Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 10480 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 10480 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
het ontwerp Actieplan Geluid Noord-Brabant (4e tranche 2024-2029) vast te stellen
zoals is aangegeven in Bijlage A
Dit ontwerp besluit met het ontwerp Actieplan Geluid te publiceren en met ingang van 16 juli 2024 gedurende acht weken de gelegenheid te bieden voor inzage en het indienen van zienswijzen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Op grond van Europese wetgeving die in Nederland is vertaald in de Omgevingswet, moet de provincie een Actieplan Geluid (hierna te noemen actieplan) opstellen hoe met het geluid, dat wordt veroorzaakt door de provinciale wegen, wordt omgegaan. Het actieplan is opgesteld nadat eerst een inventarisatie is uitgevoerd naar de geluidbelastingen op woningen langs deze wegen.De resultaten van deze inventarisatie zijn vastgelegd in de geluidbelastingkaart die op 30 juni 2022 door Gedeputeerde Staten (GS) is vastgesteld. Het actieplan heeft betrekking op alle provinciale wegen.
Voor het actieplan moeten Gedeputeerde Staten een plandrempel vaststellen. Dit is de grens van de geluidbelasting op woningen waarvan zij vinden dat deze niet wenselijk is.Na afweging van belangen en op basis van gezondheid, haalbaarheid en betaalbaarheid hanteren wij als plandrempel een geluidsbelasting van 60 dB. Uit de geluidbelastingkaart blijkt dat bij een groot aantal woningen de geluidbelasting meer bedraagt dan deze drempelwaarde.
Sinds enkele jaren beschikt provincie Noord-Brabant over een subsidieregeling voor geluidisolatie. Deze is van toepassing op woningen met een geluidbelasting boven de 60 dB maar die niet op de landelijke saneringslijst staan zoals deze onder de Wet geluidhinder van toepassing was. Met de komst van de Omgevingswet komt er een maximum aan de groei van de geluidbelasting. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk rekening te houden met autonome groei en toekomstige overschrijdingen. De plandrempel kan hierdoor worden aangepast naar 60 dB waarbij deze aansluit bij de terugsaneerwaarde uit de Omgevingswet.
De maatregelen welke de provincie in de periode 2024-2029 voornemens is uit te voeren, zijn verwoord in dit actieplan. De belangrijkste maatregelen zijn het toepassen van stil asfalt bij regulier groot onderhoud. Met de MGR-methode (Milieugezondheidsrisico) wordt de milieugezondheid in beeld gebracht. De MGR geeft een gezondheidskundige beoordeling van de milieukwaliteit. Met dit instrument worden locaties geïdentificeerd waar (toekomstige) bewoners op basis van de gecumuleerde milieubelasting een hoog risico lopen op gezondheidseffecten.
Omdat Gedeputeerde Staten zich realiseren dat de geluidbelasting buiten niet altijd afdoende te reduceren is naar een situatie onder de plandrempel, wil Gedeputeerde Staten de bewoners waar een geluidsaneringsproject speelt middels een subsidieregeling tegemoetkomen in de kosten om ten minste een goed binnenniveau te realiseren. De verwachting is dat na het treffen van de in de periode 2024-2029 voorgenomen maatregelen het aantal gehinderden met circa 2% en het aantal slaapgestoorden met 5% zal afnemen. Opgemerkt wordt dat met de voorgenomen maatregelen, de geluidbelasting bij 14% van de gehinderden in een lagere geluidklasse terecht zullen komen. Wanneer ook de bovenwettelijke gevelmaatregelen worden meegewogen zal het aantal gehinderden verder afnemen.
Voor het treffen van de maatregelen aan de weg en in de overdracht zijn de betreffende kosten in de raming/aanbesteding opgenomen. Door het treffen van maatregelen aan te laten sluiten bij het onderhoud aan de wegen is er sprake van beperkte meerkosten t.o.v. de onderhoudskosten. Voor de sanerings- en subsidieregeling zijn separaat gelden ter beschikking gesteld.
Het ontwerpactieplan heeft vanaf [PM] voor een periode van 8 weken ter inzage gelegen. Naar aanleiding van deze ter inzagelegging zijn X zienswijzen ontvangen. Op [PM] is dit actieplan vastgesteld. Conform de Omgevingswet wordt het Actieplan Geluid voor de periode 2024-2029 via de Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG) toegestuurd aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Met de publicatie op 25 juni 2002 door de Raad van de Europese Unie van de “Richtlijn 2002/49/EG betreffende de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai” (kortweg Richtlijn omgevingslawaai) werd het nieuwe Europese geluidsbeleid van kracht. De lidstaten moesten de richtlijn voor 18 juli 2004 in wetgeving te hebben omgezet. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden, de richtlijn is hierin geïmplementeerd (artikel 20.7).In artikel 20.17 van de Omgevingswet zijn de regels opgenomen wie, in welke situatie, waarvoor geluidsbelastingkaarten en een Actieplan moeten opstellen. Elke 5 jaar wordt de geluidbelastingkaart geactualiseerd (artikel 10.50 Omgevingsbesluit). De provincie stelt de geluidbelastingkaart vast (artikel 11.53 Besluit kwaliteit leefomgeving) en de geluidbelastingkaart wordt beschikbaar gesteld via Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG) (artikel 10.50 Omgevingsbesluit). De provincie dient op basis van artikel 3.8 van de Omgevingswet een Actieplan op te stellen.Dit actieplan is een document dat zowel het beleid beschrijft ter beperking van de geluidsbelasting, als de voorgenomen, in de eerstvolgende vijf jaar te treffen, maatregelen. De provinciebesturen stellen een actieplan op voor (delen van) provinciale wegen.Doel is om het omgevingslawaai te evalueren, te beheersen en mogelijk te verlagen, met als gevolg het aantal gehinderden, slaapgestoorden en kans op ischemische hartziekten te verminderen door de geluidsbelasting als gevolg vanwege verkeer te verlagen. Hierdoor zal de milieugezondheidskwaliteit langs de provinciale wegen worden verbeterd.
Voor u ligt het actieplan 4e tranche (2024-2029) van de provincie Noord-Brabant. In de hoofdstukken 2 en 3 worden het wettelijk kader en de diverse processtappen om te komen tot een actieplan toegelicht. Naast een uitgebreide beschrijving van de Noord-Brabantse situatie in hoofdstuk 4 vindt u in hoofdstuk 5 een samenvatting van de geluidbelastingkaart. Deze geluidbelastingkaart is het resultaat van de inventarisatie die is uitgevoerd naar de geluidbelastingen op de woningen langs de meest drukke provinciale wegen of delen daarvan die voldoen aan het intensiteitscriterium zoals vermeld in artikel 11.49 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.Hoofdstuk 6 geeft een terugblik op de 3e tranche (2018-2023).In hoofdstuk 7 is aangegeven welke afwegingen ten grondslag liggen aan het vaststellen van de plandrempel. Dat is de waarde waarvan Gedeputeerde Staten (GS) vinden dat, bij overschrijding ervan, maatregelen moeten worden onderzocht. De uitwerking hiervan in mogelijke maatregelen vindt u in hoofdstuk 8. Het vervolg en evaluatie van het Actieplan 2024-2029 staat in hoofdstuk 9.In hoofdstuk 10 is aangegeven welke mogelijkheden er zijn om uw mening kenbaar te maken.
De Europese Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai PbEG L 189 is gericht op de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai. Deze richtlijn wordt aangehaald als de Richtlijn omgevingslawaai. De Richtlijn omgevingslawaai is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen worden blootgesteld. De richtlijn heeft tot doel het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde brontypen, te weten weg- en railverkeer en luchtvaart en specifieke vastgelegde industriële activiteiten.
Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden, worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de volgende instrumenten toegepast:
inventariseren van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten;
vaststellen van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken; de plannen moeten vooral gericht zijn op plaatsen waar hoge blootstellingniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens; ook moeten ze een goede geluidskwaliteit handhaven;
voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan; daarbij hoort het publiceren van de geluidsbelastingkaarten en het houden van inspraak over de actieplannen.
De Europese Richtlijn 2002/49/EG (Richtlijn omgevingslawaai is in 2024 in de Omgevingswet geïmplementeerd. In de Omgevingswet is voorgeschreven dat GS de geluidsbelasting van provinciale wegen moeten inventariseren en vervolgens een actieplan moeten opstellen.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. In artikel 2.26 is de verplichting opgenomen om de richtlijn omgevingslawaai uit te voeren. Op basis van artikel 20.16 en 20.17 dient de provincie geluidbelastingkaarten vast te stellen. Daarnaast dient op basis van artikel 3.8 van de Omgevingswet een actieplan te worden vastgesteld door de provincie.
Elke provincie is verplicht om voor alle wegen in haar beheer met meer dan drie miljoen passerende voertuigen een geluidbelastingkaart en actieplan op vast te stellen. Omdat er dan nog steeds geen volledig beeld is van de geluidproblematiek langs de overige provinciale wegen, heeft de provincie besloten alle wegen die in haar beheer zijn, in beeld te brengen. De keuze ligt in lijn met de eerdere karteringsronden (2de tranche 2013-2018 en 3de tranche 2019-2023). De geluidbelastingkaart is gepubliceerd in het provinciaal blad van 1 augustus 2022 (nr 9269).
Voorafgaand aan het actieplan is in Noord-Brabant in 2022 een geluidbelastingkaart opgesteld en vastgesteld. De geluidbelastingkaart zou een inventarisatie van de optredende geluidbelastingen op woningen langs de provinciale wegen in 2021 moeten zijn. Omdat de jaren 2020 en 2021 vanwege de coronasituatie niet als representatief worden beschouwd, is in overleg met het ministerie besloten de verkeersintensiteit van 2019 als uitgangspunt te hanteren.
Het actieplan borduurt hierop verder met een beschrijving van de voorgenomen relevante maatregelen, het beleid ter beperking van de geluidsbelasting en de voorgenomen te treffen maatregelen in de nabije toekomst.
Figuur 1
In figuur 1 is schematisch weergegeven hoe het proces om tot een vastgesteld Actieplan te komen eruit kan zien.
Volgens de Richtlijn moet het actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake wanneer een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij implementatie in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in ‘plandrempel’. Een eerste stap in het maken van een actieplan is het vaststellen van een of meerdere plandrempels. Op basis van dergelijke plandrempels zal het beleid worden geformuleerd. In situaties waarin de geluidsbelasting hoger is dan de plandrempel zijn maatregelen noodzakelijk om deze overschrijding terug te dringen.
Voordat maatregelen worden benoemd om de overschrijdingen van de plandrempel ongedaan te maken, is het verstandig eerst te bezien in hoeverre andere geplande ontwikkelingen (bv aanleggen rondweg door gemeente) invloed hebben op de geluidskwaliteit van de relevante locaties. Mogelijk worden hierdoor enkele knelpunten al opgelost of worden er nieuwe knelpunten verwacht. Hierbij is afstemming met nabijgelegen actoren gewenst indien er grensoverschrijdende effecten van diens of eigen plannen te verwachten is.
De kosten van maatregelen laten zich doorgaans goed in geld uitdrukken. De baten zijn meer te verwachten in de richting van volksgezondheid en de verkoopwaarde van onroerende goederen.
Er is geen vast omschreven wijze voor het berekenen van de baten. Over het algemeen is voor het bepalen van de doelmatigheid aansluiting gezocht bij het Rijkscriterium. De provincie zal een eigen doelmatigheidscriterium opstellen. Dit doelmatigheidscriterium zal overigens niet alleen voor het Actieplan Geluid worden opgesteld maar ook geschikt zijn voor andere situaties waarin een overweging noodzakelijk is. Het provinciale doelmatigheidscriterium geldt niet in geval van saneringen.
In artikel 3.8 van de Omgevingswet is aangegeven dat de provincie een actieplan moet opstellen, die voldoet aan artikel 8 van de richtlijn omgevingslawaai. In artikel 4.24 van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn de elementen van het actieplan benoemd, die beschreven moeten worden.
Grofweg komt het neer op een beschrijving van de relevante wetgeving, het betrokken gebied, de resultaten van de geluidskaart, het voorgenomen beleid dat gevolgen kan hebben voor de geluidskwaliteit in de komende tien jaar, de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de geluidskwaliteit in de komende vijf jaar en de reacties uit de inspraakprocedure.
De voorbereiding gebeurt volgens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het ontwerp wordt, voorafgaand aan de ter inzagelegging, op de gebruikelijke wijze gepubliceerd zodat eenieder kennis kan nemen van het ontwerp-Actieplan. De termijn van ter inzagelegging en daarmee ook voor het inbrengen van zienswijzen en adviezen bedraagt zes weken. In afwijking van artikel 3:15 Awb kan iedereen zich uitspreken over dit ontwerp.
Binnen één maand na vaststelling van het actieplan wordt deze vaststelling op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Tegen het vastgestelde actieplan is geen bezwaar of beroep mogelijk omdat het actieplan alleen beleidsvoornemens en voorgenomen maatregelen bevat. Het actieplan heeft geen direct rechtsgevolg.
Uiterlijk 18 juli 2024 moet het Actieplan Geluid 2024-2029 zijn vastgesteld, deze verplichting komt voort uit de richtlijn omgevingslawaai. GS stellen het actieplan voor de provinciale wegen vast. In de aangewezen agglomeratiegemeenten stellen B&W het actieplan vast. De actieplannen voor rijkswegen, hoofdspoorwegen en grote luchthavens worden vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Binnen één maand na de vaststelling worden de stukken conform artikel 10.9 van het Omgevingsbesluit, verstuurd naar de minister van IenW. Dit gebeurt door de betreffende stukken in te dienen via de Centrale Voorziening Geluidgegevens.
Het ministerie van IenW is ervoor verantwoordelijk dat de gegevens elke vijf jaar worden verzameld, gecategoriseerd en verzonden naar de Europese Commissie.
De provincie Noord-Brabant neemt een centrale positie in tussen verschillende grote industriegebieden, havens en vliegvelden. De provincie Noord-Brabant heeft verder een centrale positie in de opslag en distributie van goederen en is een wereldspeler in de semiconsector. Deze economische activiteit binnen en rond de provincie Noord-Brabant zorgt er ook voor dat mensen zich willen vestigen in die gebieden. Dit leidt vervolgens tot meer verkeer op het Brabantse provinciale wegennet dat een totale lengte heeft van ca. 550 km (bron: CBS). Tussen 2020 en 2022 is sprake geweest van het coronavirus. Dit heeft invloed gehad op de intensiteit van het weggebruik in de jaren 2020, 2021 en klein gedeelte van 2022. Ondanks dat corona van invloed is geweest in deze periode, is de verkeersdruk gestaag toegenomen (bron: provinciaal meetnet).
De provincie heeft slechts enkele wegen binnen de bebouwde kom in beheer. De provincie wil deze wegen in de toekomst overdragen aan gemeenten, waarbij de provincie de inrichting als erftoegangsweg (ETW) met een maximumsnelheid van 30 of 50 kilometer per uur stimuleert.
Evenals in de 3e tranche (2019-2023) moet de provincie nu formeel haar wegen bekijken waarop jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen rijden. In bijlage II is een overzicht opgenomen met de provinciale wegen. Hierbij gaat het om nagenoeg het gehele provinciale wegennet in Noord-Brabant. Om een volledig beeld te hebben van de akoestische situatie en de daarvan af te leiden problematiek heeft de provincie al haar wegen in beeld gebracht. Dit Actieplan Geluid 2024-2029 heeft dan ook betrekking op alle provinciale wegen.
In de jaren ’90 hebben gemeenten op grond van de Wet geluidhinder een saneringsopgave moeten doen aan het landelijke Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV). De zogenaamde A-lijst bestaat uit woningen met een geluidbelasting van meer dan 65 dB(A) maar minder dan 70 dB(A) door wegverkeer en de zogenaamde B-lijst bestaat uit woningen met een geluidbelasting van meer dan 60 dB(A) maar minder dan 65 dB(A) door wegverkeer. Het peiljaar is 1986.
Vanwege wijzigingen in de wetgeving en omdat in de jaren ’90 veelal geen goed beeld was van de akoestische situatie van alle woningen konden tot 1 januari 2009 nog woningen worden aangemeld. Met deze zogenaamde Eindmelding is de saneringsvoorraad vast komen te liggen.
De aanpak van de sanering langs gemeentelijke en provinciale wegen is in hoofdzaak een verantwoordelijkheid van gemeenten. Voor de financiering de saneringen van zijn er drie mogelijkheden:
De sanering van A-lijst woningen moet gefinancierd worden uit de ISV-budgetten.
Voor de sanering van gemelde woningen kunnen gemeenten een projectsubsidie aanvragen bij BSV.
Niet tijdig gemelde woningen komen niet in aanmerking voor financiering van overheidswege. Wel blijven gemeenten en provincies verantwoordelijk voor deze woningen.
In Bijlage III Overzicht woningen A-lijst is een overzicht opgenomen van de woningen die op grond van de opgave onder de Wet geluidhinder voor sanering in aanmerking komen en zijn gelegen langs provinciale wegen.
Met het in werking treden van de Omgevingswet is de provincie bevoegd geworden voor de saneringsopgave van woningen langs provinciale wegen. Hiertoe zal een nieuwe lijst met woningen die voor sanering in aanmerking komen, worden opgesteld. Onder de Omgevingswet worden voor de provinciale wegen te saneren gebouwen geselecteerd op basis van het geluid bij volledig benut plafond. Het peiljaar 1986 wordt hierbij losgelaten. Binnen de bebouwde kom geldt een saneringswaarde van 70 dB, buiten de bebouwde kom geldt een saneringswaarde van 65 dB.
