29 507 Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Ontvangen ter Griffie op 9 maart 2015.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 6 april 2015.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 7 april 2015.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2015

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot het aanzetten van cliënten met een beleggingsverzekering tot het maken van een weloverwogen keuze met betrekking tot die beleggingsverzekering1. De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van vier weken van artikel 4:25, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht. Na afloop van de voorhangperiode van vier weken zal het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd en vervolgens worden vastgesteld. Het streven is om het besluit op 1 juli aanstaande in werking te laten treden. Gezien deze beoogde inwerkingtreding op korte termijn is voorafgaande consultatie helaas niet mogelijk geweest. Wel zal het ontwerpbesluit gedurende de voorhangperiode ook onder de aandacht van onder andere de sector worden gebracht door middel van openbare consultatie, zodat eventuele opmerkingen vanuit de praktijk kunnen worden verwerkt voordat het besluit wordt voorgelegd aan de Afdeling advisering.2

In het ontwerpbesluit wordt voor levensverzekeraars die beleggingsverzekeringen uit het verleden (afgesloten voor 1 januari 2013) in portefeuille hebben de verplichting geïntroduceerd om de cliënten met een dergelijke beleggingsverzekering te «activeren», voor zover deze cliënten nog niet aantoonbaar zijn geactiveerd. De directe aanleiding voor deze verplichting zijn de teleurstellende resultaten die levensverzekeraars bij de voorgaande rapportage van de AFM (oktober 2014) hebben laten zien bij het activeren van cliënten.3 Het ontwerpbesluit biedt de mogelijkheid om de levensverzekeraars die kwantitatief en/of kwalitatief achterblijven bij het activeren van cliënten door middel van sancties aan te zetten om een beter resultaat te behalen. Onder het «activeren» van cliënten wordt verstaan het aanzetten tot en ondersteunen van cliënten zodat die inzicht krijgen in de financiële situatie van hun beleggingsverzekering, overzicht krijgen van hun verbetermogelijkheden en, indien gewenst, stappen ondernemen om hun situatie te verbeteren.4 Een geactiveerde cliënt maakt een weloverwogen keuze voor de toekomst. Dat kan betekenen dat de cliënt zijn beleggingsverzekering stopzet of aanpast. Ook kan de cliënt ervoor kiezen om de beleggingsverzekering ongewijzigd te handhaven. De tijdens het activeren verstrekte en ontvangen informatie en de door de cliënt gemaakte keuze moeten worden vastgelegd. Zodra de cliënt geactiveerd is en dit is vastgelegd in het dossier, heeft de levensverzekeraar aan zijn verplichting voldaan en geldt er geen verplichting meer ingevolge het onderhavige besluit. Het ontwerpbesluit bevat tevens een grondslag voor de AFM om nadere regels te stellen. In die nadere regels zal onder andere worden toegelicht aan welke categorieën beleggingsverzekeringen prioriteit moet worden gegeven. Deze prioritering is grotendeels gebaseerd op de op dit moment geldende streefcijfers. Gelijktijdig met de voorhangprocedure wordt ook de openbare consultatie van de concept nadere regels gestart.

Ook adviseurs en bemiddelaars hebben een rol bij het activeren van cliënten, zoals zij ook een rol hadden bij de verkoop van deze producten. Ze zijn samen met de levensverzekeraars verantwoordelijk voor het zo goed mogelijk helpen van de cliënten met een beleggingsverzekering. Gezien het belang om cliënten te helpen en dit met name bij de meest kwetsbare cliënten zo snel mogelijk te doen, is ervoor gekozen om op dit moment in deze regelgeving alleen de verplichting voor levensverzekeraars op te nemen. Aangezien alle cliënten een levensverzekeraar hebben en de hoeveelheid levensverzekeraars beduidend overzichtelijker is dan het aantal adviseurs, is een verplichting voor de levensverzekeraar het meest effectief voor cliënten. Als een cliënt door een adviseur of bemiddelaar is geïnformeerd en geactiveerd, kan deze cliënt (mits de levensverzekeraar dit voldoende kan aantonen) overigens ook meetellen voor de resultaten van levensverzekeraars. Hoewel adviseurs nu niet onder de regelgeving vallen is het van belang dat ook zij doorgaan met het activeren van cliënten. Het is belangrijk dat adviseurs en levensverzekeraars elkaar over en weer in staat stellen om cliënten te activeren. Voor adviseurs betekent dit onder meer dat zij levensverzekeraars informeren over welke klanten zij hebben geactiveerd. Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik u naar de nota van toelichting5 bij het bijgevoegde ontwerpbesluit.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 29 507, nr. 123.

X Noot
4

De definitie van activeren komt voort uit een advies van de AFM http://www.afm.nl/~/media/Files/publicatie/2014/toelichting-advies-streefcijfers-beleggingsverzekeringen.ashx.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven