Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Besluit: 18 december 2018

Kenmerk: 2018/0522085

Inlichtingen bij: H. Coskun

Telefoon: 038 499 8381

E-mail: h.coskun@overijssel.nl

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 als volgt is gewijzigd:

Artikel 1

Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1.2. Toepassingsbereik

In de aanhef wordt achter ‘wettelijke’ toegevoegd: en niet wettelijke

Onder ‘Wet personenvervoer 2000; wordt toegevoegd:

  • Samenwerkingsovereenkomst Asbestbodemsaneringsopgave 2016-2022 Overijssel.

Artikel 1.1.4 Wijze van verlening

In de toelichting wordt na de tweede alinea de volgende alinea toegevoegd:

 

Als bij een tenderregeling blijkt dat door verstrekking van een subsidie, waarbij het te verstrekken subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, het subsidieplafond wordt overschreden, dan weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie geheel, overeenkomstig artikel 4.25 lid 2 Awb.

 

Artikel 1.4.6. Deugdelijke administratie

Lid 2:

‘vijf jaar’ wordt vervangen door: 12 maanden

 

Paragraaf 2.2 Leefbare kleine kernen

Ingetrokken

 

Paragraaf 2.5 Waterveiligheid en klimaatbestendigheid IJssel-Vechtdelta

Ingetrokken

 

Paragraaf 2.3 Verbeteren van de haveninfrastructuur en –faciliteiten

 

Artikel 2.3.9 Verplichtingen subsidieontvanger

31 december 2018 wordt vervangen door: 31 december 2019

 

Paragraaf 2.7 Huisvesting statushouders

 

Artikel 2.7.1 Begripsbepalingen

‘verbouw’ wordt vervangen door:

verbouwen: de bouwkundige aanpassingen aan een woning waardoor statushouders gehuisvest kunnen worden.

Toelichting: het gaat hier om bouwkundige aanpassingen aan een woning en niet bijvoorbeeld een nieuw toilet, badkamer of keuken.

 

Artikel 2.7.2 komt als volgt te luiden, waarbij de huidige toelichting de nieuwe toelichting van sub a wordt:

Artikel 2.7.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:

  • a.

    het beschikbaar stellen van tijdelijke woningen voor statushouders voor een periode van minimaal één jaar;

  • b.

    het verbouwen van woningen ten behoeve van gezinnen van statushouders met zes of meer personen.

 

Artikel 2.7.3 Criteria

Sub b: achter ‘beschikbaar stellen’ wordt toegevoegd: of het verbouwen

 

Artikel 2.7.4 Hoogte van de subsidie

Het huidige lid wordt omgenummerd tot lid 1 en achter ‘de subsidie’ wordt toegevoegd: voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.7.2 sub a. De huidige toelichting wordt de nieuwe toelichting van lid 1

 

Lid 2 wordt toegevoegd:

2. De subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.7.2 sub b bedraagt maximaal € 25.000,- per gezin met een minimum van € 5.000,- en maximum van € 250.000,- per aanvraag.

 

Artikel 2.7.5 Subsidiabele kosten

Het huidige lid wordt omgenummerd tot lid 1

 

Lid 2 wordt toegevoegd:

2. voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.7.2 sub b geldt dat in afwijking van artikel 1.1.6 derde lid zijn kosten die gemaakt zijn voor de aanvraag wel subsidiabel, mits deze gemaakt zijn na 1 juli 2018.

 

Artikel 2.7.8 Verplichtingen subsidieontvanger

‘subsdieontvanger’ wordt vervangen door: subsidieontvanger

 

Artikel 2.7.9 Weigeringsgrond

Vervallen

 

Paragraaf 3.1 Hernieuwbare energie en energiebesparing

 

Artikel 3.1.1 Begripsbepalingen

EPC komt als volgt te luiden:

primaire energie komt als volgt te luiden:

  • -

    primaire energie: de energie-inhoud van fossiele grondstoffen zoals olie, kolen en gas vóór technische omzetting naar elektriciteit. Het rendement op primaire fossiele grondstoffen is gebaseerd op het meest recente cijfer van het CBS (publicatie 2018), conform de integrale methode. Hierin wordt rekening gehouden met de groei van hernieuwbare elektriciteit in de elektriciteitsmix.

    Toelichting: Dit betekent dat voor 1 kWh van de Nederlandse elektriciteitsmix 1,95 kWh primaire energie nodig is geweest. Er gaat immers energie verloren tijdens de omzetting van fossiele grondstoffen naar elektriciteit.

  • -

    Regeling Bouwbesluit 2012:

    vervallen

Artikel 3.1.2 Subsidiabele activiteiten

Sub a

Achter ‘categorie A’ wordt toegevoegd: en de in de energielijst gestelde technische eisen

 

Sub b

Achter ‘categorie B’ wordt toegevoegd: en de in de energielijst gestelde technische eisen

 

Artikel 3.1.3 Criteria

Lid 2 sub b

Achter ‘dat minimaal 4 stappen beter is dan dat het was’ wordt toegevoegd: en waarbij minimaal label B wordt bereikt

‘de Regeling Bouwbesluit 2012’ wordt vervangen door: het vigerend bouwbesluit

 

Artikel 3.1.7 Weigeringsgronden

Sub b

‘de Regeling Bouwbesluit 2012’ wordt vervangen door: het vigerend bouwbesluit

 

Artikel 3.1.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 2 sub a onder (ii)

Achter investering wordt toegevoegd: in de subsidiabele activiteiten, zowel in een individuele activiteit als in de gezamenlijke activiteiten

 

Lid 2 sub a onder (v)

Achter investering wordt toegevoegd: in de subsidiabele activiteiten, zowel in een individuele als in de gezamenlijke activiteiten

 

Lid 2 sub a sub (viii) wordt toegevoegd:

viii: Indien sprake is van activiteiten als bedoeld in artikel 3.1.2 sub a of b een onderbouwing waaruit blijkt dat aan de technische eisen van de energielijst wordt voldaan.

 

Lid 2 sub f, (i) komt als volgt te luiden:

i. bij nieuwbouw: EPC-waarde zoals wettelijk vereist volgens het vigerend bouwbesluit en een EPC berekening inclusief aanvullende subsidiabele technische voorzieningen die inzichtelijk maakt hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen zowel individueel als gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van de EPC of, indien geen EPC-eis geldt, een energiebalans berekening uitgedrukt in MJ/m2;

 

Lid 2 sub f, (ii) komt als volgt te luiden:

ii. bij bestaande bouw: energielabel van de oude situatie en de nieuwe situatie die inzichtelijk maakt hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen zowel individueel als gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van het energielabel of een berekening waaruit blijkt dat in de nieuwe situatie wordt voldaan aan de energieprestatie-eis uit het vigerend bouwbesluit.

 

Lid 2 scoretabel 1 Sub b

‘aangevraagd’ wordt vervangen door: te verlenen

 

Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven

 

Artikel 3.6.2 Subsidiabele activiteiten

Sub b: De volgende toelichting wordt toegevoegd:

Toelichting: Het gaat hierbij om activiteiten tijdens de uitvoering van het energieproject zoals het organiseren van bijeenkomsten, communicatie, de aansturing van aannemers, ledenwerving en het zoeken naar financiering. Aanschaf- en installatiekosten van technische installaties zijn niet subsidiabel.

 

Artikel 3.6.3a wordt toegevoegd:

Artikel 3.6.3a Prétoets door de provincie

Een aanvraag of het idee om een lokaal energie-initiatief te starten, kan pas worden ingediend indien die aanvraag vergezeld gaat van een préadvies van een beleidsmedewerker van het Programma Nieuwe Energie. Een aanvraag voor subsidie zonder een préadvies wordt geweigerd. 

Toelichting: Gedeputeerde Staten willen vanaf het begin van een lokaal energie-initiatief betrokken zijn, om indien nodig deskundigheid in te brengen en te helpen om het lokaal energie-initiatief van de grond te kunnen krijgen. Gedeputeerde Staten zijn ondersteunend en niet sturend. De initiatiefnemers moeten uiteindelijk zelf de keuzes maken die nodig zijn om het initiatief van de grond te krijgen.

 

Artikel 3.6.5 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.6.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a en b bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per lokaal energie-initiatief.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum subsidiebedrag:

    • a.

      € 20.000,- per lokaal energie-initiatief indien sprake is van een energieproject met enkel het opwekken van zonne-energie;

    • b.

      € 40.000,- per lokaal energie-initiatief indien sprake is van een energieproject met enkel het opwekken van zonne-energie en er sprake is van te verwijderen asbest van daken.

  • Toelichting: Opwek van zonne-energie is inmiddels een beproefd concept. Initiatiefnemers kunnen gebruik maken van de opgebouwde kennis en ervaring van andere initiatieven. Subsidie mag worden ingezet om andere initiatieven te betalen voor hun kennisinbreng.

  • 3.

    Het maximumbedrag voor de activiteit als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a bedraagt € 20.000,-. Indien sprake is van de situatie als bedoeld in het tweede lid sub a bedraagt het maximumbedrag voor de activiteit als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a € 12.500,-.

 

Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.

 

Artikel 3.6.7 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.6.7 Weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 3.6.2 onder sub a.

 

Toelichting: Gedeputeerde Staten verlenen geen subsidie aan uitsluitend ideevorming en onderzoek naar de haalbaarheid van een Lokaal duurzaam energie-initiatief. Een idee en onderzoek naar haalbaarheid moet uiteindelijk leiden tot een businesscase en wanneer deze business case haalbaar blijkt kan deze uitgevoerd worden.

 

Artikel 3.6.9 Verplichtingen subsidieontvanger

In de aanhef wordt achter 1.4.3 toegevoegd: , 1.4.5

Sub b: ‘wordt geinvesteerd’ wordt vervangen door ‘te investeren’

   

Paragraaf 4.8 wordt toegevoegd

Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen

 

Algemene toelichting

Het vergroenen van schoolpleinen is één van de acties van de uitvoering van het koersdocument ‘Natuur voor Elkaar’ dat met diverse partners is opgesteld. Groen speelt een belangrijke rol bij de cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling van kinderen. Daarom wil de provincie kinderen meer in aanraking brengen met groen, om daar te spelen en te leren.

 

Artikel 4.8.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    groen casco: de delen groen, bestaande uit bomen, struiken en planten, in het ontwerp, die de verschillende pleinonderdelen met elkaar verbinden;

  • -

    groene pleinonderdelen: delen van het plein met een specifieke speel of beleef- functie die bestaan uit ten minste 50% natuurlijke of groene invulling;

  • -

    groen schoolplein: een breder concept van natuurlijke speel- en leeromgeving waarvan het groene casco of de groene pleinonderdelen onderdeel zijn. Een groen schoolplein streeft doelen na zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling en heeft daarmee veelal de kenmerken die in deze bijlage zijn opgenomen; 

Artikel 4.8.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten die bijdragen aan de realisatie van groene schoolpleinen:

  • a.

    het ontwerp van een groen schoolplein, een groen casco of een groen pleinonderdeel;

  • b.

    de deskundige procesbegeleiding om te komen tot een groen schoolplein, een groen casco of een groen pleinonderdeel;

    Toelichting: De aanvrager kan hierbij gebruikt maken van een pool van procesbegeleiders zoals opgenomen op www.groeneschoolpleinenoverijssel.nl .  Als de aanvrager kiest voor een andere procesbegeleider dan kan de deskundigheid aangetoond worden door te verwijzen naar twee referentieprojecten.

  • c.

    de gehele of gedeeltelijk realisatie van een groen schoolplein, die bestaat uit:

    • i.

      realisatie van een groen pleinonderdeel met ten minste 50% natuurlijke invulling; of

    • ii.

      realisatie van het groene casco of een deel ervan met 100% een natuurlijke invulling.

Artikel 4.8.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.8.2 voldoet aan de volgende criteria

  • a.

    de aanvrager van de subsidie is een basisschool die fysiek gevestigd is in Overijssel;

  • b.

    het ontwerp is of wordt opgesteld door een deskundige met aantoonbare ervaring;

    Toelichting: de aanvrager kan hierbij kiezen uit een pool van deskundigen zoals opgenomen op www.groeneschoolpleinenoverijssel.nl . Als de aanvrager kiest voor een andere deskundige dan kan de deskundigheid aangetoond worden door te verwijzen naar twee referentieprojecten.

  • c.

    de aanvrager draagt zelf ten minste € 7.500,- bij aan de subsidiabele activiteiten.

    Toelichting: Dit kan bijvoorbeeld met crowdfunding, sponsoring, acties of eigen geld.

Artikel 4.8.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal € 10.000,- per schoolplein, waarvan totaal maximaal € 2.500,- per schoolplein voor het ontwerp en procesbegeleiding.

 

Artikel 4.8.5 Subsidiabele kosten

De kosten van het ontwerp als bedoeld in artikel 4.8.2 sub a mogen, in afwijking van artikel 1.1.6 derde lid, gemaakt zijn voordat de aanvraag is ingediend, mits de betaling van deze kosten ligt na 1 juli 2018.

 

Artikel 4.8.6 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn de kosten van speeltoestellen niet subsidiabel.

 

Toelichting: Speeltoestellen zijn bijvoorbeeld een houten klimrek of een wipkip. Als het gaat om een speelaanleiding zoals een klimboom of waterpomp dan zijn deze kosten wel subsidiabel. Een klimboom wordt niet gezien als een speeltoestel, maar als een speelaanleiding. Dit geldt ook voor een waterpomp, waarbij het water de speelaanleiding is.

 

Artikel 4.8.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Groene schoolpleinen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 4.8.2 de volgende stukken:

    • a.

      foto’s van het betreffende schoolplein vóór de vergroening;

    • b.

      indien beschikbaar het ontwerp van het groene schoolplein.

Artikel 4.8.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 4.8.9 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:

  • a.

    uitsluitend subsidie wordt aangevraagd voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4.8.2 sub a en b;

  • b.

    sprake is van regulier herstel of onderhoudswerkzaamheden van het betreffende schoolplein;

  • c.

    voor het betreffende schoolplein al subsidie is verstrekt op basis van paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving.

Artikel 4.8.10 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.4 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    mee te werken aan een eventuele evaluatie;

  • b.

    kennis te delen met andere scholen indien daarom gevraagd wordt;

  • c.

    het groene schoolplein na realisatie ten minste vijf jaar in stand te houden.

Artikel 4.8.11 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

 

Bijlage 1 bij paragraaf 4.8: Omschrijving van een groen schoolplein

Een groen schoolplein is een natuurlijke speel- en leeromgeving met veelal de volgende kenmerken:

  • a.

    Een groen schoolplein biedt een rijk speel- en leerlandschap waar zowel ruimte is voor kinderen om vrij te spelen als voor natuur om zich te ontwikkelen.

  • b.

    Minimaal 50% van het bespeelbare oppervlakte van de schoolomgeving heeft een natuurlijk karakter. We maken onderscheid tussen groen oppervlak (gras, struiken en bomen), onthard oppervlak (boomsnippers, zand) en verhard oppervlak (tegels)

  • c.

    Er zijn verschillende vormen van groen te onderscheiden, zoals: speelgroen (spelen in en met groen), educatief groen, eet- en ruikgroen.

  • d.

    Een groen schoolplein is ingericht met (overwegend) natuurlijke duurzame materialen, waarbij hergebruik van materialen voorop staat.

  • e.

    De beplanting op een groen schoolplein is bij voorkeur inheems, passend bij de natuurlijke omstandigheden van die plek en biedt seizoensvariatie. Waar mogelijk biedt de beplanting en inrichting mogelijkheden voor verbeteren van condities voor aandachtsoorten van Overijssel. Overzicht van de aandachtsoorten is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.  

  • f.

    De inrichting van het plein draagt bij aan biodiversiteit en aan het voorkomen van wateroverlast en hittestress (groene gevels, groene daken, schaduwbomen)

  • g.

    Er is voor kinderen uitdagende en dynamische natuur te vinden en ze kunnen de natuur van top tot teen ervaren; kinderen van alle leeftijden kunnen grenzen verkennen en aanvaardbare risico’s nemen.

  • h.

    De speelomgeving biedt plek voor rust, natuurbeleving, creatieve vormen van spel en avontuurlijk bewegen. De basis hiervoor ligt in de diversiteit en verscheidenheid van het plein met kenmerken als hoog/laag, nat/droog, schaduw/zon.

  • i.

    Kinderen kunnen zowel met abiotische natuur (zoals zand en water) als met levende natuur spelen. Hierdoor ontstaan er mogelijkheden om in het spel te exploreren, te vernieuwen, te verbeelden en te creëren. De aanwezigheid van los natuurlijk materiaal is hiervoor een voorwaarde (denk aan zand, takken, stenen, etc).

  • j.

    Het gebruik van de buitenruimte is geïntegreerd in het lesprogramma. Naast de mogelijkheden om bijvoorbeeld taal- en rekenlessen te geven op het plein kunnen kinderen ook leren over planten, dieren, weersverschijnselen en natuurlijke materialen.

  • k.

    Bij het ontwerp, de aanleg én het onderhoud zijn kinderen, docententeam, ouders en buren zo veel mogelijk actief betrokken.

Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel

 

Artikel 5.4.7 komt als volgt te luiden:

Artikel 5.4.7 Indieningstermijn aanvraag voor subsidie

In afwijking van artikel 1.2.2 gelden de volgende indieningstermijnen:

Jaar van goedkeuring buurtbusverenigingen of buurtbuslijnen door de provincie:

Subsidie aanvragen voor:

Indieningstermijn aanvraag:

2018

2019

vanaf 1 januari 2019 – ontvangst uiterlijk 1 juli 2019

2018 en eerder

4 jaar 2020 t/m 2023

vanaf 1 januari 2020 – ontvangst uiterlijk 1 juli 2020

2020

3 jaar (2021 t/m 2023)

vanaf 1 januari 2021 – ontvangst uiterlijk 1 juli 2021

2021

2 jaar (2022 t/m 2023)

vanaf 1 januari 2022 – ontvangst uiterlijk 1 juli 2022

2022

1 jaar (2023)

vanaf 1 januari 2023 – ontvangst uiterlijk 1 juli 2023

 

Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel

 

Artikel 5.1.4 Hoogte van de subsidie

Lid 2: De toelichting komt als volgt te luiden:

 

Toelichting: Met eigen aandeel wordt bedoeld: het deel van de subsidiabele kosten wat niet gedekt is door opbrengsten of bijdragen van andere partijen.

Het subsidiepercentage voor de Fietssnelweg F35 Twente is 80% omdat – in overleg met de Regio Twente – een deel van het aan hen extra beschikbaar gestelde geld kan worden ingezet om de verhoging van 75% naar 80% te dekken.

 

Paragraaf 5.5 wordt toegevoegd

Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel

 

Algemene toelichting

Met deze subsidieparagraaf willen Gedeputeerde Staten kansrijke activiteiten op het gebied van spitsmijding en CO2-reductie in de provincie Overijssel ondersteunen.

 

Artikel 5.5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    spitsmijding: zorgen dat een auto op werkdagen uit de spits blijft door met een ander vervoermiddel te reizen, op een ander tijdstip te reizen of niet te reizen;

    Toelichting: De ochtendspits is tussen 7.00 en 9.00 uur. De avondspits is tussen 16.00 en 18.00 uur.

  • -

    CO2-reductie: het verminderen van CO2 door middel van minder reizen, schoner reizen, niet reizen of anders reizen.

Artikel 5.5.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die spitsmijding én CO2-reductie tot doel hebben.

 

Toelichting: Er is een aantoonbare relatie tussen de te subsidiëren activiteiten en de bijdrage van die activiteiten aan het mijden van de spits en CO2-reductie.

 

Artikel 5.5.3 Criteria

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 5.5.2 voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is geen natuurlijk persoon én is fysiek gevestigd in Overijssel, waarbij aanvragers met een fysieke vestiging in de gemeente Deventer uitgesloten zijn om een aanvraag in te dienen.

    Toelichting: Gemeente Deventer is uitgesloten omdat deze gemeente mogelijkheden heeft binnen de Cleantechregio. Meer informatie is te vinden op https://slimschoonreizen.nl/slim-ondernemen

  • b.

    de activiteiten richten zich op verkeersdeelnemers;

    Toelichting: Denk hierbij aan werknemers, bezoekers of scholieren van een vestiging in Overijssel;

  • c.

    effect op spitsmijding is voldoende;

    Toelichting: Hierbij wordt de vuistregel gehanteerd: € 500,- subsidie levert 1 spitsmijding op.

  • d.

    de aanvrager kan na de subsidieperiode overgaan tot structurele maatregelen op het gebied van spitsmijding en CO2-reductie;

  • e.

    indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan voldoet de subsidie aan de algemene de-minimisverordening.

    Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.

Artikel 5.5.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per aanvraag, waarbij de subsidie voor voorbereidings- en administratiekosten maximaal 15% van de totale subsidie bedraagt.

 

Artikel 5.5.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Slimme en Duurzame mobiliteit Overijssel.

    Toelichting: Het is mogelijk dat meerdere bedrijven uit Overijssel een gezamenlijke aanvraag indienen, waarbij één van die bedrijven als penvoerder optreedt.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 5.5.2 een projectplan waarin is omschreven:

    • a.

      welke activiteiten uitgevoerd gaan worden;

    • b.

      op hoeveel verkeersdeelnemers de activiteiten gericht zijn;

    • c.

      het te verwachten resultaat en de bijdrage aan spitsmijding in Overijssel;

    • d.

      een plan voor monitoring van de resultaten van de spitsmijding en CO2-reductie;

    • e.

      op welke wijze de aanvrager na de subsidieperiode overgaat tot structurele maatregelen op het gebied van spitsmijding;

    • f.

      een projectbegroting waarin een overzicht wordt gegeven van de totale projectkosten.

Artikel 5.5.6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 5.5.7 Weigeringsgronden

In afwijking van artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de te verstrekken subsidie lager is dan € 500,-.

 

Artikel 5.5.8 Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening te hebben afgerond;

  • b.

    de resultaten vast te leggen in een verslag. In het verslag is minimaal opgenomen:

    • i.

      op welk wijze de spits is gemeden;

    • ii.

      aantallen spitsmijdingen zijn onderbouwd op basis van tellingen of enquêtes;

    • iii.

      omschrijving van de reis naar herkomst-bestemming en aantal keren per week dat iemand reist;

    • iv.

      de hoeveelheid CO2-reductie, waarbij per bespaarde km 180 gram CO2 gehanteerd wordt;

  • c.

    mee te werken aan een evaluatie van de provincie.

Artikel 5.5.9 Looptijd

Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.

 

Paragraaf 6.9 Ondernemend noaberschap

 

In de algemene toelichting wordt twee keer brancheverenigingen vervangen door: brancheorganisaties

 

Artikel 6.9.1 Begripsbepalingen

Toelichting van brancheorganisatie:

‘brancheverenigingen’ wordt vervangen door: brancheorganisaties

 

Artikel 6.9.3 Criteria

Sub a:

‘Ondernemer- of brancheorganisatie’ wordt vervangen door: ondernemersvereniging of brancheorganisatie

Sub d:

In de aanhef wordt ‘branchevereniging’ vervangen door: brancheorganisatie

Sub d ii:

‘brancheverenigingen’ wordt vervangen door: brancheorganisatie

 

Artikel 6.9.5 Subsidiabele kosten

Toelichting Lid 1: ‘branchevereniging’ wordt vervangen door: brancheorganisaties

 

Artikel 6.9.7 Indieningstermijn aanvraag

Lid 1 komt als volg te luiden:

1. In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend:

  • a.

    vanaf 15 januari 2019 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 22 februari 2019 vóór 17.00 uur.

  • b.

    vanaf 1 september 2019 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 12 oktober 2019 vóór 17.00 uur.

 

Artikel 6.9.8 Volgorde van behandeling

Lid 1: ‘11 of meer punten’ wordt vervangen door: 13 of meer punten

 

Scoretabel 1 wordt als volgt:

Scoretabel 1

Criterium

punten

Weging

Score

a. mate waarin de activiteiten bijdragen aan businessontwikkeling

Matig (1), goed (3), uitstekend (5)

50%

punten x 0,5 = score 1

b. mate waarin sprake is van samenwerking en netwerkvorming

Matig (1), goed (3), uitstekend (5)

20%

punten x 0,20 = score 2

c. mate van haalbaarheid

Matig (1), goed (3), uitstekend (5)

10%

punten x 0,10= score 3

d. hoeveelheid aangesloten Overijsselse ondernemingen die bereikt worden

Matig (1), goed (3), uitstekend (5)

10%

punten x 0,10 = score 4

e. het stimuleren van duurzaamheid en arbeidsmarkt bij de bedrijven van de aangesloten leden en de beweging naar organisatorische vernieuwing bij de vereniging

Matig (1), goed (3), uitstekend (5)

10%

punten x 0,1 = score 5

Totaalscore = score 1 + score 2 + score 3 + score 4 + score 5

 

Artikel 6.9.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

Lid 2 sub a, v wordt toegevoegd:

v. een omschrijving hoe duurzaamheid en arbeidsmarkt bij de bedrijven van de aangesloten leden en de beweging naar organisatorische vernieuwing bij de vereniging, gestimuleerd worden.

 

Artikel 6.9.10 Adviescommissie

Sub e wordt toegevoegd:

e. de mate waarin duurzaamheid en arbeidsmarkt bij de bedrijven van de aangesloten leden en de beweging naar organisatorische vernieuwing bij de vereniging gestimuleerd wordt.

 

Artikel 6.9.11 Weigeringsgronden

Sub b

in het betreffende kalenderjaar’: vervalt

Sub c

10 punten of minder wordt vervangen door 12 punten of minder

 

Paragraaf 6.15 HRM scholingsregeling MKB

Ingetrokken

 

Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers - De Startversneller

 

Artikel 6.21.9 Weigeringsgronden

Lid 1 sub d: vervallen

 

De titel van subparagraaf 6.2.4 Innovatievoucher Maatschappelijke innovatie wordt vervangen door subparagraaf 6.23.4 Innovatievoucher Maatschappelijke innovatie

 

Paragraaf 6.24 Duurzame ondersteuning startende ondernemers

 

Artikel 6.24.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

‘2018’ wordt vervangen door: 2019

 

Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten

 

Artikel 7.2.1 Begripsbepalingen

  • -

    Brim: vervallen

  • -

    energiebesparende maatregelen:

    ‘inachtneming van’: vervalt

  • -

    herbouwwaarde

    ‘een door een verzekeraar geaccepteerde’ wordt vervangen door: uit een door een beëdigd taxateur opgestelde

Restauratieplan komt als volgt te luiden:

  • -

    restauratieplan: overzicht van de uit te voeren werkzaamheden. Het restauratieplan bevat tenminste:

    • een tekening van de bestaande situatie en een plantekening van het beoogde resultaat;

    • een werkomschrijving waaruit blijkt welke maatregelen worden getroffen;

    • indien van toepassing: een overzicht van de uit te voeren energiebesparende maatregelen;

Artikel 7.2.3 Criteria

Eerste lid sub c komt als volgt te luiden:

c. de subsidiabele kosten voor restauratie van rijksmonumenten bedragen ten minste 6% van de herbouwwaarde. Dit geldt niet voor molens, groene monumenten en archeologische monumenten;

  

Artikel 7.2.4 Hoogte van de subsidie

Toelichting: voor ‘algemene de-minimisverordening’ wordt toegevoegd: de

‘hebben op’ wordt vervangen door: hebben voor

 

Artikel 7.2.6 Indieningstermijn aanvraag

Lid 1

‘1 mei’ wordt vervangen door: 1 april

‘1 juni’ wordt vervangen door: 1 mei

 

Artikel 7.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

 

Lid 2 sub b komt als volgt te luiden:

b. een restauratieplan

 

sub c komt als volgt te luiden:

c. een actuele begroting die gespecificeerd is in hoeveelheden, manuren, materialen, stelposten en onderaannemers;

 

sub e komt als volgt te luiden:

e. een verzekeringspolis of taxatie waaruit de herbouwwaarde van het rijksmonument blijkt. Deze bepaling geldt niet voor molens, groene en archeologische monumenten;

 

sub f: vervallen

 

Artikel 7.2.9 Volgorde van behandeling

 

Lid 2: scoretabel 1

‘Het rijksmonument behoort tot de categorie ‘religieuze gebouwen’ in het Rijksmonumentenregister’ wordt vervangen door: Het rijksmonument is een orgel.

 

Artikel 7.2.11 Weigeringsgronden

Lid 1 sub b:

‘rijksmonument dat in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of dat thans voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is’ wordt vervangen door: woonhuis

 

Paragraaf 7.6 Cultuurprofielen 2017 t/m 2020

Ingetrokken

 

Paragraaf 9.2 Ruimte voor de Vecht

Ingetrokken

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking na publicatie in het provinciaal blad op 2 januari 2019.

 

18 december 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven