33 962 Regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)

Nr. 110 AMENDEMENT VAN HET LID VELDMAN

Ontvangen 24 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 16.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16.7a (koepelconcept)

  • 1. In een coördinatiebesluit als bedoeld in artikel 3:20, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht kan, met het oog op de doelen van de wet en voor het optimaliseren van gebruiksruimte in een gebied, worden bepaald dat afdeling 3.5 van die wet van toepassing is op de vaststelling, wijziging of intrekking van:

    • a. een omgevingsplan, waterschapsverordening of omgevingsverordening,

    • b. een programma, en

    • c. een projectbesluit of een omgevingsvergunning.

  • 2. Artikel 3:30 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op besluiten waartegen geen beroep kan worden ingesteld.

Toelichting

Voor het Rotterdamse havengebied wordt, mede op basis van de Crisis- en herstelwet, gewerkt aan een gebiedsgerichte regeling voor het havengebied. Hierbij wordt een zogenaamd «koepelconcept» ontwikkeld waarbij aan de voorkant van het besluitvormingsproces de benodigde (milieu)gebruiksruimte wordt bepaald en waarin een periodieke bijstelling op basis van de Best Available Technics en de voor het HIC geldende intensiveringsopgave plaats kan vinden. Dit biedt bedrijven en burgers vooraf helderheid over vestigingsmogelijkheden en de te behouden omgevingskwaliteiten.

Deze benadering biedt ook kansen voor toepassing onder de Omgevingswet voor industriecomplexen zoals het Rotterdamse haven- en industriecomplex en de Chemelot site en -campus in Limburg. De Omgevingswet biedt al instrumenten voor een (integrale) gebiedsgerichte benadering en de verdeling van gebruiksruimte. Met dit amendement wordt duidelijk dat de (kern)instrumenten van de Omgevingswet voor een gebied in samenhang kunnen worden toegepast. Dit artikel stelt zeker dat daarvoor de nieuwe afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht (Coördinatie van samenhangende besluiten) kan worden toegepast. Dit gebeurt met een gezamenlijk coördinatiebesluit als bedoeld in artikel 3:20, onder b, en 3:22 van die wet.

Het tweede lid zorgt ervoor dat geen beroepsmogelijkheid ontstaat tegen een verordening of programma dat in de coördinatie wordt betrokken, conform de algemene lijn in de Omgevingswet.

Veldman

Naar boven