Volgens de Richtlijn omgevingslawaai moet bij het opstellen van de geluidbelastingkaarten en het actieplan aandacht worden besteed aan geluidgevoelige bestemmingen en stille/stiltegebieden.
Als geluidgevoelige bestemmingen worden aangemerkt woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen. Met andere geluidsgevoelige gebouwen worden scholen (basisscholen, voortgezet, hoger en beroepsonderwijs) en ziekenhuizen (incl. verpleeghuizen en andere gezondheidszorggebouwen) bedoeld. Geluidsgevoelige terreinen zijn terreinen die behoren bij gezondheidszorggebouwen, voor zover deze zijn bestemd of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg en woonwagenstandplaatsen.
Stiltegebieden als bedoeld in de Omgevingswet zijn milieubeschermingsgebieden die in de provinciale milieuverordening zijn aangewezen waarin de kwaliteit van het milieu in verband met geluid bijzondere bescherming behoeft. De provincie Noord-Brabant kent 31 stiltegebieden. Naast de door de provincie aangewezen stiltegebieden kunnen gemeenten bij gemeentelijke verordening ook gebieden aanwijzen waarin de kwaliteit van het milieu in verband met geluid bijzondere bescherming behoeft (stille gebieden). In de provincie Noord-Brabant hebben gemeenten geen stille gebieden aangewezen.
Bij het opstellen van de geluidbelastingkaarten en het actieplan moet volgens de Richtlijn omgevingslawaai ook aandacht worden besteed aan vastgestelde hogere grenswaarden. Aan de hand van een aantal wettelijke criteria zijn door de provincie en de gemeenten hogere grenswaarden verleend voor nieuwbouw en/of herbouwlocaties na 1986 waarbij niet kon worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
Zoals gesteld verplicht de Omgevingswet de provincie tot het opstellen van een nieuwe saneringslijst waarbij wordt uitgegaan van een volledig benut geluidplafond. In deze situatie zijn de vastgestelde hogere waarden niet meer relevant.
Buiten hetgeen in het actieplan betreffende de 4e tranche is opgenomen, heeft de provincie Noord-Brabant geen beleid dat specifiek is gericht op de reductie van het geluid afkomstig van wegverkeer. Wel is in enkele nota’s flankerend beleid t.a.v. geluid opgenomen.
De laatste jaren is in de provincie Noord-Brabant een forse toename van goederenvervoer zichtbaar. Deze groei is weliswaar bevorderlijk voor de economie maar heeft ook negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid en het leefklimaat. Het doel van de Brabantse Strategische Visie Goederenvervoer is het verbeteren van de bereikbaarheid maar daarbij rekening te houden het de leefbaarheid en het milieu. Om dit te bereiken zijn vijf speerpunten geformuleerd, te weten:
Het versterken van overslagpunten en multimodaliteit;
Het bereikbaar maken van bedrijventerreinen;
Een bewuste ontwikkeling van goederenstromen;
Het verminderen van de milieudruk en het vergroten van de veiligheid;
Het verankeren, delen en upgraden van kennis en innovatie.
Aan deze speerpunten wordt invulling gegeven door andere vormen van transport te stimuleren. Hiervoor is het noodzakelijk dat vaak bestaande kanalen, havens, spoorwegen, opslaglocaties, worden opgewaardeerd of uitgebreid. Daarnaast speelt het verbeteren van de bereikbaarheid van de industrieterreinen en het stimuleren van clustering van bedrijven waardoor het transport van de diverse bedrijven in een keten beperkt kan blijven, een belangrijke rol.
Dit alles kan leiden tot minder transportbewegingen en daardoor bijdragen aan een lagere milieudruk in de vorm van lagere geluidbelastingen.
Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Noord-Brabant (PVVP) is komen te vervallen, met de komst van de Omgevingsverordening Noord-Brabant.
In de Omgevingsverordening is tevens opgenomen dat de provincie geluidproductieplafonds (GPP’s) vast gaat stellen nabij de provinciale wegen. Met het vaststellen van de GPP’s wordt de hoeveelheid geluid van een weg bewaakt. De vastgestelde GPP is de maximaal toegelaten hoeveelheid geluid op een referentiepunt nabij de provinciale weg.
Het Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (BSL) is met ingang van de Omgevingswet niet meer van toepassing. In maart 2021 is de uitvoeringsagenda 2021-2030 van het Schone Lucht Akkoord (SLA) gepubliceerd. Bij (aanbestedingen voor) grond-, weg- en waterbouw wordt met behulp van de CO2-prestatieladder (Green Deal Duurzaam GWW 2.0) de CO2-uitstoot beperkt. Door minder of schonere verbranding is een direct gevolg dat minder fijnstof en stikstof vrijkomt. Bij aanbestedingen voor infrastructurele voorzieningen worden aannemers gestimuleerd hun materieel en werkwijze te verduurzamen.
Minder verkeer en een betere doorstroming van het verkeer leiden tot een geringere uitstoot van schadelijke stoffen in de lucht. In het programma SmartwayZ.NL werken we binnen de provincie aan maatregelen om het wegennet efficiënter te benutten.
De provincie heeft in de herijking kwaliteit (onderhoud) provinciale infrastructuur 2023-2027 (K(O)PI) de onderhoudskwaliteit van de provinciale wegen vastgelegd. In de K(O)PI zijn de doelstellingen van leefbaarheid opgenomen: Een aantal voorbeelden hoe we onder andere onze doelstellingen de komende jaren realiseren vanuit onze taak als beheerder en onderhouder van provinciale infrastructuur:
We nemen CO2 reductie als criterium mee binnen onze beheer- en onderhoudsopgave door de inzet van elektrische auto’s bij het schouwen van onze wegen;
Aanpakken van bebouwde kommen die worden doorsneden door een provinciale weg;
Bij het plaatsen van geluidsschermen kijken we of het mogelijk is dit zo groen mogelijk te doen;
Ophalen en meenemen van wensen vanuit de omgeving bij onze beheer- en onderhoudsopgave.
De provincie richt haar wegen zo veel mogelijk in volgens het principe Duurzaam Veilig. Dit betekent onder meer dat de provincie haar wegen zoveel mogelijk op uniforme wijze inricht. In de praktijk komt het erop neer dat de provincie haar wegen buiten de bebouwde kom inricht als gebiedsontsluitingsweg (GOW) met maximumsnelheden van 80 kilometer per uur of als stroomweg (SW) met maximumsnelheden van 100 of 120 kilometer per uur.
Verder houdt dit in dat de provincie geen belemmeringen op korte afstand tot de weg wil hebben omdat daardoor de veiligheid in het geding komt.
Doorstroming van het verkeer en in het bijzonder de benutting van de wegen en het openbaar vervoer hebben hoge prioriteit. Doelstellingen binnen die speerpunten zullen echter wel gerealiseerd moeten worden binnen de (wettelijke) randvoorwaarden die gesteld worden vanuit veiligheid en leefbaarheid. Het onderhoud aan de wegen en omringende objecten staat daarom vooral ten dienste aan de realisering van die speerpunten.
Het milieu zal door goed onderhouden wegen meer ontzien worden omdat voertuigen zuiniger kunnen rijden op goed onderhouden wegen dan op wegen met kuilen, gaten of rafeling. Verder vindt bij een goed onderhouden weg minder productie plaats van fijnstof door slijtage van banden en wegdek. Ook de geluidsproductie is bij een goed onderhouden wegdek lager dan bij een versleten wegdek.
Zowel de mobiliteit als veiligheid als leefbaarheid zijn dus gebaat bij goed onderhouden wegen.
Op grond van artikel 11.12 Wet milieubeheer (Wm) is voor de 4e tranche een geluidbelastingkaart opgesteld. De geluidbelastingkaart is een inventarisatie van de optredende geluidbelastingen op woningen langs de provinciale wegen in 2019. Formeel zou voor de geluidbelastingskaarten 2021 als peiljaar worden gebruikt. In verband met corona kunnen de jaren 2020 en 2021 niet als representatief worden beschouwd. In overleg met het ministerie is afgesproken om de verkeersintensiteit van 2019 te gebruiken als uitgangspunt.
Hierbij zijn de situaties in beeld gebracht waarbij de geluidbelasting Lden meer is dan 55 dB en de Lnight meer is dan 50 dB.
De geluidbelastingkaart omvat zowel tabellen als geografische kaarten. De tabellen geven per weg (en per gemeente) weer het aantal geluidbelaste woningen, aantal gehinderden en aantal slaapgestoorden. De kaarten geven de geluidcontouren van de berekende geluidbelasting weer in een geografische omgeving van de onderzochte wegen. De geluidbelastingkaarten voor de 4e tranche zijn op 30 juni 2022 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Op grond van artikel 4.97 van de Invoeringswet Omgevingswet is een geluidbelastingkaart die is vastgesteld onder de Wet milieubeheer, een geluidbelastingkaart geluid onder de Omgevingswet.
In totaal heeft de provincie Noord-Brabant 550 km weg in beheer. In deze tranche moeten in principe de wegen of wegdelen worden bekeken met een verkeersintensiteit van tenminste 3 miljoen motorvoertuigen per jaar in 2019. Omdat hierdoor nog steeds geen volledig beeld van de geluidsproblematiek langs de overige provinciale wegen ontstond, heeft de provincie besloten niet alleen de wegen in beeld te brengen die onder het criterium van de 4e tranche vallen maar alle wegen in beeld te brengen. In de onderstaande figuur is een overzicht opgenomen met de ligging van de provinciale wegen.
Figuur 2: Overzicht van de ligging van de provinciale wegen.
De resultaten van het onderzoek met betrekking tot de provinciale wegen van Noord-Brabant zijn samengevat in 5.3 Overzicht en beoordeling van het aantal bewoners
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal woningen met een geluidbelasting Lden van 55 dB of meer, het aantal bewoners c.q. personen in deze woningen en het hieruit afgeleide aantal gehinderden. De bewoners c.q. personen in deze woningen en de gehinderden worden berekend conform paragraaf 2.2 van bijlage 2 van de Regeling geluid milieubeheer.
In Bijlage IV Overzicht aantal woningen, personen en gehinderden en slaapgestoorden situatie 2022 is het overzicht opgenomen uitgesplitst per weg en per gemeente.
Tabel 1. Overzicht aantal woningen, aantal personen en aantal gehinderden in 2022
Naast het aantal gehinderden moet volgens de richtlijn ook het aantal geluidbelaste woningen en personen waarvoor geldt Lnight ≥ 50 dB, worden bepaald. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van het aantal woningen met een nachtwaarde Lnight van 50 dB of meer, het aantal personen en het aantal slaapgestoorden. De bewoners c.q. personen in deze woningen en het aantal slaapgestoorden worden berekend conform paragraaf 2.2 van bijlage 2 van de Regeling geluid milieubeheer.
Tabel 2. Overzicht aantal woningen, aantal personen en aantal slaapgestoorden in 2022
Naast het aantal gehinderden en slaapgestoorden moet volgens de richtlijn ook het aantal bewoners van woningen worden bepaald, dat door geluid afkomstig van het wegverkeerslawaai van de provinciale wegen, lijdt aan ischemische hartziekten. In Bijlage IV Overzicht aantal woningen, personen en gehinderden en slaapgestoorden situatie 2022 zijn de percentages per weg opgenomen. In onderstaande tabel is het gemiddelde persencate ischemische hartziekten opgenomen van alle provinciale wegen. De bewoners c.q. personen en de percentage worden berekend conform paragraaf 2.2 van bijlage 2 van de Regeling geluid milieubeheer.
Tabel 3. Overzicht aantal personen en percentage hartziekten in 2022
Daarbij wordt opgemerkt dat 100% het referentieniveau is wanneer er geen sprake is van hinder door geluid. Gemiddeld is er dus 6,4% meer kans op een ischemische hartziekte.
De begrenzing van de stiltegebieden in Noord-Brabant is in principe zodanig gelegen dat de geluidcontouren van de provinciale wegen niet over gronden lopen die onderdeel uitmaken van een stiltegebied. Dit geldt echter niet voor de stiltegebieden Ullingsebergen in de gemeente Sint Anthonis en Oude Buissche Heide in de gemeenten Zundert en Rucphen.
Direct langs het stiltegebied Ullingsebergen loopt de N272. De natuurlijke begrenzing van dit gebied is zo duidelijk zichtbaar dat het niet logisch is een deel van het gebied uit te zonderen. De N638 doorsnijdt het stiltegebied Oude Buissche Heide. Voorheen waren dit 2 stiltegebieden. Gezien de aard van het tussenliggende gebied lag een directe verbinding echter in de rede en is de doorsnijding van ondergeschikt belang.
Langs vrijwel alle wegen komen woningen voor met een zeer hoge geluidbelasting (>65 dB). Dit is ook niet vreemd gezien de historie van de provinciale wegen, die al vanuit het verleden de verbindingen vormen tussen de (grotere) woonkernen. De provinciale wegen lopen hierdoor vaak door of direct langs woonkernen en lintbebouwing. Vaak liggen de woningen met een geluidbelasting boven de plandrempel dan ook geclusterd bij elkaar. Hierdoor zijn geen specifieke locaties aan te wijzen als knelpunt maar is vaak een gehele weg te zien als knelpunt.
Uiteraard kan aan de hand van de geluidbelastingkaart wel worden vastgesteld langs welke wegen de meeste gehinderden wonen. Dit zijn met name de N264, N272, N277, N279, N284, N285, N324, N395, N625, N639 en N640. Zoals ook al eerder is opgemerkt lopen deze wegen langs of door woonkernen waardoor een groot aantal woningen worden blootgesteld aan een hoge geluidbelasting.
Uit de evaluatie van de geluidbelastingkaarten is gebleken dat er nergens een groot aantal slaapgestoorden aanwezig is. Dit blijkt ook uit het aantal personen dat is blootgesteld aan een bepaalde geluidbelasting (zie tabellen 1 en 2). De provinciale wegen hebben hoofdzakelijk een regionale functie. Hierdoor maken met name forenzen in de ochtend- en avondperiode gebruik van de weg. Dit blijkt ook uit het feit dat veelal de Levening (geluidbelasting in de avondperiode) bepalend is voor de Lden (geluidbelasting over het gehele etmaal) en niet de Lnight (geluidbelasting in de nachtperiode). Hierdoor is de Lnight ondergeschikt aan de Lden.
Bij de geluidbelastingkaart is gerekend met de voorgeschreven Europese methode ‘CNOSSOS’. In eerdere karteringsrondes is gerekend met de SKM-methode. Het gebruik van CNOSSOS leidt tot andere rekenresultaten. In opdracht van het RIVM is een onderzoek uitgevoerd naar de verschillen.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de geluidbelastingkaart niet goed vergelijkbaar is met de geluidbelastingkaarten die eerder zijn vastgesteld. Voor de provinciale wegen geldt dat er zowel toenames als afnames berekend kunnen zijn. Met name in stedelijk gebied zijn er weinig verschillen veroorzaakt door CNOSSOS. In open gebied op grotere afstanden zijn toenames ontstaan vanwege de nieuwe rekenmethode. Zeer dicht bij de wegen kan ook een toename zichtbaar zijn.
Opvallend is dat de geluidbelastingen langs wegen in Noord-Brabant over het algemeen een lagere geluidbelasting laten zien. Mogelijk ligt dit aan de bronhoogte in het rekenmodel (welke lager is dan waarvan normaal wordt uitgegaan bij berekeningen, in relatie tot het gebruik van nauwkeurige hoogtelijnen.
De geluidbelastingkaart is echter alleen bedoeld om inzicht te geven in de akoestische situatie en is niet gericht op specifieke situaties. Bij ontwikkelingen op een locatie wordt er gebruik gemaakt van de rekensystematiek conform bijlage IVd van de Aanvullingsregeling Geluid, zoals deze sinds 2024 van kracht is. Opgemerkt wordt dat tussen karteringsrondes altijd verschillen zijn welke niet veroorzaakt door een fysieke wijziging of door een ander verkeersbeeld maar omdat er gebruik wordt gemaakt van andere gegevens (data).
Voor de 3e tranche is op 25 juli 2017 de geluidbelastingkaart opgesteld. Hierbij zijn niet alleen de wegen met een verkeersintensiteit van meer dan 3 miljoen motorvoertuigen per jaar bezien maar zijn alle provinciale wegen meegenomen. Ten behoeve van het Actieplan Geluid 2018-2023 is als plandrempel een geluidbelasting van 65 dB vastgesteld. Het betreffende actieplan is 18 december 2018 vastgesteld.
In de onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de voorgenomen acties op deze wegen en een evaluatie ervan.
Tabel 4: Overzicht voorgenomen maatregelen 3e tranche en de realisatie ervan.
weg | maatregel | opmerking |
A270 | Vervanging deklaag | Nog niet gerealiseerd, zal worden meegenomen in die maatregelen die gedurende de looptijd van dit Actieplan worden gerealiseerd |
N69 | aanleg Westparallel en groot onderhoud bestaande weg richting Belgische grens | gerealiseerd |
N260 | Aanleg rondweg | gerealiseerd |
N262 | Mogelijk onderhoud | Is nog niet gerealiseerd. Uiterlijk 2026 wordt volledige weg vervangen |
N264 | Onderhoud weg in Uden, Mill en Sint Hubert | In Uden en de kom van Sint Hubert is (gedeeltelijk) het wegdek vervangen, hier is 'stil asfalt' toegepast. Het overige gedeelte volgt in de looptijd van dit Actieplan |
N267 | Plaatsen scherm en aanbrengen geluidreducerend asfalt | Scherm is nog niet geplaatst, opnieuw afwegen, onderhoud van de weg is gepland voor 2026 |
N268 | Onderhoud Wegdek | Onderhoud is nog niet gerealiseerd, staat op de planning voor 2024/2025 |
N270 | Herinrichting Deurne-Limburgse grens | Is momenteel in uitvoering, hier wordt 'stil asfalt' toegepast |
N279 | Aanpassing weg Veghel-Asten | Voorbereidingen hiervoor zijn opnieuw gestart |
Onderhoud weg Asten-Meijel | In 2022 heeft groot onderhoud plaats gevonden | |
N282 | Aanpassing weg | Is nog niet gerealiseerd en staat gepland voor de looptijd van dit Actieplan |
N284 | Planstudie: bestaande weg onderhouden, deels vervangen deklaag/ deels gehele wegconstructie vervangen / nieuwe weg aanleggen | Planstudie is uitgesteld, onderhoud staat gepland voor de looptijd van dit Actieplan |
N285 | Aanleg rondweg | Aanleg rondweg is uitgesteld, staat gepland voor de looptijd van dit Actieplan |
N286 | Aanleg 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland voor looptijd van dit Actieplan |
N289 | Aanleg 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland voor looptijd van dit Actieplan |
N321 | Aanleg 'stil asfalt' en aanleg schermen | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland voor looptijd van dit Actieplan |
N324 | Aanleg 'stil asfalt' en aanpassing weg | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland voor looptijd van dit Actieplan |
N394 | Groot onderhoud, zoveel mogelijk 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland voor looptijd van dit Actieplan |
N395 | Aanleg 'stil asfalt', aanpassing weg | Weg is gereconstrueerd, 'stil asfalt' is toegepast |
N397 | Aanleg 'stil asfalt' en herstellen aanwezige grondwal | De grondwal zal niet worden aangepast. Het onderhoud zal in 3 delen worden uitgevoerd. Op een deel van de weg is reeds 'stil asfalt' aangelegd. |
N605 | Bij onderhoud 'stil asfalt' toepassen | Gerealiseerd |
N615 | Aanleg 'stil asfalt' | Er zal geen scherm worden aangelegd. Onderhoud heeft niet plaatsgevonden. Bij onderhoud zal 'stil asfalt' worden toegepast |
N617 | Bij onderhoud 'stil asfalt' toepassen | Onderhoud is gepland na looptijd van dit Actieplan |
N620 | Aanleg 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, staat gepland na looptijd van dit Actieplan |
N625 | Aanleg 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, een gedeelte zal gedurende de looptijd van dit Actieplan worden gerealiseerd, overige gedeelte zal enkel onderhoud worden uitgevoerd waar nodig. |
N629 | Aanleg nieuw tracé | Nog niet gerealiseerd, onduidelijk wanneer deze wordt uitgevoerd |
N631 | Aanelg 'stil asfalt' | Is momenteel in uitvoering |
N632 | Aanleg 'stil asfalt' | Is nog niet gerealiseerd, is gepland voor de looptijd van dit Actieplan |
N638 | Aanleg 'stil asfalt' | Onderhoud is uitgevoerd |
N639 | Aanleg 'stil asfalt', aanleg rondweg | Uitgevoerd, gedurende de looptijd van dit Actieplan staat de kom van Chaam op de planning |
N640 | Aanleg 'stil asfalt | Gerealiseerd in Hoeven |
In het actieplan voor de 3e tranche was de verwachting dat het aantal gehinderden langs de betreffende wegen met ongeveer 31% en het aantal slaapgestoorden met 25% zou afnemen. Met name doordat werkzaamheden niet door konden gaan vanwege coronasituatie en de stikstofcrisis zijn veel maatregelen niet uitgevoerd of uitgesteld.
De realisatie van de rondweg Haps was gerealiseerd na het opstellen van de vorige geluidbelastingkaart, het effect hiervan op het aantal gehinderden is nu wel meegenomen in de huidige geluidbelastingkaart.
De reconstructie van de N395 is uitgevoerd, hier is stil asfalt aangelegd, de resultaten zijn nog niet meegenomen in de huidige geluidbelastingkaart.
De nieuwe rekenmethode CNOSSOS heeft een effect op het aantal gehinderden en slaapgestoorden. Dit is zichtbaar doordat het aantal gehinderden met 26% en slaapgestoorden met 63% is afgenomen. In de vorige tranches werd onderscheid gemaakt tussen gehinderden en ernstig gehinderden, in de onderhavige tranche is het onderscheid komen te vervallen, waardoor er geen goede vergelijking te maken is in de percentages.
Met de 2e en 3e tranche zijn in tegenstelling tot het wettelijk noodzakelijke, alle provinciale wegen zijn meegenomen, is het inzicht beter geworden. Langs alle provinciale wegen, zijn woningen gelegen met een hoge geluidbelasting als gevolg van het verkeer dat gebruik maakt van deze wegen. Daarmee is een beeld verkregen van de gehele geluidsproblematiek. Deze werkwijze wordt voortgezet in de 4e tranche.
Ook in de periode tijdens de uitvoering van het actieplan Geluid 2018-2023 zijn een aantal leerpunten naar voren gekomen, te weten:
Stikstofcrisis
Door de stikstofcrisis is het niet mogelijk geweest, om alle werkzaamheden die gepland waren uit te voeren. Er zijn externe factoren die invloed hebben op de uitvoering van de werkzaamheden.
COVID
Door COVID is het niet mogelijk geweest, om alle werkzaamheden die gepland waren uit te voeren. Er zijn externe factoren die invloed hebben op de uitvoering van de werkzaamheden.
Nieuwe rekenmethode: CNOSSOS
Het is wettelijk geregeld dat de rekenmethode CNOSSOS gehanteerd moet worden vanaf de 4de tranche. Deze rekenmethode is vastgelegd in Europeese regelgeving. In de vorige tranches was een wettelijk andere rekenmethode die gehanteerd diende te worden. De uitkomsten van de rekenmethode laten een aanzienlijk verschil zien. De rekenmethode CNOSSOS laat een globaal beeld van de kritische punten binnen de provincie zien. Wanneer er naar een specifieke locatie wordt gekeken in verband met ontwikkeling, reconstructie of sanering zullen specifieke berekeningen worden gemaakt.
Communicatie intern
Interne communicatie is belangrijk wanneer het gaat om onderhoud van de wegen binnen de provincie. Het is noodzakelijk dat geluid in een vroeg stadium wordt meegenomen, zodat duidelijk is waar een geluidopgave is en deze betrokken wordt binnen de projecten.
In vervolg op de geluidbelastingkaart en het vaststellen daarvan in 2023, moeten Gedeputeerde Staten een plandrempel vaststellen die de basis vormt voor het geluidbeleid zoals dit wordt verwoord in dit Actieplan Geluid 2024-2029.
De plandrempel is de waarde voor de geluidbelasting op woningen waarboven Gedeputeerde Staten van mening zijn dat deze niet gewenst is. Gedeputeerde Staten zijn vrij om een waarde (de plandrempel) vast te stellen. In de voorgaande Actieplannen is gekozen voor een plandrempel van 65 dB. Dit is gebeurd op basis van een aantal scenario’s om inzicht te krijgen in de problematiek en de gevolgen (o.a. haalbaarheid en kosten). Vanwege de autonome groei werd al gekeken naar woningen met een geluidbelasting van 60 dB om te voorkomen dat er in de toekomst alsnog een overschrijding zou plaatsvinden. In het 3e Actieplan Geluid (2018) is een provinciale subsidie mogelijk gemaakt, waardoor bewoners geluidreducerende maatregelen konden treffen. Provincie Noord-Brabant beschikt sinds enkele jaren over een subsidieregeling voor geluidisolatie. Deze is van toepassing op woningen met een geluidbelasting boven de 60 dB maar die niet op de landelijke saneringslijst staan zoals deze onder de Wet geluidhinder van toepassing was.Met de komst van de Omgevingswet komt er een maximum aan de groei van de geluidbelasting. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk rekening te houden met autonome groei en toekomstige overschrijdingen. De plandrempel kan hierdoor worden aangepast naar 60 dB waarbij deze aansluit bij de terugsaneerwaarde uit de Omgevingswet. Hierdoor zal in beginsel qua uitvoering geen verandering van beleid optreden.
Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Op basis van artikel 4.22 van de Omgevingswet wordt de plandrempel voor de geluidbelasting op geluidgevoelige gebouwen vastgesteld.
Met de komst van de Omgevingswet worden ook Geluidproductieplafonds (artikel 2.13a Omgevingswet) voor provinciale wegen geïntroduceerd. Hierbij zal na vaststelling van de Geluidproductieplafonds, worden uitgegaan van een volledig benut plafond. Om de hoge geluidbelastingen aan te pakken moet de provincie nieuwe lijsten met woningen opstellen waarvan de geluidbelasting te hoog is. Volgens de wet is er sprake van een saneringssituatie wanneer woningen aanwezig zijn langs een weg met een gevelbelasting hoger dan 65 dB buiten de bebouwde kom en hoger dan 70 dB binnen de bebouwde kom. De terugsaneerwaarde voor gevelbelastingen ligt 5 dB lager dan de saneringswaarde, buiten de bebouwde kom is dat 60 dB en binnen de bebouwde kom 65 dB. De provincie wordt in plaats van de gemeente, verantwoordelijk voor de geluidsanering langs provinciale wegen. Middels een budget van het Rijk kan deze saneringsopgave worden uitgevoerd. In paragraaf 8.2 is een overzicht gegeven van mogelijke maatregelen.
Met de MGR-methode (Milieugezondheidsrisico) wordt de milieugezondheid in beeld gebracht. Met dit instrument worden locaties geïdentificeerd waar (toekomstige) bewoners op basis van de gecumuleerde milieubelasting een hoog risico lopen op gezondheidseffecten.
De MGR-waarde van een locatie of in een gebied kan beoordeeld worden door deze te vergelijken met de Nederlands gemiddelde MGR-waarde. Als een MGR hoger is dan het Nederlands gemiddelde, zijn er relatief meer milieugezondheidsrisico’s in het betreffende gebied.
Zowel de Gezondheidsraad in Nederland (Gezondheidsraad 1993 en 2004) als de Wereldgezondheidsorganisatie hebben vastgesteld dat een te hoge geluidbelasting in de woon- en werkomgeving tot gezondheidsproblemen kan leiden. De huidige geluidsniveaus in onze woonomgeving veroorzaken vooral hinder en slaapverstoring. Daarnaast kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten en de klachten doen verergeren bij mensen die al lijden aan een hart- en vaataandoening. Blootstelling aan geluid kan ook leiden tot een verminderd prestatievermogen bij kinderen. De belangrijkste bron van geluid in de woonomgeving is wegverkeer.
Gedurende vijftien jaar (1e (2008-2013), 2e (2013-2018) en 3e tranche (2018-2023) is ervaring opgedaan met het naleven van een plandrempel van 65 dB waarbij tijdens onderhoudswerkzaamheden is gekeken of geluidbelastingen boven de plandrempel kunnen worden gereduceerd middels het aanleggen van ‘stil asfalt’. Omdat het veelal solitair liggende woningen betrof, zijn uit oogpunt van doelmatigheid gedurende deze periode geen geluidsschermen geplaatst. In de loop van deze vijftien jaar zijn ook andere inzichten ontstaan, is regelgeving gewijzigd en is de aandacht voor geluid(hinder) sterk toegenomen.
Met name het feit dat bij grotere clusters bebouwing met een geluidbelasting onder de 65 dB niets wordt ondernomen, is tijdens de bespreking van de Statenbegroting in 2017 aanleiding geweest om aandacht te vragen voor een aanpassing van de plandrempel. Door GSGedeputeerde Staten is de toezegging gedaan hier aandacht aan te schenken. Met het besluit om de plandrempel te verlagen naar 60 dB, wordt voldaan aan de wens van Provinciale Staten.
Hoewel de wetgeving die de grondslag vormt voor dit Actieplan Geluid slechts gericht is op bron- en overdrachtsmaatregelen, komt de provincie Noord-Brabant haar inwoners aanvullend tegemoet met een subsidieregeling om gevelmaatregelen te treffen daar waar de provincie geen maatregelen meer aan de weg of in de overdracht kan treffen of waar dergelijke maatregelen niet doelmatig zijn.
Om een goede afstemming te laten plaatsvinden tussen de diverse maatregelen (bron-, overdracht- en gevelmaatregelen), is de subsidieregeling van toepassing wanneer werkzaamheden/onderhoud aan de weg wordt gepleegd. Hierdoor kunnen maatregelen goed op elkaar worden afgestemd en kunnen efficiënter maatregelen worden getroffen om hoge geluidbelastingen op te heffen of te voorkomen. De subsidieregeling wordt enkel opengesteld voor de bewoners in Noord-Brabant die van Gedeputeerde Staten een schriftelijke aankondiging hebben ontvangen van een gepland geluidsaneringsproject.Daarbij willen we de subsidieregeling voor gevelmaatregelen ook mogelijk maken voor woningen, die naast een weg zijn gelegen waar reeds stil asfalt is toegepast.
Hoewel het wenselijk is dat elke provinciale weg iedere 10 jaar, aan bod komt voor onderhoud, blijkt dit in werkelijkheid niet altijd te gebeuren. Omdat niet alle wegen en niet alle woningen tegelijkertijd in aanmerking komen, en de looptijd meer dan 10 jaar zal zijn, worden de kosten over een langere periode gespreid, waardoor de kosten per jaar ook beperkt blijven.
Om deelname te stimuleren wordt er onderzoek naar de binnenwaarde uitgevoerd in opdracht van de provincie. De bewoner komt in aanmerking voor subsidie, indien het vereiste geluidniveau niet voldoet. In het rapport naar de binnenwaarde wordt tevens aangegeven welke maatregelen noodzakelijk zijn om wel de vereiste binnenwaarde te behalen. Voor het toekennen van de subsidie voor gevelmaatregelen wordt verder een bepaald percentage per geluidbelastingklasse gehanteerd. De hoogste bijdrage is te krijgen in de hoogste geluidbelastingklasse. Op deze manier worden de bewoners van de hoogst belaste woningen het meest gestimuleerd.
FiOm van de subsidieregeling gebruik te kunnen maken, dient voldaan te worden aan de voorwaarden die vermeld zijn in de Subsidieregeling geluidsisolatie woningen. Uitgesloten zijn woningen die op de landelijke saneringslijst staan vermeld. Deze woningen kunnen op basis van een landelijke regeling in aanmerking komen voor gevelmaatregelen.
Figuur 3: Stappenplan saneringen
In figuur 3 is het stappenplan weergegeven, waarin de werkwijze bij saneringen wordt omschreven.
Onderdeel van Actieplan Geluid is de bepaling van het aantal gehinderden en slaapgestoorden. Zoals reeds eerder is aangegeven, voorziet de wetgeving die ten grondslag ligt aan het Actieplan Geluid niet in gevelmaatregelen. Het reduceren van de geluidbelasting en daarmee het terugbrengen van het aantal gehinderden en slaapgestoorden is in beginsel volgens de regeling gebaseerd op het treffen van bron- en overdrachtsmaatregelen.
Hoewel gevelmaatregelen geen effect hebben op de geluidbelasting op de gevel, kunnen ze echter wel bijdragen aan een beleving van geluid c.q. de hinderbeleving. Over het algemeen is bij een gevelbelasting van tot de terugsaneerwaarde van Lden 60 dB veelal een acceptabel binnenniveau aanwezig. Voor de bepaling van het aantal gehinderden wordt er dan ook vanuit gegaan dat indien aan het binnenniveau wordt voldaan (eventueel na het treffen van gevelmaatregelen), hetzelfde hinderpercentage van toepassing is als behoort bij de geluidbelastingklasse Lden 55-59 dB en Lnight 50-54 dB.
Voor de bepaling van het aantal gehinderden na het treffen van bron-, overdrachts- en gevelmaatregelen zal daarom worden uitgegaan van de onderstaande percentages.
tabel 5: hinderbeleving gehinderden
tabel 6: hinderbeleving slaapgestoorden
In tabel 5 en tabel 6 is weergegeven wat de hinderbeleving is voor gehinderden en slaapgestoorden bij een bepaalde geluidbelastingklasse.
Bij de beschrijving van het effect als gevolg van de maatregelen, zal zowel het effect exclusief gevelmaatregelen als het effect inclusief gevelmaatregelen in beeld worden gebracht.
Zoals uit hoofdstuk 5 blijkt heeft het actieplan betrekking op alle provinciale wegen of delen daarvan die in de 4e tranche moeten worden bezien en waar werkzaamheden/onderhoud aan de weg plaatsvinden.
Wanneer werkzaamheden aan wegen of wegdelen gaat plaatsvinden, zal bij de planstudie worden geïnventariseerd of woningen met een geluidbelasting boven de plandrempel (60 dB) aanwezig zijn. Op basis hiervan zal worden bepaald waar ‘stil asfalt’ en/of schermen moeten worden geplaatst. Voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd zullen de bewoners van woningen met een resterende geluidbelasting boven 60 dB worden geïnformeerd dat subsidie mogelijk is voor het realiseren van gevelmaatregelen.
Voor het bepalen van de maatregelen is het noodzakelijk naar de toekomst te kijken. Het is immers niet alleen zinvol eventuele maatregelen af te stemmen op de huidige situatie. In aansluiting op artikel 5.78af. van het Besluit kwaliteit leefomgeving, zal voor de bepaling van de maatregelen uitgegaan moeten worden van 1,5 dB toename van verkeersintensiteit.
Voor de aanpak van knelpuntsituaties, zijn verschillende maatregelen beschikbaar. De volgorde van toepassen van maatregelen is:
Maatregelen aan de bron of in de overdracht hebben de voorkeur boven maatregelen bij de ontvanger (het isoleren van woningen). Dit komt omdat maatregelen aan de bron of in de overdracht niet alleen effect hebben op de woningen waarop de geluidbelasting moet worden gereduceerd maar ook op de omgeving rond de woningen en de op grotere afstand gelegen woningen. Bij het isoleren van woningen wordt alleen maar een bepaald geluidniveau in de betreffende woningen bewerkstelligd. In tegenstelling tot het isoleren van een woning hebben maatregelen aan de bron of in de overdracht dus een veel groter effect op de beleving.
Op sommige bronmaatregelen kunnen wij geen tot weinig invloed uitoefenen. Hiervoor wordt op Nationaal en Europees niveau beleid ontwikkeld. Hierbij kan gedacht worden aan stillere voertuigen en stille banden. Op Europees niveau loopt een studie naar het voorschrijven van stille banden.
Bronmaatregelen waar wij wel invloed op kunnen uitoefenen zijn b.v. het verlagen van de toegestane snelheid (reductie 1-2 dB) en het aanleggen van een stil wegdek (reductie 1-4 dB). Het verlagen van de snelheid is, gezien de geringe reductie en het feit dat de provinciale wegen vaak regionale verbindingswegen zijn, vaak geen reële optie. Het verlagen van de snelheid zal enkel als ultieme maatregel worden toegepast, na afwegingen van bron-, overdracht- en maatregelen bij de ontvanger.
Geluidshinder door (provinciale) wegen wordt voor een groot deel veroorzaakt door het wegcontact tussen de banden van voertuigen en het wegoppervlak. De geluidshinder kan worden beperkt door voor een stil wegdek te kiezen.
De werking van geluidsreducerende wegdekken is voornamelijk gebaseerd op verbetering van de textuur (ruwheid van het oppervlak) en/of de absorptie van het wegdek. Door de textuur te optimaliseren worden minder trillingen in de band opgewekt en met absorptie is het mogelijk om geluid al dicht bij de bron te dempen. Hoe geluidreducerend een stil wegdek is, wordt bepaald door enerzijds de eigenschappen van het wegdek zelf en anderzijds door de samenstelling en snelheid van het verkeer. Voor een wel overwogen keuze moeten deze zaken dus bekend zijn.
Over het algemeen veroorzaken klinkers de hoogste geluidsbelasting, daarna volgen de betonconstructies en het stilst zijn de asfaltconstructies. Betonnen wegen zijn het meest duurzaam, maar zijn niet zo geschikt als geluiddempend oppervlak. ZOAB (Zeer Open Asfalt Beton) daarentegen reduceert de geluidsproductie zeer goed en heeft bovendien goede waterafvoerende eigenschappen, maar vergt wel meer onderhoud. Dit asfaltproduct werkt het best indien de structuur open blijft.
Bij het aanleggen van stil asfalt wordt voor provinciale wegen ZOAB feitelijk niet toegepast omdat landbouwverkeer het ZOAB vervuild (dichtslibben) en het verkeer het wegoppervlak niet schoon kan rijden door de relatief lage snelheid (max. 80 km/uur). Boven de 100 km/uur kan het verkeer ZOAB wel schoonrijden door de zuigende werking van de banden op het wegoppervlak. Daarmee worden de voordelen van ZOAB voor een provinciale 80 km/u-weg voor een groot deel tenietgedaan. Het onderhoud van ZOAB (schoonspoelen) zou voor deze wegen te kostbaar worden.
Ook het aanleggen van dunne deklagen leidt in veel situaties tot problemen. De provinciale wegen in Noord-Brabant kenmerken zich veelal door de vele bochten en directe ontsluitingen van woningen en bedrijven. De hierbij gepaard gaan de wringende krachten leiden tot snelle slijtage van de dunne deklagen. Hierdoor wordt de levensduur van de dunne deklagen sterk verminderd (5-8 jaar) Deze levensduur van dunne deklagen past hierdoor in de programmatische aanpak van onderhoud eens in de 10 jaar.
Bij het aanleggen van stil asfalt wordt daarom gekozen voor steenmastiekasfalt. Dit type deklaag is sterk in ontwikkeling. De recente ontwikkelingen zijn niet alleen zodanig dat de levensduur past binnen de programmatische aanpak van onderhoud maar kunnen dezelfde akoestische eigenschappen bereiken als dunne deklagen/enkellaags ZOAB.
Een ander voorbeeld van bronmaatregelen zijn verkeersmaatregelen waardoor de verkeersintensiteit afneemt. Hierbij kan worden gedacht aan het instellen van éénrichtingsverkeer of het aanleggen van rondwegen.
Bronmaatregelen zijn niet altijd mogelijk of hebben onvoldoende effect. In dat geval kan een geluidscherm of -wal een oplossing bieden. In een dergelijke situatie spreekt men van maatregelen in de overdracht. Vooral in situaties waar sprake is van veel woningen met een hoge geluidsbelasting, is een geluidsscherm of –wal een goede oplossing. Het effect is afhankelijk van de lengte, hoogte en uitvoering van het scherm en de afstand van het scherm tot de weg.
Vaak wordt een combinatie van bronmaatregelen en geluidsschermen toegepast. De hoogte van de schermen kan dan beperkt blijven. In sommige situaties zijn schermen niet mogelijk, bijvoorbeeld als er sprake is van doorsnijdingen van het scherm (bijvoorbeeld ten behoeve van ontsluitingen van percelen) of wanneer de benodigde fysieke ruimte ontbreekt. Daarnaast zal doelmatigheid een rol spelen bij de keuze voor een geluidscherm/-wal.
Als het niet mogelijk is om voldoende bron- of overdrachtsmaatregelen te treffen, komen maatregelen bij de ontvanger in beeld. Hierbij gaat het in de regel om aanvullende maatregelen aan de gevel van een woning om een acceptabel niveau in de verblijfsruimten van een woning veilig te stellen.
Hoewel de wetgeving omtrent het Actieplan hier niet in voorziet, wil de provincie Noord-Brabant hierin investeren om de geluidsproblematiek verdergaand aan te pakken.
Volgens de Richtlijn omgevingslawaai moet een actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake wanneer een ‘relevante grenswaarde’ (plandrempel) wordt overschreden. Wanneer grote groepen mensen worden blootgesteld aan een (te) hoge geluidbelasting, kan er mogelijk een gezondheidsrisico ontstaan en zien wij dit ook als een knelpunt. De onderzochte maatregelen richten zich dus niet alleen op de overschrijdingen van de plandrempel maar ook op het opheffen van ‘toekomstige’ knelpunten.
Ingevolge artikel 4.22 en 4.23 van het Besluit kwaliteit leefomgeving moet worden aangegeven welke maatregelen worden bezien, maar ook welke maatregelen binnen een termijn van 5 jaar zullen worden aangelegd/toegepast.
Ook moet het te verwachten effect van de betreffende maatregelen inzichtelijk worden gemaakt. (Bijlage V Overzicht aantallen voor en na maatregelenlage)
In Bijlage VI Beschrijving provinciale wegen en mogelijke maatregelen is per weg aangegeven of werkzaamheden/onderhoud zal plaatsvinden, aan welke maatregelen wordt gedacht en welke effect de voorgenomen maatregelen zullen hebben op het aantal gehinderden en slaapgestoorden. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat bij elk project geldt dat de realisatie kan afwijken. Aspecten die hierbij een rol kunnen spelen zijn niet alleen veiligheid, aanwezigheid kabels en leidingen, e.d. maar kunnen ook wensen van ewoners zijn. Het betreft in Bijlage VI Beschrijving provinciale wegen en mogelijke maatregelen een eerste inventarisatie en inschatting. Bij de realisatie zal nadrukkelijker naar de mogelijkheden van uitvoering worden gekeken.
Met de omliggende provincies is overleg gevoerd met betrekking tot het gehele traject (geluidbelastingkaart, plandrempel en opzet actieplan). De wegen of delen daarvan die in het kader van de 4e tranche zijn bezien, sluiten in een aantal situaties aan op wegen of wegdelen die in een andere provincie zijn gelegen. De invloed die de te treffen maatregelen hebben strekt zich daardoor ook uit over andere provincies.
De minister van IenW heeft ook verstedelijkte gebieden aangewezen als actor om niet alleen de geluidbelastingen van wegen in beeld te brengen maar ook de geluidbelasting van spoorwegen en bedrijventerreinen. In de provincie Noord-Brabant betreft dit de agglomeratie Eindhoven en de gemeenten Breda, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. Een beperkt aantal woningen langs wegen of delen daarvan zijn gelegen op het grondgebied van de betreffende gemeenten. De data van de betreffende wegen is aan deze gemeenten beschikbaar gesteld. Eventuele maatregelen zullen met de gemeenten worden afgestemd.
Zoals in paragraaf 5.4 is aangegeven zijn uit de inventarisatie van de geluidbelastingen een aantal locaties naar voren gekomen waar sprake is van een groot aantal gehinderden. Duidelijk is dat dit feitelijk op alle wegen één of meerdere van dergelijke locaties zijn en uiteraard vindt elke bewoner zijn eigen locatie het meest urgent.
Door aan te sluiten bij de programmatische planning van het onderhoud waarin is aangegeven dat elke weg minimaal eens in de 10 jaar wordt bezien of onderhoud noodzakelijk is, worden de knelpunten structureel aangepakt. Hierdoor zal elke woningen met een hoge geluidbelasting binnen een periode van 10 jaar aan bod zin geweest om te bepalen welke maatregelen mogelijk zijn.
Uit de bepaling van het aantal gehinderden na het treffen van de voorgenomen maatregelen blijkt dat de grootste daling van het aantal gehinderden optreedt bij het aanleggen van rondwegen/omleidingen omdat hierbij de bron verder van de gehinderden komt te liggen. Aangezien in de planperiode van de 4e tranche (2024-2029) ook in aan aantal rondwegen/omleidingen wordt voorzien (o.a. N639 (Baarle Nassau, N285 (Zevenbergen), een vrachtwagenverbod op de N636 in Chaam), is in deze planperiode een aanzienlijke reductie te verwachten.
Maatregelen in de vorm van schermen zijn bij provinciale wegen beperkt realiseerbaar. Met het aanbrengen van geluidreducerend asfalt is slechts een beperkt resultaat te behalen.
Bij het bepalen van de benodigde geluidreductie moet rekening gehouden worden met de autonome groei van de komende jaren. Hierdoor ontstaat een robuustere situatie. Als dit niet wordt gedaan kan op korte termijn weer een overschrijding ontstaan. Voor alle provinciale wegen zullen geluidproductieplafonds worden vastgesteld. De hoogte van de geluidproductieplafonds worden in beginsel bepaald op basis van het jaar 2023, plus een werkruimte van 1,5 dB (artikel 5.78 af. van het Besluit kwaliteit leefomgeving). De werkruimte zorgt ervoor dat er niet direct een plafondoverschrijding is bij verkeersgroei. Bij een dreigende overschrijding van het geluidproductieplafond moet nagegaan worden of geluidbeperkende maatregelen financieel doelmatig zijn. Iedere 5 jaar moeten de geluidproductieplafonds worden gemonitord. De resultaten van de monitoring van de geluidproductieplafonds zullen in het volgende Actieplan worden meegenomen.
Om een goed inzicht te krijgen of de voorgenomen maatregelen ook het gewenste effect hebben, zijn opnieuw het aantal gehinderden bepaald er van uit gaande dat de maatregelen zijn gerealiseerd. Naast de voorgenomen maatregelen zijn zoals eerder is aangegeven, in deze berekeningen ook de andere ontwikkelingen rond de wegen en de autonome groei van het verkeer meegenomen.
In de onderstaande tabellen zijn het aantal gehinderden en slaapgestoorden weergegeven zoals dit wordt verwacht op het einde van de periode van dit actieplan (2029) op grond van de voorgenomen maatregelen en rekening houdend met de autonome groei van het verkeer.
tabel 7: Overzicht aantal woningen, aantal personen, aantal gehinderden en kans op ischemische hartziekten
tabel 8: Overzicht aantal woningen, aantal personen en aantal slaapgestoorden
Uit de bovenstaande tabellen blijkt dat na de realisatie van de voorgenomen bron- en overdrachtsmaatregelen het aantal gehinderden met een kleine 2% en het aantal slaapgestoorden met 4% afneemt. Daarbij wordt opgemerkt dat de stikstofcrisis nog steeds actueel is, hierdoor zijn het aantal uit te voeren projecten nog steeds beperkt.
Hierbij moet worden opgemerkt dat op een aantal locaties de geluidbelasting niet kan worden gereduceerd tot 60 dB of lager of zelfs de plandrempel niet kan worden gehaald. Dit is te wijten aan de ligging van de woningen waardoor maatregelen niet mogelijk zijn vanwege verkeers- of vervoerstechnische redenen of op grond van een kosten-batenanalyse niet haalbaar zijn. GS heeft zoals reeds eerder is aangegeven, besloten om in die situatie de bewoners middels een subsidieregeling in de gelegenheid te stellen maatregelen aan de gevel te treffen waardoor het wettelijke geluidniveau binnen in de woning niet wordt overschreden.
Hoewel met het treffen van gevelmaatregelen bewoners zich ook minder gehinderd zullen voelen, is hiermee in de wet bij de bepaling van het aantal gehinderden geen rekening gehouden. Wanneer ook een reductie op het aantal gehinderden als gevolg van het treffen van gevelmaatregelen in de aantallen wordt verdisconteerd, zal de afname van het aantal gehinderden groter zijn.
tabel 9: Overzicht van de reductie van het aantal gehinderden en slaapgestoorden bij het treffen van gevelmaatregelen
Hierbij wordt opgemerkt dat de saneringsprogramma’s nog niet gereed zijn en akkoord bevonden.
Op grond van de gegevens per weg en per gemeente (zie Bijlage VI Beschrijving provinciale wegen en mogelijke maatregelen) en het bovenstaande mag worden geconcludeerd dat:
de knelpunten langs een groot aantal wegen zijn opgeheven;
met name de voorgenomen rondwegen/omleidingen hebben een groot effect op het aantal gehinderden;
het aantal gehinderden met 31 % is afgenomen;
et aantal slaapgestoorden met 25 % is afgenomen.
Voor de volledigheid moet wel worden opgemerkt dat in deze aantallen ook de effecten van de projecten die zijn doorgeschoven vanuit de 3e tranche (2018-2023), zijn opgenomen en dat er is gerekend met een nieuwe rekenmethode, waardoor een goede vergelijking met het vorige Actieplan niet goed mogelijk is.
Door de vaak vergaande aanpassingen die de projecten met zich meebrengen, is er ook een effect op de lager belaste woningen. Dit heeft vervolgens weer effect op het aantal gehinderden en slaapgestoorden.
Het ontwerpactieplan leidt in beginsel niet tot extra kosten voor maatregelen om de geconstateerde knelpunten op te lossen. In de lopende en geplande infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met geluidreducerende bron- en overdrachtsmaatregelen en zijn de betreffende kosten veelal reeds meegenomen in de projectbegroting.
In het ontwerpactieplan wordt ook een subsidiemogelijkheid opgenomen. Aangezien deze subsidiemogelijkheid geen direct onderdeel is van het Actieplan Geluid maar aanvullend hierop is en vooruitlopend is op het in werking treden van het Aanvullingsbesluit Geluid onder de Omgevingswet, is het niet juist de kosten die hiermee gepaard gaan ten laste te brengen van het Actieplan.
Dit actieplan is bedoeld voor de wegen of wegdelen die in de 4e tranche zijn bezien en zal in 2029 worden geëvalueerd en geactualiseerd.
Naast deze actualisatie moeten in de 5e tranche (2029-2034) wederom de wegen of wegdelen worden bekeken met een verkeersintensiteit van meer dan 3 miljoen voertuigen per jaar. Hiervoor zal ook weer een geluidbelastingkaart en een actieplan worden gemaakt.
In het actieplan voor de 5de tranche worden de resultaten van de evaluatie van dit actieplan opgenomen. Hiernaast worden ook de resultaten van de uitgevoerde saneringen en de monitoring van de geluidproductieplafonds opgenomen.
Overzicht saneringswoningen
Woningen die staan op de A-lijst, B-lijst en eindmeldingslijst en die nog niet zijn gesaneerd. Deze woningen hebben een geluidbelasting meer dan 65 dB(A) resp. 60 d(A). Het peiljaar is 1986. (opgave Bureau Sanering Verkeerslawaai). Tot 1 januari 2009 konden woningen nog worden aangemeld.
Overzicht aantal woningen, personen en slaapgestoorden situatie 2022
Voor maatregelen
In Noord-Brabant is vanwege het wegverkeer op provinciale wegen sprake van ca. 2100 gehinderden en bijna 550 slaapgestoorden.
Na maatregelen
In Noord-Brabant is vanwege het wegverkeer op provinciale wegen sprake van ca. 2050 gehinderden en bijna 520 slaapgestoorden.
Actieplan op basis van regelgeving: /join/id/pubdata/pv30/2024/22pdf6cc12a0e-b924-4557-a7b9-e1ab7b2e020b/nld@2024‑07‑10;61
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai 4e tranche: /join/id/pubdata/pv30/2024/22pdf54f4ecae-3452-40c8-88c0-c455c0926ab5/nld@2024‑07‑10;61
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-10480.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.