Besluit van 16 september 1996, houdende wijziging
van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 (mogelijk maken van verlening
van geldelijke steun voor bouwkundige splitsing van na-oorlogse woningen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 3 juli 1996, nr. MJZ96037871, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 67 en 81 van de Woningwet;
De Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 1996, nr. W08.96.0275);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 september 1996, nr. MJZ96051202,
Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van het >
Besluit woninggebonden subsidies 19951 komt te
luiden:
c. te treffen ingrijpende voorzieningen, waaronder worden verstaan:
1°. bouwkundige splitsingen van verhuurde of te verhuren woningen
en
2°. andere te treffen ingrijpende voorzieningen aan verhuurde of te
verhuren woningen waarvan de bouw voor 1 januari 1946 is voltooid,
en welke hierna worden genoemd «ingrijpende voorzieningen aan woningen»;.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag die twee maanden ligt
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad wordt geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 16 september 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel
Uitgegeven de vierentwintigste september 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit besluit is het Besluit woninggebonden subsidies 1995 zodanig aangepast,
dat het verlenen van geldelijke steun voor het bouwkundig splitsen van na-oorlogse
woningen ten laste van de op voet van dat besluit toegekende budgetten mogelijk
is geworden. Deze verruiming van de mogelijkheden tot besteding van die budgetten
is wenselijk, omdat daardoor de bestaande woningvoorraad beter kan worden
benut.
De regionale openbare lichamen in de zin van de Kaderwet bestuur in verandering
en de budgetbeherende (samenwerkingsverbanden van) gemeenten voeren een volkshuisvestingsbeleid
waarin het beter benutten van de bestaande woningvoorraad, of die nu vooral
uit vooroorlogse of uit na-oorlogse woningen bestaat, een steeds belangrijker
plaats inneemt. Belangrijke instrumenten daarbij zijn bijvoorbeeld het herbestemmen
van bedrijfsgebouwen en het bouwkundig splitsen van woningen. Aan dat laatste
instrument blijkt ook in na-oorlogse wijken een toenemende behoefte te bestaan.
Voorheen was het verlenen van geldelijke steun ten laste van het op voet
van genoemd besluit toegekende budget voor het bouwkundig splitsen van na-oorlogse
woningen niet mogelijk. In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit
woninggebonden subsidies 1995 werden de ingrijpende voorzieningen aan woningen –
waaronder blijkens artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van dat besluit ook
de bouwkundige splitsing van woningen valt – immers beperkt tot woningen
waarvan de bouw voor 1 januari 1946 was voltooid. Daaruit volgde dat
de in artikel 22 van dat besluit neergelegde mogelijkheid om het budget aan
ingrijpende voorzieningen te besteden ook niet verder reikte dan die woningen.
Met dit besluit is genoemd artikel 3, eerste lid, onderdeel c, zodanig
gewijzigd, dat er geen ouderdomsgrens voor bouwkundig te splitsen woningen
meer bestaat. Dit is gebeurd door alle bouwkundige splitsingen van woningen
te laten vallen onder het begrip «ingrijpende voorzieningen aan woningen»
(onderdeel 1°). Bij de overige ingrijpende voorzieningen aan woningen
is die ouderdomsgrens gehandhaafd (onderdeel 2°).
Uit de wijziging vloeit voort, dat het toepassingsbereik van artikel 22
van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 is verruimd zonder dat die bepaling
is gewijzigd. Daarmee is bewerkstelligd dat op voet van dat artikel geldelijke
steun kan worden verleend voor alle bouwkundige splitsingen van woningen.
Met de onderhavige wijziging is ook artikel 27 van dat besluit, waarin
de specifieke voorwaarden zijn opgenomen voor het verlenen van geldelijke
steun voor ingrijpende voorzieningen aan woningen, van toepassing geworden
op alle bouwkundige splitsingen van woningen, wat onder meer betekent dat
de kosten van die splitsingen meer dan f 50 000 dienen te bedragen,
wil daarvoor geldelijke steun ten laste van een budget kunnen worden verleend.
Een en ander is mede bedoeld als stimulans om tot een naar financiële
draagkracht van de bewoners evenwichtige verdeling van de huurwoningen te
komen, wat nog steeds een van de beleidsdoelstellingen is die het Besluit
woninggebonden subsidies 1995 beoogt te bevorderen.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel
XNoot
1Stb. 1994, 744, gewijzigd bij besluit van 14 april 1995, Stb. 221.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het zonder meer instemmend luidt.