Openstellingsbesluit subsidie doorbraakprojecten systemen voor herbruikbare verpakkingen Zuid-Holland 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 1.2 van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de doelstellingen uit het Grondstoffenakkoord 2017 ten aanzien van een volledig circulaire economie in 2050 te halen;

Overwegende dat het hiervoor noodzakelijk is het gebruik van primaire fossiele grondstoffen, mineralen en metalen te verminderen;

Overwegende dat het wenselijk is hiertoe het volume verpakkingen te beperken en hergebruik van verpakkingen als uitgangspunt te nemen en op die manier materialen in de keten te houden;

Overwegende dat het wenselijk is hiertoe innovatieve doorbraakprojecten voor het thema hergebruik van verpakkingen in Zuid-Holland te ondersteunen;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

 

Openstellingsbesluit subsidie doorbraakprojecten systemen voor herbruikbare verpakkingen Zuid-Holland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    herbruikbare verpakking: verpakking die is bestemd, is ontworpen en in de handel is gebracht om binnen haar levensduur verscheidene omlopen te maken door opnieuw te worden gevuld of gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor zij is ontworpen;

  • -

    in de handel brengen: voor het eerst beroepsmatig in Nederland op de markt aanbieden van een product;

  • -

    omloop: het traject dat een herbruikbare verpakking aflegt vanaf het moment waarop de verpakking samen met de door de verpakking in te sluiten, te beschermen, te verladen, af te leveren of aan te bieden producten in de handel wordt gebracht, tot het moment waarop deze met het oog op hergebruik wordt teruggezonden middels een systeem voor hergebruik van verpakkingen, met als doel deze verpakking opnieuw als verpakking van producten in de handel te brengen;

  • -

    op de markt aanbieden: in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt;

  • -

    systeem voor hergebruik van verpakkingen: organisatorische, technische of financiële regelingen die ervoor zorgen dat herbruikbare verpakkingen meerdere omlopen maken;

  • -

    verkoop- of primaire verpakking: verpakking die zo is ontworpen dat zij voor de eindgebruiker of consument op het verkooppunt een verkoopeenheid vormt;

  • -

    verpakkingen: alle producten, vervaardigd van materiaal van welke aard ook, die kunnen worden gebruikt voor het insluiten, beschermen, verladen, afleveren en aanbieden van andere producten, van grondstoffen tot afgewerkte producten, over het gehele traject van producent tot gebruiker of consument, verzamel- of secundaire verpakking: verpakking die zo is ontworpen dat zij op het verkooppunt een verzameling van een aantal verkoopeenheden vormt, ongeacht of deze als dusdanig aan de eindgebruiker of consument wordt verkocht, dan wel alleen dient om de rekken op het verkooppunt bij te vullen en die van het product kan worden verwijderd zonder dat dit de kenmerken ervan beïnvloedt;

  • -

    verzend- of tertiaire verpakking: verpakking die zo is ontworpen dat het verladen en het vervoer van een aantal verkoopeenheden of verzamelverpakkingen wordt vergemakkelijkt om fysieke schade door verlading of transport te voorkomen, weg-, spoor-, scheeps- of vliegcontainers daaronder niet begrepen.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor doorbraakprojecten gericht op het realiseren, opschalen en verbeteren van systemen voor herbruikbare verpakkingen.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    Het project, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan vermindering van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal in een keten.

Artikel 3 Subsidievereisten

In aanvulling op artikel 2.3 eerste lid van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 eerste lid in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project draagt bij aan het oplossen van knelpunten in de logistiek op het gebied van informatie- en communicatietechnologie of in de logistiek op het gebied van transport;

  • b.

    het project draagt bij aan het ontwikkelen van een haalbare businesscase voor meerdere bij het systeem voor herbruikbare verpakkingen betrokken ketenpartijen; en

  • c.

    het project is gericht op experimentele ontwikkeling.

Artikel 4 Aanvraagperiode

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden ingediend van 10 september 2024 tot en met 8 oktober 2024.

  • 2.

    Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

Artikel 5 Deelplafond

Gedeputeerde staten stellen het deelplafond voor de periode, genoemd in artikel 4, vast op € 500.000,--.

Artikel 6 Subsidiehoogte

In aanvulling op artikel 2.4, eerste lid, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland, bedraagt de hoogte van de subsidie ten hoogste € 124.000,--.

Artikel 7 Rangschikking

  • 1.

    In aanvulling op artikel 2.5 van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland worden volledige subsidieaanvragen gerangschikt en wordt het aantal punten berekend door de som te nemen van de punten behaald voor ieder afzonderlijk beoordelingscriterium, waarbij:

    • a.

      voor ieder van de beoordelingscriteria, genoemd in artikel 2.5, derde lid, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland punten kunnen worden behaald van nul tot en met vijf; en

    • b.

      de beoordelingscriteria, bedoeld in artikel 2.5, derde lid, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland, een wegingsfactor hebben van:

      • i.

        voor het criterium, genoemd onder a, mate van fundamenteel vernieuwend;

      • ii.

        voor het criterium, genoemd onder c, haalbaarheid van het project.

      • iii.

        voor het criterium, genoemd onder b, mate van impact;

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor het criterium, genoemd in artikel 2.5, derde lid, onder a, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland.

  • 3.

    Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor het criterium, genoemd in artikel 2.5, derde lid, onder b (mate van impact), van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland.

  • 4.

    Indien toepassing van het derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.4 van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland wordt subsidie geweigerd, indien het aantal punten, bedoeld in het eerste lid van artikel 7, minder dan 20 punten bedraagt.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 10 Werkingsduur en overgangsrecht

Dit besluit vervalt op 31 december 2024, met dien verstande dat dit besluit van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie doorbraakprojecten systemen voor herbruikbare verpakkingen Zuid-Holland 2024.

Den Haag, 9 juli 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

Drs. M.J.A. van Bijnen, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

Toelichting behorende bij het Openstellingsbesluit subsidie doorbraakprojecten retoursystemen voor verpakkingen1 Zuid-Holland 2024

I. Algemeen

Provincie Zuid-Holland streeft vanuit het grondstoffenakkoord van 2017 naar 100% circulair in 2050. De doelen uit het grondstoffenakkoord zijn opgenomen in coalitieakkoord Krachtig Zuid-Holland 2023.

 

Er is een Subsidieregeling circulair Zuid-Holland vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 28 juni 2022 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-8425.html) om doorbraakprojecten te kunnen subsidiëren omdat zij een cruciale en belangrijke rol spelen in het op gang brengen van de transitie naar een circulaire samenleving. Deze subsidieregeling is gebaseerd op de provinciale beleidsnota ‘Innovaties in circulaire transities’ (https://circulair.zuid-holland.nl/activiteit/subsidieregeling-circulair-zuid-holland/).

 

Op basis van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland is dit Openstellingsbesluit subsidie doorbraakprojecten retoursystemen voor verpakkingen Zuid-Holland 2024 opgesteld als een invulling van het transitiethema kunststoffen en circulair algemeen (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland).

 

Waar we naar toe werken

 

In Zuid-Holland produceren we rond de 230 kiloton plastic afval per jaar, hiervan is ruim een kwart bedrijfsverpakkingen. Het overige deel zijn post-consumer (consumenten) verpakkingen.

 

Afval

Landelijk produceren we ongeveer 1.650 kiloton plastic afval (cijfers 2017), waaronder 512 kiloton plastic verpakkingen. Van alle plastic afval wordt 47,5% gerecycled of hergebruikt en 52,5% verbrand. In 2022 is het totale volume plastic afval fors gestegen. Er is wel een toename in hergebruik (naar 10%) te zien. Naast plastic, bestaat het afval afkomstig uit verpakkingen met name uit papier en karton. Dit materiaal wordt momenteel veel beter gerecycled (in volumes gemeten) in Nederland, echter bij zowel productie, bij recycling als bij verbranden van deze materiaalstroom komt veel CO2 vrij. Het is in het kader van de circulaire doelstelling (CO2 reductie) in veel gevallen geen goed alternatief voor kunststof.

 

Herbruikbare verpakkingen

Ook in de toekomst zullen verpakkingen nodig blijven: om transport en gebruik te vereenvoudigen, en om de kwaliteit van producten, waaronder voedsel, te waarborgen. Een circulaire toekomst op gebied van verpakkingen kent geen ‘wegwerp’ ofwel ‘single used’ verpakkingen meer. In plaats daarvan wordt het verpakkingsgebruik geminimaliseerd en worden verpakkingen waar mogelijk hergebruikt. Re-use is straks de norm.

 

Om een systeemdoorbraak te realiseren op hergebruik, zijn systemen voor herbruikbare consumenten- en bedrijfsverpakkingen nodig; van herbruikbare bekers- en maaltijdverpakkingen in lokaal georganiseerde ketens tot bananen- en bloemendozen in (inter)nationale transportsystemen, maar denk ook aan ladingdragers zoals pallets of jerrycans voor schoonmaakproducten. De transitie naar systemen voor herbruikbare verpakkingen is een complexe opgave omdat het vraagt om nieuwe samenwerkingsketens en om nieuwe en andere logistieke faciliteiten.

 

We verwachten dat door hergebruik de hoeveelheid (volume) gebruikte verpakkingen zal verminderen. Daarnaast zal door het meermaals (zo vaak mogelijk) gebruiken van een verpakking het aantal verpakkingen dat beschikbaar komt voor recycling of zelfs verbranding significant afnemen.

 

Van

Naar

Single Used verpakkingen

Vele malen verpakken en ompakken in de keten en het verbranden van gebruikte verpakkingen

End of line recycling (plastic, karton, papier)

Herbruikbare verpakkingen

Samenwerkende ketens rond retoursystemen (logistiek, cleaning and grading, ICT) voor verpakkingen

Zo lang mogelijk in de keten houden van grondstoffen

 

Zie voor meer informatie over afval, verpakkingen, kunststoffen en de opgave circulair van de provincie Zuid-Holland, zie de volgende links:

II. Artikelsgewijs

 

Artikel 3 Subsidievereisten

 

Systeemdoorbraken

De openstelling van deze regeling richt zich primair op systeemdoorbraken. Daar wordt onder verstaan die initiatieven die het handelen binnen de huidige lineaire economie doorbreken en die zoeken naar nieuwe, circulaire systemen. Het kan om de schaling van een experimenteel getest retoursysteem gaan of het kan gaan om de introductie van een nieuw systeem of om het wegnemen van obstakels voor retoursystemen in het algemeen. Het gaat uitdrukkelijk niet om pilots of experimenten, maar om schaalbare en haalbare initiatieven met impact.

 

Impact

Met impact worden die initiatieven bedoeld die door de schaal waarop ze toegepast worden, door het bereik wat ze hebben of door de grote reductie van materiaalgebruik in de keten bijdragen aan een forse vermindering van het ontstaan van afval. We hebben het hier niet over projecten en initiatieven die bijdragen aan recycling. Voor verdere beschrijving van criterium 2, mate van impact (zie verder).

 

Buiten de scope van deze regeling vallen:

  • -

    Retoursystemen gericht op recycling (dunne bloemhoezen, statiegeldblikjes).

  • -

    Redesign en rethink van het product zelf, waardoor verpakking vrijwel compleet overbodig wordt.

Retoursysteem

Doorbraakprojecten bouwen voort op de ideeën en veranderingen uit de transitiepaden rondom afval en verpakkingen in verschillende sectoren, zoals tuinbouw, facilitaire dienstverlening (schoonmaak en catering), e-commerce, horeca en retail. De regeling staat ook open voor systemen voor herbruikbare verpakkingen die sector overstijgend zijn of zich binnen een andere sector bevinden. In veel gevallen vragen deze systemen om fysieke inleverplekken en/of hubs waar verpakkingen gecontroleerd en waar nodig hersteld worden. Een ondersteunend ICT kan zorgen voor de benodigde tracking and tracing. Ketens rond retoursystemen kennen:

  • -

    Samenwerking tussen de producenten, verwerkers, vervoerders en klanten van de gedeelde faciliteit.

  • -

    Afspraken over gedeelde verantwoordelijkheid.

  • -

    Een goed uitgewerkte businesscase waarbij de kosten/opbrengsten worden verdeeld over de gehele keten.

Artikel 6 Verdelingswijze

Alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt. Om de rangschikking te bepalen worden de aanvragen getoetst aan de drie criteria, genoemd in artikel 2.5, derde lid, van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland. Per criterium kan 0 tot en met 5 punten behaald worden. Aan elk criterium is een wegingsfactor toegekend. De totaal behaalde puntenscore op basis van de beoordelingscriteria wordt berekend door per criterium het aantal behaalde punten te vermenigvuldigen met de wegingsfactor. Vervolgens worden alle scores op de criteria bij elkaar opgeteld. 

 

Toelichting beoordelingscriteria (artikel 6, eerste lid, onder a)

In de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland staan in artikel 2.5, derde lid, de volgende beoordelingscriteria:

  • Fundamenteel vernieuwend;

  • Impact;

  • Haalbaarheid.

Voor een uitgebreidere toelichting op die criteria wordt verwezen naar de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland; ( https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-8425.html ). Die toelichting is de basis voor de scores per criterium.

 

Criterium 1: mate van fundamenteel vernieuwend

Bij het beoordelen van fundamenteel vernieuwend wordt gekeken naar de mate waarin het project andere en innovatieve manieren van denken, organiseren en doen nastreeft. Dit anders denken, doen en organiseren heeft betrekking op de keten van het doorbraakproject. Daarnaast wordt ook gekeken naar de potentie om bij te dragen aan een doorbraak in aanverwante ketens of waar het zelfs tot complete systeemverandering kan leiden.

 

Nieuwe manier van denken

Bij de nieuwe manieren van denken wordt in de subsidieregeling verwezen naar de R-ladder. We wijzen erop dat voor hernieuwbare grondstoffen daarnaast ook gebruik gemaakt kan worden van het vlindermodel van de Ellen MacArthur Foundation. In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

 

De gevolgde circulaire strategie:

  • Het project maakt gebruik van een hoogwaardigere circulaire strategie dan gebruikelijk in de markt.

  • Het doorbraakproject draagt bij aan het normaliseren van andere manieren van denken.

  • Het doorbraakproject verminderd de milieu-impact van het gebruik van verpakkingen door beperking van het volume en/of door de aard van het materiaal.

 

Nieuwe manier van organiseren en ketensamenwerking

Bij fundamenteel vernieuwend wordt verondersteld dat voor circulaire projecten vaste verhoudingen en patronen in de bestaande keten veranderen. Actoren gaan zich op een andere manier tot elkaar verhouden, bijvoorbeeld door een nieuw organisatiemodel of verdienmodel. In deze nieuwe ketensamenwerking ontstaat een nieuwe ordening waarbij partijen tot nieuwe afspraken komen. Ook kunnen de actoren veranderen: nieuwe partijen doen mee, andere partijen haken af. Belangrijk is dat de cruciale partijen die de doorbraak kunnen helpen te bereiken meedoen of mee gaan doen en op welke wijze.

 

 

In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

 

Welke partners zijn betrokken:

  • De partijen die belangrijk zijn om het project tot een goed einde te brengen zijn betrokken.

  • Naast direct betrokken partijen ondersteunen zo nodig ook andere relevante partijen het project.

  • Bij ontbrekende partijen: er is een (plausibele) onderbouwing voor het ontbreken van de partij(en) en/of een plan om hen alsnog te betrekken.

Samenwerking tussen de partners:

  • De partijen hebben een andere financiële samenwerking opgezet dan in een lineaire samenwerking.

  • De partijen hebben een andere verantwoordelijkheid tot elkaar dan in een lineaire samenwerking.

  • De partijen hebben op een andere manier de samenwerking tussen de ketenpartners vastgelegd.

Nieuwe manier van doen

Nieuw denken en organiseren moet ook leiden tot nieuw doen (nieuwe praktijken). Verandert het routines en handelingen? Lokt het ander gedrag van burgers en consumenten uit? Voor het doorbreken van routines of het aanpassen van gedrag weegt mee welke voordelen dit alternatieve gedrag met zich meebrengt.

 

In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • Het project breekt dagelijkse routines en handelingen en/of het lokt ander gedrag uit bij de producenten, vervoerder, (eind)gebruiker.

  • Dit gedrag wordt aannemelijk geprikkeld, door middel van een ‘benefit’ in de zin van

    • Een economische opbrengst (c.q. minder kosten).

    • Transactiekosten (‘kosten’ niet in letterlijke financiële zin, maar breder: moeite doen of tijd besteden valt hier ook onder).

    • Niet-materiele opbrengsten/voordelen (bijv. ideologisch, status, zelfontplooiing, natuurwaarden).

  • Het is aannemelijk dat deze benefits sterk genoeg zijn zodat de eindgebruiker het gedrag daarop aanpast.

  • Het nieuwe gedrag is niet eenmalig maar heeft de potentie om de standaard gang van zaken te worden.

 

Op basis van bovenstaande aspecten (nieuwe manieren van denken, doen en organiseren) en in samenhang met elkaar wordt de mate van fundamenteel vernieuwend zeer slecht, slecht, matig, voldoende, goed of zeer goed gekwalificeerd:

 

0 punten bij kwalificatie zeer slecht

1 punt bij kwalificatie slecht

2 punten bij kwalificatie matig

3 punten bij kwalificatie voldoende

4 punten bij kwalificatie goed

5 punten bij kwalificatie zeer goed

 

Criterium 2: mate van impact

Hoeveel impact een project maakt, is in feite wat het project gaat bereiken. Impact gaat om materiële, iconische en maatschappelijke impact. Deze impact betreft de impact van het project zelf en de impact op de keten waar het project betrekking op heeft.

 

Materiële impact

Bij materiële impact betreft het de directe resultaten, zoals de vermindering van CO₂-uitstoot of de afname van materiaal- en grondstoffengebruik in de totale keten c.q. over de totale levensduur. Het nader onderzoeken kan in dat geval onderdeel worden van het project, na indiening, indien aannemelijk is gemaakt dat de potentie tot reductie op materieel gebied bestaat.

 

In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • Het project heeft direct materieel resultaat in de vorm van verminderd (primair, biotisch of abiotisch) materiaal- of grondstoffenverbruik.

  • Het project heeft direct materieel resultaat in de vorm van CO2-reductie.

  • Het project heeft direct materieel resultaat in een andere vorm dan bovenstaande op het gebied van milieu (bijvoorbeeld bodemkwaliteit, biodiversiteit, leefomgeving).

  • De materiële claim is (plausibel) onderbouwd door onderzoek(en) of is aannemelijk gemaakt.

Iconische impact

Bij iconische impact wordt gekeken naar een verandering in gangbare ideeën, de dominante maatschappelijke discussie en onderliggende dominante modellen of theorieën.

 

In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • Het project heeft de potentie om een breed publiek te bereiken.

  • Het project fungeert als icoon voor de (achterliggende) visie en zet aan tot nieuw denken.

  • Het project brengt een discussie op gang op maatschappelijk gebied of op gebied van beleid.

Maatschappelijke impact

Groepen worden beïnvloed door de transitie, wat vragen oproept over inclusiviteit, rechtvaardigheid, betaalbaarheid en meer. De mate waarin groepen kunnen participeren en waarin de noden van specifieke groepen worden meegenomen bepaalt de maatschappelijke impact.

 

In samenhang wordt gekeken naar de volgende aspecten:

  • De maatschappelijke impact (zowel positief als negatief) is omschreven meegenomen in het project

  • Met de maatschappelijke impact (zowel positief als negatief) wordt rekening gehouden in het project (verkleinen negatief en vergroten positief)

  • De aanvrager heeft in kaart gebracht of, en welke, groep(en) worden benadeeld door de beoogde transitie

  • Met deze mogelijk negatieve invloed op specifieke groepen wordt rekening gehouden bij de uitvoering van het project en waar mogelijk gecompenseerd.

Op basis van bovenstaande aspecten van impact en in samenhang met elkaar wordt de mate van impact zeer slecht, slecht, matig, voldoende, goed of zeer goed gekwalificeerd:

0 punten bij kwalificatie zeer slecht

1 punt bij kwalificatie slecht

2 punten bij kwalificatie matig

3 punten bij kwalificatie voldoende

4 punten bij kwalificatie goed

5 punten bij kwalificatie zeer goed

 

Criterium 3: mate van haalbaarheid

Bij de score op haalbaarheid wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten:

  • De kwaliteit van het plan van aanpak:

    • o

      De kwaliteit van de uitwerking van het plan.

    • o

      De mate van volledigheid van het plan.

    • o

      De inschatting van de uitvoering van het plan.

    • o

      Het plan wekt vertrouwen voor de uitvoering.

    • o

      Het plan, de beoogde impact en de mate fundamentele vernieuwendheid staan in verhouding tot het aangevraagde subsidiebedrag.

  • De kwaliteit en samenstelling van het samenwerkingsverband en het team. Het gaat hierom de samenstelling, de competenties van de individuen of partijen en de ervaring met veranderprojecten.

    • o

      Het team heeft een diverse samenstelling van verschillende kwaliteiten en achtergronden, waarbij er gekeken wordt of er rekening is gehouden met initiatieven van onderop zoals sociale ondernemers.

    • o

      Alle benodigde kwaliteiten en achtergronden zijn aanwezig in het team.

    • o

      Indien kwaliteiten of achtergronden ontbreken wordt (plausibel) onderbouwd hoe dit wordt opgevangen gedurende het project.

    • o

      Het team wekt vertrouwen over de uitvoer van het project door eerder bewezen kwaliteiten, ofwel in de voorbereiding op dit project ofwel in eerdere projecten.

  • De oriëntatie op de uitvoerbaarheid van de innovatie in de praktijk;

    • o

      De context waarin het project zich bevindt is omschreven.

    • o

      Het project bevindt zich in een omgeving waar de haalbaarheid wordt gestimuleerd, doordat er steun, betrokkenheid, enthousiasme en eigenaarschap vanuit diverse netwerken voor het initiatief is.

    • o

      Het project sluit aan bij urgenties en noden van betrokkenen, of speelt slim in op de kansen en crises in de omgeving.

    • o

      Niet alleen de uitvoerbaarheid van het doorbraakproject maar er wordt ook inzicht gegeven in de toekomstige uitvoerbaarheid van in de gewone praktijk en mogelijke obstakels daarvoor.

Op basis van bovenstaande aspecten en in samenhang met elkaar wordt de mate van haalbaarheid zeer slecht, slecht, matig, voldoende, goed of zeer goed gekwalificeerd:

0 punten bij kwalificatie zeer slecht

1 punt bij kwalificatie slecht

2 punten bij kwalificatie matig

3 punten bij kwalificatie voldoende

4 punten bij kwalificatie goed

5 punten bij kwalificatie zeer goed

 

Toelichting wegingsfactoren ofwel rangschikking (artikel 6, eerste lid, onder b)

Het doel van de Subsidieregeling circulair Zuid-Holland en deze openstelling is om doorbraakprojecten te stimuleren en te ondersteunen.

 

De puntenscore per criterium wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor. De volgende wegingsfactoren zijn van toepassing

  • 1 voor het criterium, genoemd onder a, mate van fundamenteel vernieuwend;

  • 2 voor het criterium, genoemd onder c, mate van haalbaarheid van het project;

  • 3 voor het criterium, genoemd onder b, mate van impact.

De rangschikking wordt gemaakt op de scores op deze criteria in combinatie met de wegingsfactor.

 

Fundamenteel vernieuwend heeft als wegingsfactor 1. Het gaat hierbij om de nieuwe manieren van denken, doen en organiseren die daartoe moeten leiden. Hoe fundamenteler gewerkt wordt aan de vernieuwing en daarmee aan de transitie van een circulaire economie hoe beter het is. Door hier op te scoren wordt gewerkt aan die systeemverandering en aan het zijn van een doorbraakproject.

 

Impact heeft als wegingsfactor 2, omdat we met systemen voor herbruikbare verpakkingen vooral een verschil willen maken in de milieu impact van de huidige stroom verpakkingen. Verschillende vormen van impact belangrijk zijn om een bijdrage te leveren aan de systeemverandering en het zijn van een doorbraakproject.

 

Haalbaarheid van het project heeft als wegingsfactor 3, omdat dit aspect op orde moet zijn voor een goede uitvoering in de praktijk en schaalbaarheid van het systeem voor herbruikbare verpakkingen. De randvoorwaarden moeten in beeld zijn en indien nodig de beheersmaatregelen. Haalbaarheid speelt bij systemen voor herbruikbare verpakkingen een cruciale rol in het zorgen voor lange termijn succes.

Naar boven