Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Op 7 november jl. heb ik uw Kamer het geactualiseerde referentiekader spreiding en
beschikbaarheid (hierna: referentiekader) voor de ambulancezorg van 2019 gestuurd1. Met deze brief informeer ik uw Kamer dat het RIVM mij heeft laten weten dat er bij
de verwerking van de ritgegevens van twee Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s)
een fout is gemaakt bij deze actualisatie van het referentiekader. Na constatering
van deze fout heeft het RIVM direct actie ondernomen om deze fout te herstellen en
mij op 2 december 2019 het herberekende referentiekader toegestuurd. Als bijlage bij
deze brief treft u het herberekende referentiekader 20192.
Erratum referentiekader 2019
De herberekening was noodzakelijk omdat uit nader onderzoek was gebleken dat de gemiddelde
ritduur van twee RAV’s op basis van foutief verwerkte ritgegevens berekend was. Hierop
heeft het RIVM deze ritgegevens opnieuw verwerkt en het referentiekader opnieuw doorgerekend
met de gecorrigeerde waardes voor de gemiddelde ritduur. Als gevolg hiervan zijn de
uitkomsten van het referentiekader voor deze twee RAV’s lager dan in het eerder gepubliceerde
referentiekader. Deze bijstelling is met betreffende RAV’s afgestemd en de gecorrigeerde
waardes zijn door deze RAV’s goedgekeurd.
Tijdens de voorbereiding van het erratum heeft het RIVM alsnog alle RAV’s de gelegenheid
geboden om via e-mail te reageren op de inputs van het referentiekader 2019. Het gaat bij de inputs om de ritaantallen en de gemiddelde ritduur. Aan de hand hiervan wordt het aantal
verreden uren ambulancezorg in 2018 geschat, waarop de benodigde capaciteit wordt
berekend. Deze korte consultatieronde heeft geen verdere fouten in de verwerking van
de ritgegevens aan het licht gebracht.
Beheersmaatregelen
In het overleg met het RIVM heb ik kenbaar gemaakt dat het van groot belang is om
extra beheersmaatregelen te implementeren om soortgelijke fouten in de toekomst te
vermijden. Hiervoor zal in overleg met het RIVM gekeken worden naar mogelijkheden
om meer controle stappen in het werkproces in te bouwen. Zo zal in ieder geval, in
aanvulling op de huidige procedure, door het RIVM een consultatieronde worden ingericht,
waarbij een verslag met alle verwerkte ritgegevens aan de RAV’s wordt voorgelegd ter
goedkeuring.
Ook dienen de individuele RAV’s werk te maken van een eenduidige registratie van ritgegevens,
zodat de aanlevering en vergelijkbaarheid van de ritgegevens wordt vergroot en de
kans op fouten wordt verkleind. Ik ben voornemens hierover afspraken te maken met
Ambulancezorg Nederland (AZN) en te bezien wat ik hierover kan opnemen in de lagere
regelgeving bij de nieuwe wet op de ambulancevoorzieningen.
Landelijke uitkomsten referentiekader 2019
Als gevolg van de herberekening van het referentiekader door het RIVM is het landelijk
totaalaantal benodigde ambulances op werkdagen overdag naar beneden bijgesteld van
626 naar 622. In de begeleidende brief bij het referentiekader die ik u op 7 november
jongstleden heb toegezonden3, heb ik aangegeven dat ik het referentiekader 2019 doorstuur aan de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) met het verzoek dit in de budgetten voor de RAV’s, die conform de beleidsregel
Regionale Ambulancevoorziening worden vastgesteld, door te rekenen. Uit de nieuwste
doorrekening van de NZa blijkt dat de door het RIVM herberekende capaciteitsuitbreiding
van diensten gepaard gaat met een verhoging van de middelen voor de vergoeding spreiding
en beschikbaarheid in 2020 van € 18,7 miljoen. Dit bedrag stel ik beschikbaar in het
budgettair kader ambulancevervoer, zodat de toegenomen vraag naar ambulancezorg ook
kan worden vergoed. De RAV’s maken momenteel op basis van de behoefte in de regio
met de zorgverzekeraars afspraken voor 2020 over de inzet die nodig is.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins