Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35420 nr. 357 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35420 nr. 357 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2021
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren dat de verschillende NOW-regelingen op enkele onderdelen aangepast zullen worden. Deze aanpassingen zien op het wegnemen van belemmeringen bij het vaststellingsproces van verschillende NOW-periodes.
Allereerst ga ik in deze brief graag in op de stand van zaken van de vaststellingen van de NOW-1 en uit ik daarbij mijn zorgen om de grote groep werkgevers die nog geen vaststellingsaanvraag voor de NOW-1 heeft ingediend. Werkgevers hebben nog tot en met uiterlijk 31 oktober 2021 om een vaststelling voor de NOW-1 aan te vragen. Op dit moment zijn er minder dan de helft van de vaststellingsaanvragen van de NOW-1 ontvangen. Het is van belang te beseffen dat werkgevers die niet op tijd een vaststellingsaanvraag doen, te maken krijgen met nihilstelling van de subsidie. Dat acht ik onwenselijk en dat wil ik dan ook graag zien te voorkomen.
Het achterblijven van de aanvragen heeft meerdere redenen. Naast dat mijn verwachting is dat veel werkgevers tot het laatst mogelijke moment wachten met het indienen van een vaststellingsaanvraag, omdat dit voor een zo laat mogelijke start van een eventuele terugbetalingsregeling zorgt, heb ik signalen ontvangen dat accountants en deskundige derden moeite hebben om de grote stroom aan accountants- en derdenverklaringen op tijd af te ronden. Om nihilstellingen te voorkomen, zet ik in op het wegnemen van de bestaande belemmeringen bij het doen van een tijdige aanvraag. Zo kondig ik met deze brief aan dat de reeds bestaande aanvullende veertienwekentermijn voor het aanleveren van een accountantsverklaring bij het indienen van een vaststellingsaanvraag ook gaat gelden voor de aanlevering van derdenverklaringen. Daarnaast ga ik ook in op de aanvullende communicatie die ik samen met UWV zal inzetten om werkgevers te wijzen op het belang van het tijdig indienen van een vaststellingsaanvraag.
In deze brief informeer ik u ook graag over twee wijzigingen die zien op de controle van de NOW door accountants. Ook hierdoor kan het in enkele gevallen zo zijn dat accountants nog niet in staat zijn geweest om hun controle af te ronden. Sommige werkgevers en accountants lopen bij de controle van de NOW-groep namelijk vast op een erg complexe concernstructuur. Ik ben in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) tot een oplossing gekomen voor de controle van de NOW-groep in dergelijke complexe situaties. Ook informeer ik over een bijstelling van de risico-inschatting bij SV-loon in het buitenland. Deze aanpassingen gelden voor alle NOW-periodes.
Tot slot informeer ik u middels deze brief over de verlengde openstelling van de vaststellingsloketten van de NOW-3.
Hieronder licht ik deze wijzigingen nader toe. De regelingen waarin deze wijzigingen worden verwerkt, zullen gelijktijdig met publicatie aan uw Kamer worden gestuurd.
Stand van zaken vaststellingen NOW-1
Op dit moment zijn er 64.0001 vaststellingsaanvragen van de NOW-1 binnengekomen. Dit is minder dan de helft van de ongeveer 140.000 toegekende NOW-1-subsidies. Circa 76.0002 werkgevers moeten dus nog een vaststellingsaanvraag voor de NOW-1 indienen. Werkgevers hebben nog tot en met uiterlijk 31 oktober 2021 om een vaststelling voor de NOW-1 aan te vragen.
Het naar achteren verschuiven van de sluitingsdatum van het vaststellingsloket vind ik geen wenselijke stap binnen het vaststellingsproces NOW-1. De eerdere verschuiving van de sluitingsdatum van het loket, van 31 maart 2021 naar 31 oktober 2021, heeft er niet voor gezorgd dat in de tussentijd significant meer vaststellingsaanvragen zijn binnen gekomen.3 Daarnaast is het anderhalf jaar geleden sinds de driemaands-periode van de NOW-1 van start is gegaan en is het voor werkgevers ondertussen tijd om een vaststellingsaanvraag in te dienen. Ten eerste, zorgt dit voor duidelijkheid voor de betrokken werkgevers, ook in het geval van een mogelijke terugvordering. Ten tweede, is dit wenselijk met het oog op de uitvoering. Het opschuiven van dit proces legt namelijk extra druk op de uitvoering en heeft daarmee gevolgen voor de start en afhandeling van de vaststelling van de volgende NOW-tranches. Hieronder ga ik in op enkele wijzigingen waarmee ik de belemmeringen in het vaststellingsproces van de NOW-1 tracht weg te nemen.
Toevoeging van veertienwekentermijn voor de derdenverklaring
Het is voor werkgevers mogelijk om tot en met 31 oktober 2021 een vaststellingsaanvraag voor de NOW-1 bij UWV in te dienen. Voor sommige werkgevers is de reden dat zij nog geen vaststellingsaanvraag hebben ingediend dat zij nog wachten op een accountants- of derdenverklaring. Door drukte bij accountantskantoren en andere organisaties die een derdenverklaring mogen verstrekken is het lastig om deze verklaringen tijdig te verkrijgen. Ook de recent afgeronde gesprekken over de aanpassingen van de controle van de NOW-groep, die ik hieronder nader toelicht, hebben ertoe geleid dat accountants in enkele gevallen hebben moeten wachten met het afgeven van een accountantsverklaring. In alle NOW-regelingen is echter opgenomen dat werkgevers die een accountantsverklaring nodig hebben maar deze nog niet kunnen overleggen, op verzoek binnen veertien weken de vaststellingsaanvraag aan kunnen vullen met een accountantsverklaring. Dit is in de uitvoering zo ingeregeld dat werkgevers bij het doen van de vaststellingsaanvraag bij UWV de optie kunnen aanvinken dat zij nog wachten op een accountantsverklaring. Vanaf het moment dat zij de vaststellingsaanvraag doen en deze optie aanvinken, hebben ze recht op veertien weken uitstel. Zij dienen vervolgens de aanvraag opnieuw in te dienen, deze keer met de accountantsverklaring. Het is wel van groot belang dat er een vaststellingsaanvraag wordt gedaan vóór de sluitingsdatum van het vaststellingenloket op 31 oktober 2021 en dat er tijdens de aanvraag wordt aangegeven dat de verklaring nog volgt. Alleen dan kan de werkgever gebruik maken van de veertien weken termijn om een aanvraag te doen die volledig is en dus inclusief verklaring. De aanvraag zal na het aanvinken van de optie worden afgebroken, waarna de werkgever zodra hij de accountantsverklaring heeft ontvangen opnieuw de vaststellingsaanvraag kan indienen bij UWV – binnen veertien weken na de eerste vaststellingsaanvraag.
Op dit moment geldt deze termijn van veertien weken alleen voor accountantsverklaringen. Ook rondom de afgifte van de derdenverklaringen speelt drukte de sector parten, mede omdat deze derdenverklaringen ook door accountants afgegeven kunnen worden. In de praktijk zijn het ook vaak accountants die derdenverklaringen afgeven. Het is daarom wenselijk dat werkgevers die een derdenverklaringen moeten aanleveren daarvoor ook een extra termijn van veertien weken krijgen. De NOW-regelingen (NOW-1, -2, -3 en -4) worden hier op korte termijn op aangepast. Ook voor deze werkgevers geldt uiteraard dat ze wél uiterlijk 31 oktober een vaststellingsaanvraag moeten doen.
Aanvullende communicatie over naderende deadline 31 oktober
Naast bovengenoemde aanpassing zet ik samen met UWV in op aanvullende en uitgebreide communicatie over de naderende deadline voor de vaststellingsaanvragen van 31 oktober en de veertienwekentermijn om de aanvraag aan te vullen met een accountants- of derdenverklaring. Ik heb het vertrouwen dat deze aanvullende communicatie en de in deze brief beschreven wijzigingen ervoor zorgen dat de op dit moment ervaren belemmeringen worden weggenomen en dat vele werkgevers richting de sluitingsdatum van 31 oktober aanstaande een vaststellingsaanvraag zullen doen teneinde een nihilstelling te voorkomen. Uiteraard blijf ik dit proces en de voortgang hierbij goed monitoren.
Introductie nieuwe inherente beperking bij controle van de NOW-groep
Vanaf de start van de NOW zijn er veel vragen over het gehanteerde concernbegrip binnen de NOW. Dat komt omdat voor de NOW onder andere wordt gekeken naar moeder-dochterrelaties, omdat we solidariteit binnen het concern verwachten voordat gebruik wordt gemaakt van de NOW. Hoewel dergelijke binnengekomen vragen steeds zorgvuldig zijn beantwoord, hebben werkgevers en accountants mij erop gewezen dat het concernbegrip zoals dat op dit moment wordt gehanteerd, bij complexe, vaak internationale, bedrijfsstructuren mogelijk tot problemen kan leiden. Vanuit de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en vanuit controles door Uitvoering van Beleid (UVB) zijn voorbeelden bekend van concernstructuren met soms meer dan honderden of zelfs duizenden entiteiten in binnen- en buitenland.
Bij dergelijke complexe en/of grote structuren kan het voor een accountant erg lastig zijn om de volledigheid van de concernstructuur vast te stellen. De uitgebreide controle betekent niet alleen hoge administratieve lasten voor werkgevers, maar leidt mogelijk ook tot een oordeelsonthouding van de accountant. De accountant geeft een oordeelsonthouding af als hij niet met voldoende zekerheid vast heeft kunnen stellen of de bedrijfsstructuur volledig in beeld is gebracht. Deze oordeelsonthouding leidt vervolgens tot een nihil vaststelling van de subsidie voor de aanvrager, oftewel het volledig moeten terugbetalen van het eerder ontvangen NOW-voorschot.
Het geheel terugvorderen van NOW-subsidie als gevolg van het niet met voldoende zekerheid volledig kunnen bepalen van de NOW-groep als gevolg van het gehanteerde concernbegrip in combinatie met complexiteit in de structuur, acht ik niet in alle gevallen wenselijk. Tegelijkertijd hecht ik in de vaststellingsfase van de NOW aan een controle die recht doet aan enerzijds zowel de hoogte van het uitgekeerde subsidiebedrag als de vooraf gestelde voorwaarden en anderzijds aan een beperking van de administratieve lasten voor de werkgever.
Na intensief overleg met de NBA ben ik gekomen tot een oplossing voor deze problematiek, zonder afbreuk te doen aan het concernbegrip.
De aanpassing brengt geen verandering in het feit in dat ik van werkgevers en accountants blijf vragen zich in te spannen om de concernstructuur volledig in kaart te brengen en deze te controleren. Wanneer de accountant echter tijdens zijn onderzoek vastloopt vanwege een bijzonder complexe structuur, hij niet zeker weet of het concern volledig is, of als een verder onderzoek niet tegen economisch verantwoorde kosten kan worden uitgevoerd of zelfs onmogelijk is, dan mag hij zijn werkzaamheden beperken. Voordat een accountant dit mag doen, moet deze wel altijd een verplichte set aan werkzaamheden hebben uitgevoerd. Samen met de NBA zijn deze werkzaamheden inmiddels bepaald en deze worden vastgelegd in de accountantsprotocollen en de Standaard 3900N. Wanneer de accountant de controle niet volledig kan uitvoeren, kan deze na uitvoering van de verplichte werkzaamheden een zogenoemde oordeelonthouding met inherente beperking afgeven. Deze inherente beperking zal geen volledige nihil vaststelling van de subsidie tot gevolg hebben, maar een korting betekenen van 10% op de gehele NOW-subsidie. Met deze korting wordt derhalve een forfaitaire correctie doorgevoerd voor het feit dat de volledigheid van de NOW-groep niet zeker vastgesteld kan worden maar dat er ook geen aanwijzingen zijn dat de NOW-groep onvolledig is. Dit geldt voor zowel de controles met een beperkte als met een redelijke mate van zekerheid en zowel voor de aanvragen op concern- als werkmaatschappijniveau. We sluiten met de korting aan bij de reeds bestaande inherente beperking waarbij de NOW-subsidie niet op nihil wordt vastgesteld maar waar ook een korting van 10% wordt toegepast.
Op basis van uitvraag bij de grote accountantskantoren door de NBA schat ik in dat deze problematiek alleen al bij de NOW-1 voor 120 tot 160 aanvragers speelt. Hoewel dit een relatief klein gedeelte van alle aanvragers betreft, gaat het hier om grote werkgevers die gezamenlijk naar inschatting een voorschot tussen de € 360 en € 440 miljoen hebben ontvangen. Het bedraagt daarmee ongeveer 5% van het totaal verstrekte voorschot in de NOW-1.
Ongeacht bovenstaande aanpassing geldt nog steeds dat een volledige oordeelsonthouding en dientengevolge volledige terugvordering van de verstrekte NOW-voorschotten zal volgen wanneer een accountant geen of slechts beperkte medewerking krijgt vanuit de (buitenlandse) entiteit(en) en/of het groepshoofd waardoor de verplichte werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden en de NOW-groep niet volledig bepaald is en gecontroleerd kan worden. De bovenstaand beschreven inherente beperking volgt dus alleen wanneer de accountant voldoende medewerking heeft gekregen vanuit de groep, tenminste de verplichte set aan werkzaamheden heeft uitgevoerd, geen aanwijzingen heeft dat het concern niet correct is bepaald en de groepssamenstelling niet tegen economisch verantwoorde kosten kan worden gecontroleerd.
Bijstelling risico-inschatting SV-loon op in het buitenland
Een ander probleem binnen de accountantscontrole betreft de controle op de aanwezigheid van SV-loon in het buitenland. Wanneer sprake is van buitenlandse entiteiten binnen een concern zal in het controleproces onder andere moeten worden vastgesteld of bij deze entiteiten Nederlands SV-loon wordt verloond. In die gevallen telt de omzet van deze entiteiten namelijk mee voor de bepaling van de omzetdaling. De controle van alle buitenlandse entiteiten, soms ver buiten Europa, kan tijdrovend en daardoor kostbaar zijn en leidt naar alle waarschijnlijkheid vaak tot de conclusie dat een buitenlandse entiteit geen Nederlands SV-loon verloont en daarmee geen onderdeel van de NOW-groep uitmaakt. De kans dat er sprake is van verloning van SV-loon buiten Nederland is namelijk klein en wanneer dit voorkomt zal dit voornamelijk in de grenslanden van Nederland zijn. Vanwege dit lage risico en het belang dat ik hecht aan een balans tussen controle enerzijds en administratieve lasten anderzijds, kunnen accountants op basis van deze lage risico-inschatting hun controlewerkzaamheden op SV-loon in het buitenland bijstellen en verminderen. De NBA zal in de Standaard aangeven welke werkzaamheden in dat geval nodig zijn. Wel zullen accountants op basis van hun kennis en hun ervaringen uit het NOW-onderzoek de controle van entiteiten in het buitenland intensiveren wanneer dit nodig wordt geacht.
Bovenstaande wijzigingen die in deze brief worden aangekondigd, de toevoeging van de veertienwekentermijn voor de derdenverklaring, de toevoeging van de inherente beperking bij de bepaling van de concernstructuur en de bijstelling van het controlerisico bij SV-loon in het buitenland, zijn relevant voor het vaststellingsproces NOW-1. Deze wijzigingen zullen daarom voor alle regelingen gelden, ook voor de NOW1 en 2. Op korte termijn zal een addendum op de accountantsprotocollen van de NOW-1 en NOW-2 en de bijbehorende accountantsverklaringen gepubliceerd worden. Omdat de protocollen onderdeel zijn van de regelingen zelf, is een wijziging van zowel de NOW-1 als de NOW-2 nodig. De NBA zal daarnaast de Standaard 3900N aanpassen.
Data loketten vaststelling NOW-3
Op 31 mei jl. is aangekondigd dat er enkele lastenverlichtingen rondom de vaststellingen van de NOW worden doorgevoerd. Onderdeel daarvan is dat accountantscontroles ten behoeve van de vaststellingsaanvragen van de NOW-3 en -4 kunnen worden gecombineerd. Dit bespaart kosten voor de werkgever voor het overleggen van een derden- of accountantsverklaring. Op dit moment sluiten de vaststellingsloketten van elke tranche in de NOW-3 en -4 echter elk op een eigen moment, waarbij het loket van de NOW-3.1 slechts één week overlapt met het loket van de NOW-4. Dit biedt accountants en deskundige derden onvoldoende gelegenheid om de controles van de verschillende tranches gezamenlijk op te pakken. Om dat op te lossen worden de sluitingsdata van de drie tranches van de NOW-3 gelijkgetrokken met de sluitingsdatum van het loket van de NOW-4. Dit geeft werkgevers maximaal de ruimte om de vaststellingsaanvraag van de NOW-3 (derde, vierde en vijfde tranche) samen te laten controleren met de vaststellingsaanvraag van de NOW-4 en daadwerkelijk kosten te kunnen besparen voor het verkrijgen van de accountantsverklaring. Concreet betekent dit dat de opening van de vaststellingsloketten er als volgt uit zal zien:
Vaststellingsloket per tranche |
NOW-periode |
Opening loket |
Sluiting loket |
---|---|---|---|
NOW-1 (eerste tranche) – ongewijzigd |
Maart t/m mei 2020 |
7 oktober 2020 |
31 oktober 2021 |
NOW2 (tweede tranche) – ongewijzigd |
Juni – September 2020 |
14 maart 2021 |
5 januari 2022 |
NOW-3.1 (derde tranche) |
Oktober t/m December 2020 |
3 oktober 2021 |
22 februari 2023 |
NOW-3.2 (vierde tranche) |
Januari t/m maart 2021 |
30 januari 2022 |
22 februari 2023 |
NOW-3.3 (vijfde tranche) |
April t/m juni 2021 |
30 januari 2022 |
22 februari 2023 |
NOW-4 (zesde tranche) – ongewijzigd |
Juli t/m September 2021 |
Uiterlijk 1 juni 20221 |
22 februari 2023 |
Met deze verruiming van de opening van de loketten bieden we werkgevers samen met hun accountants en andere organisaties die derdenverklaringen verstrekken de kans om de vaststelling van de tranches NOW-3 te combineren met de vaststelling van de NOW-4. Het opschuiven van de einddata van de loketten NOW 3 leidt ook tot budgettaire verschuivingen naar latere jaren, die op een later moment in de SZW-begroting zullen worden verwerkt.
Op korte termijn zal ook het accountantsprotocol voor de NOW-3 en de NOW-4 worden vastgesteld. Hierover wordt uw Kamer voorafgaand aan de openstelling van het loket voor vaststellingaanvragen voor de NOW-3 op 4 oktober aanstaande nog separaat geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35420-357.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.