33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2015

Hierbij informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, over de invulling van de toezegging die ik heb gedaan tijdens het AO Groene Groei van 4 september 2014 (Kamerstuk 32 637, nr. 153). Deze toezegging gaat over het inzichtelijk maken voor de consument van de milieukosten van de productie van goederen, bijvoorbeeld koelkasten.

Regelgeving en labels met betrekking tot producten worden op EU-niveau vastgesteld. In verband met (oneerlijke) concurrentie en handelsbelemmeringen (gelijk speelveld) zijn nationale regels en nationaal verplichte labels doorgaans niet mogelijk. Op dit moment is het voor de consument al wel mogelijk om inzicht te verkrijgen in de energieprestaties van producten. Het huidige Europese productenbeleid kent ook een aantal instrumenten die via regelgeving en informatieverstrekking inzicht geven in milieuprestaties. De huidige Europese instrumenten zijn:

  • Ecodesign regelgeving (wettelijke prestatie-eisen);

  • het Energie-etiket (informatie over de energieprestatie);

  • en het EU Ecolabel (best presterende producten).

Dit instrumentarium voorziet in minimale prestatie-eisen voor een scala aan producten en voorkomt dat er voor het milieu slecht presterende producten op de markt komen. De consument wordt via het energie-etiket en keurmerken geïnformeerd over specifieke milieuprestaties en krijgt zo beter inzicht.

Het berekenen van de volledige milieuimpact in termen van kosten en prijzen is zeer complex. Dit komt met name doordat meetmethoden en criteria voor het bepalen van milieueffecten nog niet voldoende beschikbaar zijn. Daarom ondernemen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en ik de volgende acties:

  • Nederland pleit op Europees niveau voor het beter inzichtelijk maken van milieueffecten. Steeds meer bedrijven en organisaties zijn hier mee bezig, zoals het initiatief «True Price» waarbij ook de grote accountantskantoren betrokken zijn. Het voorbeeld en de aanpak van True Price kan hierbij van betekenis zijn.

  • Nederland zet zich in om het gebruik van grondstoffen in de Ecodesign regelgeving verder te verwerken. Dit vereist goede meetmethoden voor materiaalgebruik en productiewijze per individueel model. Daarbij moet het geheel ook fraudebestendig zijn.

  • Fiscale vergroening, waar Nederland overigens al relatief hoog op scoort, is één van de instrumenten die kan worden ingezet om de consument inzicht te geven in milieuverantwoorde keuzes. Met de kamerbrief «Keuzes voor een beter belastingstelsel» van 16 september jl. (Kamerstuk 32 140, nr. 5) bent u geïnformeerd over de ambities betreft herziening van het belastingstelsel, inclusief mogelijkheden voor verduurzaming.

  • In maart 2010 heeft onderzoeksbureau CE Delft in opdracht van het toenmalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het Handboek Schaduwprijzen gemaakt. Daarin wordt de waardering en de weging van emissies en milieueffecten zo goed mogelijk in kaart gebracht. Hoewel dit handboek nog steeds beschikbaar is, geven nieuwe inzichten aanleiding voor een update. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zal daarom opdracht geven voor een update, inclusief Engelse vertaling.

  • Verder ga ik samen met het bedrijfsleven verkennen hoe een Green Deal «productvergelijking» voor productgroepen met veel metalen en mineralen, zoals koelkasten, eruit kan zien.

Door de uitvoering van bovenstaande acties ontstaat er meer inzicht in de milieukosten van de productie van goederen. Hierdoor kan de consument uiteindelijk meer gefundeerde en milieuverantwoorde keuzes maken.

In het voorjaar van 2015 ontvangt uw Kamer van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en mij de Tussenbalans Groene Groei, waarmee wij u zullen informeren over de ontwikkelingen op dit dossier.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven