Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2022, 8028 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2022, 8028 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022
Gedeputeerde Staten van Overijssel delen het volgende mee:
De subsidieregelingen van het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 zijn, voor zover ze doorlopen, ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022.
Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 is vastgesteld, dat als volgt luidt:
1.1 Inhoud, geldigheid en begrippen
Artikel 1.1.2 Geldigheid van de regels in het Uitvoeringsbesluit
Voor alle overige provinciale subsidies gelden de voorwaarden uit Hoofdstuk 1 en de aanvullende of afwijkende voorwaarden die in de betreffende subsidieregeling zijn genoemd. Daarnaast gelden ook de voorwaarden uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Overijssel 2005 en Europese regels op het gebied van staatssteun.
Voor subsidies die verleend zijn volgens het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007, 2011 en 2017 blijft de versie gelden op de datum van de subsidieaanvraag. Voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten 2022 en de Productieregeling cultuur Overijssel blijft het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 (Ubs 2017) in combinatie met hoofdstuk 1 van dat Ubs 2017 tijdens de indieningstermijn 2022 nog gelden.
Artikel 1.1.3 Betekenis van begrippen
In dit artikel zijn veel voorkomende begrippen in dit Uitvoeringsbesluit uitgelegd. Als een begrip niet is uitgelegd, geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
Subsidieperiode: de periode waarbinnen de gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd worden. De startdatum van de subsidieperiode is de ontvangstdatum van de aanvraag. Als de aanvrager een latere startdatum invult op het aanvraagformulier dan is dat de geldige startdatum. De einddatum staat in het subsidiebesluit: op deze dag moeten alle gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd zijn.
Algemene Groepsvrijstellingsverordening, hierna AGVV: de verordening van de Europese Commissie waarmee het mogelijk wordt om subsidie als toegestane staatssteun te verlenen. Het is de Verordening (EG) van 17 juni 2014 met nummer 651/2014 en publicatienummer L187/1, en alle daaropvolgende wijzigingen.
Algemene subsidieverordening Overijssel 2005, hierna Asv: de verordening op basis waarvan Gedeputeerde Staten subsidies kunnen verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan provinciale doelen of die passen binnen de programmabegroting. De Asv is de wettelijke basis van alle door of namens Gedeputeerde Staten verleende subsidies.
De-minimisverordening Landbouw: de verordening van de Europese Commissie, waarmee het mogelijk wordt om subsidie te verlenen aan landbouwondernemingen, zonder dat het staatssteun oplevert. Het is de Verordening (EU) van 18 december 2013, met nummer 1408/2013 en publicatienummer L 352/9 en alle daaropvolgende wijzigingen.
De-minimisverordening Visserij: de verordening van de Europese Commissie, waarmee het mogelijk wordt om subsidie te verlenen aan ondernemingen in de Visserij, zonder dat het staatssteun oplevert. Het is de Verordening (EU) van 27 juni 2014 met nummer nr. 717/2014 en publicatienummer L 190/45 en alle daaropvolgende wijzigingen.
Landbouwvrijstellingsverordening, hierna LVV: de verordening van de Europese Commissie waarmee het mogelijk wordt om subsidie als toegestane staatssteun te verlenen aan landbouwondernemingen. Het is de Verordening (EU) van 25 juni 2014 met nummer 702/2014 en publicatienummer Pb L193/1, en alle daaropvolgende wijzigingen.
Samenwerkingsverband: een groep zonder rechtspersoonlijkheid waarin meerdere aanvragers samenwerken bij de uitvoering van subsidiabele activiteiten. Een samenwerkingsverband bestaat uit minimaal 2 aanvragers die juridisch en financieel onafhankelijk zijn van elkaar. Bij een samenwerkingsverband zijn alle deelnemers aanvrager. Alle deelnemers zijn voor het eigen deel verantwoordelijk voor de subsidie.
Grote onderneming: een onderneming die 250 of meer werknemers heeft. De jaarlijkse omzet is € 50 miljoen of meer en het jaarlijks balanstotaal is € 43 miljoen of meer. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een onderneming een grote onderneming is, wordt gebruik gemaakt van de definitie die in bijlage 1 van de AGVV of de LVV staat.
Experiment: het verzamelen, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke kennis en vaardigheden, om nieuwe of flink verbeterde producten, processen of diensten te ontwikkelen. Een experiment wordt ook wel een pilot of proefproject genoemd. Een gebruikelijke, beperktere wijziging van bestaande producten, productieprocessen of diensten is geen experiment.
Artikel 1.2.2 Incidentele activiteitensubsidie
De subsidie heeft de vorm van een incidentele activiteitensubsidie. Een incidentele activiteitensubsidie is een subsidie om activiteiten van eenmalige, incidentele aard uit te voeren.
Artikel 1.2.3 Subsidie heeft een stimulerend effect
De subsidie heeft een stimulerend effect op het gaan uitvoeren van de subsidiabele activiteiten. Dit betekent dat de activiteiten op het moment van de ontvangst van de subsidieaanvraag nog niet zijn gestart.
Subsidiabele kosten, begroting en dekking
Artikel 1.2.6 Personeelskosten
Personeelskosten van de aanvrager en samenwerkingsverband worden berekend door het aantal uren die besteed worden aan de activiteit te vermenigvuldigen met één van de volgende uurtarieven:
een uurtarief tot maximaal € 130,- dat als volgt is berekend: bruto jaarloon, gedeeld door 1.836 uur, vermeerderd met een opslag van 50% voor indirecte kosten. Dit is een uurtarief dat wordt gebruikt voor ureninzet van personen die in loondienst zijn. Indirecte kosten zijn de overheadskosten inclusief huisvestingskosten. Bij een parttime dienstverband worden de personeelskosten naar verhouding berekend;
Staatssteun is overheidssteun, zoals subsidie, die mogelijk voor verstoring van de concurrentie op de Europese markt kan zorgen. Om te bepalen of sprake is van staatssteun, wordt een aanvraag getoetst aan de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) met publicatienummer PbEU 2010, C 83/47.
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening of De-minimisverordening Landbouw of De-minimisverordening Visserij. De aanvrager en zijn moeder-, zuster- en dochterondernemingen mag dan samen in de afgelopen 2 jaar en het jaar van indiening van de aanvraag maximaal de volgende financiële bijdrage van medeoverheden ontvangen:
De volgende gegevens worden bekend gemaakt: de naam van de subsidieontvanger, de verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, Mkb-onderneming of grote ondernememing, de regio waarin de subsidieontvanger is gevestigd en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.
Artikel 1.2.12 Verplicht gebruik van het aanvraagformulier
De aanvrager maakt gebruik van het beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier dat bij de Asv-aanvraag of de betreffende subsidieregeling hoort.
Artikel 1.2.13 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Als sprake is van een subsidieregeling waarvoor de De-minimisverordening geldt, bevat de aanvraag aanvullend de volgende informatie: het totaal aan ontvangen De-minimissteun in de afgelopen 2 jaar en het jaar van indiening van de aanvraag. In de betreffende subsidieverlening of regeling van de verlenende medeoverheid is opgenomen of sprake is van De-minimissteun.
Hoogte subsidiebudget en wijze van verdeling
Artikel 1.2.15 Beschikbaar budget voor een Asv-aanvraag
Een Asv-subsidie kan worden verleend als in een vastgestelde provinciale begroting geld beschikbaar is voor de subsidiabele activiteiten van de aanvrager.
Hoogte van de subsidie en betaling
Artikel 1.2.18 Betaling en bevoorschotting
Bij een subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening wordt de subsidie in één keer uitbetaald. Dit geldt niet als het een voorwaarde is dat eerst de benodigde vergunningen zijn ontvangen. In dat geval wordt de subsidie uitbetaald nadat de subsidieontvanger gemeld heeft dat de benodigde vergunningen is ontvangen.
Subsidieverlening en subsidievaststelling
Artikel 1.2.21 Subsidies vanaf € 125.000,-
De subsidie wordt vastgesteld op de werkelijke kosten als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan. Als de subsidie een percentage van de begrote subsidiabele kosten is, dan wordt de subsidie vastgesteld op hetzelfde percentage van de werkelijke subsidiabel kosten ook voor de subsidievaststelling. De subsidie wordt nooit hoger vastgesteld dan het verleende bedrag.
Artikel 1.2.22 SiSa-verantwoording
Als een gemeente of een provincie subsidie ontvangt die afkomstig is van een SPUK, dan verloopt de financiële verantwoording van de subsidie via de SiSa-verantwoording. Artikel 17a van de Financiële verhoudingswet is van toepasing. Bij sommige SPUK’s geldt de SiSa-verantwoording ook voor een waterschap.
Artikel 1.2.23 Beslistermijn op een aanvraag
De beslistermijn op een subsidieaanvraag, wijziging van een subsidieverlening of een aanvraag voor subsidievaststelling is 13 weken vanaf de ontvangst van de aanvraag.
Artikel 1.2.25 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
Met de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) kunnen Gedeputeerde Staten onderzoeken of de aanvrager aan wie zij een subsidie wil verlenen betrouwbaar en integer is. De door Gedeputeerde Staten vastgestelde Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob 2019 is van toepassing.
1.3 Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 1.3.2 Op tijd uitvoeren van de activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger verplichten om vóór een bepaalde datum met de activiteiten te beginnen. Die datum ligt na de start, maar voor het einde van de subsidieperiode.
Artikel 1.4.1 Beheersmaatregelen misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie
Om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan kunnen Gedeputeerde Staten aanvullende voorwaarden of verplichtingen opleggen dan wel andere maatregelen nemen. Deze aanvullende voorwaarden, verplichtingen of andere maatregelen worden beheersmaatregelen genoemd.
Hoofdstuk 2 Ruimtelijke ordening en waterbeheer
Artikel 2.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Toekomstplan: een toekomstplan is een compleet plan voor een dorp of gebied, dat in beeld brengt welke fysieke maatregelen en ideeën voor lokale initiatieven mogelijk zijn om een gebied of dorp leefbaar te houden in de toekomst. Het plan brengt de huidige situatie en de kansen voor de toekomst in beeld. Het bevat haalbare en gedragen maatregelen, ideeën en oplossingen.
Artikel 2.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendig platteland. Dit door het uitwerken of uitvoeren van toekomstplannen te stimuleren zodat dorpen en gemeenschappen weten hoe ze er nu voorstaan en wat nodig is om voor de toekomst.
Artikel 2.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 2.2.7 Bijdrage gemeente
Minimaal 10% van de subsidiabele kosten van zowel het uitvoeren van onderzoek, procesondersteuning het opstellen van een toekomstplan als het uitvoeren van fysieke maatregelen wordt betaald met een geldbijdrage van een gemeente.
Artikel 2.2.11 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 2.2 Leefbaar Platteland 3.0:
Artikel 2.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat. Dit door plannen van gemeenten en waterschappen te ondersteunen.
Artikel 2.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 2.3.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen.
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 2.3.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2023.
Artikel 2.3.9 Geen staatssteun
De subsidie van de provincie aan de gemeente of waterschap levert geen staatssteun op.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 2.3 Klimaatadaptatie:
2.4 Flexpools versnellen woningbouw
Artikel 2.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het toekomstbestendig maken van de woningvoorraad. Dit door de voorbereiding van woningbouwprojecten te helpen versnellen.
Artikel 2.4.2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
De inhuur wordt ingezet voor de volgende activiteiten:
het sluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en marktpartijen. In de anterieure overeenkomst staan afspraken over de grond, de kosten voor het wijzigen van een bestemmingsplan en de kosten die gemaakt worden om het bouwproject in de bestaande situatie in te passen. In de overeenkomst staat ook wie de kosten betaalt;
De externe deskundige voldoet aan de volgende voorwaarden:
de deskundige helpt de gemeente bij het oplossen van problemen die de bouw van woningen vertragen. Het probleem kan een tekort aan personeel zijn waardoor procedures langer duren. Het kan ook een specifiek probleem zijn bij een bepaald woningbouwproject waardoor het voorbereidingsproces langer duurt of stilstaat.
Artikel 2.4.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 2.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 2.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het toekomstbestendig maken van de woningvoorraad door het realiseren van tijdelijke en flexibele woonvormen voor spoedzoekers.
Artikel 2.7.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening te realiseren.
Artikel 2.7.10 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in, als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft.
2.8 Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)
Artikel 2.8.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het levendig houden van de binnenstad en toekomstbestendige steden door in te zetten op complexe gebiedsontwikkeling, versnellen van de woningbouw, compacte binnensteden en detailhandel.
Artikel 2.8.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De aanvrager is een Overijsselse gemeente. Er geldt een uitzondering voor Stadsarrangement A. Voor Stadsarrangement A geldt dat de aanvrager een Overijsselse gemeente is of een andere organisatie in de binnenstad die genoemd is in het stadsarrangement.
Artikel 2.8.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn niet van toepassing.
Artikel 2.8.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie is het bedrag dat opgenomen in het stadsarrangement van de betreffende gemeente.
2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
Artikel 2.12.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie eigenaren van een erf met gebouwen in het buitengebied, met name voormalige agrariërs, ondersteunen bij het voorbereiden op de toekomst.
Artikel 2.12.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of een derde.
Artikel 2.12.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening te starten met het door de erfcoach geadviseerde vervolgtraject.
3.1 Energiebesparing Overijssel
Artikel 3.1.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Cultureel erfgoed: Overijsselse gebouwen en bouwwerken, zoals kerken, kloosters, molens, boerderijen, die vanuit het verleden zijn overgebleven, het waard zijn om te houden en te blijven en helpen aan een karakteristieke identiteit van het gebied. Het kan daarbij gaan om een rijksmonument of een gemeentelijk monument of een gebouw/bouwwerk waar de gemeente een verklaring voor heeft afgegeven dat het van cultuurhistorische waarde is.
Primaire energie: de energie-inhoud van fossiele grondstoffen zoals olie, kolen en gas vóór technische omzetting naar elektriciteit. Bij het rendement op primaire fossiele grondstoffen wordt uitgegaan van de laatste cijfers van het CBS volgens de integrale methode. Hierin wordt rekening gehouden met de groei van hernieuwbare elektriciteit in de elektriciteitsmix. Dit betekent dat voor 1 kWh van de Nederlandse elektriciteitsmix 1.77 kWh primaire energie nodig is geweest. Er gaat namelijk energie verloren tijdens de omzetting van fossiele grondstoffen naar elektriciteit. Het nieuwste cijfer is te vinden op http://www.cbs.nl/.
Artikel 3.1.2 Doel van deze subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de investering in energiebesparende maatregelen.
Artikel 3.1.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verleend voor investeringen in:
technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij gebouwen. Het moet gaan om voorzieningen die zijn opgenomen in de Energielijst onder categorie A en die voldoen aan de technische eisen die bij deze categorie horen. Als wordt aangevraagd onder een generieke code, dan moeten de individuele maatregelen voldoen aan de technische eisen van de eigen code;
technische voorzieningen voor energiebesparing in bestaande of nieuwe bedrijfsprocessen. Het moet gaan om voorzieningen die zijn opgenomen in de Energielijst onder categorie B en die voldoen aan de technische eisen die bij deze categorie horen. Als wordt aangevraagd onder een generieke code, dan moeten de individuele maatregelen voldoen aan de technische eisen van de eigen code.
Voor de aanschaf van technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij gebouwen gelden de volgende extra voorwaarden:
voor technische voorzieningen bij nieuwbouw geldt:
er wordt aan minimaal de BENG-eisen voldaan. Aanvullend daarop geldt dat de maximale energiebehoefte en het maximale primaire fossiele energiegebruik in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar, 20% minder bedraagt dan toegestaan is op basis van de BENG en dat het minimale aandeel hernieuwbare energie 25% meer bedraagt dan vereist is op basis van de BENG;
Artikel 3.1.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten van de aanvrager en de loonkosten van derden voor de installatie van de technische voorziening zijn subsidiabel. Voor de personeelskosten van de aanvrager geldt een vast uurtarief van € 40,-. Artikel 1.2.6 lid 1 onderdeel a is van toepassing. Voor de loonkosten van derden geldt het uurtarief voor derden. Artikel 1.2.7 lid 6 is van toepassing.
Als twee of meer aanvragen hetzelfde totale punten behalen, bepaalt krijgt de subsidieaanvraag die de hoogste punten heeft behaald voor het totale vermeden primaire energieverbruik voorrang. Als ook dan nog steeds sprake is van een gelijke punten, vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
als sprake is van technische voorzieningen zoals genoemd in artikel 3.1.2 onderdeel a:
bij nieuwbouw voor utiliteitsgebouwen waarbij geen BENG-eis geldt: een energiebalans berekening uitgedrukt in MJ/m2, waarbij het energiegebruik per gebruiksfunctie binnen het utiliteitsgebouw is aangegeven én het gangbare energiegebruik behorende tot de gebruiksfunctie volgens het geldende bouwbesluit. De berekening en de voorgenomen verbetering is van toepassing op het totale bruto vloeroppervlak (BVO) van het utiliteitsgebouw;
bij bestaande bouw met de status van cultureel erfgoed: energielabels van de oude situatie en de nieuwe situatie die inzichtelijk maken hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van het energielabel of een berekening waaruit blijkt dat in de nieuwe situatie wordt voldaan aan de energieprestatie-eis uit het geldende bouwbesluit;
Na sluitingsdatum kunnen er geen inhoudelijke en financiële aanvullingen of wijzigingen meer ingeleverd worden. Een wijzing in de financiële dekking is wel mogelijk als de subsidie lager wordt verleend omdat het resterende bedrag van het subsidieplafond niet voldoende is. Deze wijzing van de financiële dekking kan alleen als artikel 3.1.9 lid 4 van toepassing is.
Artikel 3.1.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de technische voorzieningen te hebben aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruik te hebben genomen binnen 3 jaar na subsidieverlening.
Bij de aanvraag voor subsidievaststelling levert de aanvrager aanvullend ook een ingevuld format Subsidieregeling Energiebesparing Overijssel aan. De format is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 3.1.12 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in, als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft. Artikel 1.2.25 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 3.1 Energiebesparing Overijssel:
3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie
Artikel 3.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie aanmoedigen. Dit door initiatiefnemers te ondersteunen bij het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek.
Artikel 3.2.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Artikel 3.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen.
Artikel 3.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De uitgevoerde energiebesparende maatregelen voldoen aan de volgende voorwaarden:
de uitgevoerde energiebesparende maatregelen hebben per aanvraag in totaal minimaal € 4.000,- gekost. Om aan de minimale kosten van € 4.000,- te kunnen voldoen, is het mogelijk om de energiebesparende maatregelen van meerdere vestigingen of aanvragers samen in één aanvraag op te nemen. Een van de aanvragers vraagt de subsidie aan en zorgt voor de onderlinge verdeling van de subsidie.
De volgende energiebesparende maatregelen komen niet in aanmerking voor de subsidie:
energiebesparende maatregelen die verplicht zijn onder de Wet Mileubeheer. Hierin staat dat er bij een jaarverbruik van meer dan 50.000kWh elektriciteit of 25.000m3 gas maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder wettelijk verplicht zijn. Hieronder vallen in ieder geval de erkende maatregelen.
Het energieonderzoek voldoet aan volgende voorwaarden:
door een gecertificeerd energie-adviseur met aantoonbare ervaring in het Mkb. De ervaring van de energie-adviseur kan aangetoond worden door verwijzing naar referentieprojecten. Voorbeelden van certificatie zijn EPA of EPA-U. EPA-U staat voor Energie Prestatie Advies voor bestaande utiliteitsgebouwen. Voorbeeld van een certificerende instantie is FeDec;
energiebesparende maatregelen die staan op de energie- en milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met bedrijfsmiddelen die voor de fiscale Energie Investering Aftrekregeling (EIA) in aanmerking komen. Deze lijst wordt elk jaar geactualiseerd en is te vinden op de website van de RVO.
Minimaal 75% van de subsidiabele kosten van de uitgevoerde energiebesparende maatregelen worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 3.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het verwijderen van asbestdaken en het opwekken van eigen energie stimuleren.
Artikel 3.4.4 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Artikel 3.4.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 3.4.8 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger
De aanvrager is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.
3.5 Opruiming drugsafval Overijssel 2021-2024
Artikel 3.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het beschermen van de biodiversiteit door vervuilde bodem en vervuild oppervlaktewater in geval van dumping van drugsafval te saneren.
De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Opruiming drugsafval 2021-2024. Het formulier is te vinden op https://www.bij12.nl/onderwerpen/subsidieregeling-opruiming-drugsafval/aanvragen-subsidie.
Artikel 3.5.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Als de te verlenen subsidie hoger is dan het resterende budget van het subsidieplafond, dan wordt het overgebleven budget verdeeld door middel van loting. Artikel 1.2.16 lid 2 is niet van toepassing. De loting wordt uitgevoerd onder de op die dag ingediende complete aanvragen. De aanvragen worden van hoog naar laag geplaats in de volgorde van de trekking. De loting wordt uitgevoerd in aanwezigheid van een notaris en minimaal twee onafhankelijke waarnemers.
3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0
Artikel 3.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door Lokale energie-initiatieven te ondersteunen.
Artikel 3.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden. Dit geldt niet voor het oprichten en inrichten van de LEI.
3.7 Energiezuinige voedselbanken
Artikel 3.7.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door voedselbanken te stimuleren om te investeren in maatregelen gericht op energiebesparing.
3.8 Geschakelde asbestleidaken
Artikel 3.8.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.8.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van het verwijderen van asbestdaken.
Artikel 3.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per m2 voor het verwijderen en afvoeren van de geschakelde asbestleidaken en het aanbrengen van nieuwe dakbedekking. Artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9. zijn niet van toepassing.
Artikel 3.8.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie is € 75,- per m2 verwijderd en afgevoerd geschakeld asbestleidak.
3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Artikel 3.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie samen met maatschappelijke partners uitvoering geven aan het programma Nieuwe Energie Overijssel.
De aanvrager is een maatschappelijke partner van het Energieprogramma. Dit zijn Natuur en Milieu Overijssel, VNO-NCW en het Bio-energiecluster Oost-Nederland.
3.11 Kleine mestvergister op boerderijen
Artikel 3.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt vaker een voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het vergroten van de productie van biogas of groen gas afkomstig uit mestvergisters.
Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of van derden.
Artikel 3.11.11 Beoordeling integriteit van de subsidieontvanger
De aanvrager levert een volledig ingevuld Bibob-formulier subsidies in, als het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft. Artikel 1.2.25 is van toepassing
3.15 Intensivering energietoezicht
Artikel 3.15.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 3.15.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie stimuleren.
Artikel 3.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, namelijk de personeelskosten van de Omgevingsdienst zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
De gemeente brengt zelf middelen in bij de Omgevingsdienst IJsselland of de Omgevingsdienst Twente om jaarlijks bij minimaal 5% van de energierelevante bedrijven energietoezicht uit te voeren.
3.16 Stimuleren energie-innovatie
Artikel 3.16.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Energie-innovatie: een idee voor een nieuw product of nieuwe productieprocessen. Het gaat hierbij om het geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing van producten of productieprocessen op het gebied van energiebesparing en energieopwekking met als doel bijdragen aan vergroting van het aandeel duurzame energie of CO2-reductie.
Ideefase: de beginfase van het ontwikkelen van een nieuw product of productieproces. Het geeft antwoord op een vooraf gestelde hulpvraag. In deze fase wordt een idee nader onderzocht en uitgewerkt. Het doel van deze fase is om het idee uit te werken in een projectplan. Verder wordt er gekeken wie het project zou kunnen uitvoeren, welke partij(en) betrokken zouden moeten zijn bij het project en of er voldoende draagvlak is voor het project bij betrokkenen.
Artikel 3.16.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie aanmoedigen. Dit door Overijsselse Mkb-ondernemers te helpen met een idee voor een energie-innovatie, zodat innovaties op het gebied van energie op gang komen en de regionale economie gestimuleerd wordt.
Artikel 3.16.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Als er sprake is van een aanvraag voor subsidie van € 5.000,- of meer, dan wordt het energie-innovatie-initiatief voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, besproken met het Supportteam energie-innovatie. Naar het oordeel van het Supportteam energie-innovatie is er sprake van energie-innovatie-initiatief dat mogelijk in aanmerking kan komen voor een bijdrage op basis de subsidieregeling 6.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten, EFRO of REACT.
Artikel 3.16.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten voor 31 maart 2023 uitgevoerd te hebben.
3.17 Energiezuinige terrasverwarming via kussens
Artikel 3.17.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.17.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
3.18 Investeringssubsidie warmtenetprojecten
Artikel 3.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Productielocatie: alle installaties die onderdeel zijn van de centrale warmte-installatie waar warmte wordt opgewekt of in het geval van restwarmte wordt afgevangen en integraal onderdeel zijn van de warmte-infrastructuur, zoals warmtekrachtkoppelingen, warmtepompconfiguraties, warmtewisselaars bij de basislast of warmtewisselaars tussen distributienet en verwarmingsnet, niet zijnde onderdelen van het distributienet.
Stadsverwarming en –koeling: systeem voor distributie van thermische energie in de vorm van stoom, warm water of gekoelde vloeistoffen vanuit een centrale productie-installatie via een netwerk dat verbonden is met meerdere gebouwen of locaties, voor het verwarmen of koelen van ruimten of processen als bedoeld in artikel 2, lid 19 Richtlijn 2010/31/EU betreffende energieprestatie van gebouwen.
Warmte-infrastructuur: systeem voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling dat voldoet aan de in de punten 41 en 42 van artikel 2 van Richtlijn 2012/27/EU gegeven definitie van een efficiënt systeem van stadsverwarming en –koeling. Onder deze definitie vallen de productielocatie bestaande uit verwarmings-/koelingsinstallaties en het distributienet met inbegrip van de daarmee verband houdende faciliteiten, die nodig zijn om de warmte/koeling van de productie-eenheden tot bij de locatie van de eindgebruikers te brengen.
Artikel 3.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie. Dit door de totstandkoming van warmtenetten voor gebruik van restwarmte, aardwarmte en aquathermie als alternatief voor aardgas te ondersteunen.
Artikel 3.18.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor een warmtenetproject. De volgende investeringen voor nieuw te installeren warmte-infrastructuur komen in aanmerking voor de subisdie:
bijkomende investeringen voor de productielocatie als deze bijkomende investeringen in vergelijking met een conventionele productielocatie nodig zijn voor de bouw, uitbreiding en renovatie van één of meer productie-eenheden om deze als een energie-efficiënt stadsverwarmings- of stadskoelingssysteem te kunnen exploiteren.
De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor de subsidie:
activiteiten waarvoor al een financiële bijdrage is gegeven door de Europese Commisse, de Rijksoverheid, een provincie, het Energiefonds Overijssel, een gemeente, een waterschap, een samenwerking van overheden op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, of een andere bij een overheid behorende organisatie.
Artikel 3.18.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Bijkomende investeringskosten voor de productielocatie zijn kosten die in vergelijking met een conventionele productielocatie nodig zijn voor de bouw, uitbreiding en renovatie van één of meer productie-eenheden om deze als een energie-efficient stadsverwarmings- of stadskoelingssysteem te kunnen exploiteren.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager. Deze geldbijdrage is niet een ontvangen subsidie van bijvoorbeeld van de Rijksoverheid, Europese instanties of waterschappen.
Artikel 3.18.11 Bevoorschotting
Het voorschot wordt uitbetaald op basis van in de beschikking nader te bepalen voorwaarden. Dit is een afwijking van artikel 1.2.18 lid 2.
3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel
Artikel 3.19.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 3.19.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een versnelling van de energietransitie. Met behulp van inkoopacties worden particuliere woningeigenaren gestimuleerd om energiemaatregelen te nemen.
Artikel 4.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan faunabeheer.
De aanvrager is Stichting Faunabeheereenheid Overijssel. Dit is een samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van agrariërs, jachthouders, terrein beherende organisaties en maatschappelijke organisaties met als doelstelling uitvoering te geven aan een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd faunabeheerplan.
Artikel 4.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd:
Artikel 4.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de relatie tussen natuur en mensen. Het gaat daarbij om de betekenis van natuur als bedoeld in de Omgevingsvisie.
Artikel 4.3.3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
De activiteiten die genoemd zijn in lid 1 onderdeel c voldoen aan de volgende extra voorwaarden :
de vergroening vindt zoveel mogelijk plaats op een plek die vrij toegankelijk of beleefbaar is. Er geldt een uitzondering voor zorginstellingen. Zorginstellingen kunnen de vergroening realiseren op een plek die niet vrij toegankelijk of beleefbaar is, als maximaal wordt ingezet op toegankelijkheid voor zoveel mogelijk gebruikers.
De activiteiten die niet voor de subsidie in aanmerking komen zijn:
investering in gebouwen of schoolpleinen, speeltoestellen, beweegtoestellen, verharde wegen, paden en bruggen, boerderijdieren of verblijven voor boerderijdieren. Aanleg van natuurlijke spelaanleidingen zoals heuvels, wilgentenen speelhuisjes, klimbomen of waterelementen kunnen komen wel voor subsidie in aanmerking;
4.4 Advies en ondersteuning Agro&food in Overijssel
Artikel 4.4.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Agro&food sector: alle ondernemingen of organisaties in de voedselketen, waarbij de plantaardige en dierlijke economische ketens centraal staan, inclusief de voor de voedingsmiddelen bestemde logistiek, handel, financiële dienstverlening en onderzoek en ontwikkeling. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een aanvrager onder de Agro&food sector valt, wordt gekeken naar de Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset van het CBS.
Artikel 4.4.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan vernieuwing en verduurzaming van de Agro&food sector.
Artikel 4.4.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 4.4.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
De aanvrager levert aanvullend een ondertekende offerte in. De offerte is ondertekend door de aanvrager en door de persoon of organisatie die wordt ingezet voor de beantwoording van het vraagstuk, die het onderzoek uitvoert of het bedrijfsplan opstelt. De offerte mag ondertekend zijn onder voorbehoud van het verkrijgen van de subsidie. De aanvrager hoeft geen begroting in te dienen.
4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0
Artikel 4.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Leefgebied/biotoop: een door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tenminste tijdens één van de fasen van zijn biologische cyclus leeft. Hieronder worden ook de gebieden verstaan waar de soort vroeger voorkwam en nu niet meer, maar waar de soort mogelijk terug kan keren.
Artikel 4.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie de leefgebieden van de aandachtsoorten verbeteren.
Artikel 4.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verstrekt voor:
maatregelen Bosranden: het creëren van bosranden met mantels en zomen ten behoeve van Klein wintergroen, Klein glidkruid, Anemonenbekerzwam, Kleine ijsvogelvlinder, Sleedoornpage, Bruine eikenpage, Ranonkelbij, Gewone kleine wespbij, Kauwende metselbij, Stronkmier, Boomkikker, Geelgors, Zomertortel, Kerkuil, Hermelijn, Das, Franjestaart, Bosvleermuis, Baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Brandts vleermuis, Rosse vleermuis of Gewone grootoorvleermuis;
het beschikbaar stellen van grond: het beschikbaar stellen van grond om aan de herbeplantingsverplichting, als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Wet Natuurbescherming te kunnen voldoen om heide te verbinden. Dit geldt alleen als de herbeplantingsverplichting niet ingevuld kan worden door spontane bosontwikkeling, maar elders gerealiseerd moet worden;
Artikel 4.5.4 Voorwaarden voor alle maatregelen
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
het beheer en onderhoud van de maatregelen is voor minimaal zes jaar geregeld met uitzondering van instandhoudingsmaatregelen voor bloemrijke akkerrandenranden langs akkers en weilanden. Deze randen moeten tijdens de beheerperiode van 6 jaar gedeeltelijk gefreesd en opnieuw ingezaaid worden om het bloemrijke karakter van de randen te behouden;
Artikel 4.5.5 Extra voorwaarden voor Poelen
De maatregelen Poelen voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
in de directe omgeving van een poel is een geschikt landbiotoop aanwezig of deze wordt met het treffen van de maatregelen gerealiseerd. Het landbiotoop kan bestaan uit: ruigte of kruidenrijk grasland en houtwallen, heggen, hakhoutbosjes of stobbenwallen (winterbiotoop). Als de poel specifiek voor Boomkikkers wordt aangelegd, moet in het landbiotoop ook braamstruweel aanwezig zijn;
Artikel 4.5.6 Extra voor de maatregelen Erven
De maatregelen Erven voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
er is een ruimtelijke of organisatorische samenhang tussen de deelnemende erven. Bij ruimtelijke samenhang gaan meerdere deelnemende erven lokaal samen aan de slag om de kwaliteit van de erven te verbeteren. Bij organisatorische samenhang maken erven van bedrijven deel uit van een organisatie die een biodiversiteitsdoelstelling nastreeft;
de maatregelen op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, als het wordt aangelegd in het leefgebied van de Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad, een poel;
de maatregelen bestaan uit het creëren van nestgelegenheid voor Kerkuil, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Grauwe vliegenvanger of Ringmus in combinatie met biotoopverbetering, waar ook andere aandachtsoorten zoals Patrijs, Geelgors en Hermelijn van profiteren. De combinatie van maatregelen zorgt er voor dat een totaal leefgebied, zowel foerageergebied, rustgebied als voortplantingsgebied, voor genoemde soorten gecreëerd wordt;
Artikel 4.5.7 Extra voorwaarden voor de maatregelen Bosranden
De maatregelen Bosranden voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
de maatregelen vinden plaats door de bosrand over een lengte van minimaal 1.000 m terug te zetten. De bosrand is voldoende breed om zonlicht toe te laten en variërend in breedte en begroeiing om te komen tot een kruidenrijke en structuurrijke rand. De voorgenomen kap van bomen is goed onderbouwd en er heeft vooraf overleg over plaatsgevonden met omwonenden en de provincie Overijssel;
als uitlopen, natuurlijke opslag of variatie in bomen achterwege blijft, dan is inplanten met inheemse soorten in de mantel noodzakelijk. Om te voldoen aan de Wet Natuurbescherming moet de bosrand op een bosbouwkundig verantwoorde wijze worden herbebost. Als uitlopen natuurlijke opslag of variatie in bomen niet in voldoende mate plaatsvindt is inplanten in de mantel met inheemse soorten die passen bij de regio noodzakelijk;
Artikel 4.5.8 Extra voorwaarden maatregelen Heide
De maatregelen Heide voldoen aan de volgende extra voorwaarden:
de maatregelen dragen bij aan de versterking van het leefgebied van de Blonde zegge, Blauwe knoop, Heidekartelblad, Vetblad, Melkviooltje, Draadgentiaan, Kleine tijm, IJslands mos, Bruine eikenpage, Bruine vuurvlinder, Kommavlinder, Gentiaanblauwtje, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Ericabij, Heidewespbij, Gewone kleine wespbij, Ranonkelbij, Paardenbloembij, Stronkmier, Adder, Tapuit of Veldleeuwerik;
het verbinden van heideterreinen of heischrale graslanden die op korte afstand van elkaar zijn gelegen. Waardoor het leefgebied wordt vergroot en versterkt en uitwisseling van deelpopulaties mogelijk wordt. De te realiseren verbinding bestaat uit droge- of vochtige heide of droog of nat heischraal grasland. Voldaan moet worden aan de herplantplicht indien van toepassing;
het kruidenrijker maken van heideterreinen door kruidenrijke randen of kleine veldjes (akkertjes) met een mengsel van granen en inheemse akkerkruiden in te zaaien direct naast of op bestaande heideterreinen, nadat de aanwezige vegetatie zeer diep is weggemaaid of gechopperd en daarna gefreesd. De randen of veldjes mogen niet groter zijn dan 10 are;
De aanvrager is een particulier, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een maatschap, een ZZP’er, een v.o.f., een eenmanszaak of een kerkgenootschap.
Artikel 4.5.12 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een overzichtskaart op minimaal schaal 1:25.000 waarop de ligging van het gebied waar de maatregelen worden uitgevoerd is aangegeven op minimaal schaal 1:25.000 en detailkaarten dan wel luchtfoto’s op minimaal schaal 1:2.500 waarop de huidige en toekomstige situatie is aangegeven. Voor de maatregelen Erven wordt een detailkaart per erf aangeleverd;
4.6 Stimulering toekomstbestendige verduurzaming Agro&food sector
Artikel 4.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Agro&food sector: alle ondernemingen of organisaties in de voedselketen, waarbij de plantaardige en dierlijke economische ketens centraal staan, inclusief de voor de voedingsmiddelen bestemde logistiek, handel, financiële dienstverlening en onderzoek en ontwikkeling. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een aanvrager onder de Agro&food sector valt, wordt gekeken naar de Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset van het CBS.
Artikel 4.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bevordering van de transitie naar kringlooplandbouw.
Artikel 4.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie voor demonstraties, praktijkleertrajecten of kennisdeling wordt aangevraagd door degene die de demonstraties, praktijkleertrajecten of kennisdeling levert aan de ondernemingen. Deze moet aantoonbaar voldoende gekwalificeerd zijn en kan aantonen dat er een concrete vraag is vanuit de primaire agrarische sector.
Artikel 4.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Een aanvraag voor subsidie van € 10.000,- of meer kan worden voorgelegd aan de Adviescommissie agro&food. De commissie geeft advies of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals die genoemd zijn in artikel 4.6.3 lid 2 en artikel 4.6.4 lid 2.
De subsidie voor demonstraties, praktijkleertrajecten en kennisdeling over kringlooplandbouw voldoet aan artikel 21 lid 3 van de LVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de subsidiabele kosten inclusief de subsidie van de provincie is maximaal 100%. Voor demonstratieprojecten geldt aanvullend dat de totale overheidsbijdrage voor de dekking van de subsidiabele kosten inclusief de subsidie van de provincie maximaal € 100.000,- is voor een periode van maximaal 3 jaar.
De subsidie voor de ontwikkeling en het uitvoeren van een methode of aanpak om meerdere landbouwondernemers te stimuleren om de ecosysteemdiensten op het landbouwbedrijf te verbeteren of uit te breiden levert geen staatssteun op, tenzij sprake is van een investering bij een landbouwonderneming of maatwerkadvies aan een landbouwonderneming. In dat geval voldoet:
4.7 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof
Artikel 4.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Gebiedsgerichte Aanpak Stikstof (GGA): een samenwerkingsproces waarbij de gebiedspartners samen op zoek gaan naar oplossingen die passen bij de kenmerken van de gebieden en projecten uitvoeren die inzicht geven in de stikstofproblematiek en oplossingsrichtingen vergroten of bijdragen aan het verminderen van de stikstofemissie.
Gebiedsteams: de werkorganisatie van de GGA. Een gebiedsteam bestaat uit:
enkele medewerkers afkomstig van andere gebiedspartners, die in het gebiedsteam werkzaam zijn. Die werkzaamheden doen ze in het algemeen belang. Ze zijn bij die werkzaamheden dus geen belangenbehartiger van hun organisatie. Het gebiedsteam verzamelt onder andere de benodigde informatie en analyseert deze, bereidt de gebiedstafels voor, stelt de Gebiedsanalyse en de Gebiedsagenda op, verzorgt de communicatie en organiseert participatie en ondersteunt bij de uitvoering van projecten.
Artikel 4.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie samen met inwoners, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties op zoek gegaan naar oplossingen voor de stikstofproblematiek die passen bij de GGA-gebieden.
Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu Overijssel, Landschap Overijssel, Overijssels Particulier Grondbezit, LTO Noord afdeling Overijssel, Coöperatieve Agrarisch Natuur Collectief Midden Overijssel, Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A., Coöperatieve Agrarisch Natuur Collectief Noordwest Overijssel U.A.;
Artikel 4.8.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 4.8.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de relatie tussen natuur en mensen. Dit door basisscholen te ondersteunen bij het aanleggen van groene schoolpleinen.
De aanvrager is een basisschool in Overijssel of een koepelorganisatie in Overijssel die aanvraagt voor een basisschool.
Artikel 4.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per schoolplein en een vast bedrag per aangeplante boom. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Bijlage 1 Omschrijving van een groen schoolplein, bij 4.8 Groene schoolpleinen:
Een groen schoolplein is een natuurlijke speel- en leeromgeving met veelal de volgende kenmerken:
De beplanting op een groen schoolplein is bij voorkeur inheems, geschikt bij de natuurlijke omstandigheden van die plek en biedt seizoensvariatie. Waar mogelijk biedt de beplanting en inrichting mogelijkheden voor verbeteren van condities voor aandachtsoorten van Overijssel. Overzicht van de aandachtsoorten is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Kinderen kunnen zowel met abiotische natuur (zoals zand en water) als met levende natuur spelen. Hierdoor ontstaan er mogelijkheden om in het spel te exploreren, te vernieuwen, te verbeelden en te creëren. De aanwezigheid van los natuurlijk materiaal is hiervoor een voorwaarde (denk aan zand, takken, stenen, en dergelijke).
4.9 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen
Artikel 4.9.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bescherming van de natuurwaarden in de Natura 2000 gebieden.
Artikel 4.9.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
De landbouwonderneming heeft grond in gebruik voor akkerbouw of veeteelt, dat voor een deel gelegen is binnen het Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000. Ook landbouwondernemingen die buiten het Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000 liggen, kunnen verplaatst worden als de verplaatsing een essentieel bijdrage levert aan de Ontwikkelopgave Natura 2000 en in die zin een sleutelpositie inneemt in het kader van de grondverwerving ten behoeve van de Ontwikkelopgave Natura 2000;
De aanvrager is degene die op het moment van het sluiten van de verplaatsingsovereenkomst met de provincie, het eigendom, regulier pachtrecht of erfpachtrecht heeft van grond behorend bij een landbouwonderneming.
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een topografische kaart met een schaal van 1:10.000 waarop de ligging en oppervlakte van het te verplaatsen onderneming en de bijbehorende gronden, en ook de plaats van hervestiging zijn aangegeven. Als deze plaats ten tijde van de aanvraag nog niet bekend is, stuurt de aanvrager de provincie Overijssel per ommegaande een topografische kaart met een schaal van 1:10.000 waarop de plaats van hervestiging is aangegeven
Artikel 4.9.9 Aanvullende verplichtingen
Als door aantoonbare overmacht de opbouw van een volwaardig bedrijf op de nieuwe locatie binnen de in de verleningsbeschikking opgenomen termijn niet mogelijk is kan de termijn voor opbouw verlengd worden met maximaal 24 maanden. De opbouw zal na verlenging nooit later zijn dan 16 maanden na het krijgen van de benodigde vergunningen voor de opbouw van het landbouwbedrijf. Onder overmacht wordt in ieder geval verstaan:
Als de verplaatsing naast demonteren, verhuizen en weer opbouwen leidt tot een modernisering van voorzieningen of een verhoging van productiecapaciteit van het landbouwbedrijf, dan zijn de kosten van modernisering van de voorzieningen of verhoging van de productiecapaciteit voor 40% subsidiabel tot een maximum van € 500.000,- per onderneming per investeringsproject. Er is geen sprake van modernisering als het een vervanging van een bestaand gebouw of van bestaande voorzieningen door een nieuw modern gebouw of nieuwe, moderne voorzieningen betreft waarbij de betrokken productie of technologie niet fundamenteel wordt gewijzigd.
4.10 Opstellen plan voor Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Landschapselementen: groene of blauwe elementen, zoals een houtwal, singel, solitaire boom, poel of wandelpad, die in het landschap aanwezig zijn en iets vertellen over het ontstaan van het landschap. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe onze voorouders het landschap hebben gebruikt. Hun oorspronkelijke functie van perceel begrenzing, houtproductie of vee drinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke leefomgeving voor bijvoorbeeld vogels, insecten en amfibieën.
Landschapscoördinator: de landschapscoördinator geeft procesmatige ondersteuning aan georganiseerde groepen inwoners of ondernemers om een plan voor streekeigen landschapsbeheer op te stellen. De coördinator voert een oriënterend gesprek met de initiatiefnemers en adviseert of het haalbaar is om een plan streekeigen landschapsbeheer op te stellen.
Artikel 4.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan natuurbeheer. Dit door het behoud en beheer van waardevolle en karakteristieke landschapselementen in agrarische cultuurlandschappen in de provincie Overijssel te ondersteunen.
Artikel 4.10.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 4.10.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht het plan voor streekeigen landschapsbeheer op te stellen en de bijbehorende beheerorganisatie op te zetten, binnen 12 maanden na subsidieverlening.
4.11 Stimuleren kleinschalig Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Landschapselement: landschappelijke beplantingen, routes, waterlopen, reliëfs en andere onderdelen van het landschap die bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. De oorspronkelijke functie van bijvoorbeeld perceelbegrenzing, houtproductie of vee drinkplaats heeft het veelal geheel of deels verloren. Het vormt nog steeds een belangrijke habitat voor soorten waaronder veel vogels, insecten en amfibieën en is voor de biodiversiteit van grote meerwaarde.
Artikel 4.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie vrijwilligers op een passende wijze aanmoedigen om op eigen niveau aan de slag te gaan met landschapsbeheer.
Artikel 4.11.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor de subsidie
Het landschapsbeheer voldoet aan de volgende voorwaarden:
de landschapscoördinator van Landschap Overijssel is betrokken bij de activiteiten en adviseert positief over de aanvraag. De landschapscoördinator geeft procesmatige ondersteuning, adviseert de initiatiefnemers bij landschapsbeheer, legt verbindingen met Streekeigen landschapsbeheer en maakt koppelingen met andere opgaven in Overijssel.
Het landschapsbeheer III voldoet aan de volgende extra voorwaarden :
naast landschapsbeheer worden activiteiten uitgevoerd om de kennis van de vrijwilligers te vergroten en de organisatie te versterken. Het gaat om een of meer van de volgende activiteiten:
het opstellen of verbeteren van een eenvoudig beheerplan voor een periode van 5 tot 15 jaar. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het landschapsbeheer. Het beheerplan past in het gemeentelijke landschapsontwikkelingsplan (LOP) of de Catalogus gebiedskenmerken van de provincie;
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in
een plan van aanpak. Het is verplicht om het beschikbare format te gebruiken. In het plan van aanpak is een duidelijke motivering opgenomen waaruit blijkt dat het beheer voor een periode van minimaal 5 jaar is geregeld, door middel van overeenkomsten die afgesloten worden tussen de beheerders en grondeigenaren.
Het verzoek tot subsidievaststelling voor landschapsbeheer III bevat aanvullend ook een overzicht van de overeenkomsten die tussen beheerders en grondeigenaren zijn gesloten. In de overeenkomsten is het landschapsbeheer voor 5 tot en met 15 jaar vastgelegd. Dit is een aanvulling op artikel 1.2.20 lid 3.
4.12 Ecologisch bermbeheer gemeenten
Artikel 4.12.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Ecologisch bermbeheer: het beheren van bermen met als doel het in stand houden of verbeteren van de natuurkwaliteit en -kwantiteit van inheemse flora en fauna, met nakoming van de verkeersveiligheid. Onder ecologisch bermbeheer valt in etappes maaien, afvoeren van maaisel, niet klepelen en flexibel aanpassen van moment van uitvoering. Bodemverstoring en bodemverdichting wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Inheemse flora en fauna: soorten die van nature in het wild in Nederland voorkomen. Op de website www.nederlandsesoorten.nl is te raadplegen welke soorten in Nederland inheems zijn. Kamer-, tuin- en kasplanten zijn vaak geen inheemse planten maar exoten.
Artikel 4.12.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het ecologisch beheren van bermen stimuleren
Artikel 4.12.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 4.12.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
de resultaten van de monitoring in de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) te zetten of via www.waarneming.nl in te voeren en te delen met de provincie Overijssel.
4.13 Iedereen een boom- grootschalige boomaanplant
Artikel 4.13.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.13.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie initiatiefnemers stimuleren om bomen aan te planten op de aangeboden provinciale aanplantpercelen en hiermee een bijdrage te leveren aan de opgave van 1,1 miljoen bomen.
De aanvrager is een persoon een organisatie of een bedrijf die het recht toegezegd heeft gekregen om binnen een afgesproken periode een aanplantperceel te kopen voor de prijs die met de provincie is afgesproken.
Artikel 4.13.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie is € 0,75 per vierkante meter te realiseren nieuw bos.
4.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Artikel 4.15.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP-VP): samenwerkingsafspraken ‘Naar een Vitaal Platteland’ die in juli 2018 getekend zijn door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen (Kamerstukken II 2018/19, 33 576, NR. 137) en de activiteiten op grond van die afspraken;
Artikel 4.15.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het welzijn en de welvaart in het landelijk gebied.
De aanvrager is de aanvrager van het desbetreffende project zoals dat is opgenomen in de Projectenlijst.
Artikel 4.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de subsidieaanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit zijn uitgevoerd na 1 maart 2019 en voor 31 december 2023 voor het IBP-VP-gebiedsplan Veedicht gebied Salland-Twente, deelgebied Twente, dan wel 31 december 2025 voor het IB-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest-Overijssel. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassingDe.
Artikel 4.15.9 Bevoorschotting
Het voorschot is maximaal 80% van de verleende subsidie. Dit is een afwijking van artikel 1.2.18 lid 1.
Voor de vaststelling van de subsidie geldt voor gemeenten en openbare lichamen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code L7B als het gaat om IBP-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest Overijssel en en L7-2B als het gaat om Veedicht gebied Salland-Twente.
Artikel 4.15.11 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om in het geval een project gaat wijzigen ten opzichte van de Projectenlijst dit vooraf ter advisering voor te leggenaan het Programmateam van het IBP-VP-gebiedsplan Veenweide Noordwest Overijssel, of het Ambtelijk Kernteam van het IVP-VP-gebeidsplan Veedicht gebied Salland-Twente, deelgebied Twente.
4.16 Iedereen een boom - kleinschalige aanplant
Artikel 4.16.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie het bewustzijn van inwoners van het belang van bomen bevorderen en partners en maatschappelijke initaitieven stimuleren om bomen te planten, als uitvoering van het actieplan 1,1 miljoen bomen.
Artikel 4.16.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 4.16.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Bijlage 1 Bomenlijst, bij 4.16 Iedereen een boom kleinschalige boomaanplant:
Streekeigen en inheemse bomen Overijssel
Streekeigen en inheemse bomen zijn soorten die van nature in een gebied voorkomen (standplaats) en soorten die hieraan zijn toegevoegd vanuit cultuurhistorisch perspectief (streekeigen). Onderstaande tabel laat een overzicht zien van streekeigen en inheemse bomen die in aanmerking komen voor de subsidieregeling ‘Iedereen een boom Kleinschalige boomaanplant’. Voor de volledigheid zijn in de lijst zowel inheemse als streekeigen soorten voor Overijssel opgenomen. De te planten soorten moeten de potentie hebben om tot 4 meter te kunnen uitgroeien.
4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0
Artikel 4.17.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Hybriden: vruchtbare kruisingen van invasieve exoten met inheemse soorten, waardoor oorspronkelijke eigenschappen van inheemse soorten verdwijnen. Enkele voorbeelden zijn kruisingen tussen een Edelhert en een Sikahert, een kruising tussen een Witkopeend en een Rosse stekelstaart en een kruising tussen een Italiaanse kamsalamander en een Kamsalamander.
Artikel 4.17.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel de bestrijding of beheersing van aangewezen invasieve exoten bij andere organisaties of instanties stimuleren.
Artikel 4.17.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De aanvrager is een Overijsselse gemeente, waterschap, een terrein beherende organisatie (TBO) of een particuliere grondeigenaar.
Artikel 4.17.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplichtde activiteiten binnen 6 maanden na subsidieverlening te starten.
Artikel 4.17.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2022 om 17.00 uur.
Bijlage 1A. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel, buiten Natura 2000-gebieden (artikel 4.17.3 lid 1 onderdeel a)
Bijlage 1B. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel,
Alle soorten als genoemd in bijlage 1A, inclusief onderstaande soorten en hun hybriden:
Bijlage 2. Natura 2000-gebieden in Overijssel
4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.
Beheerovereenkomst: overeenkomst tussen de subsidieontvanger en eigenaar van een landschapselement waarin de voorwaarden en uitgangspunten van de subsidieregeling Uitvoeren streekeigen landschapsbeheer zijn opgenomen. In de beheerovereenkomst staat vast dat de genoemde activiteiten ook daadwerkelijk plaatsvinden. De beheerovereenkomst voor langjarig beheer voorziet in periodes van 7 jaar waarbij uitbetaling plaatsvindt voor de gedane werkzaamheden in diezelfde periode. Na 7 jaar is het mogelijk om de vergoeding opnieuw vast te stellen op basis van het dan geldende prijspeil.
Landschapselement: Landschapselementen: groene of blauwe elementen, zoals een houtwal, singel, solitaire boom, poel of wandelpad, die in het landschap aanwezig zijn en iets vertellen over het ontstaan van het landschap. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe onze voorouders het landschap hebben gebruikt. Hun oorspronkelijke functie van perceel begrenzing, houtproductie of vee drinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke leefomgeving voor bijvoorbeeld vogels, insecten en amfibieën;
Artikel 4.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het behoud en beheer van waardevolle en karakteristieke landschapselementen in agrarische cultuurlandschappen in de provincie Overijssel.
Artikel 4.18.10 Voorwaarden actieve landbouwer als eindbegunstigde
Als de eindbegunstigde een actieve landbouwer is gelden de volgende extra voorwaarden:
als en hetzij het onder een verbintenis vallende volledige areaal, of een deel ervan, hetzij het gehele bedrijf aan een andere persoon wordt overgedragen tijdens de looptijd van die verbintenis, kan de verbintenis of het deel ervan dat met de areaaloverdracht overeenstemt, voor de resterende looptijd door die andere persoon worden overgenomen of kan zij vervallen, en wordt geen terugbetaling verlangd voor de periode waarin de verbintenis daadwerkelijk is nagekomen;
als een eindbegunstigde een aangegane verbintenis niet verder kan nakomen omdat zijn bedrijf of een deel daarvan wordt herverkaveld of binnen een ruilverkaveling van overheidswege of een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde ruilverkaveling valt, neemt de subsidieontvanger de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de verbintenis aan de nieuwe bedrijfssituatie worden aangepast.
Artikel 4.18.11 Wijzigingen subsidieverlening
De subsidieverlening wordt ambtshalve ingetrokken of de subsidie wordt verlaagd als de subsidieontvanger de in de voorgaande leden bedoelde aanpassingen niet aanvaardt. De subsidie wordt ambtshalve verlaagd tot het bedrag dat overeenstemt met de periode tot het einde van de looptijd van de beschikking.
Artikel 4.18.13 Het bekend maken van gegevens
De volgende gegevens worden bekend gemaakt: de naam van de subsidieontvanger, verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, Mkb-onderneming of grote ondernememing, de regio waarin de subsidieontvager is gevestigd, en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.
Deze subsidieregeling en de Dienstenbundel zijn gebaseerd op en getoetst aan de Catalogus Groenblauwe Diensten. De algemene voorwaarden en verplichtingen uit de Catalogus zijn ook op deze subsidieregeling van toepassing. Hiermee is de verleende subsidie toegestane staatssteun, omdat het past binnen de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020:
verordening 1305/2013: Verordening (EU) 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1306/2013: Verordening (EU) 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1307/2013: Verordening (EU) 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L 347).
4.19 Procesondersteuning Streekeigen Landschapsbeheer
Artikel 4.19.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Landschapselementen: groene of blauwe elementen, zoals een houtwal, singel, solitaire boom, poel of wandelpad, die in het landschap aanwezig zijn en iets vertellen over het ontstaan van het landschap. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe onze voorouders het landschap hebben gebruikt. Hun oorspronkelijke functie van perceel begrenzing, houtproductie of vee drinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke leefomgeving voor bijvoorbeeld vogels, insecten en amfibieën.
Artikel 4.19.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan natuurbeheer. Dit door georganiseerde groepen inwoners of ondernemers te ondersteunen bij landschapsbeheer.
Artikel 4.19.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor ondersteunende activiteiten voor de uitvoering van een plan voor Streekeigen Landschapsbeheer, ook wel bidbook genoemd. Voorbeelden van ondersteunende activiteiten zijn: het houden van informatiebijeenkomsten, het voeren van keukentafelgesprekken, contractbeheer, financiële administratie, monitoring en rapportages.
De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat uiterlijk binnen twee weken na het indienen van de subsidieaanvraag ook een subsidieaanvraag voor subsidie is ingediend voor de uitvoering van het plan voor Streekeigen Landschapsbeheer op basis van subsidieregeling 4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer.
Artikel 4.19.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2023.
4.20 Uitvoering ontwikkelopgave Natura 2000
Artikel 4.20.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 4.20.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de uitvoering van het Natuurnetwerk Nederland en de realisatie van natuurherstelmaatregelen voor de instandhouding van de Natura 2000-gebieden.
Artikel 4.20.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
het realiseren van een gebiedsplan of gebiedsofferte dan wel het realiseren van interne maatregelen (fase 3), waarbij voor particuliere grondeigenaren, als bedoeld in artikel 4.20.4 onderdeel b geldt dat een subsidieaanvraag niet eerder mogelijk is dan nadat zijn of haar percelen zijn opengesteld op de Ambitiekaart die onderdeel is van het Natuurbeheerplan Overijssel;
Artikel 4.20.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.
Artikel 4.20.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2027.
Artikel 4.20.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
de uitvoering van de NNN- dan wel Natura2000-maatregelen te realiseren zoals het staat in de beheerplannen dan wel de door Gedeputeerde Staten daarvoor vastgestelde plannen waarin deze maatregelen worden beschreven. Voor zover voor de uitvoering nader onderzoek nodig is naar de vorm en maatvoering van de Natura2000-maatregelen, behoeft het uiteindelijke plan van uitvoering de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
In aanvulling op de artikelen 1.2.20 en 1.2.21 bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling van de subsidie een verklaring van de subsidieontvanger of er al dan niet sprake is geweest van voordelen op grond van economische activiteiten, die een gevolg zijn van de uitvoering van door deze subsidieregeling gesubsidieerde maatregelen. Deze voordelen worden in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie.
Artikel 5.1.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bereikbaarheid, het verbeteren van de veiligheid voor weggebruikers en aan de kwaliteit van de leefomgeving in Overijssel. Dit is onderdeel van de Regionale Mobiliteitsaanpak.
Artikel 5.1.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De kosten van de voorbereiding en uitvoering die gestart zijn voor ontvangt van de subsidieaanvraag zijn wel subsidiabel, maar alleen vanaf het moment dat het project of subsidieprogramma bij de provincie is aangemeld om opgenomen te worden in het UVP. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.
De gemeente heeft haar eigen geldbijdrage voor het project al geregeld. Dit blijkt uit een B&W besluit of een raadsbesluit.
Artikel 5.1.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening te starten.
Subsidies vanaf € 25.000 en hoger worden vastgesteld op de werkelijk gemaakte kosten. Artikel 1.2.20 is niet van toepassing.
5.2 Nieuwe mobiliteit Overijssel
Artikel 5.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel bijdragen aan een passende en goede vorm van bereikbaarheid voor iedereen die zich in Overijssel verplaatst.
5.3 Kennis en ondersteuning Nieuwe Mobiliteit Overijssel
Artikel 5.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel bijdragen aan een passende en goede vorm van bereikbaarheid voor iedereen die zich in Overijssel verplaatst.
De aanvrager is iedereen die nieuwe vormen van lokaal personenvervoer wil realiseren, maar zelf niet de kennis heeft om daar een plan voor te maken.
Artikel 5.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 5.3.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening het plan op te laten stellen.
5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Artikel 5.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bereikbaarheid van in gebieden waar als gevolg van de veranderingen in het openbaar vervoer minder of geen bussen meer rijden.
Artikel 5.4.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor de inzet van vrijwilligers bij buurtbusverenigingen of -stichtingen in Overijssel. Een buurtbus is een vorm van openbaar vervoer, waarmee dunbevolkte gebieden of wijken volgens vaste route en dienstregeling verbonden worden.
Artikel 5.4.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per buurtbusvereniging per jaar. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Artikel 5.4.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2020 tot en met 2023.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023, om 17.00 uur.
Tabel 1, bij 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel:
Door Gedeputeerde Staten aangewezen Buurtbusverenigingen in Overijssel
5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
Artikel 5.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan duurzame mobiliteit in Overijssel.
Artikel 5.5.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
5.7 Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO)
Artikel 5.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 5.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verkeersveiligheid en het verbeteren van de doorstroming voor het trein- en wegverkeer. Dit door het beëindigen van de 12 openbaar toegankelijke, NABO’s in Overijssel.
Artikel 5.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor het opheffen van, het beveiligen van of het realiseren van een eenvoudige andere voorziening voor een openbaar toegankelijke NABO. Een eenvoudige alternatieve voorziening is onder andere een wandelbuis, veetunnel, spoortrap. Een fietstunnel of een autotunnel is geen eenvoudige andere voorziening.
Artikel 5.7.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Dit zijn de planvoorbereiding- en realisatiekosten van ProRail. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing. Dit betekent dat kosten voor onder andere beheer, onderhoud en vernieuwing niet subsidiabel zijn.
Minimaal 75% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.7.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2020 tot en met 2023.
Artikel 5.7.10 Bevoorschotting
Het voorschot is per jaar maximaal 30% van de verleende subsidie. Dit is een afwijking van Artikel 1.2.18 lid 1.
5.8 Thuiswerkplannen/hybride-werkenplannen
Artikel 5.8.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het verminderen van het autogebruik en verandering van het mobiliteitsgebruik door in te zetten op bewustwording door beloning.
1. De aanvrager is een onderneming die minimaal 50 werknemers in dienst heeft in al zijn fysieke vestigingen in Overijssel samen.
Artikel 5.8.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden die betrekking hebben op het opstellen van een thuiswerkplan/hybride-werkenplan zijn subsidiabel. Artikel 1.2.7 is niet van toepassing.
5.9 Stimulering elektrische vrachtfiets
Artikel 5.9.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 5.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het verduurzamen van het vervoeren van goederen.
De aanvrager is een onderneming die minimaal 3 maanden staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Artikel 5.9.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.9.10 Aanvullende verplichtingen
De aanvrager is verplicht de met de subsidie aangeschafte elektrische vrachtfiets in te zetten voor een periode van drie jaar na ontvangst van de subsidie.
5.10 Scan verduurzaming wagenpark
Artikel 5.10.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd:
Artikel 5.10.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verduurzaming goederenvervoer in Overijssel.
Artikel 5.10.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, zijnde het uitvoeren van de ZEV-scan, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 5.10.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de ZEV-scan binnen 6 maanden na subsidieverlening te laten uitvoeren.
5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer
Artikel 5.11.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 5.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de verduurzaming van goederenvervoer.
Artikel 5.11.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 5.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Hoofdstuk 6 Regionale economie
6.1 Wetenschap en Techniek Primair onderwijs
Artikel 6.1.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 6.1.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan doorontwikkeling van wetenschap en techniek in het onderwijs.
6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten
Artikel 6.2.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden. Het doel hiervan is de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, als dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie.
Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s): 25 missies verdeeld over vier maatschappelijke thema’s, sleuteltechnologieën en het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland, met als doel maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst.
MIT-haalbaarheidsproject: een project ten behoeve van een innovatie dat bestaat uit een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek. Minimaal 60% van de kosten van een haalbaarheidsproject bestaat uit een haalbaarheidsstudie.
Artikel 6.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.
Artikel 6.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 6.2.7 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in artikel 6.2.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format modelprojectplan MIT Overijssel-haalbaarheidsprojecten 2022. Het format projectplan is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 6.2.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te hebben uitgevoerd.
6.4 Cofinanciering Europese programma’s
Artikel 6.4.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan projecten die met een Europese subsidie uit een van de in deze subsidieregeling genoemde programma’s respectievelijk thematische fondsen een bijdrage leveren aan de realisatie van een of meerdere provinciale doelen.
Artikel 6.4.4 Aanvraag, verlening en vaststelling van de subsidie
Een aanvraag wordt ingediend bij de managementautoriteit of het secretariaat van het betreffende programma management. Een aanvraag die betrekking heeft op aanvullende cofinanciering voor projecten waarvoor ergens anders een Europese bijdrage wordt aangevraagd, wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten.
6.5 Ondersteuning startende ondernemers
Artikel 6.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 6.5.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie investeren in ondernemerschap. Dit door startende ondernemers te ondersteunen bij het verbeteren van ondernemersvaardigheden die nodig zijn voor succesvol ondernemerschap.
Artikel 6.5.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een eigen geldbijdrage van de startende ondernemer.
Artikel 6.5.8 Subsidieaanvraag
De subsidieaanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten, via de webpagina Oost.nl. Het aanvraagformulier is te vinden op https://oostnl.microsoftcrmportals.com/.
Artikel 6.5.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening de coaching te hebben ontvangen.
Artikel 6.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 6.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bedrijfsopvolging stimuleren en ondersteunen. Met behulp van deze subsidie kunnen zij investeren in het bedrijf op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Daardoor kunnen zij beter inspelen op marktontwikkelingen en wensen vanuit de samenleving.
Minimaal 70% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of van derden.
Artikel 6.7.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 6.7.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie familiebedrijven ondersteunen bij bedrijfsopvolging, digitalisering of duurzaamheid.
Artikel 6.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Het plan voldoet aan de volgende voorwaarden:
het plan is opgesteld samen met een ervaren coach. De coach is een ondernemer die in het kader van het project Family Next is gekoppeld aan een familiebedrijf. De coach en het bedrijf werken aan de vergroting van ondernemersvaardigheden. Zo is het familiebedrijf beter in staat het plan uit te voeren en de productiviteit te vergroten;
De subsidie wordt verleend aan een familiebedrijf dat:
deelneemt aan het Family Next programma. Dit is een samenwerkingsprogramma van de provincie Overijssel met het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven, Kennispoort Regio Zwolle, MKB Deventer en Ondernemend Twente om Overijsselse familiebedrijven verder te helpen. Deze ondersteuning richt zich op drie thema’s: digitalisering, duurzaamheid en bedrijfsopvolging.
6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken
Artikel 6.8.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie gemeenten ondersteunen bij het in beeld brengen van wat er speelt op vakantieparken. Het gaat om vakantieparken waar één of meer van de volgende situaties speelt of spelen:
Artikel 6.8.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Een transformatiescan laat zien voor welke andere functies een park zonder toeristisch recreatieve mogelijkheden voor de toekomst mogelijk in aanmerking zou kunnen komen, welke beperkende factoren er zijn als gekozen wordt voor een andere functie en wat er op hoofdlijnen nodig is voor een transformatie naar een andere functie.
Artikel 6.8.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de gemeente of derden.
6.9 Versnelling toekomstbestendige werklocaties
Artikel 6.9.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het op orde brengen van bestaande werklocaties door te sturen op kwantiteit en kwaliteit van werklocaties.
Artikel 6.9.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
6.10 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen
Artikel 6.10.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Bij het voorstel zijn Overijsselse bedrijven, kennisinstellingen of medeoverheden als projectpartner betrokken. Dat wil zeggen dat zij meewerken aan de realisatie van een deel van de investeringen waarvoor een bijdrage vanuit het Nationaal Groeifonds wordt gevraagd. Dit kan door voor eigen rekening uren, materiaal, financiën of andere bijdragen die op geld zijn te waarderen, in te brengen als cofinanciering voor de investering.
Het voorstel draagt in belangrijke mate bij aan de versterking van het verdienvermogen, duurzame economische groei en samenwerking de brede welvaart in de provincie Overijssel. Dit blijkt uit het aantal punten dat het voorstel behaald op basis van Puntentabel 1. Het voorstel behaald minimaal 8 punten, op basis van Puntentabel 1.
Puntentabel 1, bij 6.10 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen:
De aanvrager is de penvoerder die namens de samenwerkingspartners van het voorstel de subsidieaanvraag indient. De samenwerkingspartners hebben hun samenwerking alsmede de intentie om een aanvraag te dienen bij het Nationaal Groeifonds vastgelegd in een intentieverklaring die door alle samenwerkingspartners is ondertekend.
Artikel 6.10.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 6.10.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger zorgt er voor dat bij de uitwerking van het voorstel rekening wordt gehouden met de criteria zoals genoemd op www.nationaalgroeifonds.nl.
6.11 Bijzondere kleinere evenementen
Artikel 6.11.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie, bijzondere kleinere cultuur- en sportevenementen in Overijssel ondersteunen.
Artikel 6.11.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Het evenement voldoet aan de volgende voorwaarden:
het evenement is een bestaand jaarlijks of periodiek terugkerend cultuur- of sportevenement. Bestaand betekent in elk geval al eenmaal georganiseerd in Overijssel. Periodiek terugkerend betekent dat het evenement in een vast ritme van een aantal jaren georganiseerd wordt, variërend van 2 tot 5 jaar.
De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor de subsidie: kermis, circus, beurs, congres, lokaal carnaval, lokale carnavalsoptochten, braderie, week-, jaar-, streek-, vrij- of beestenmarkt, buurt-, wijk- of dorpsfeest, fair en rommelmarkt, avondvierdaagse, koopzondag, Sinterklaasintocht, kerstmarkt, nieuwjaarsduik, dancefestival, Molendag, openmonumentendag, Koningsdag, lokale 4 mei-herdenking, lokale 5 mei-viering, demonstratie, workshop, één enkele culturele voorstelling, planten- of dierenshow, toernooi, tentfeest, oktoberfeest, feestweek, autorodeo, trekkertrek, paasvuren, tentoonstelling, tijdelijke kunstijsbaan, (stijl)danswedstrijd, piratenfeest, tuinevenement, tuinexpositie, goede doelen-evenement, opening cultureel seizoen, opening toeristisch jaar en promotieactiviteiten.
Artikel 6.11.7 Subsidieaanvraag
Na sluitingsdatum kunnen er geen inhoudelijke en financiële aanvullingen of wijzigingen meer ingeleverd worden. Een wijzing in de financiële dekking is wel mogelijk als de subsidie lager wordt verleend omdat het resterende bedrag van het subsidieplafond niet voldoende is. Deze wijzing van de financiële dekking kan alleen als artikel 6.11.8 lid 4 van toepassing is.
Artikel 6.11.9 Adviescommissie
Een subsidieaanvraag voor subsidie wordt voorgelegd worden aan de Adviescommissie Evenementen Overijssel 2020-2023. De commissie geeft advies over:
Artikel 6.11.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 6.11 Bijzondere kleinere evenementen:
Hoofdstuk 7 Cultuur en sociale kwaliteit
7.1 Kader culturele instellingen Overijssel 2021 tot en met 2024
Artikel 7.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een breed en professioneel cultureel aanbod. Dit door de meerjarige activiteitenplannen te ondersteunen van:
Artikel 7.1.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor:
activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in het Statenvoorstel Cultuurbeleid 2021-2024. Het statenvoorstel is te vinden op www.overijssel.notubiz.nl;
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
de activiteiten van Phion voldoen aanvullend aan de voorwaarden zoals opgenomen in het Statenvoorstel PS/2018/693. Het statenvoorstel is te vinden op www.overijssel.notubiz.nl;
De aanvrager is een van de volgende culturele instellingen of organisaties:
instellingen die op basis van de Erfgoedwet of de Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur subsidie ontvangen in de periode 2021-2024. De Erfgoedwet is te vinden op wetten.nl - Regeling - Erfgoedwet - BWBR0037521 (overheid.nl) en de Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur is te vinden op wetten.nl - Regeling - Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021–2024 - BWBR0042754 (overheid.nl);
instellingen die meerjarige subsidie ontvangen van het Mondriaanfonds of het Fonds voor Cultuurparticipatie in de periode 2021-2024. Informatie over het Mondriaanfonds is te vinden op Home - Mondriaan Fonds en informatie over het Fonds voor Cultuurparticipatie is te vinden op Fonds voor Cultuurparticipatie;
Artikel 7.1.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De volgende kosten zijn subsidiabel:
de exploitatiekosten die rechtstreeks verband houden met het culturele project of de culturele activiteit. Het gaat dan om kosten voor het gebruik van materiaal, kosten voor communicatie, kosten voor het gebruik van gas, water en energie, kosten van onderhoud, kosten van huur en algemene administratiekosten van de instelling.
Voor de instellingen als genoemd in artikel 7.1.3 lid 1 onder onderdelen a en b gelden de subsidiabele kosten zoals opgenomen in de betreffende Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur, de regeling Talent en Festivals van het Fonds voor Cultuurparticipatie of de regeling Bijdrage Programma’s Kunstpodia van het Mondriaanfonds.
Artikel 7.1.7 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:
een begroting voor de betreffende subsidieperiode. Uit de begroting blijkt wat de verwachte omzet, kosten en nettowinst zijn. In de begroting wordt duidelijk gemaakt dat de opgenomen kosten voldoen aan de kosten die voor de subsidie in aanmerking komen. Het is niet verplicht om het begrotingsformat van de provincie te gebruiken.
Artikel 7.1.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2021 tot en met 2024.
Artikel 7.1.10 Aanvullende verplichtingen
Bij subsidieverlening kunnen aanvullende verplichtingen opgelegd worden die nodig zijn om aan de doelstellingen zoals verwoord in het Statenvoorstel Cultuurbeleid 2021-2024 te voldoen. Als een aanvrager niet kan voldoen aan die verplichtingen dan kan dit van invloed zijn op de hoogte van de te verlenen subsidie of de subsidievaststelling.
Artikel 7.1.11 Tussenrapportage
De tussenrapportage bevat ook de cumulatieve winst- en verliesrekening over het voorgaande jaar. Dit is een aanvulling op artikel 1.3.4.
Artikel 7.1.12 Aansluiten bij subsidieverstrekking van de Rijksoverheid of de Rijkscultuurfondsen
Als sprake is van een subsidie aan instellingen die genoemd zijn in artikel 7.1.3 lid 1 onderdelen a en b, dan kunnen Gedeputeerde Staten bij verlening, vaststelling, eventuele wijziging of intrekking van de subsidie, aansluiten bij het besluit van de Rijksoverheid of de Rijkscultuurfondsen.
Artikel 7.1.13 Aanvraag voor de subsidievaststelling
Bij de aanvraag voor de subsidievaststelling levert de subsidieontvanger de volgende stukken in:
Artikel 7.1.14 Vaststelling subsidie
Als uit de cumulatieve winst- en verliesrekening blijkt dat er sprake is van een onredelijke exploitatiewinst, dan wordt de onredelijke exploitatiewinst in mindering gebracht op de subsidiabele kosten. Dit kan betekenen dat de subsidie dan lager wordt vastgesteld.
7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Artikel 7.2.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.2.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het behoud van cultureel erfgoed. Dit door grote restauraties van rijksmonumenten te ondersteunen.
Artikel 7.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De restauratie voldoet aan de volgende voorwaarden:
voor de restauratie is een inspectierapport opgesteld. Het inspectierapport beschrijft de technische of fysieke staat van een rijksmonument of zelfstandig onderdeel daarvan. Het inspectierapport is opgesteld door een deskundige persoon of instantie. Het inspectierapport is op het moment van de subsidieaanvraag niet ouder dan twee jaar;
Artikel 7.2.4 Opschortende voorwaarde
Als voor de restauratie een vergunning nodig is en deze op het moment van de aanvraag nog niet is verleend, dan wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat de betreffende vergunning wordt gekregen.
Als twee of meer aanvragen hetzelfde totale punten behalen, bepaalt dan krijgt de subsidieaanvraag die hoogste punten heeft behaald voor de hoogte van het eigen aandeel in percentages voorrang. Als ook dan nog steeds sprake is van een gelijke punten , vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten:
7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel 2.0’
Artikel 7.3.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.3.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan behoud van cultureel erfgoed. Dit door plannen te ondersteunen op het gebied van archeologie, cultureel erfgoed, immaterieel erfgoed en streektaal.
Artikel 7.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De restauratie- en herstelwerkzaamheden aan cultureel erfgoed voldoen aan de volgende extra voorwaarden :
de restauratie- en herstelwerkzaamheden van meerdere cultuurhistorische bouwwerken worden gebundeld tot 1 subsidieaanvraag. Er zijn minimaal twee eigenaren met ieder minimaal één cultuurhistorisch bouwwerk die deelnemen. Voor terrein beherende organisaties geldt een uitzondering. Een terrein beherende organisatie kan alleen een subsidieaanvraag indienen, zonder deelnemers, als de subsidieaanvraag wordt ingediend voor minimaal 2 bouwwerken met cultuurhistorische waarde waarvan de terrein beherende organisatie de eigenaar is;
Artikel 7.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Artikel 7.3.6 Hoogte van de subsidie
Het subsidiepercentage van 40% wordt verhoogd naar 60% als voldaan wordt aan minimaal 1 van de volgende voorwaarden:
de activiteiten dragen bij aan het verduurzamen van erfgoed, het ontwikkelen van toeristisch recreatieve producten of het verbeteren van de sociale kwaliteit. Bij sociale kwaliteit gaat het er om dat er naast het erfgoedonderdeel ook aandacht is voor een inclusieve en vitale samenleving. Dit is een samenleving waarin iedereen mee doet en meetelt en oog heeft voor wat mensen verbindt. Een van de onderwerpen: gezondheid, sport en beweging, inclusiviteit, taalvaardigheid of laaggeletterdheid heeft een duidelijke plek in het project;
Minimaal 35% van de bijdrage van de aanvrager of derden is op het moment van de subsidieaanvraag definitief geregeld.
Artikel 7.3.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.
7.4 Leren, ontmoeten en netwerken
Artikel 7.4.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.-
Artikel 7.4.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het versterken van de culturele sector in Overijssel. Dit door het delen van kennis en bevordering van deskundigheid aan te moedigen.
Artikel 7.4.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor de subsidie
De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:
de deskundigheidsbevordering gaat over een van de volgende thema’s:
ondernemerschap. Bij ondernemerschap gaat het om de vaardigheid om productiefactoren zoals kapitaal, kennis en arbeid zo goed mogelijk te combineren voor het te leveren product. De ondernemerschapsthema’s zijn: nieuwe verdienmodellen, sponsoring, fondswerving, eerlijke beloning, opdrachtgeverschap, crowdfunding, marketing en publieke relaties (pr), samenwerken en cross-overtrajecten (bijvoorbeeld samenwerking met sociaal domein), impactmeting, arbeidsrelaties, toepassing van de drie codes: Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie;
Artikel 7.4.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 1 is niet van toepassing.
Minimaal 15% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.
Artikel 7.4.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijnen zoals opgenomen in artikel 7.4.8.
Artikel 7.4.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening te realiseren.
Artikel 7.5.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.5.2 Doel van de regeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan vitale en gezonde Overijsselaars die meer bewegen. Dit door initiatieven te ondersteunen die zorgen voor een toegankelijk en uitnodigend sport- en beweegaanbod voor iedereen.
Artikel 7.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Voor het uitvoeren van een lokale aanbodverbetering gelden de volgende extra voorwaarden:
het initiatief draagt bij aan het lokale sport- en beweegaanbod. Dat blijkt uit hoe een gemeenschap of doelgroep betrokken wordt en welke activiteiten of organisatievorm tot goede resultaten gaan leiden. Ook blijkt of en hoe andere partners, waaronder de gemeente, betrokken kunnen zijn bij het initiatief;
De aanvrager is een stichting, een vereniging, een Overijsselse gemeente of de aangewezen uitvoeringsorganisatie van gemeentelijk sportbeleid.
Artikel 7.5.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing.
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke manier aan de voorwaarden van artikel 7.5.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format Modelprojectplan Overijssel in beweging. Het format Modelprojectplan Overijssel in beweging is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 7.5.9 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is in aanvulling op artikel 1.4.1 verplicht om:
Artikel 7.5.10 Geen staatssteun
Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene de-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij 7.5 Overijssel in beweging:
7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector
Artikel 7.6.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.6.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden van startende ondernemers om weerbaar en toekomstbestendig te kunnen ondernemen als ondernemer in de culturele sector. Dit door startende ondernemers in de culturele sector te laten begeleiden in hun ondernemersvaardigheden.
Artikel 7.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen kosten van derden, zijnde de kosten van de coach, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 20% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de startende ondernemer.
Artikel 7.6.10 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na subsidieverlening de activiteiten uitgevoerd te hebben.
7.7 Cultuurparticipatie, mee doen is kunst
Artikel 7.7.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de actieve deelname van publiek aan kunst en cultuur.
Artikel 7.7.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
Artikel 7.7.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Minimaal 35% van de projectkosten is gedekt met een geldbijdrage van de aanvrager of derden. Deze bijdrage is op het moment van de subsidieaanvraag definitief geregeld en vastgelegd.
Artikel 7.7.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening te realiseren.
Artikel 7.9.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Cultuurmakelaar: een onafhankelijk adviseur die werkzaam is voor de culturele sector. De cultuurmakelaar werkt in opdracht van de gemeente en wordt ingezet om bijvoorbeeld de contacten tussen de culturele organisaties sterker te maken, de deskundigheid van culturele organisaties te verbeteren, vernieuwend aanbod voor de culturele organisatie te onderzoeken en te helpen uitwerken.
Artikel 7.9.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de actieve deelname van inwoners van Overijssel aan kunst en cultuur.
Artikel 7.9.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De activiteiten van een cultuurmakelaar voor de gemeente Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle voldoen aanvullend aan de voorwaarde dat de cultuurmakelaar in minimaal één andere Overijsselse gemeente dan de gemeente Deventer, Enschede, Hengelo of Zwolle voor minimaal vier uur per week wordt ingezet.
Artikel 7.9.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn zoals genoemd in artikel 7.9.8 lid 2.
7.11 Sociale Hypotheek Overijssel
Artikel 7.11.1 Betekenis van begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.11.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het verder te ontwikkelen van Mfa’s voor de toekomst.
Artikel 7.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 7.11.9 Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht:
de maatschappelijke tegenprestatie te realiseren ter waarde van minimaal het vastgestelde subsidiebedrag. De maatschappelijke tegenprestatie bestaat uit extra vrijwilligerswerk. In de begroting en het dekkingsplan mag die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur. De maatschappelijke tegenprestatie mag niet bestaan uit reguliere activiteiten van de Mfa;
de maatschappelijke tegenprestatie zichtbaar te maken aan de betrokken samenleving via de eigen website of via social media en daarbij de Provincie Overijssel te markeren door middel van de hashtags #socialehypotheek en #socialekwaliteit. Het delen van de maatschappelijke tegenprestatie kan ook door middel van het delen van een filmpje over de activiteiten.
7.12 Sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie) 2020 t/m 2023
Artikel 7.12.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de acceptatie en veiligheid van lhbti+-ers. Lhbti+-ers zijn lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders, interseksuelen en andere genderidentiteiten.
Artikel 7.12.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
7.13 Lokale convenanten cultuuronderwijs
Artikel 7.13.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Lokaal convenant cultuuronderwijs: een convenant, ondertekend door partijen binnen een gemeente zoals schoolbesturen, culturele instellingen, vrijwilligersorganisaties, verenigingen en bedrijven, waarin meerjarige inhoudelijke en financiële afspraken worden gemaakt over de ondersteuning en versterking van het cultuuronderwijs in het primair onderwijs in een gemeente. Tevens worden de structurele samenwerkingsstructuur, afstemming en agendering beschreven.
Artikel 7.13.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan goed cultuuronderwijs.
De aanvrager is een Overijsselse gemeente die het Bestuurlijk Kader Cultuur en Onderwijs Overijssel 2019-2026 (BKCO) heeft ondertekend. In het BKCO zijn de ambities op het gebied van cultuuronderwijs opgenomen. Het BKCO is of wordt ondertekend door de provincie, gemeenten en scholen in het primair onderwijs.
Artikel 7.13.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
Alleen kosten van derden, zijnde de kosten voor de inhuur van een procesbegeleider en voor de organisatie van een start- of kick-offbijeenkomst, zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Minimaal 25% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een geldbijdrage van de gemeente of derden.
Artikel 7.13.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
7.14 Bibliotheek van de toekomst
Artikel 7.14.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Artikel 7.14.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan bibliotheekinnovatie zodat bibliotheken in Overijssel voldoen aan de eisen en wensen van inwoners nu en in de toekomst.
Artikel 7.14.3 Subsidiabele activiteiten
De aanvrager is één van de volgende bibliotheekstichtingen:
Artikel 7.14.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Als de bibliotheekstichting zelf niet minimaal 25% van de subsidiabele kosten betaalt, dan moet de bibliotheekstichting een bijdrage in natura leveren ter waarde van de helft van de gevraagde subsidie. Als sprake is van een bijdrage in natura door inzet van eigen personeel, dan mag de ureninzet voor de subsidiabele activiteit gewaardeerd worden tegen een uurtarief van € 40,-. Als sprake is van inzet van vrijwilligers dan mag in de begroting en het dekkingsplan die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur.
Artikel 7.14.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
Artikel 7.14.10 Aanvullende verplichtingen
De aanvrager is verplicht de gesubsidieerde activiteiten voor 31 december 2025 uit te voeren.
Artikel 7.16.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.
Overijssel toont talent: een aantal activiteiten binnen een Overijsselse gemeente die bij voorkeur binnen één week of uiterlijk één maand plaatsvindt, waarin amateurkunstenaars en culturele verenigingen zich presenteren aan een publiek. Zo’n evenement met meerdere activiteiten in één week was eerder bekend als bijvoorbeeld Week van Amateurkunst of Ik Toon.
Artikel 7.16.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het vergroten van de interesse en actieve deelname aan kunst en cultuur.
Artikel 7.16.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 7.16.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidiebudget geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.
7.18 Experimenten powered by Cultuur
Artikel 7.18.1 Betekenis van de begrippen
In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.
Artikel 7.18.2 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een toekomstbestendige culturele sector die veerkrachtig, innovatief en ondernemend is en daarmee bijdraagt aan de vernieuwing van het culturele aanbod in Overijssel.
Artikel 7.18.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De activiteiten die niet in aanmerking komen voor de subsidie zijn:
een experiment dat uitsluitend betrekking heeft op: een kermis, circus, beurs, congres, lokale carnavalsoptochten, braderie, week-jaar-streek-vrij- beestenmarkt, buurt-wijk-dorpsfeest, avondvierdaagse, koopzondag, Sinterklaasintocht, kerstmarkt of een Nieuwjaarsduik, dancefestival, Molendag of Openmonumentendag, Koningsdag, lokale 4 mei-herdenking, lokale 5 mei-viering, een demonstratie of workshop, een concert of voorstelling, planten- of dierenshow, toernooi, tentfeest, oktoberfeest, paasvuren, tentoonstelling, (stijl)danswedstrijd, piratenfeest, goede doelen-evenement, opening cultureel seizoen, opening toeristisch jaar en promotieactiviteiten, literaire uitingen en muziekdragers, webshops, digitale koppeling van bedrijfsprocessen, datamanagement, een boekingssysteem, ontwikkeling van apps, activiteiten gericht op het verbeteren van online vindbaarheid (SEO), streamingdiensten, website optimalisatie, social media campagnes, reclame en advertentiekosten, realiseren inschrijfmodules voor (online) lessen en activiteiten.
Artikel 7.18.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.
Bij een tenderregeling krijgt elke complete aanvraag die voldoen aan de in artikel 7.18.3 lid 2 onderdeel a tot en met d gestelde voorwaarden punten op basis van de in Puntentabel 1, 2 of 3. De beoordeelde subsidieaanvragen worden daarna in volgorde geplaatst op basis van de totaal behaalde punten. Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis de totaal behaalde punten, totdat het subsidieplafond is bereikt.
Als twee of meer subsidieaanvragen hetzelfde totale punten behalen, bepaalt krijgt de subsidieaanvraag die de hoogste punten heeft behaald op mate van artistieke kwaliteit voorrang. Als nog steeds sprake is van een gelijk puntenaantal, wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die het hoogste puntenaantal op mate van zakelijke kwaliteit heeft behaald. Als ook dan nog steeds sprake is van een gelijke punten, vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.
Artikel 7.18.8 Subsidieaanvraag
De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke manier aan de voorwaarden van artikel 7.5.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format Voorstel Experimenten powered by Cultuur. Het format Voorstel Experimenten powered by Cultuur is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 7.18.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling
Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn die in artikel 7.18.8 lid 1 staat.
Artikel 7.18.10 Adviescommissie
Een complete subsidieaanvraag wordt voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuur. De adviescommissie geeft advies over:
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.
Puntentabel 1, bij artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel a:
Puntentabel 2, bij artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel b:
Hoofdstuk 8 Kwaliteit openbaar bestuur
8.1 Dodenherdenking en Bevrijdingsfestival
Artikel 8.1.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie burgers bewust maken van het belang van democratie en vrijheid. Dit door bij te dragen aan de herdenkingen van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog, in Europa en in Zuid-Oost Azië en aan de nationale viering van de vrijheid.
Artikel 8.1.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Artikel 8.2.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan bestuurlijke inrichting en samenwerking in Overijssel en aan kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van de bestuurlijke inrichting.
Artikel 8.2.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten.
8.3 Experimenten bestuursstijl
Artikel 8.3.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel stimuleren om nieuwe (passende) vormen van samenwerking of nieuwe bestuursstijlen uit te proberen en daar samen van te leren. Het geleerde moet gedeeld kunnen worden zodat volgende projecten en partners ervan kunnen leren.
Artikel 8.3.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie wordt verleend voor een experiment. Een experiment is in dit kader een proefproject waarbij de samenleving op een vernieuwende manier wordt betrokken bij de besluitvorming van medeoverheden en organisaties die als een openbaar lichaam bestuurd worden, zoals samenwerkingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten.
Artikel 8.3.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.
Artikel 8.5.1 Doel van de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een eigentijdse invulling van participatie door scholen voor primair en voortgezet onderwijs in aansluiting op het programma Jongeren en burgerschap in Overijssel.
Artikel 8.5.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen
De subsidie is een vast bedrag per aanvrager. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.
Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.
Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 wordt als volgt gewijzigd:
Hoofdstuk 2 Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer
Paragraaf 2.2 Leefbaar Platteland 3.0
Deze regeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.2.
Paragraaf 2.7 Flexibele Huisvesting
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.7.
Paragraaf 2.8 Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.8.
Paragraaf 2.9 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Overijssel
Paragraaf 2.10 Stimuleren wooninitiatieven
Paragraaf 2.11 Impuls circulair bouwen
Paragraaf 2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.12.
Paragraaf 2.15 Klimaatadaptatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.3.
Paragraaf 2.16 Flexpools versnellen woningbouw
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 2.4.
Paragraaf 3.1 Energiebesparing Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.1.
Paragraaf 3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.2.
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.3.
Paragraaf 3.4 Asbest eraf, zon erop
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.4.
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.6.
Paragraaf 3.7 Energiezuinige voedselbanken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.7.
Paragraaf 3.8 Geschakelde asbestleidaken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.8.
Paragraaf 3.9 Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 een afzonderlijke regeling en heet:
Subsidieregeling hernieuwbare energie en energie-efficiëntie door ondernemingen.
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.10.
Paragraaf 3.11 Kleine mestvergister op boerderijen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.11.
Paragraaf 3.15 Intensivering energietoezicht
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.15.
Paragraaf 3.16 Stimuleren energie innovatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.16.
Paragraaf 3.17 Energiezuinige terrasverwarming via kussens
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.17.
Paragraaf 3.18 Investeringssubsidie Warmtenetprojecten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.18.
Paragraaf 3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.19.
Paragraaf 4.1 Faunabeheereenheden
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.1.
Paragraaf 4.2 Subsidieregeling opruiming drugsafval Overijssel 2021-2024
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 3.5.
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.3.
Paragraaf 4.4 Advies en ondersteuning agro&food in Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.4.
Paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.5.
Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.8.
Paragraaf 4.10 Opstellen Bidbook Streekeigen Landschapsbeheer Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.10.
Paragraaf 4.11 Stimuleren kleinschalig Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.11.
Paragraaf 4.12 Ecologisch bermbeheer gemeenten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.12.
Paragraaf 4.13 Iedere inwoner een boom # in het Bos
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.13.
Paragraaf 4.14 Planmatige vrijwillige kavelruil
Paragraaf 4.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.15.
Paragraaf 4.16 Iedereen een boom-Kleinschalige aanplant
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.16.
Paragraaf 4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.17.
Paragraaf 4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.18.
Paragraaf 4.19 Procesondersteuning Streekeigen Landschapsbeheer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.19.
Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.1.
Paragraaf 5.2 Nieuwe mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.2.
Paragraaf 5.3 Kennis en ondersteuning Nieuwe mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.3.
Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.4.
Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.5.
Paragraaf 5.7 Niet actief beveiligde overwegen (NABO)
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.7.
Paragraaf 5.8 Voucherregeling thuiswerkplannen/hybride-werkenplannen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.8.
Paragraaf 5.9 Stimulering elektrische vrachtfiets
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.9.
Paragraaf 5.10 Scan verduurzaming wagenpark
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.10.
Paragraaf 5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 5.11.
Hoofdstuk 6 Regionale economie
Paragraaf 6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.2.
Paragraaf 6.4 Cofinanciering Europese programma’s
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.4.
Paragraaf 6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.8.
Paragraaf 6.14 Versnelling toekomstbestendige werklocaties
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.9.
Paragraaf 6.15 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.10.
Paragraaf 6.16 MKB-Voucher digitalisering
Paragraaf 6.18 Bijzondere kleinere evenementen 2022
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.11.
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.5.
Paragraaf 6.26 Jonge bedrijfsopvolgers
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.6.
Paragraaf 6.35 Wetenschap en Techniek Primair onderwijs
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.1.
Paragraaf 6.38 Family Next Overijssel
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 6.7.
Paragraaf 6.39 Stimulering toekomstbestendige verduurzaming Agro&Food sector
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.6.
Hoofdstuk 7 Culturele infrastructuur en monumentenzorg
Paragraaf 7.1 Kader culturele instellingen Overijssel 2021 tot en met 2024
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.1.
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.2.
Paragraaf 7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel’ 2.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.3.
Paragraaf 7.4 Leren, ontmoeten en netwerken
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.4.
Paragraaf 7.5 Tegemoetkoming culturele instellingen en cultuurevenementen Overijssel
Paragraaf 7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.6.
Paragraaf 7.7 Cultuurparticipatie
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.7.
Paragraaf 7.9 Cultuurmakelaars
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.9.
Paragraaf 7.12 Sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie) 2020 t/m 2023
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.12.
Paragraaf 7.13 Voucherregeling lokale convenanten cultuuronderwijs
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.13.
Paragraaf 7.14 Bibliotheek van de Toekomst
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.14.
Paragraaf 7.16 Overijssel toont talent
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.16.
Paragraaf 7.18 Experimenten powered by Cultuur
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.18.
Hoofdstuk 8 Kwaliteit openbaar bestuur
Paragraaf 8.1 Dodenherdenking en bevrijdingsfestival
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.1.
Paragraaf 8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.2.
Paragraaf 8.3 Experimenten bestuursstijl
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.3.
Paragraaf 8.5 Burgerschap op scholen
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 8.5.
Hoofdstuk 9 Gebiedsontwikkeling
Paragraaf 9.1 Uitvoering ontwikkelopgave Natura 2000
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.20.
Paragraaf 9.4 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen vanwege de ontwikkelopgave Natura 2000
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.9.
Paragraaf 9.5 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 4.7.
Hoofdstuk 10 Sociale kwaliteit
Paragraaf 10.3 Samen voor elkaar – Een leven lang bewegen
Paragraaf 10.6 Sociale hypotheek Overijssel 3.0
Deze subsidieregeling is per 11 juli 2022 ondergebracht in het Uitvoeringsbesluit subsidie Overijssel 2022, onder 7.11.
Bijlage 1 bij Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven
De besluiten I, II, III en IV treden per 11 juli 2022 in werking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-8028.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.