Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2017
Op 15 juni 2017 heb ik u per brief geïnformeerd over de aanvullende ingebrekestelling
die Nederland heeft ontvangen voor de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)
(Kamerstuk 30 196, nr. 549). In deze brief heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de hoofdlijnen
van de Nederlandse reactie. Hierbij doe ik deze toezegging gestand.
Op 28 september 2017 heeft de Nederlandse regering een reactie op de aanvullende ingebrekestelling
verzonden aan de Europese Commissie. In deze reactie staat beschreven hoe Nederland
de kwaliteit van de energielabels voor woningen controleert en hoe de aanbevelingen
bij het energielabel via een softwaresysteem tot stand komen.
Bij de controles op de kwaliteit van de energielabels heb ik toegelicht dat de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) op basis van afgeronde dossiers controleert of erkend
deskundigen bewijs dat is aangeleverd door woningeigenaren terecht hebben goedgekeurd.
Daarbij heb ik gemeld dat, eind 2016 de eerste inspectieronde heeft plaatsgevonden
waarbij 1571 dossiers zijn gecontroleerd. Hierover heeft de toenmalige Minister voor
Wonen en Rijksdienst uw Kamer op 28 november 2016 geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 485). Daarnaast heb ik in de reactie beschreven dat in 2015 uit onderzoek van BK Ingenieurs
naar de energielabels van 140 woningen is gebleken dat 86% van de labels gelijk blijft
na onafhankelijke heropname van de woningkenmerken. Daarbij heb ik gemeld dat dit
onderzoek in het najaar van 2017 zal worden herhaald met een grotere steekproef. De
conclusie van de Nederlandse regering is dat de onafhankelijke controles in overeenstemming
zijn met de bepalingen in de richtlijn en dat op basis van de omvang van de steekproeven
betrouwbare uitspraken gedaan kunnen worden over de kwaliteit van de afgegeven labels.
Voor het onderdeel aanbevelingen heb ik beschreven hoe het softwaresysteem analyseert
welke aanbevelingen op het vernieuwd label gedaan kunnen worden op basis van de woningkenmerken
die door de woningeigenaar in de webtool zijn opgegeven en zijn goedgekeurd door de
erkend deskundige. Aan de hand van voorbeelden heb ik geïllustreerd hoe het softwaresysteem
alleen aanbevelingen genereert die voor de woning in kwestie tot een potentiële energieprestatieverbetering
kunnen leiden, technisch gerealiseerd kunnen worden en kostenefficiënt zijn. De Nederlandse
regering concludeert dat hiermee geborgd is dat de aanbevelingen gebouwspecifiek zijn.
Overigens wordt in het kader van de voortgaande periodieke onderzoeken naar het label
ook de kwaliteit van de aanbevelingen meegenomen en wordt gecontroleerd of er aanleiding
is de aanbevelingen aan te passen.
De Europese Commissie zal de Nederlandse reactie de komende tijd bestuderen. Op basis
van de reactie kan de Europese Commissie besluiten de inbreukprocedure verder voort
te zetten of te beëindigen. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen
in deze procedure.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk