Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2019
Op vrijdag 31 mei jongstleden verscheen het bericht in de Volkskrant dat behandeling
met psychotherapie effectief kan zijn voor mensen met psychose en overlast voor de
samenleving kan verminderen. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van de Vereniging
voor Gedrags- en Cognitieve therapieën, dat circa 75.000 Nederlandse patiënten met
psychoses niet de zorg krijgen die zij nodig hebben. Als belangrijkste reden wordt
hiervoor aangegeven dat er te weinig behandelaars zijn. De psychologen die er wel
zijn, laten zich vaak afschrikken door de complexe problemen waar de patiënten mee
kampen en zouden denken dat de behandelwinst beperkt is, aldus de Volkskrant.
Iedereen die geestelijke gezondheidszorg (ggz) nodig heeft moet veilige, kwalitatief
goede en betaalbare zorg krijgen. Dat geldt dus ook voor patiënten met een psychose.
Het is belangrijk dat deze kwetsbare mensen de juiste opvang, zorg en ondersteuning
krijgen. Ik vind het daarom waardevol dat de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve
therapieën onderzoek heeft gedaan naar zorg voor patiënten met psychoses. De conclusies
van dit onderzoek en het artikel over dit rapport van 31 mei 2019 in de Volkskrant
vind ik opvallend en zorgelijk. Dit signaal vraagt om meer verdieping. In deze brief
licht ik daarom toe welke acties ik heb ingezet om zorg voor patiënten met psychose
te verbeteren en het signaal van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën
in een bredere context te plaatsen.
Ten eerste is het aan organisaties van zorgverzekeraars, zorgverleners, zorgaanbieders
en patiënten om met elkaar te beschrijven wat zij zien als noodzakelijk goede zorg
en hoe ze dat doelmatig organiseren. Onder begeleiding van Alliantie kwaliteit in
de GGZ (Akwa GGZ) is er de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe Zorgstandaard Psychose.
De ontwikkeling hiervan zal binnenkort worden afgerond. Daarmee is vanaf dat moment
sprake van een nieuwe veldnorm voor goede zorg voor patiënten met een psychose.
Ten tweede moet er voldoende behandelcapaciteit zijn. In het hoofdlijnenakkoord ggz
(Kamerstuk 25 424, nr. 420) heb ik met partijen afspraken gemaakt over het verruimen van de opleidingscapaciteit.
In 2018 zijn 150 extra opleidingsplaatsen voor gz-psychologen beschikbaar gesteld
en voor 2019 is € 20 miljoen extra gereserveerd voor opleidingen.
Ten derde doet Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) op dit moment onderzoek
naar zinnige zorg voor patiënten met een psychose. Het doel van dit onderzoek is te
komen tot concrete aanbevelingen voor de patiëntgerichtheid, effectiviteit en doelmatigheid.
Dit onderwerp heeft het Zorginstituut gekozen op basis van signalen van veldpartijen
in de ggz. De conclusies van het onderzoek van de Vereniging Gedrags- en Cognitieve
therapieën waar de Volkskrant naar verwijst worden bij het onderzoek van het Zorginstituut
betrokken. Ik verwacht de conclusies van het Zorginstituut aan het einde van dit jaar
te mogen ontvangen. Ik zal het eindrapport met uw Kamer delen en op basis van de conclusies
van het Zorginstituut in gesprek gaan met ggz-partijen.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis