Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2016
Op 1 juli 2015 en 1 januari 2016 zijn delen van de Wet aanpak schijnconstructies (Was)
(Kamerstuk 34 108) in werking getreden. De Was beoogt een bijdrage te leveren aan het creëren van een
gelijk speelveld op de arbeidsmarkt, het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen
bedrijven, het versterken van de rechtspositie van werknemers en het waarborgen van
een juist beloning voor werknemers (conform wet- en regelgeving, cao of afspraken
bij individuele arbeidsovereenkomst). Over deze doelen bestaat, gezien de steun die
de wet in zowel de Tweede als de Eerste Kamer kreeg, brede overeenstemming.
In deze eerste monitor Wet aanpak schijnconstructies zijn de eerste ervaringen met
de wet samengevat1. Hiervoor zijn de partijen die het meest betrokken zijn geweest bij de totstandkoming
van de wet bevraagd. Deze monitor behandelt onderdelen van de Was die op 1 juli 2015
en 1 januari 2016 in werking zijn getreden. Het aantal «harde» en kwantitatieve gegevens
over de Was is op dit moment nog beperkt. Het gaat vooral over eerste ervaringen.
De informatie die is verzameld in deze monitor is onderdeel van de input die verzameld
wordt met het oog op de evaluatie van de wet eind 2018.
Alle bevraagde partijen geven aan dat de ervaringen met de wet nog beperkt zijn. Tegelijkertijd
benadrukken zij de preventieve werking van de wet. Dit geldt zowel voor werknemers-
als werkgeversorganisaties. Er wordt meer gesproken over de juiste beloning van werknemers,
overal in de keten. Dat stemt optimistisch. Het is belangrijk hierover blijvend het
gesprek te voeren en ervaringen uit te wisselen.
Per 1 januari 2017 treedt het artikel van de Was in werking dat verrekeningen met
en inhoudingen op het wettelijk minimumloon niet langer toestaat. Tegelijkertijd treedt
er een algemene maatregel van bestuur in werking waardoor er een uitzondering wordt
gemaakt voor huisvestingskosten en de kosten voor een zorgverzekering. Voor arbeidsbeperkte
werknemers gelden er ook enkele uitzonderingen. De Inspectie SZW zal hierop gaan handhaven.
Ook zal vanaf 1 januari 2017 de ketenaansprakelijkheid gaan gelden voor de vervoersovereenkomsten
met betrekking tot goederenvervoer over de weg. Dit is geregeld in een afzonderlijke
wet: Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitbreiding
van de aansprakelijkheid voor de voldoening van het verschuldigde loon aan de werknemer
die arbeid verricht ter uitvoering van een overeenkomst van goederenvervoer over de
weg of een overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen over de weg (Kamerstuk
34 461).
Vanaf die datum zijn alle maatregelen uit de wet in werking getreden. De tweede monitor
Wet aanpak schijnconstructies is voorzien voor eind 2017. Hierin zal over alle maatregelen
uit de wet worden gerapporteerd.
Van deze brief maak ik gebruik voor het volgende. Per 1 januari 2017 treedt het gewijzigde
Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag in werking. Het is dan mogelijk om onder
voorwaarden een bedrag voor huisvestingskosten in te houden op het minimumloon. Eén
van die voorwaarden is dat de huisvesting is gecertificeerd door een geaccrediteerde
certificerende instelling. Dit accreditatieproces zal pas in de loop van 2017 zijn
voltooid. Omdat de betrokken instellingen nu reeds de certificering verrichten heb
ik de Inspectie SZW verzocht geen boeterapport op te maken als de overtreding enkel
bestaat uit het feit dat de certificering door een van deze instellingen is verricht
voordat de accreditatie was afgerond. De geldigheidsduur van de voor de accreditatie
afgegeven certificaten zal worden gerespecteerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher