33 576 Natuurbeleid

26 407 Biodiversiteit

Nr. 255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2021

Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vast commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 september jl. om een reactie op de brief van WWF-NL en DCNA met betrekking tot bescherming van Yarari-reservaat en klimaatadaptatie op de Caribisch Nederlandse eilanden. In mijn reactie ga ik in op de in de brief voorgestelde initiatieven met betrekking tot de bescherming van het Yarari-reservaat en adaptatie van klimaatverandering voor wat betreft Caribisch Nederland.

Bescherming Yarari-reservaat

In 2015 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken het Yarari-reservaat vastgesteld middels het tekenen van een verklaring met het openbaar lichaam Saba en het openbaar lichaam Bonaire. In 2018 is de verklaring tevens getekend met het openbaar lichaam Sint Eustatius. De wettelijke implementatie van de verklaring is nog gaande, deze zal naar verwachting in 2022 inwerkingtreden. Een beheerplan zal worden opgesteld wanneer de wetgeving in werking is getreden waarna ook voor een beheerstructuur zal worden gekozen. In het beheerplan zal aandacht zijn voor specifieke soorten waaronder zeezoogdieren, zeeschildpadden, haaien en roggen. Voor de uitvoering van het beheerplan, waaronder handhaving en controle zijn middelen beschikbaar in het kader van het Natuur en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 (Kamerstukken 33 576 en 26 407, nr. 190).

Het huidige beheerplan voor de natuurlijke hulpbronnen in de Exclusieve Economische (Zone (EEZ Management Plan) van de Nederlandse Cariben is gedateerd (2010). Gelet hierop en gezien de wettelijke aanwijzing van het Yarari-reservaat ligt een vernieuwing van het EEZ management plan voor de hand. In overleg met de andere landen van het Koninkrijk zal dit plan gelijktijdig met de ontwikkeling van het Yarari-beheerplan vernieuwd worden. Dit biedt de kans om het beleid voor Caribisch Nederland te harmoniseren met de drie landen in het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk.

Wat betreft de soort specifieke aanpak en bescherming in het Yarari-reservaat en soorten die migreren via het reservaat zijn de volgende internationale samenwerkingsinitiatieven van belang:

  • tijdens de 10e bijeenkomst van Partijen bij het protocol met betrekking tot Specially Protected Areas and Wilfdlife in the wider Caribbean (SPAW protocol) is besloten dat er een herziening en vernieuwing zal worden uitgevoerd van het actieplan voor zeezoogdieren in de Cariben (MMAP). Deze zal afgerond zijn in 2022. Na vaststelling van het nieuwe MMAP kan worden overgegaan tot ontwikkeling van een aanpak en maatregelen ter uitvoering van het MMAP. Hiervoor zal ik in contact treden met de andere landen van het Koninkrijk voor samenwerking;

  • daarnaast is, op voorstel van Nederland door het SPAW-protocol een besluit genomen voor de ontwikkeling van een regionaal netwerk voor zeezoogdieren (Regional Activity network) om de samenwerking regionaal te versterken. Nederland heeft al met Frankrijk en de Verenigde Staten afspraken over samenwerking op het terrein van het beheer van zeezoogdieren (Memorandum of Understanding);

  • de FAO West Centraal Atlantische Visserij Commissie (WECAFC) stelt een regionaal actieplan voor de bescherming van haaien op (RPOA). Deze zal in 2022 door de visserijcommissie worden vastgesteld en zal richtlijnen bieden voor het beheer van haaien voor het Yarari-reservaat beheerplan.

Adaptatie aan Klimaatverandering

De gevolgen van klimaatverandering voor Caribisch Nederland zijn inmiddels zichtbaar. Dit is onder andere geconstateerd in de staat van instandhouding van de natuur in Caribisch Nederland (Kamerstuk 30 825, nr. 218). In reactie hierop heb ik samen met de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het Natuur en Milieubeleidsplan (NMBP) opgesteld (Kamerstukken 33 576 en 26 407, nr. 190). Onderdeel van dit plan is het koraalherstelplan. De uitvoering van het NMBP is ook gericht op de aanpassing aan klimaatverandering voor wat betreft land en water. Voor de uitvoering van het koraalherstelplan heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast is in het NMBP aangegeven dat er nog een kennishiaat is over de lokale gevolgen van klimaatverandering voor mariene en terrestrische ecosystemen. Voorafgaand aan het opstellen van een strategie is dit inzicht onontbeerlijk. In het kader van het NMBP zal in 2022 een bredere beoordeling plaatsvinden van de gevolgen van klimaatverandering voor de eilanden op basis van bestaand en nieuw onderzoek.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven