273 4493 5393 6453 6983 716- 4 7894 9255 207-------
082 7932 9133 1653 2753 4963 5903 6983 8683 881- 4 9255 0495 319-------
092 8242 9573 2243 3303 5473 6453 7553 9273 943- 5 0495 1605 432-------
102 8563 0013 2783 3793 5933 6983 8093 9833 998 4 075-5 2805 5485 753------
11--3 3403 4263 6383 7553 8684 0484 0604 308- 5 3965 6575 829------
12--3 3943 4733 6933 8093 9274 1114 1284 374- 5 5165 7646 010------
13---3 5193 7523 8683 9834 1764 1914 458-5 631 5 8686 199------
14---3 5693 8073 9274 0484 2424 2564 522-5 737 5 9716 3996 662-----
15----3 8683 9834 1114 3084 3254 594-5 8296 0856 5966 851-----
16-----4 0484 1764 3744 3984 652-5 9416 1976 7877 043-----
17-----4 1114 2424 4584 4754 716--6 3236 980 7 228-----
18-----4 1764 3084 5234 5444 781--6 4437 167 7 424-----
19-----4 2424 3744 5944 6064 851---7 3647 617-----
20-----4 3084 4584 6524 6684 916---7 5587 802-----
21------4 5234 7164 7325 020---7 7457 995-----
22------4 5944 7814 7975 119---7 9398 187 8 401----
23------4 6524 8514 8685 218---8 0918 410 8 902----
24------4 7164 9164 9335 320---8 3618 636 9 147----
25------4 7815 0205 0375 422----8 8619 392----
26------4 8515 1195 1355 516----9 0739 645----
27------4 9165 2185 2345 609----9 2489 966 10 31411 861--
28-------5 3205 3365 698----9 41810 29110 82312 194--
29-------5 4225 4335 777----9 65310 72711 54612 789--
30--------------10 01211 18011 90213 397--
31---------------11 64312 56714 017--
32---------------12 11313 24914 654--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 9, behorende bij artikel XV, onderdelen A, tweede lid, B en E

Bijlage C (IBM, artikelen 4, 5 en 24)

Bedragen met ingang van 1 juli 1997

Tabel 1: Verlenging salarisschaal Ltz1 (IBM, artikel 4, tweede lid)

diensttijd bedrag
25 8461
26 8537
27 8747

Tabel 2: Verhoging salaris (IBM, artikel 5, derde lid)

aantal jaren dat aanspraak heeft bestaan op het hoogste bedrag van de geldende schaalKoninklijke marineKoninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht
matr1kplkplkpl 1sgt
6 of meer7777447777
8 of meer15215290152152
10 of meer231-130231-
14 of meer231--309-
18 of meer309----

Tabel 3: Verlenging salarischaal (IBM, artikel 24)

De salarisschalen worden verlengd met ten hoogste drie verhogingen, elk van f 143 hetgeen resulteert in de volgende bedragen:
tlntelntkap
diensttijdbedragdiensttijdbedragdiensttijdbedrag
105 192176 084196 586
115 335186 227206 729
125 478196 370216 872

Bijlage 10, behorende bij artikel XXI, onder A

BIJLAGE B (BBAD, artikel 5, derde lid)

van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bevattende het kader (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen aard en niveau van de functies worden bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren (per 1 juli 1997)

HOOFDGROEP I (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IaNiveaugroep IbNiveaugroep Ic
Schaal 1Schaal 2Schaal 3
 - -U 153 494
 - -U 133 399
 -U 133 201U 113 300
U 122 903U 113 09863 201
U 102 826U 92 99253 098
U 82 76642 90342 992
32 70932 82632 826
22 65922 70922 709
12 55112 60712 607
02 44302 49602 551
J 212 199J 212 246J 212 296
J 201 954J 201997J 202 041
J 191 710J 191 747J 191 786
J 181 466J 181 498J 181 531
J 171 222J 171 248J 171 276
J 161 222J 161 248J 161 276
J 151 222J 151 248 -

HOOFDGROEP II (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIaNiveaugroep IIbNiveaugroep IIcNiveaugroep IId
Schaal 3Schaal 4Schaal 5Schaal 6
 -U 163 683U 153 873104 058
U 153 494U 143 590U 133 77593 967
U 133 399U 123 49483 68383 873
U 113 30073 39973 59073 775
63 20163 30063 49463 683
53 09853 20153 39953 590
42 99243 09843 30043 494
32 82632 90333 20133 399
22 70922 76622 99223 201
12 60712 65912 82612 992
02 55102 60702 70902 903
J 212 296J 212 346J 212 438 -
J 202 041J 202 086J 202 167 -
J 191 786J 191 825J 191 896 -
J 181 531J 181 564J 181 625 -
J 171 276J 171 304J 171 355 -
J 161 276J 161 304 - -

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIaNiveaugroep IIIbNiveaugroep IIIc
Schaal 5Schaal 6Schaal 7
U 153 873104 058104 476
U 133 77593 96794 358
83 68383 87384 255
73 59073 77574 156
63 49463 68364 058
53 39953 59053 967
43 30043 49443 873
33 20133 39933 775
22 99223 20123 590
12 82612 99213 399
02 70902 90303 300
J 212 438 - -
J 202 167 - -
J 191 896 - -
J 181 625 - -
J 171 355 - -

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIdNiveaugroep IIIe 
Schaal 8Schaal 9 
105 069 -   
94 980 -   
84 88285 737   
74 77875 548   
64 67765 343   
54 58455 160   
44 47644 980   
34 35834 778   
24 15624 584   
13 96714 358   
03 77504 156  

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVaNiveaugroep IVbNiveaugroep IVc
Schaal 8Schaal 9Schaal 10
 - -126 290
 - -116 093
105 069 -105 917
94 980 -95 737
84 88285 73785 548
74 77875 54875 343
64 67765 34365 160
54 58455 16054 980
44 47644 98044 778
34 35834 77834 584
24 15624 58424 358
13 96714 35814 156
03 77504 15603 967

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVdNiveaugroep IVe 
Schaal 11Schaal 12 
117 354 -   
107 254108 381   
97 06898 263   
86 87688 022   
76 68477 828   
66 49167 643   
56 29057 450   
46 09347 254   
35 91737 068   
25 73726 876   
15 54816 684   
05 34306 491  

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VaNiveaugroep VbNiveaugroep Vc
Schaal 10Schaal 11Schaal 12
126 290 - -
116 093117 354 -
105 917107 254108 381
95 73797 06898 263
85 54886 87688 022
75 34376 68477 828
65 16066 49167 643
54 98056 29057 450
44 77846 09347 254
34 58435 91737 068
24 35825 73726 876
14 15615 54816 684
03 96705 34306 491

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VdNiveaugroep VeNiveaugroep Vf
Schaal 13Schaal 14Schaal 15
 -910 012911 012
89 10289 743810 668
78 98679 481710 335
68 74469 226610 012
58 50258 98659 743
48 26348 74449 481
38 02238 50239 226
27 82828 26328 986
17 64318 02218 744
07 45007 82808 502

HOOFDGROEP VI (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VIaNiveaugroep VIbNiveaugroep VIcNiveaugroep VId
Schaal 13Schaal 14Schaal 15Schaal 16
 -910 012911 012912 113
89 10289 743810 668811 734
78 98679 481710 335711 368
68 74469 226610 012611 012
58 50258 98659 743510 668
48 26348 74449 481410 335
38 02238 50239 226310 012
27 82828 26328 98629 743
17 64318 02218 74419 481
07 45007 82808 50209 226

Bijlage 11, behorende bij artikel XXII, onder A

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 april 1998)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 3041 3311 559--------------
J171 3041 3311 559--------------
J181 3571 4141 8701 9141 973--2 496---------
J191 5191 5832 1822 2332 302--2 912---------
J201 7051 7772 4942 5522 630--3 3283 466------ --
J211 91419942 8052 8712 959--3 7443 900--------
                  
00-------3 7943 968------15 44416 471
01-------3 9774 151--------
022 1462 2363 1173 1903 2883 4333 5644 1604 333--------
032 3202 4253 2293 2673 3643 4983 6284 2934 484--------
042 6662 7433 2873 3473 4333 5693 6934 4384 625 4 875-------
052 6972 7853 3513 4063 4983 6333 7104 5844 759 5 079-------
062 7292 8273 3993 4653 5693 6983 7764 7114 900 5 205-------
072 7612 8713 4453 5233 6333 7573 8434 8495 028 5 339-------
082 7932 9133 4923 5833 6983 8223 9124 9805 146 5 464-------
092 8242 9573 5403 6383 7573 8893 9785 0975 272 5 5955 832------
102 8563 0013 5893 6933 8223 9584 048-5 3705 685 5 893------
11---3 7523 8894 0184 116-5 4665 7686 002------
12---3 8073 9584 0784 186-5 5655 8506 193------
13---3 8684 0184 1164 255-5 6535 9416 395------
14----4 0784 1854 325-5 7916 0256 5936 781-----
15----4 1444 2524 401-5 9156 1546 7867 023-----
16----4 2084 3204 478-6 0486 2996 9787 208-----
17----4 2714 3954 552--6 4397 1627 404-----
18----4 3374 4734 617--6 5777 3567 596-----
19----4 4104 5444 681---7 5477 782-----
20-----4 6114 751---7 7307 974-----
21-----4 6774 819---7 8958 167-----
22-----4 7474 888---8 0598 3598 538----
23-----4 8184 954---8 2238 5499 006----
24-----4 8885 016---8 3848 7419 223----
25-----4 9565 112----8 9339 441----
26-----5 0205 208----9 0739 645----
27------5 307----9 2489 96610 31411 861--
28------5 407----9 41810 29110 82312 194--
29------5 507----9 65310 72711 54612 789--
30-----------10 01211 18011 90213 397--
31------------11 64312 56714 017--
32------------12 11313 24914 654--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 12, behorende bij artikel XXII, onder A

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 april 1998)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsg t1smaooopzkap mstrtlntelntkapmajlkolkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 3041 3311 385-----------------
J171 3041 3311 3851 4671 551--1 675--------- ---
J181 3571 4141 6621 7601 861-1 9352 009--2 462 2 542--------
J191 5191 5831 9392 0542 171-2 2582 344--2 872 2 966--------
J201 7051 7772 2162 3472 482-2 5802 679--3 282 3 390--------
J211 91419942 4932 6412 792-2 9033 014--3 693 3 813--------
                     
00----------3 7273 852------15 44416 471
01----------3 9174 043--------
022 1462 2362 7702 9343 1023 1453 2253 349--4 1034 237--------
032 3202 4252 8413 0213 2013 2473 3493 484--4 2374 371--------
042 6662 7432 9143 0743 3003 3493 4333 539--4 3714 5224 720-------
052 6972 7852 9923 1253 3513 4333 5393 590--4 5224 6554 977-------
062 7292 8273 0513 1753 3993 4843 5903 645--4 6554 7895 084-------
072 7612 8713 1093 2273 4493 5393 6453 6983 716- 4 7894 9255 207-------
082 7932 9133 1653 2753 4963 5903 6983 8683 881- 4 9255 0495 319-------
092 8242 9573 2243 3303 5473 6453 7553 9273 943- 5 0495 1605 432-------
102 8563 0013 2783 3793 5933 6983 8093 9833 998 4 075-5 2805 5485 753------
11--3 3403 4263 6383 7553 8684 0484 0604 308- 5 3965 6575 829------
12--3 3943 4733 6933 8093 9274 1114 1284 374- 5 5165 7646 010------
13---3 5193 7523 8683 9834 1764 1914 458-5 631 5 8686 199------
14---3 5693 8073 9274 0484 2424 2564 522-5 737 5 9716 3996 662-----
15----3 8683 9834 1114 3084 3254 594-5 8296 0856 5966 851-----
16-----4 0484 1764 3744 3984 652-5 9416 1976 7877 043-----
17-----4 1114 2424 4584 4754 716--6 3236 980 7 228-----
18-----4 1764 3084 5234 5444 781--6 4437 167 7 424-----
19-----4 2424 3744 5944 6064 851---7 3647 617-----
20-----4 3084 4584 6524 6684 916---7 5587 802-----
21------4 5234 7164 7325 020---7 7457 995-----
22------4 5944 7814 7975 119---7 9398 187 8 401----
23------4 6524 8514 8685 218---8 0918 410 8 902----
24------4 7164 9164 9335 320---8 3618 636 9 147----
25------4 7815 0205 0375 422----8 8619 392----
26------4 8515 1195 1355 516----9 0739 645----
27------4 9165 2185 2345 609----9 2489 966 10 31411 861--
28-------5 3205 3365 698----9 41810 29110 82312 194--
29-------5 4225 4335 777----9 65310 72711 54612 789--
30--------------10 01211 18011 90213 397--
31---------------11 64312 56714 017--
32---------------12 11313 24914 654--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 13, behorende bij artikel XXIII

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 juli 1998)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 3041 3311 559--------------
J171 3041 3311 559--------------
J181 3571 4141 8701 9141 973--2 496---------
J191 5191 5832 1822 2332 302--2 912---------
J201 7051 7772 4942 5522 630--3 3283 466------ --
J211 91419942 8052 8712 959--3 7443 900--------
                  
00-------3 7943 968------15 81416 866
01-------3 9774 151--------
022 1462 2363 1173 1903 2883 4333 5644 1604 333--------
032 3202 4253 2293 2673 3643 4983 6284 2934 484--------
042 6662 7433 2873 3473 4333 5693 6934 4384 625 4 875-------
052 6972 7853 3513 4063 4983 6333 7104 5844 759 5 079-------
062 7292 8273 3993 4653 5693 6983 7764 7114 900 5 205-------
072 7612 8713 4453 5233 6333 7573 8434 8495 028 5 339-------
082 7932 9133 4923 5833 6983 8223 9124 9805 146 5 464-------
092 8242 9573 5403 6383 7573 8893 9785 0975 272 5 5955 832------
102 8563 0013 5893 6933 8223 9584 048-5 3705 685 5 893------
11---3 7523 8894 0184 116-5 4665 7686 002------
12---3 8073 9584 0784 186-5 5655 8506 193------
13---3 8684 0184 1164 255-5 6535 9416 395------
14----4 0784 1854 325-5 7916 0256 5936 781-----
15----4 1444 2524 401-5 9156 1546 7867 023-----
16----4 2084 3204 478-6 0486 2996 9787 208-----
17----4 2714 3954 552--6 4397 1627 404-----
18----4 3374 4734 617--6 5777 3567 596-----
19----4 4104 5444 681---7 5477 782-----
20-----4 6114 751---7 7307 974-----
21-----4 6774 819---7 8958 167-----
22-----4 7474 888---8 0598 3598 538----
23-----4 8184 954---8 2238 5499 006----
24-----4 8885 016---8 3848 7419 223----
25-----4 9565 112----8 9339 441----
26-----5 0205 208----9 0739 645----
27------5 307----9 2489 96610 31411 861--
28------5 407----9 41810 29110 82312 194--
29------5 507----9 65310 72711 54612 789--
30-----------10 01211 18011 90213 397--
31------------11 64312 56714 017--
32------------12 11313 24914 654--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 14, behorende bij artikel XXIII

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 juli 1998)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsgt1smaooopzkap mstrtlntelntkapmajlkolkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 3041 3311 385-----------------
J171 3041 3311 3851 4671 551--1 675--------- ---
J181 3571 4141 6621 7601 861-1 9352 009--2 462 2 542--------
J191 5191 5831 9392 0542 171-2 2582 344--2 872 2 966--------
J201 7051 7772 2162 3472 482-2 5802 679--3 282 3 390--------
J211 91419942 4932 6412 792-2 9033 014--3 693 3 813--------
                     
00----------3 7273 852------15 81416 866
01----------3 9174 043--------
022 1462 2362 7702 9343 1023 1453 2253 349--4 1034 237--------
032 3202 4252 8413 0213 2013 2473 3493 484--4 2374 371--------
042 6662 7432 9143 0743 3003 3493 4333 539--4 3714 5224 720-------
052 6972 7852 9923 1253 3513 4333 5393 590--4 5224 6554 977-------
062 7292 8273 0513 1753 3993 4843 5903 645--4 6554 7895 084-------
072 7612 8713 1093 2273 4493 5393 6453 6983 716- 4 7894 9255 207-------
082 7932 9133 1653 2753 4963 5903 6983 8683 881- 4 9255 0495 319-------
092 8242 9573 2243 3303 5473 6453 7553 9273 943- 5 0495 1605 432-------
102 8563 0013 2783 3793 5933 6983 8093 9833 998 4 075-5 2805 5485 753------
11--3 3403 4263 6383 7553 8684 0484 0604 308- 5 3965 6575 829------
12--3 3943 4733 6933 8093 9274 1114 1284 374- 5 5165 7646 010------
13---3 5193 7523 8683 9834 1764 1914 458-5 631 5 8686 199------
14---3 5693 8073 9274 0484 2424 2564 522-5 737 5 9716 3996 662-----
15----3 8683 9834 1114 3084 3254 594-5 8296 0856 5966 851-----
16-----4 0484 1764 3744 3984 652-5 9416 1976 7877 043-----
17-----4 1114 2424 4584 4754 716--6 3236 980 7 228-----
18-----4 1764 3084 5234 5444 781--6 4437 167 7 424-----
19-----4 2424 3744 5944 6064 851---7 3647 617-----
20-----4 3084 4584 6524 6684 916---7 5587 802-----
21------4 5234 7164 7325 020---7 7457 995-----
22------4 5944 7814 7975 119---7 9398 187 8 401----
23------4 6524 8514 8685 218---8 0918 410 8 902----
24------4 7164 9164 9335 320---8 3618 636 9 147----
25------4 7815 0205 0375 422----8 8619 392----
26------4 8515 1195 1355 516----9 0739 645----
27------4 9165 2185 2345 609----9 2489 966 10 31411 861--
28-------5 3205 3365 698----9 41810 29110 82312 194--
29-------5 4225 4335 777----9 65310 72711 54612 789--
30--------------10 01211 18011 90213 397--
31---------------11 64312 56714 017--
32---------------12 11313 24914 654--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 15, behorende bij artikel XXIV, onder A

BIJLAGE B (BBAD, artikel 5, derde lid)

van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bevattende het kader (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen aard en niveau van de functies worden bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren (per 1 september 1998)

HOOFDGROEP I (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IaNiveaugroep IbNiveaugroep Ic
Schaal 1Schaal 2Schaal 3
 - -U 153 585
 - -U 133 488
 -U 133 284U 113 386
U 122 979U 113 17863 284
U 102 900U 93 06953 178
U 82 83842 97943 069
32 77932 90032 900
22 72822 77922 779
12 61712 67512 675
02 32902 44302 617
J 212 038J 212 096J 212 355
J 201 805J 201 863J 202 094
J 191 572J 191 630J 191 832
J 181 339J 181 397J 181 570
J 171 253J 171 280J 171 309
J 161 253J 161 280J 161 309
J 151 253J 151 280 -

HOOFDGROEP II (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIaNiveaugroep IIbNiveaugroep IIcNiveaugroep IId
Schaal 3Schaal 4Schaal 5Schaal 6
 -U 163 779U 153 973104 163
U 153 585U 143 683U 133 87394 070
U 133 488U 123 58583 77983 973
U 113 38673 48873 68373 873
63 28463 38663 58563 779
53 17853 28453 48853 683
43 06943 17843 38643 585
32 90032 97933 28433 488
22 77922 83823 06923 284
12 67512 72812 90013 069
02 61702 67502 77902 979
J 212 355J 212 408J 212 501 -
J 202 094J 202 140J 202 223 -
J 191 832J 191 873J 191 945 -
J 181 570J 181 605J 181 667 -
J 171 309J 171 338J 171 390 -
J 161 309J 161 338 - -

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIaNiveaugroep IIIbNiveaugroep IIIc
Schaal 5Schaal 6Schaal 7
U 153 973104 163104 592
U 133 87394 07094 472
83 77983 97384 366
73 68373 87374 264
63 58563 77964 163
53 48853 68354 070
43 38643 58543 973
33 28433 48833 873
23 06923 28423 683
12 90013 06913 488
02 77902 97903 386
J 212 501 - -
J 202 223 - -
J 191 945 - -
J 181 667 - -
J 171 390 - -

HOOFDGROEP III (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IIIdNiveaugroep IIIe 
Schaal 8Schaal 9 
105 201 -   
95 109 -   
85 00985 886   
74 90375 692   
64 79865 482   
54 70355 294   
44 59245 109   
34 47234 903   
24 26424 703   
14 07014 472   
03 87304 264  

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVaNiveaugroep IVbNiveaugroep IVc
Schaal 8Schaal 9Schaal 10
 - -126 453
 - -116 252
105 201 -106 071
95 109 -95 886
85 00985 88685 692
74 90375 69275 482
64 79865 48265 294
54 70355 29455 109
44 59245 10944 903
34 47234 90334 703
24 26424 70324 472
14 07014 47214 264
03 87304 26404 070

HOOFDGROEP IV (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep IVdNiveaugroep IVe 
Schaal 11Schaal 12 
117 545 -   
107 443108 599   
97 25298 478   
87 05588 230   
76 85778 032   
66 66067 842   
56 45357 644   
46 25247 443   
36 07137 252   
25 88627 055   
15 69216 857   
05 48206 660  

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VaNiveaugroep VbNiveaugroep Vc
Schaal 10Schaal 11Schaal 12
126 453 - -
116 252117 545 -
106 071107 443108 599
95 88697 25298 478
85 69287 05588 230
75 48276 85778 032
65 29466 66067 842
55 10956 45357 644
44 90346 25247 443
34 70336 07137 252
24 47225 88627 055
14 26415 69216 857
04 07005 48206 660

HOOFDGROEP V (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VdNiveaugroep VeNiveaugroep Vf
Schaal 13Schaal 14Schaal 15
 -910 272911 299
89 33889 996810 946
79 22079 728710 604
68 97169 466610 272
58 72359 22059 996
48 47848 97149 728
38 23038 72339 466
28 03228 47829 220
17 84218 23018 971
07 64408 03208 723

HOOFDGROEP VI (maandbedragen in guldens)

Niveaugroep VIaNiveaugroep VIbNiveaugroep VIcNiveaugroep VId
Schaal 13Schaal 14Schaal 15Schaal 16
 -910 272911 299912 428
89 33889 996810 946812 039
79 22079 728710 604711 663
68 97169 466610 272611 299
58 72359 22059 996510 946
48 47848 97149 728410 604
38 23038 72339 466310 272
28 03228 47829 22029 996
17 84218 23018 97119 728
07 64408 03208 72309 466

Bijlage 16, behorende bij artikel XXV, onder A, eerste lid

Bijlage A (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine

(met ingang van 1 september 1998)

diensttijdmatr3matr2matr1kplsgtsmjraooltz3ltz2ltz2ocltz1kltzktzcdrsbnvadmvadm* ltadm
J161 3371 3651 599--------------
J171 3371 3651 599--------------
J181 3921 4511 9191 9642 024--2 561---------
J191 5581 6242 2392 2912 362--2 988---------
J201 7491 8232 5582 6182 699--3 4143 557------ --
J211 9642 0462 8782 9463 037--3 8414 001------ --
                  
00-------3 8924 071------15 81416 866
01-------4 0804 259--------
022 2022 2943 1983 2733 3743 5223 6564 2684 446--------
032 3802 4883 3133 3523 4513 5893 7234 4054 601--------
042 7352 8143 3723 4343 5223 6613 7894 5534 746 5 001-------
052 7672 8573 4383 4953 5893 7283 8064 7034 883 5 211-------
062 8002 9013 4873 5553 6613 7953 8744 8335 027 5 341-------
072 8322 9453 5353 6143 7283 8553 9434 9765 159 5 478-------
082 8652 9893 5833 6763 7953 9214 0135 1105 280 5 606-------
092 8983 0343 6323 7333 8553 9914 0825 2305 409 5 7415 984------
102 9313 0793 6833 7893 9214 0614 154-5 5105 833 6 046------
11---3 8503 9914 1234 223-5 6085 9186 159------
12---3 9064 0614 1844 295-5 7096 0026 354------
13---3 9694 1234 2234 366-5 7996 0956 561------
14----4 1844 2944 437-5 9426 1826 7656 958-----
15----4 2524 3634 516-6 0696 3146 9627 206-----
16----4 3174 4324 594-6 2056 4637 1597 396-----
17----4 3824 5094 671--6 6077 3487 597-----
18----4 4504 5904 737--6 7487 5477 794-----
19----4 5244 6624 802---7 7447 984-----
20-----4 7304 874---7 9318 182-----
21-----4 7994 945---8 1008 379-----
22-----4 8715 015---8 2688 5778 760----
23-----4 9435 083---8 4378 7729 240----
24-----5 0155 147---8 6028 9689 463----
25-----5 0855 245----9 1659 687----
26-----5 1505 344----9 3099 896----
27------5 445----9 48910 22510 58212 170--
28------5 548----9 66310 55811 10512 511--
29------5 650----9 90411 00611 84613 122--
30-----------10 27211 47012 21213 745--
31------------11 94612 89314 381--
32------------12 42813 59415 035--

* vice-admiraal met de functie van bevelhebber der zeestrijdkrachten.

Bijlage 17, behorende bij artikel XXV, onder A, eerste lid

Bijlage B (IBM, artikel 4, eerste lid)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht

(met ingang van 1 september 1998)

diensttijdsldsld1kplkpl1sgtsgt1smaooopzkap mstrtlntelntkapmajlkolkolbgengenmlgenlgen* gen
J161 3371 3651 421-----------------
J171 3371 3651 4211 5051 592--1 718--------- ---
J181 3921 4511 7051 8061 910-1 9852 062--2 525 2 608--------
J191 5581 6241 9892 1072 228-2 3162 405--2 946 3 043--------
J201 7491 8232 2742 4082 546-2 6472 749--3 367 3 478--------
J211 9642 0462 5582 7092 865-2 9783 092--3 788 3 912--------
                     
00----------3 8243 952------15 81416 866
01----------4 0184 148--------
022 2022 2942 8423 0103 1833 2273 3093 436--4 2094 347--------
032 3802 4882 9153 0993 2843 3313 4363 575--4 3474 485--------
042 7352 8142 9903 1543 3863 4363 5223 631--4 4854 6394 843-------
052 7672 8573 0703 2063 4383 5223 6313 683--4 6394 7765 107-------
062 8002 9013 1303 2573 4883 5753 6833 740--4 7764 9145 216-------
072 8322 9453 1893 3113 5383 6313 7403 7953 812- 4 9145 0545 342-------
082 8652 9893 2473 3603 5873 6833 7953 9683 982- 5 0545 1805 457-------
092 8983 0343 3083 4173 6393 7403 8534 0294 046- 5 1805 2945 573-------
102 9313 0793 3643 4673 6873 7953 9084 0874 102 4 181-5 4175 6935 903------
11--3 4273 5153 7333 8533 9684 1544 1664 420- 5 5375 8045 981------
12--3 4823 5643 7893 9084 0294 2184 2354 488- 5 6605 9146 166------
13---3 6113 8503 9684 0874 2854 3004 574-5 778 6 0216 360------
14---3 6613 9064 0294 1544 3534 3674 639-5 886 6 1266 5656 835-----
15----3 9684 0874 2184 4204 4374 713-5 9816 2436 7687 029-----
16-----4 1544 2854 4884 5124 773-6 0956 3586 9637 226-----
17-----4 2184 3534 5744 5914 838--6 4877 162 7 416-----
18-----4 2854 4204 6414 6624 905--6 6107 353 7 617-----
19-----4 3534 4884 7134 7254 977---7 5567 815-----
20-----4 4204 5744 7734 7905 043---7 7558 005-----
21------4 6414 8384 8565 150---7 9468 203-----
22------4 7134 9054 9225 252---8 1458 400 8 619----
23------4 7734 9774 9955 354---8 3018 629 9 133----
24------4 8385 0435 0615 458---8 5798 860 9 385----
25------4 9055 1505 1685 563----9 0919 636----
26------4 9775 2525 2695 660----9 3099 896----
27------5 0435 3545 3705 754----9 48910 225 10 58212 170--
28-------5 4585 4755 847----9 66310 55811 10512 511--
29-------5 5635 5755 927----9 90411 00611 84613 122--
30--------------10 27211 47012 21213 745--
31---------------11 94612 89314 381--
32---------------12 42813 59415 035--

* luitenant-generaal met de functie van bevelhebber der landstrijdkrachten of bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

Bijlage 18, behorende bij artikel XV, onderdelen A, tweede lid, B en F

Bijlage C (IBM, artikelen 4, 5 en 24)

Bedragen met ingang van 1 september 1998

Tabel 1: Verlenging salarisschaal Ltz1 (IBM, artikel 4, tweede lid)

diensttijd bedrag
25 8681
26 8759
27 8975

Tabel 2: Verhoging salaris (IBM, artikel 5, derde lid)

aantal jaren dat aanspraak heeft bestaan op het hoogste bedrag van de geldende schaalKoninklijke marineKoninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht
matr1kplkplkpl 1sgt
6 of meer7979457979
8 of meer15615693156156
10 of meer237-133237-
14 of meer237--317-
18 of meer317----

Tabel 3: Verlenging salarischaal (IBM, artikel 24)

De salarisschalen worden verlengd met ten hoogste drie verhogingen, elk van f 147 hetgeen resulteert in de volgende bedragen:
tlntelntkap
diensttijdbedragdiensttijdbedragdiensttijdbedrag
105 327176 242196 757
115 474186 389206 904
125 621196 536217 051

XNoot
1

Stb. 1982, 279, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 668.

XNoot
2

Stb. 1993, 350, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 1997, Stb. 668.

XNoot
3

Stb. 1993, 345, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 1997, Stb. 573.

XNoot
4

Stb. 1996, 26, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 1997, Stb. 573.

XNoot
5

Stb. 1996, 337, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 1997, Stb. 573.

XNoot
6

Stb. 1966, 447, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 1997, Stb. 573.

XNoot
7

Stb. 1991, 412, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 maart 1996, Stb. 192.

XNoot
8

Stb. 1996, 192.

XNoot
9

Stb. 1982, 648, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 augustus 1995, Stb. 482.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven