Provinciaal blad van Noord-Brabant
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 9443 | andere beschikking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
voor het ambtshalve wijzigen van de op 17 november 2014 aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant verleende omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (artikel 2.31 Wabo) voor het uitvoeren van de nazorg op de stortplaats permanente residu opslag Nyrstar Budel BV, gelegen aan Hoofdstraat 1 te Budel-Dorplein.
’s-Hertogenbosch, 18 juni 2024
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
projectleider stortplaatsen, afvalstoffen, duurzaamheid en groene groei
In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.
Wij hebben op 17 november 2014 een omgevingsvergunning, met kenmerk C2115953/3688262, verleend aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, voor het uitvoeren van de nazorg op de stortplaats permanente residu opslag Nyrstar Budel BV, gelegen aan Hoofdstraat 1 te Budel-Dorplein.
Bij ons besluit van 13 juni 2013, met kenmerk C2116192/3427461, is de stortplaats met ingang van 1 augustus 2013 gesloten verklaard en is de nazorg formeel aan de provincie Noord-Brabant overgedragen.
In artikel 1.c van onderdeel B van bijlage I van het Bor is aangegeven dat inrichtingen die boven, in, op, onder of over een gesloten stortplaats liggen altijd vergunningplichtig zijn. Daarnaast bepaalt artikel 3.4 van het Bor dat Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, bevoegd is om te beslissen op aanvragen die betrekking hebben op activiteiten (zoals onderhavige) die in, op, onder of over een gesloten stortplaats worden uitgevoerd.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verplicht het bevoegd gezag om regelmatig te bezien of de beperkingen waaronder de vergunning is verleend nog toereikend zijn gezien de ontwikkelingen op het gebied van technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Voorts kan het bevoegd gezag de vergunning wijzigen op grond van overige aspecten in het belang van de bescherming van het milieu. De voorwaarden voor het ambtshalve wijzigen van een vergunning zijn nader uitgewerkt in paragraaf 2.6 van de Wabo.
Wij wijzigen gedeeltelijk, gelet op artikel 2.31b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), de voorschriften van de omgevingsvergunning van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262.
De gedeeltelijke wijziging omvat het intrekken van voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 en het opnemen van voorschrift 1.1.1.
Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in artikel 3.15 derde lid juncto paragraaf 3.3 van de Wabo.
Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een beroepschrift indienen. Dit kan tot zes weken na de bekendmaking van dit besluit. In het beroepschrift moet u het volgende opnemen: uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waarmee u het niet eens bent en de reden(en) van uw beroep. U moet het beroepschrift ook ondertekenen. Het beroepschrift kunt u richten aan:
Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een beroepschrift ingediend. Het is mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een beroepschrift een voorlopige voorziening te vragen. Deze kunt u richten aan:
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant
Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende een bepaalde periode. Voorwaarde om een voorlopige voorziening te vragen is dat er sprake moet zijn van een spoedeisend belang. Er zijn kosten verbonden aan het vragen van een voorlopige voorziening.
- 1
- 1.1
Bescherming gesloten stortplaats
Ter vervanging van voorschrift 1.1.3
Vergunninghoudster dient de nazorgwerkzaamheden op de gesloten stortplaats, welke betrekking hebben op het in werking hebben en houden van de bestaande pompen inclusief technische installatie en het bijbehorend leidingstelsel op de locatie met betrekking tot inspectie, onderhoud en periodieke vervangingen, uit te voeren conform de beschrijvingen in het door Nyrstar Budel BV op 5 december 2011 ingediende nazorgplan, dat door Gedeputeerde Staten bij besluit van 31 januari 2012, met kenmerk C2077507/2880852, is goedgekeurd, dan wel elk hierna door Gedeputeerde Staten goedgekeurd nazorgplan dat het vorenstaande nazorgplan vervangt.
Stortplaats permanente residu opslag Nyrstar Budel BV, gelegen aan Hoofdstraat 1 te Budel-Dorplein, is te omschrijven als een gesloten stortplaats. Op 17 november 2014 is een omgevingsvergunning verleend voor het in werking hebben en houden van de bestaande pompen inclusief technische installatie en het bijbehorend leidingstelsel op de locatie. Deze hebben ten doel de vrijkomende afvalwaterstromen ten gevolge van de residu opslag te reguleren en te verpompen naar de waterzuiveringsinstallatie van Nyrstar Budel BV.
Wij hebben het bestaande voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 de omgevingsvergunning getoetst aan uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Deze toetsing geeft aanleiding tot het aanpassen van de eerder verleende vergunning.
Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen voor het aspect milieu verleend:
In artikel 1.c van onderdeel B van bijlage I van het Bor is aangegeven dat inrichtingen die boven, in, op, onder of over een gesloten stortplaats liggen altijd vergunningplichtig zijn.
In artikel 3.4 van het Bor is bepaald dat Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, bevoegd is om te beslissen op aanvragen die betrekking hebben op activiteiten die in, op, onder of over een gesloten stortplaats worden uitgevoerd.
De vigerende omgevingsvergunning is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop dient de wijziging eveneens te worden voorbereid met deze uitgebreide voorbereidingsprocedure.
In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij het ontwerp van de ambtshalve wijziging of intrekking ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden:
- •
- •
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck hebben vervolgens geen aanleiding gezien om advies uit te brengen.
Met Statkraft – Zonnepark Budel B.V. heeft overleg plaatsgevonden om de situatie uit te leggen en de procedure toe te lichten. Zij hebben vervolgens geen aanleiding gezien om advies uit te brengen.
Ter inzage legging ontwerpbesluit en zienswijze
De kennisgeving van de ontwerpbeschikking hebben wij digitaal gepubliceerd op internet in het provinciaal blad. Vanaf 10 juli 2023 tot en met 21 augustus 2023 heeft het ontwerp ter inzage gelegen en is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen.
Van deze gelegenheid is binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt.
Op 28 augustus 2024 is er telefonisch contact geweest met Nyrstar Budel B.V. welke op dezelfde dag per mail is bevestigd met het verzoek om de ontwerpbeschikking te mogen ontvangen. Op 28 augustus 2024 is de ontwerpbeschikking per mail verzonden. Op 30 augustus 2024 heeft Nyrstar bij hoofde van Principal SHEQ Advisor Environment een beroep gedaan op het zogenoemde ‘Varkens in nood-arrest’ met het verzoek de zienswijze in overweging te nemen. Dit heeft geleid tot een overleg met Nyrstar Budel B.V.
op 7 november 2023. Waarna op 16 januari 2024 de schriftelijke zienswijze is ingediend. Ondanks het verstrijken van de gestelde termijn is deze zienswijze toch in behandeling genomen. De volledige zienswijze is toegevoegd als bijlage.
In het kader van rechtszekerheid heeft het de voorkeur van Nyrstar Budel B.V. om eerst het nazorgplan te actualiseren en daar overeenstemming over te krijgen. De zorg ligt bij het verkrijgen van duidelijkheid en zekerheid over de uit te voeren nazorgactiviteiten en het behouden van de gemaakte afspraken. Om vervolgens in het gewijzigde voorschrift te verwijzen naar het gewijzigde nazorgplan.
Zoals in artikel 1.c van onderdeel B van bijlage I van het Bor is aangegeven zijn inrichtingen die boven, in, op, onder of over een gesloten stortplaats liggen altijd vergunningplichtig. Daarnaast bepaalt artikel 3.4 van het Bor dat Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, bevoegd is om te beslissen op aanvragen die betrekking hebben op activiteiten (zoals onderhavige) die in, op, onder of over een gesloten stortplaats worden uitgevoerd. Hieruit kan worden afgeleid dat de gesloten stortplaats zelf geen inrichting en/of activiteit betreft. Enkel eventueel aanwezige installaties met voldoende vermogen, zoals onderhavig de pompinstallaties, blijven/zijn wel vergunningplichtig. Het koppelen van het volledige nazorgplan aan een beschikking is derhalve niet aan de orde, omdat dit niet (volledig) richt op de vergunningplichtige activiteit.
Hierbij wordt opgemerkt dat het door Nyrstar opgestelde nazorgplan en overgedragen dossier niet in overeenstemming blijkt met de feitelijke situatie in het veld. Naast het argument dat koppelen van het volledige nazorgplan derhalve niet aan de orde is, leidt dit tevens tot een praktisch onuitvoerbare situatie.
Verder hebben Gedeputeerde Staten als beleid om iedere vijf jaar de nazorgplannen van stortplaatsen waarvan de in artikel 8.47 derde lid van de Wet milieubeheer bedoelde verklaring is afgegeven te evalueren en indien nodig te actualiseren. Een gewijzigd nazorgplan wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit in de zin van artikel 1.3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. Bij deze procedure wordt het besluit bekend gemaakt en staat het besluit open voor bezwaar en beroep. Derhalve is de rechtszekerheid van Nyrstar Budel B.V. voldoende geborgd.
De onderhavige beschikking tot ambtshalve wijziging van de omgevingsvergunning is een zelfstandige procedure en staat geheel los van het verkrijgen van duidelijkheid en zekerheid omtrent de inhoud van het nazorgplan. Het vaststellen van een nazorgplan is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. De zienswijze geeft ons geen aanleiding het besluit te wijzigen.
Na heroverweging hebben wij het bestaande voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 ter volledigheid opgenomen in de paragraaf “overwegingen”.
Op grond van artikel 2.31, tweede lid, heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om een vergunning aan te passen. Deze mogelijkheid bestaat voor zover dit in het belang van de bescherming van het milieu is.
Wij hebben het bestaande voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 getoetst aan uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Deze toetsing geeft aanleiding tot het aanpassen van de eerder verleende vergunning.
Het bestaande voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 luidt als volgt:
Voorschrift 1.1.3 van de omgevingsvergunning van d.d. 17 november 2014 met kenmerk C2115953/3688262 wordt ambtshalve ingetrokken. De bescherming van het milieu verzet zich niet tegen deze intrekking. Voorschrift 1.1.3 zoals opgenomen in onderhavig besluit onder 1.1 Bescherming gesloten stortplaats, vervangt vorenstaand voorschrift.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-9443.html