31 497 Passend onderwijs

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2015

Hierbij zenden wij u de reactie op het verzoek van het lid Siderius van de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om rappel over een verzoek gedaan tijdens het ordedebat van 2 juli 2015 en over twee toezeggingen.

Voortgang schriftelijk informeren Kamer over uitvoering motie-Siderius1 over entreeopleidingen in het praktijkonderwijs

Wij willen u graag informeren over de stand van zaken omtrent de uitvoering van de motie Siderius over het wegnemen van alle mogelijke obstakels om het voor scholen voor praktijkonderwijs (pro) mogelijk te maken om onderwijs te verzorgen op het niveau van entreeopleidingen, waarbij de examinering onder verantwoordelijkheid blijft vallen van de mbo-instelling.

Naar aanleiding van de motie heeft overleg plaatsgevonden met de MBO Raad, VO-raad en de vereniging Landelijk Werkverband PrO. Uit dit overleg blijkt dat er tussen pro-scholen en mbo-instellingen samenwerkingsconstructies zijn om de entreeopleidingen op pro-scholen aan te kunnen bieden. Deze samenwerking kent verschillende vormen en wordt op veel plaatsen al in goed overleg uitgevoerd. Soms loopt de samenwerking nog niet goed. Uit de eerste analyse die is gemaakt met de veldpartijen bleek dat er een aantal factoren van invloed is op de samenwerking tussen pro-scholen en mbo-instellingen. Zo lukt het niet altijd om afspraken te maken over de financiering van het onderwijs aan de jongere en zorgt de invoering van het nieuwe kwalificatiedossier voor de entreeopleiding, met daarbij ook herziene eisen aan de examinering, voor tijdelijke onduidelijkheid. Bovendien lukt het soms eenvoudigweg niet om elkaar te vinden in de samenwerking.

Wij hechten veel belang aan het kansen bieden aan jongeren. Ook aan degenen die afkomstig zijn uit het praktijkonderwijs. Om dit goed van de grond te krijgen is het noodzakelijk om de samenwerking tussen het praktijkonderwijs en het mbo verder te stimuleren. Het uitrollen van een blauwdruk van deze samenwerking doet geen recht aan de verscheidenheid in de regio. We roepen dan ook pro-scholen en mbo-instellingen op om, met oog voor deze groep kwetsbare jongeren, met elkaar in gesprek te gaan en tot oplossingen te komen die passend zijn in hun regio en hun situatie. De MBO Raad, VO-raad, de vereniging Landelijk Werkverband PrO en wij stimuleren deze samenwerking als volgt:

  • ophalen en verspreiden van goede praktijkvoorbeelden, dit stimuleert en biedt uitkomst;

  • een praktische handreiking over de samenwerking tussen praktijkonderwijs en mbo, waarin stilgestaan wordt bij onder andere het organiseren en financieren van deze trajecten.

Waar samenwerking niet van de grond komt, wordt ingezet op bemiddeling. In volgende overleggen zullen bovenstaande acties nader worden uitgewerkt. De voortgang en eventuele afhandeling van deze acties zullen verder toegelicht worden in de brief over de voortgang van de vsv-aanpak, die de Minister u later dit jaar zal toesturen.

Voortgang toezegging om 1) een onderscheidende lijst van middelen voor «zorg thuis» en «zorg op school» aan de Kamer te doen toekomen, alsmede 2) een overzicht van de verdeling van de circa 70.000 cluster 3- en 4-leerlingen over de categorieën Langdurige zorg, Jeugdwet, Individuele kindzorg2

  • 1. In het voorjaar heeft bureau Infinite onderzoek uitgevoerd naar de onderwijs- en zorgbekostiging van leerlingen met een ernstige meervoudige beperking (emb). In het onderzoeksrapport wordt ingegaan op hetgeen je van verschillende betrokken partijen mag verwachten als het gaat om de inzet van zorg in onderwijstijd. Het gaat dan om de verantwoordelijkheden van scholen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, zorgkantoren, zorgverzekeraars, gemeenten en ouders. Op basis van de resultaten van het onderzoek is in juni de handreiking «Onderwijs en zorg» gepubliceerd. De handreiking dient als ondersteuningsmiddel bij het vormgeven van zorg en onderwijs aan een leerling. Er blijft echter lokaal maatwerk en daarmee afstemming tussen de verschillende partijen nodig om te kunnen voorzien in de ondersteunings- en zorgbehoefte van een specifieke leerling.

  • 2. In de 7e Voortgangsrapportage Passend Onderwijs is ingegaan op verschillende kwantitatieve onderzoeken naar kinderen met een extra ondersteunings- of zorgbehoefte3. In de bijlage bij de voortgangsrapportage (pagina 24) is een overzicht opgenomen van aantallen kinderen met een beperking van 0 tot 18 jaar die gebruik maken van de verschillende voorzieningen in onderwijs en zorg. Dit geeft ook een beeld van het gecombineerde gebruik van voorzieningen. Er vindt landelijk echter geen registratie plaats van de leerlingen in het (v)so die ook zorg nodig hebben.

Voortgang toezegging om met de MBO Raad over het Steunpunt Studerende Moeders te spreken en de Kamer daarover te infomeren4

De Tweede Kamer ontvangt, nog voordat de begrotingsbehandeling Onderwijs eind oktober 2015 plaatsvindt, een brief van de Minister waarin zij geïnformeerd wordt over de uitvoering van de toezegging.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 26 695, nr. 104

X Noot
2

toegezegd bij AO bekostiging onderwijs en zorg aan leerlingen met een ernstige

meervoudige beperking, d.d. 25 maart 2015 (Kamerstuk 31 497, nr. 168)

X Noot
3

Kamerstuk 31 497, nr. 169

X Noot
4

toegezegd bij het AO Leven Lang Leren d.d. 21 januari 2015 (Kamerstuk 30 012, nr. 51)

Naar boven