Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2019, 6181 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2019, 6181 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 3 september 2019 (PZH-2019-701724116) tot vaststelling van het Reglement deskundigencommissie R&D MIT Zuid-Holland 2019 (Reglement deskundigencommissie R&D MIT Zuid-Holland 2019)
Artikel 13 Onafhankelijkheid en geheimhouding
Voor zover de leden van de commissie of een externe deskundige bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
De bescheiden van de commissie worden na beëindiging van de werkzaamheden in het archief van de provincie Zuid-Holland opgenomen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement deskundigencommissie R&D MIT Zuid-Holland 2019.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
De wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebedrag bij het subsidieplafond voor de kleine R&D samenwerkingsprojecten (§4) en de grote R&D samenwerkingsprojecten (§ 5 ) is volgens een tender-systeem met kwaliteitscriteria. De keuze voor voorrang voor het laagst aangevraagde subsidiebedrag geeft de meeste kans dat de activiteit nog volledig kan worden uitgevoerd.
Aanvragen worden getoetst op basis van de in artikel 4.6 en 5.6 genoemde criteria. Bij de beoordeling van die criteria en het toekennen van punten binnen die criteria, kunnen onder meer onderstaande onderwerpen en vragen van belang zijn;
Bij het criterium dat er meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst wordt verwacht:
hoe vernieuwend is het resultaat van het project, het beoogde product, proces of de dienst?
wat is de aard van de innovatie: een nieuw product, proces, of dienst of een nieuwe toepassing van bestaande producten, processen, of diensten?
hoe vernieuwend is de gekozen aanpak of de onderzoeksmethoden?
hoe haalbaar is de innovatie en wat is het technologisch risico?
hoe verhoudt dit project zich tot ontwikkelingen in de topsector en tot internationale ontwikkelingen?
Bij het criterium dat er meer economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers in het R&D-samenwerkingsverband, de topsectoren, of de Zuid-Hollandse en Nederlandse economie:
hoe sluit het project aan bij de strategische doelstelling van de betrokken bedrijven?
hoe sluit het project aan bij de strategische doelstellingen van de betreffende topsector?
wat is de economische waarde van de projectresultaten voor de betrokken bedrijven of de Zuid-Hollandse en Nederlandse economie?
is deze waarde cijfermatig voldoende onderbouwd (marktgrootte, marktaandeel, omzet, winst, terugverdientijd) en hoe realistisch is deze onderbouwing?
wat is de concurrentiepositie en hoe ziet de aanvrager het project in dat licht?
Bij het criterium dat de kwaliteit van de R&D samenwerking hoger is, tenminste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie:
hebben de partners gezamenlijk voldoende expertise om het project uit te kunnen voeren en vullen ze elkaar aan?
of de capaciteiten van de deelnemers toereikend zijn.
de kwaliteit van de projectorganisatie. Is er bijvoorbeeld een projectleider aangesteld, is er een stuurgroep?
in welke mate heeft het project een directe relatie met andere projecten in de topsector of wordt er samengewerkt met andere partijen uit de topsector?
in welke mate is er een evenwichtige verdeling van de resultaten van het project. Bijvoorbeeld, hoe concreet zijn de afspraken over intellectueel eigendom vastgelegd?
Bij het criterium dat er meer sprake is van sectoroverstijgende combinaties en van combinaties van topsectoren, die niet conventioneel zijn:
de mate waarin thema’s uit verschillende topsectoren worden gecombineerd. De combinatie van meer dan twee thema’s is niet per se waardevoller; intensiteit en verwevenheid van de thema’s tellen zwaarder.
naarmate een combinatie minder voor de hand ligt, maar wel een waardevol project oplevert, zal het project hoger scoren.
Artikel 3 Samenstelling deskundigencommissie
De commissieleden zijn onafhankelijk gekozen en beoordeeld op hun deskundigheid door een onafhankelijk adviesbureau.
Subcommissies kunnen worden ingesteld om subsidieaanvragen op een specifiek terrein te laten beoordelen door deskundigen. Gelet op het grote aantal aanvragen dat wordt ingediend is het meestal ondoenlijk om alle aanvragen uitbreid door de commissie te laten beoordelen. De beoordeling is een subcommissie is bedoeld als voorwerk op de behandeling in de commissie.
Binnen 13 weken na de sluitingsdatum van het subsidieplafond neemt gedeputeerde staten een besluit. Binnen die periode moet de deskundigencommissie een advies aan gedeputeerde staten hebben uitgebracht. Het aantal ontvangen aanvragen bepaalt de hoeveelheid werk van de deskundigencommissie. Als er veel aanvragen zijn zal de deskundigencommissie ook vaker vergaderen.
Aan de vergadering nemen de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter deel en minimaal drie en ten hoogste 13 overige leden op basis van hun deskundigheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-6181.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.