29 628 Politie

Nr. 232 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 december 2010

Op 25 februari 2010 berichtte De Telegraaf dat de invoer van data in het Violent Crime Linkage Analysis System (ViCLAS) achterbleef en dat (een deel van de) politiekorpsen ViCLAS niet gebruikten. Naar aanleiding van dit krantenartikel is mijn ambtsvoorganger door de leden van uw Kamer op 2 maart 2010 mondeling bevraagd (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 58, blz. 5256–5258). Mijn ambtsvoorganger zei toe de leden van uw Kamer na een half jaar te informeren over (de resultaten van) verbeteringen met betrekking tot de invoer van data en het gebruik van ViCLAS. Met deze brief doe ik die toezegging gestand.

Verbeteringen

In lijn met de vragen die mijn ambtsvoorganger tijdens het vragenuur op 2 maart 2010 zijn gesteld, zijn maatregelen getroffen met betrekking tot de invoer van data en het gebruik van ViCLAS. Deze maatregelen zijn:

• de achterstanden bij de invoer van data zijn nagenoeg weggewerkt

Door een tijdelijke uitbreiding van capaciteit bij het ViCLAS-team zijn de achterstanden bij de invoer van data op nationaal niveau nagenoeg weggewerkt. De werkvoorraad is inmiddels teruggebracht van 430 tot 100 dossiers. Omdat de tijdelijke uitbreiding van capaciteit doorloopt tot begin volgend jaar en de aanlevercriteria zijn aangescherpt (zie hierna), verwacht ik dat medio volgend jaar geen sprake meer is van achterstanden.

• de aanlevercriteria zijn aangescherpt

Omdat voor het uitvoeren van vergelijkende zaakanalyses in ViCLAS sprake moet zijn van de aanwezigheid van gedragscomponenten bij een delict, zijn de criteria om een zedendelict in ViCLAS op te nemen aangescherpt. Hierdoor worden minder delicten aangeleverd waarbij ViCLAS geen rol kan spelen en wordt de beschikbare capaciteit efficiënter en effectiever aangewend ten behoeve van zaken waarbij ViCLAS wel een rol kan spelen, zoals zedendelicten die plaatsvinden buiten de relationele sfeer.

• de bekendheid met ViCLAS wordt vergroot

Onbekendheid met ViCLAS wordt bestreden door in de opleiding van zedenrechercheurs inmiddels nadrukkelijk aandacht te besteden aan ViCLAS en de mogelijkheden daarvan. Tevens worden periodiek presentaties over ViCLAS verzorgd bij de afdelingen zedenrecherche van de regiokorpsen. Voorts is door de portefeuillehouder zeden in de Raad van Korpschefs bij zijn collega’s nadrukkelijk aandacht gevraagd voor ViCLAS.

• de Aanwijzing zeden wordt aangepast

Per 1 januari 2011 wordt de Aanwijzing zeden van de College van Procureurs-Generaal aangepast. De aanwijzing bevat dan onder andere thans de verplichting een ViCLASwaardig incident aan te leveren.

• een inrichtingsadvies voor de zedenfunctie is in ontwikkeling

Om de aanleverdiscipline te verbeteren, is een inrichtingsadvies voor de zedenfunctie in ontwikkeling, waarin onder andere het belang van ViCLAS wordt benadrukt. Het inrichtingsadvies zal nog dit jaar worden voltooid, zodat mogelijk al begin volgende jaar uitvoering aan dat advies gegeven kan worden.

De verbeteringen hebben er onder andere toe geleid dat er op jaarbasis door ViCLAS analisten tussen de 40 en 60 rapporten gemaakt worden. Deze rapporten worden gebruikt in de opsporing om daders of delicten in of uit te sluiten van het delict dat onderzocht wordt

Een recent voorbeeld van succesvolle inzet van ViCLAS is de ondersteuning in de regio Flevoland waar een 40-jarige dader twee meisjes van 6 misbruikte. Kort na het incident kon de verdachte worden aangehouden. Op basis van de vergelijkende zaakanalyse uitgevoerd door ViCLAS analisten, kon een tweetal andere zedenzaken waarbij minderjarigen betrokken waren, aan de verdachte worden gekoppeld. Verdachte heeft deze incidenten bekend.

Conclusie

Samengevat kan worden gesteld dat er verbeteringen met betrekking tot invoer en bekendheid van ViCLAS zijn doorgevoerd, waardoor het systeem beter is gaan functioneren. Tegelijkertijd zijn niet alle verbeteringen afgerond. Daarvan kan pas sprake zijn als de zedenfunctie is heringericht. De komende periode zal ik scherp blijven letten op vulling en gebruik van ViCLAS, vooral als het gaat om de aanleverdiscipline van regionale politiekorpsen.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven