19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2388 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2018

Uw Kamer heeft mij tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 19 april jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 76, item 9) verzocht om nadere informatie over een bericht inzake de uitspraak van de Griekse Raad van State betreffende opheffing van de geografische beperking voor asielzoekers op de Griekse eilanden. In deze brief informeer ik u daarover, alsmede over enkele andere onderwerpen die tijdens een recent werkbezoek aan Griekenland aan de orde kwamen.

Uitspraak Griekse Raad van State inzake geografische beperking

Half april oordeelde de Griekse Raad van State dat de geografische beperking voor asielzoekers die na 16 maart 2016 vanuit Turkije naar de Griekse eilanden zijn overgestoken onvoldoende onderbouwd zijn. Ik heb tijdens mijn bezoek mijn zorgen over deze uitspraak besproken met mijn Griekse ambtgenoot Vitsas en de noodzaak voor een spoedige oplossing hiervoor benadrukt. Minister Vitsas meldde dat Griekenland de uitspraak van de Raad van State zou ondervangen door een reeds door de Griekse asieldienst uitgevaardigd besluit met de benodigde onderbouwing. Naar verwachting zou de uitspraak van de Raad van State dus geen consequenties hebben voor de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring.

Verder informeerde mijn ambtgenoot mij over de aanpassing van de nationale asielwet, die tijdens een eerste lezing op 24 april kon rekenen op de steun van de meerderheid van het Griekse parlement en op 15 mei jl. ook daadwerkelijk is aangenomen. De nieuwe wet moet asielprocedures sneller en simpeler maken en zo de druk op de overvolle opvanglocaties op de eilanden verlichten. Ook is parallel aan de wet het aantal beroepscomités vergroot (van 12 naar 20). Overigens heeft mijn ambtgenoot zich zowel in onze gesprekken als in de openbaarheid realistisch getoond over de effecten van de nieuwe wet: deze zou zeker niet eensklaps het vluchtelingen- en migratieprobleem in Griekenland doen oplossen, maar vormde veeleer een volgende – belangrijke – stap in een meerjarige reeks van maatregelen om dit probleem het hoofd te bieden.

Aandachtpunten inzake implementatie EU-Turkije Verklaring

Verschillende Griekse gesprekspartners bepleitten het overplaatsen van asielzoekers naar het vasteland om de eilanden te ontlasten. Ik heb duidelijk gemaakt dit niet in overeenstemming is met de EU-Turkije Verklaring en bovendien geen oplossing biedt, zeker niet voor de langere termijn, omdat transfers plaatsen vrijspelen voor de smokkelindustrie en dus een aanzuigende werking hebben. In plaats hiervan heb ik stroomlijning van de asielprocedures en een bijbehorende efficiënte terugkeersystematiek bepleit. Verder moeten de opvangcondities worden verbeterd, smokkelnetwerken worden aangepakt en grensbewaking worden verbeterd.

Wat betreft de asielprocedure heb ik geconstateerd dat de Griekse overheid met de aanpassing van de asielwet een stap in de goede richting zet. Ik heb het belang benadrukt van voortzetting van de huidige ondersteuning vanuit de EU, met name de coördinerende rol van de Commissie, de inzet van experts door NL en andere lidstaten en ad hoc ondersteuning daar waar evidente inzet nodig is maar niet mogelijk vanwege gebrek aan onder meer financiële en/of personele middelen. Ik heb in dit kader tevens Nederlandse expertise aangeboden bij de implementatie van de aanpassingen van de asielwet.

Op onderdelen van het asielproces moet Griekenland nog aanvullende maatregelen nemen. Het gaat daarbij ook om meer praktische verbeteringen in het Griekse administratieve systeem, zowel centraal als op de eilanden, het uniformiseren van werkwijzen en solide logistieke capaciteit en ICT-systemen. Mij is gebleken dat de Griekse overheid deze punten in het vizier heeft en hierover veelvuldig contact onderhoudt met de Europese Commissie. De eindverantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid ligt evenwel bij de Griekse overheid. De Commissie faciliteert waar mogelijk, daarbij ondersteund door met name EU-agentschappen, lidstaten en UNCHR.

Instroom

De instroom is hoger dan vorig jaar dezelfde periode. Met name de instroom via de landgrens is opvallend sterk gestegen. Ik heb hierover gesproken met diverse gesprekspartners en het belang onderstreept van een goede planning om te kunnen anticiperen in het geval de stijging doorzet.

De afhankelijkheid van medewerking van de Turkse autoriteiten bij de bewaking van zowel de land- als de zeegrenzen werd tijdens mijn bezoek bevestigd. Hoewel de Turkse grensbewaking doorgaans effectief is, blijft het een uitdaging om de mensensmokkelnetwerken voor te zijn. Gebleken is dat deze netwerken zeer inventief zijn en voortdurend naar nieuwe wegen zoeken. Griekenland meldde extra grenswachters te gaan inzetten aan de Grieks-Turkse landgrens. Frontex heeft hierbij ondersteuning toegezegd.

Opvang

De hogere instroom in combinatie met de nog altijd geringe uitstroom zetten druk op de opvangvoorzieningen in de Griekse hotspots. Belangrijke knelpunten zijn onder meer weerstand bij lokale overheden, mede ingegeven door zorgen van de lokale bevolking, belemmeringen om de Europese financiering op de juiste plaats te krijgen (hoewel inmiddels 80 procent van de nationale programma’s uit de AMIF- en ISF-fondsen op papier is toegewezen) en, voor sommige functies die door Grieken ingevuld moeten worden, een gebrek aan kandidaten die op de eilanden willen werken. Gevolg is dat nog steeds geen solide infrastructuur is opgebouwd en de nodige logistieke resultaten uitblijven. Hoewel er vele actieplannen en programma’s lopen, ontbreekt het aan de doorzettingsmacht die nodig is voor het daadwerkelijk plannen en realiseren van lange termijn doelstellingen. Coördinatie door de Commissie bij het adresseren van deze problemen is cruciaal, onder meer bij het verbeteren van de relatie tussen centrale en lokale autoriteiten. Het is uiteindelijk aan de Griekse overheid in samenwerking met de lokale autoriteiten om plannen door te voeren. Ook hierbij speelt de Commissie waar mogelijk een faciliterende rol, met ondersteuning door EU-agentschappen, lidstaten, UNCHR en ngo’s.

Tijdens het bezoek werd Nederland door meerdere gesprekspartners geprezen om de ondersteuning van de afgelopen jaren en de constructieve rol die het steeds speelt. Naar aanleiding van een recent verzoek om het leveren van extra tolken aan Griekenland in verband met een acuut tekort daaraan op de korte termijn, heb ik Minister Vitsas aangekondigd dat Nederland voor drie maanden zes extra tolken zal leveren.

Integratie

Minister Vitsas vestigde aandacht op de noodzaak om een groeiend aantal statushouders – inmiddels meer dan 7.000 personen – in de Griekse samenleving te integreren, een nieuwe uitdaging voor het land. In dit kader verzocht hij Nederland om zijn best practices te delen. Griekenland kent nog geen integraal integratiebeleid. Bij ontstentenis van integratiebeleid, bestaat het risico dat betrokkenen doorreizen naar andere lidstaten. Ik heb gemeld dat Nederland graag bereid is zijn ervaringen te delen en dat ik hierover met mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal spreken.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

Naar boven