33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2015

Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de informatie toe zoals verzocht op 16 december 2014 door het lid Cegerek namens de vaste commissie van Infrastructuur en Milieu. In dit verzoek wordt op vier punten informatie gevraagd over het beleid rond Circulaire Economie op nationaal en Europees niveau (zie bijlage 1)1.

  • 1. In het verzoek wordt allereerst een totaaloverzicht gevraagd van de beleidsterreinen en initiatieven op rijksniveau die gericht zijn op en/of samenhangen met het bevorderen van een circulaire economie. Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt en waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft. Daarbij worden kwetsbaarheden op het gebied van grondstoffenvoorzieningszekerheid omgezet in kansen voor de circulaire economie. Door het sluiten van technische en groene kringlopen verbetert het milieu, voorzien we duurzaam in onze welvaart en gaan we optimaal om met onze natuurlijke hulpbronnen. In het kader van het beleid gericht op Groene Groei (kamerstuk 33 043, nr. 14) zet het kabinet in op de transitie naar een circulaire economie met de Grondstoffennotitie (Kamerstuk 32 852, nr. 1), het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG; Kamerstuk 33 043, nr. 28) en activiteiten ter versnelling van circulaire economie (Kamerstuk 33 043, nr. 32) die onder meer invulling geven aan acties uit VANG. Daarnaast bestaan er inmiddels 56 Green Deals met raakvlakken op Grondstoffen en Circulaire Economie (zie bijlage 1 voor een compleet overzicht) en zijn er duidelijke raakvlakken met de andere Groene Groei-domeinen zoals Biobased Economy. Er wordt een geïntegreerde aanpak (economie, geopolitiek en milieu) gehanteerd voor zowel metalen en mineralen als groene grondstoffen.

  • 2. Daarnaast wordt een schets gevraagd hoe de samenwerking tussen de Ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu en Buitenlandse Zaken op (welke van) die beleidsterreinen vorm krijgt. De transitie naar een circulaire economie biedt kansen voor Nederland op het gebied van economie en werkgelegenheid, grondstoffenwinning en voorzieningszekerheid, milieubeleid, buitenlandse handel en internationale relaties. Deze aspecten hangen vaak met elkaar samen. Dit onderwerp vraagt dus nauwe samenwerking tussen de beleidsverantwoordelijke ministeries. De huidige samenwerking verloopt voorspoedig en er wordt nauw samengewerkt binnen het Rijk en met partners daarbuiten in een gezamenlijke agenda Circulaire Economie. De stand van zaken en ambities worden beschreven in de tussenbalans Groene Groei en in de voortgangsrapportage circulaire economie in het programma Van Afval Naar Grondstof dit voorjaar. Daarnaast wordt via het Rijksduurzaamheidsnetwerk met bijna 1.500 deelnemers binnen en buiten het Rijk bijgedragen aan de transitie naar een circulaire economie.

  • 3. Verder wordt in het verzoek een overzicht van de EU-fondsen én nationale middelen gevraagd die ingezet kunnen worden voor concrete circulaire economie projecten (inclusief het bevorderen van innovatieve bedrijfsmodellen alsmede het bij elkaar brengen van verschillende stakeholders). Het betreft hier generieke instrumenten die ook benut kunnen worden voor het stimuleren van de circulaire economie. Ter begeleiding wordt een appreciatie gegeven van die fondsen waar het gaat om de toegankelijkheid en bruikbaarheid daarvan voor Nederlandse ondernemers en organisaties. In bijlage 2 vindt u een lijst met relevante instrumenten op nationaal niveau2. Via het Ondernemersplein en de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) zijn alle regelingen direct toegankelijk die voor ondernemers met concrete circulaire-economieprojecten relevant kunnen zijn. Hierbij geeft RVO.nl advies op maat indien gewenst. In bijlage 3 vindt u de relevante EU-fondsen met bijbehorende appreciatie van toegankelijkheid en bruikbaarheid3.

  • 4. Als laatste wordt gevraagd op welke wijze de bevindingen uit het TNO-rapport «Kansen voor de circulaire economie in Nederland», dat in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is gemaakt, worden vertaald in beleid en of er aanleiding voor het kabinet bestaat om een «groene ondernemers en groene banenplan» te maken. De bevindingen uit het TNO-rapport zijn direct doorvertaald in het programma Van Afval Naar Grondstof. Verder zullen we onze ambities rond Groene Groei in de tussenrapportage dit voorjaar aan uw Kamer toezenden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven