30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 379 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2015

In de voortgangsbrief energiebesparing gebouwde omgeving van 2 juli 2015 heb ik toegezegd om u voor het einde van het jaar te informeren over de vorderingen op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving en met name ten aanzien van enkele eerder gedane toezeggingen en moties (Kamerstuk 30 196, nr. 352). Verder geef ik op verzoek van uw Kamer een reactie op een brief over buitengevelisolatie (brief van 14 november 2015).

Deze brief behandelt achtereenvolgens de volgende onderwerpen:

  • Energielabel

  • Nationaal Energiebespaarfonds

  • Duurzaam funderingsherstel

  • Stimulering energieprestatie huursector

  • Fonds energiebesparing huursector

  • Commissiebrief over buitengevelisolatie.

Ten aanzien van de motie Voortman (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 36) over een extra pakket aan maatregelen met betrekking tot energiebesparing verwijs ik naar de voortgangsrapportage van de Borgingscommissie van het Energieakkoord en de kabinetsreactie hierop. In de brief van 9 oktober 2015 heeft de Minister van Economische Zaken gemeld dat in de Borgingscommissie overlegd zal worden over intensiveringsmaatregelen die genomen kunnen worden om het doel van 100 PJ energiebesparing binnen bereik te brengen (Kamerstuk 30 196, nr. 363). De Borgingscommissie komt aan het einde van het jaar of begin volgend jaar met haar voortgangsrapportage.

Energielabel

Graag informeer ik uw Kamer over de laatste facts & figures met betrekking tot het energielabel. Na bijna een volledig jaar heeft de webtool 618.469 unieke inloggers geregistreerd. Daarvan hebben 271.714 woningeigenaren een definitief energielabel geregistreerd. Het aantal deskundigen in de webtool is licht gestegen naar 852. In onderstaand overzicht is weergegeven hoeveel woningen zijn verkocht met een geldig energielabel.

Maand

Aantal verkochte woningen

Woningtransacties met energielabel

Januari

14.112

68%

februari

14.886

69%

maart

17.367

72%

April

20.626

72%

Mei

16.403

76%

Juni

18.878

77%

Juli

27.174

81%

Augustus

18.788

82%

September

20.395

80%

Oktober

21.574

77%

bron: Kadaster en RVO.nl

De Inspectie Leefomgeving en Transport handhaaft als er geen energielabel geregistreerd is op het moment van overdracht van de woning. Alle woningeigenaren waarbij dit het geval was in januari tot en met maart 2015 zijn door de ILT aangeschreven met een attenderingsbrief en het verzoek alsnog een energielabel te laten registreren voor de verkochte woning. De attenderingsbrieven van de maand januari hebben geleid tot zo’n 1.000 extra geregistreerde energielabels. Naar aanleiding van de respons op de brief over januari zijn enkele verbeteringen doorgevoerd en is verder gegaan met februari en maart. In de eerste helft van 2016 zullen de resterende eigenaren worden aangeschreven die in 2015 geen energielabel hadden geregistreerd bij de verkoop van de woning.

Kwaliteitsonderzoek energielabel

Ik heb op 21 mei 2015 de toezegging gedaan om u einde van dit jaar te informeren over de resultaten van een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de definitieve energielabels (Handelingen II 2014–2015, nr. 86, item 4). Hierbij bericht ik u dat het onderzoek in uitvoering is, maar nog niet is afgerond. Het bureau BK Ingenieurs voert hiervoor een steekproef uit onder de in 2015 definitief gemaakte energielabels voor koopwoningen. De resultaten van het onderzoek worden eind februari 2016 opgeleverd. Ik zal u kort erna over de resultaten berichten.

Aanvraag maatwerkadvies

Op 26 mei 2015 is door Kamerlid Albert de Vries een motie ingediend (Kamerstuk 30 196, nr. 314) waarin gevraagd wordt om «in de applicatie waarmee een definitief energielabel kan worden aangevraagd, de optie op te nemen die het mogelijk maakt tegelijkertijd een deugdelijk maatwerkadvies tot energiebesparing aan te vragen». De aanpassing van de informatie op de webtool om dit mogelijk te maken is doorgevoerd. De woningeigenaar kan nu eenvoudig naar de website www.maatwerkadviesvoorwoningen.nl om een gecertificeerde energieadviseur te benaderen voor het aanvragen van een maatwerkadvies. De uitwerking is gedaan in nauw overleg met FedEC, de beroepsvereniging voor energieadviseurs.

Webtool voor nieuwbouwwoningen

In het Kamerdebat van 29 oktober 2015 (Kamerstuk 30 136, nr. 47) ben ik nader ingegaan op de problematiek bij het aanvragen van het energielabel voor nieuwbouwwoningen door bouwers en ontwikkelaars. Doordat woningen vrij laat door gemeenten gereed worden gemeld in de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG), bleek het voor veel bouwers en ontwikkelaars niet mogelijk om tijdig een energielabel aan te vragen. Ik heb toegelicht dat ik in samenwerking met de partijen van de Lente-akkoord (Neprom, Bouwend Nederland, Aedes en NVB) bezig ben met het wegnemen van hindernissen bij het aanvragen van een energielabel voor nieuwbouwwoningen. Inmiddels kan ik uw Kamer melden dat, naar het zich nu laat aanzien, bouwers en ontwikkelaars voor alle woningen waarvoor een omgevingsvergunning is afgegeven, een energielabel kunnen aanvragen via de webtool. Hierdoor is het aanvragen van een energielabel voor nieuwbouw niet meer afhankelijk van het gereed melden van de woningen door gemeenten in de BAG. Het Kadaster levert deze nieuwbouwwoningen periodiek aan, waarna ze in de webtool www.energielabelvoorwoningen.nl worden ingelezen. Uiteraard zal ik komende maanden goed monitoren of er nog door bouwers en ontwikkelaars problemen worden ervaren. Daarnaast is het altijd mogelijk een energielabel te verkrijgen door van de nieuwbouwwoning een Energie-Index op te laten stellen.

Europese Commissie

Op 26 oktober 2015 ontving Nederland de mededeling van de Europese Commissie dat een verzoek was binnengekomen om de reactie van Nederland openbaar te maken op de eerste ingebrekestelling inzake het energielabel voor woningen onder de EPBD (2009/4205). De Europese Commissie heeft om de zienswijze van Nederland gevraagd, voordat zij op het verzoek tot openbaarmaking zou beslissen. Deze ingebrekestelling is inmiddels ingetrokken door de Europese Commissie. Nederland heeft aangegeven geen gronden te zien om bezwaar te maken tegen openbaarmaking. De documenten zijn inmiddels beschikbaar via de rijkswebsite.

Utiliteitsbouw

Uw Kamer heeft in de motie Jansen (Kamerstuk 30 196, nr. 228) gevraagd om in overleg met de brancheverenigingen «waterdichte afspraken te maken over de kwaliteitsborging van het energielabel in de utiliteitsbouw». In de brief van 31 maart 2014 heb ik u hierover geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 245). Ik gaf daarin ook aan dat ik in het najaar van 2015 samen met FedEC de resultaten wil evalueren met behulp van een onafhankelijke toets. Daarbij gaf ik aan dat als dan blijkt dat de kwaliteit van de afgegeven energielabels in de utiliteitsbouw inderdaad is verbeterd, dat ik bereid ben om de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsborging van het energielabel voor utiliteitsbouw geheel bij FedEC te leggen.

Het afgelopen jaar heeft de branchevereniging FedEC hard gewerkt om de energieadviseurs in de utiliteitsbouw beter te organiseren en de kennis en kunde van hun leden te verbeteren. De komende twee jaar willen ze dit verder uitbouwen. De opgave voor FedEC is nog groot, mede omdat veel nieuwe aanbieders zich inmiddels melden op de markt. Ik constateer hierbij dat nu ook de partijen binnen het huidige kwaliteitsborgingstelsel, de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL) en de aangesloten certificeerders, actief meedoen met het verbeteren van het kwaliteitsborgingsysteem. De partijen willen daar samen in optrekken met FedEC. Ik concludeer dat de genoemde partijen vorderingen maken om kwaliteitsborging voor het afgeven van energielabels in de utiliteitsbouw te verbeteren. Ik zal uw Kamer eind 2016 opnieuw informeren over de voortgang.

Nationaal Energiebespaarfonds

Op 21 januari 2014 is het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) van start gegaan. Dit fonds biedt met financiering van het Rijk, de Rabobank en de ASN Bank een laagrentende lening aan voor energiebesparende maatregelen aan koopwoningen. Ik geef u jaarlijks een overzicht van de resultaten van het NEF.

Tot nu ruim 20 miljoen euro verstrekt voor energiebesparing

Op dit moment zijn de cijfers van januari 2014 tot en met november 2015 bekend. In die periode zijn er ruim 3200 aanvragen voor een energiebespaarlening gedaan voor een totaalbedrag van ruim 36 miljoen euro.

In november 2015 waren ruim 1700 aanvragen omgezet in een lening voor een totaalbedrag van meer dan 20 miljoen euro. Een deel van de aanvragen was ten tijde van het opmaken van de cijfers nog in behandeling.

Eerste VvE-lening verstrekt

In juni 2015 is het NEF van start gegaan met het aanbieden van leningen voor energiebesparing aan Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). De eerste aanvragen van VvE’s zijn binnen bij het fonds en recentelijk is de eerste lening verstrekt aan een VvE in Amersfoort. Omdat VvE’s te maken hebben met besluitvorming door alle leden van de VvE, kan het enige tijd duren voordat deze doelgroep goed op gang komt.

Motie Ronnes: verdere verbetering NEF

De resultaten van het NEF zijn verbeterd sinds de aanpassingen van de lening en de aanvraagprocedure begin 2015 en het aanbieden van een voorlopig energielabel aan alle woningeigenaren. De bedragen die nu per maand worden uitgezet, zijn echter nog niet voldoende om het budget van 300 miljoen euro adequaat te benutten. Mede op basis van de aangenomen motie Ronnes (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 12) onderzoek ik wat de redenen zijn voor het huidige tempo van leningverstrekking en welke mogelijkheden er zijn om te versnellen. Ik zal uw Kamer hierover voor eind april 2016 berichten.

Duurzaam funderingsherstel

Tijdens de begrotingsbehandeling 2016 is de motie De Vries c.s. (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 18) aangenomen. In het daaropvolgende AO over Energiebesparing en funderingsherstel van 29 oktober 2015 heeft u mij gevraagd naar de stand van zaken van deze motie. Ik heb u toen gemeld dat dit allereerst nader overleg vergt met het Ministerie van Financiën. Deze gesprekken vinden momenteel plaats. In dit verband wil ik u erop wijzen dat in de op 27 november 2015 verzonden Najaarsnota (Kamerstuk 34 350, nr. 1) is aangegeven dat besluitvorming over de in de motie De Vries c.s. genoemde financiële middelen bij Voorjaarsnota 2016 zal plaatsvinden.

Stimulering energieprestatie huursector

Op grond van de Regeling stimulering energieprestatie huursector (STEP) kunnen verhuurders vanaf 1 juli 2014 tot 1 januari 2018 subsidie aanvragen om de energieprestatie van huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens te verbeteren. Het beschikbare budget is 400 miljoen euro, inclusief de uitvoeringskosten van de regeling. Uitbetaling van de toegekende subsidies vindt plaats in 2018 en 2019.

Op 1 september 2015 is de STEP aangepast als gevolg van onregelmatigheden bij subsidieaanvragen. Uw Kamer is hierover bij brief van 18 juni 2015 geïnformeerd (Kamerstuk 17 050, nr. 506). Naar aanleiding hiervan heb ik samen met Aedes de aanvragers opgeroepen om de tot nu toe ingediende aanvragen in te trekken en opnieuw in te dienen conform de aangepaste regeling. Die oproep is succesvol geweest. De deadline voor intrekking was begin november 2015. De aanvragen die niet zijn ingetrokken worden nog gecontroleerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) op juistheid van de aanvraag. Ongeveer drie kwart van de subsidieaanvragen is ingetrokken, waarmee een totaalbedrag van 75 miljoen euro is gemoeid. De stand per 1 december 2015 is nu als volgt: er is voor ongeveer 50 miljoen euro aan STEP-subsidie aangevraagd, waarvan voor circa 30 miljoen euro verleend is. De komende maanden zal duidelijk worden welk deel van de ingetrokken aanvragen opnieuw door verhuurders wordt ingediend op basis van de aangepaste regeling. In het eerste kwartaal van 2016 worden de per 1 september 2015 aangebrachte aanpassingen in de regeling geëvalueerd om na te gaan of de uitvoeringspraktijk voldoende is verbeterd.

In mijn brief van 2 juli 2015 heb ik toegezegd om eventuele belemmeringen in de STEP-regeling te inventariseren en deze zo mogelijk weg te nemen (Kamerstuk 30 196, nr. 352). De directe aanleiding hiervoor is een toezegging aan de wethouders van de vier grote steden (G4) om na te gaan of de ondervertegenwoordiging in de aanvragen van verhuurders in deze steden te maken heeft met de vormgeving van de regeling.

Het gebruik van de STEP-regeling is in de vier grote steden lager dan elders. In de G4 staat bijna 20% van het aantal sociale huurwoningen terwijl zo’n 4% van de STEP-aanvragen uit de G4 afkomstig was. Binnen de G4 loopt Utrecht voorop en lopen Den Haag en Amsterdam achter. Met de vier grote steden is nagegaan of de ondervertegenwoordiging in de aanvragen van verhuurders in deze steden te maken heeft met de vormgeving van de regeling. Uit dit overleg is inmiddels gebleken dat er geen specifieke belemmeringen voor gebruik van de regeling in die gemeenten zijn. Het geringere gebruik ligt in de afwegingen die gemeenten, corporaties en huurders maken bij de prestatieafspraken en bij renovaties van huurwoningen. Zij maken hierbij afwegingen tussen huurstijgingen, investeringen en uitgaven voor bijvoorbeeld onderhoud en verduurzaming.

