33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 november 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de bijlage Overzicht op hoofdlijnen bij de brief van 3 oktober 2011 inzake de Green Deal; projecten op het terrein van o.a. energiebesparing, duurzame energie, duurzame mobiliteit en duurzaam gebruik van grondstoffen en water (Kamerstuk 33 043, nr. 1).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 15 november 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van der Ham

Adjunct-griffier van de commissie,

Blacquière

1

Bij hoeveel van de 59 deals heeft u het initiatief genomen?

Primair heeft het initiatief telkens bij de partijen gelegen waarmee wij de Green Deals hebben gesloten. Bij sommige meer overkoepelende deals zoals die met VNO-NCW en met de provincies was er wel sprake van enige wisselwerking

2

Wat is de deadline voor green deal nummer 3?

Kern van de deal is dat partijen gezamenlijk onderzoeken of verduurzaming van het energieverbruik van industriële bedrijven financieel en anderszins mogelijk is volgens het concept «Duurzame Energie Centrale». Ik verwacht dat ik, samen met AkzoNobel en Nyrstar, in de eerste helft van 2012 tot een conclusie zal komen. Mede op basis van de conclusie over de haalbaarheid zal ik vervolgens besluiten om de Duurzame Energie Centrale al dan niet uit te werken in de praktijk.

3

Is het voor de stimulering van groen gas (green deal 7) niet essentieel om de accijns op groen gas laag te houden of te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is daar dan niet voor gekozen?

Voor deal nummer 7, de deal met De Groene Poort, gaat het om stimulering van groen gas voor verwarming. Anders dan de leden aannamen, is accijnsheffing niet van toepassing voor het gebruik van gas, biogas of groen gas voor verwarming.

4

Onder welke voorwaarden wordt de zelflevering aan de vereniging van eigenaren verbreed?

In de Elektriciteitswet wordt artikel 31c specifiek voor de situatie van verenigingen van eigenaars (VvE) verbreed. De overlegging van een splitsingsakte is daarbij een belangrijke voorwaarde om aan te tonen of er sprake is van een VvE.

5

Is het mogelijk voor het duurzame bedrijfsleven om te investeren in windenergie op zee zonder dat er geïnvesteerd wordt door de overheid? Zo ja, op welke manier?

Ja, de praktijk wijst dat uit. Diverse Nederlandse bedrijven leveren niet alleen aan Nederlandse windparken op zee maar vooral aan buitenlandse windparken op zee. Bovendien vinden sommige innovaties plaats voorafgaande aan de demonstratiefase.

Ik verwacht daarbij wel dat bedrijven gebruik zullen maken van het innovatie instrumentarium (belastingaftrek of revolverende fondsen), waardoor de overheid weliswaar niet direct investeert in windenergie op zee maar wel een overheidsbijdrage levert.

Tenslotte sluit ik niet uit dat in bestaande of in aanbouw zijnde windparken ook innovaties gedemonstreerd kunnen worden met een overheidsbijdrage vanuit de SDE+.

De beste voorbeelden zijn te geven, nadat NWEA de lijst van bedrijven en hun innovaties op 30 november openbaar maakt.

6

Wanneer wordt duidelijk of er een verbrede garantstelling voor diepe aardwarmte komt en welk bedrag wordt daarvoor beschikbaar gesteld?

Een nieuwe openstelling van de garantieregeling aardwarmte wordt in de eerste helft van 2012 verwacht. Het budget zal in elk geval gelijk zijn aan het budget van de eerdere openstelling (43,35 miljoen).

7

Op welke punten zou de mijnbouwwet aangepast moeten worden om diepere aardwarmte meer ruimte te geven?

Er zullen geen aanpassingen van de Mijnbouwwet gedaan worden, om diepere aardwarmte meer ruimte te geven. Bij het boren naar diepere aardwarmte moet ook aan alle veiligheidseisen voldaan worden als vastgelegd in de huidige wet- en regelgeving. Er is geen reden om het boren naar diepere aardwarmte anders te behandelen dan het boren naar olie en gas. Het gaat om dezelfde risico’s.

8

Wanneer moet de haalbaarheidsstudie naar een Groene Investeringsmaatschappij (GIM) zijn afgerond? Welke mogelijkheden worden bekeken? Is participatie van pensioenfondsen een optie?

Er is een Green Deal afgesloten met het Holland Financial Centre. Daarin zijn onder andere de grootbanken en de grote pensioenfondsen vertegenwoordigd. In het kader van de Green Deal heeft het Holland Financial Centre onlangs reeds een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar een groene investeringsmaatschappij en heeft na overleg met de private partijen en de overheid besloten om in vervolg daarop een businesscase te schrijven. De resultaten daarvan zullen de partijen in ogenschouw nemen bij de beslissing of een dergelijke nieuwe instelling in het leven wordt geroepen. Men verkent onder andere de mogelijkheid om de veelal kleinschalige projecten vooraf te valideren op hun haalbaarheid en het te behalen rendement en deze vervolgens gebundeld aan financiële partijen te kunnen aanbieden. Deze optie wordt verkend omdat is gebleken dat financiële instellingen en institutionele beleggers bij voorrang anticiperen in projecten van een voldoende grootte. Men beoogt daarmee om de handlings costs te verminderen. Deze kosten en het gebrek aan kennis over dit soort projecten worden als bottleneck beschouwd bij het toekennen van financiering van duurzame projecten.

9

Op welke manier krijgen huishoudens die nu niet beschikken over een eigen dak via green deal nummer 12 die mogelijkheid straks wel?

Met de realisatie van het proefproject van de Windcentrale is het voor particulieren mogelijk om mede-eigenaar te kunnen worden van een windmolen. In feite kan iedereen met een elektriciteitsaansluiting in Nederland hier aan meedoen. Conform het proefproject wordt een windmolen opgesplitst in zogenoemde winddelen. Ieder winddeel heeft een verwachte productie van 500 kilowattuur (kWh) per jaar. Geïnteresseerden kunnen één of meerdere winddelen kopen. Particuliere eigenaren hebben hierdoor gedurende de levensduur van hun turbine prijszekerheid voor de door hen geproduceerde stroom. Het nieuwe van het project van Windcentrale is dat men een concept ontwikkelt dat garandeert dat de kilowatturen «eigen» windenergieproductie ook daadwerkelijk thuis worden geleverd.

10

Wat houdt het PACE-model in?

Het PACE-model is een financieringsmodel voor energiebesparingsmaatregelen of duurzame energiemaatregelen in gebouwen. Het is ontwikkeld in enkele staten in de Verenigde Staten en wordt daar sinds enkele jaren ook toegepast.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dijksma, S.A.M. (PvdA), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Koopmans, G.P.J. (CDA), Ham, B. van der (D66), Voorzitter, Smeets, P.E. (PvdA), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), Ondervoorzitter, Jacobi, L. (PvdA), Koppejan, A.J. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Thieme, M.L. (PvdD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Tongeren, L. van (GL), Ziengs, E. (VVD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Gerbrands, K. (PVV), Lodders, W.J.H. (VVD), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Schaart, A.H.M. (VVD), Verhoeven, K. (D66) en Werf, M.C.I. van der (CDA).

Plv. leden: Jadnanansing, T.M. (PvdA), Elias, T.M.Ch. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Koolmees, W. (D66), Dikkers, S.W. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Irrgang, E. (SP), Groot, V.A. (PvdA), Holtackers, M.P.M. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Ouwehand, E. (PvdD), Gerven, H.P.J. van (SP), Schouten, C.J. (CU), Gent, W. van (GL), Leegte, R.W. (VVD), Grashoff, H.J. (GL), Mos, R. de (PVV), Taverne, J. (VVD), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Houwers, J. (VVD), Veldhoven, S. van (D66) en Ormel, H.J. (CDA).

Naar boven