Ik zie hierbij wel mogelijkheden de STEP-regeling aantrekkelijker te maken, zodat in de G4, maar ook elders in het land, hier meer gebruik van zal worden gemaakt. Ik zal komende maanden in overleg met de betrokken partijen bezien welke verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Ik zal dit combineren met de evaluatie van de aanpassingen in de STEP-regeling die per 1 september 2015 zijn ingevoerd. Ik ben voornemens om u hierover in het voorjaar van 2016 nader te informeren.

Fonds energiebesparing huursector

In het Fonds energiebesparing huursector (FEH) is 75 miljoen euro van het rijk beschikbaar voor laagrentende leningen aan verhuurders. Het gaat hierbij om zeer ambitieuze energiezuinige renovaties van bestaande huurwoningen, zoals nul-op-de-meter. Tot nu toe zijn aanvragen ingediend voor een totaalbedrag van bijna 10 miljoen euro. Het grootste deel van de aanvragen is na de oproep van Aedes ingetrokken in samenhang met de geconstateerde onregelmatigheden, die zowel op STEP als op FEH betrekking hadden. In mijn brief van 2 juli 2015 heb ik toegezegd om samen met de betrokkenen in de huursector zoals Aedes en VastgoedBelang te onderzoeken of er oorzaken aan te wijzen zijn waardoor het FEH minder wordt gebruikt dan verwacht (Kamerstuk 30 196, nr. 352). Uit de gevoerde overleggen met diverse betrokkenen is gebleken dat de FEH-regeling voldoende concurrerend is. Met name de lage rente voor woningcorporaties van 0,5% is aantrekkelijk. Dat zorgt voor een groot rentevoordeel ten opzichte van reguliere leningen. De belangrijkste reden voor het geringe gebruik van de FEH lijkt te liggen in de tot nu toe bescheiden aantallen zeer energiezuinige renovaties die voor de laagrentende FEH-financiering in aanmerking komen. De deelnemende corporaties aan de Stroomversnelling zouden bij uitstek van FEH gebruik kunnen maken. De doelstelling van Stroomversnelling is om tegen 2020 in totaal 111.000 woningen te renoveren naar nul-op-de-meter. De eerste 11.000 woningen zijn belegd bij zes corporaties die de Stroomversnelling Huur hebben ondertekend. Deze corporaties hebben hierbij als voorwaarde gesteld dat een energieprestatievergoeding wettelijk mogelijk wordt gemaakt. Het programma van de Stroomversnelling ligt iets achter op de doelstellingen. De verwachting is dat bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel van de energieprestatievergoeding (thans aanhangig bij uw Kamer), corporaties meer gaan investeren in nul-op-de-meter renovaties en hierbij gebruik gaan maken van het FEH. Het budget voor FEH is naar verwachting volledig benut indien voor zo’n 5.000 woningrenovaties naar nul-op-de-meter een laagrentende lening uit het FEH wordt verstrekt.

Op basis van bovenstaand beeld, zie ik thans geen aanleiding de FEH-regeling aan te passen. In 2016 zal ik opnieuw bekijken hoe de FEH-regeling loopt.

Commissiebrief over buitengevelisolatie

Uw Kamer vroeg mij per brief van 14 november 2015 om een reactie op een brief van Technisch Bureau Afbouw (TBA) te Den Haag van 30 oktober 2015 met betrekking tot buitengevelisolatie. In deze brief bepleit TBA dat buitengevelisolatie dé oplossing is voor nul-op-de-meter renovaties en energieneutrale wijken. Zoals u weet ben ik een voorstander van nul-op-de-meter renovaties en enthousiast over de manier waarop onder meer de stroomversnelling dit oppakt. Ik heb recentelijk nog het wetsvoorstel voor de energieprestatievergoeding naar de Tweede Kamer gestuurd. Het systeem rondom de energieprestatie van gebouwen is echter dusdanig opgebouwd dat er niet gekozen wordt voor een bepaalde technologie of constructie. In de bepalingsmethode voor de Energie-Index en EPC kunnen veel technieken gewaardeerd worden waaronder buitengevelisolatie. Via de Energie-Index wordt buitengevelisolatie gewaardeerd in de STEP- en FEH-regeling, maar ook in het woningwaarderingstelsel. Buitengevelisolatie is ook opgenomen in de maatregelenlijst van het Nationaal Energiebespaarfonds. Het is aan de markt om de manier te kiezen waarop ze de vereiste of gewenste energieprestatie willen bereiken.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven