Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 9751 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 9751 | Verordeningen |
Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1.2. Toepassingsbereik
In de aanhef wordt achter ‘wettelijke’ toegevoegd: en niet wettelijke
Onder ‘Wet personenvervoer 2000; wordt toegevoegd:
Artikel 1.1.4 Wijze van verlening
In de toelichting wordt na de tweede alinea de volgende alinea toegevoegd:
Als bij een tenderregeling blijkt dat door verstrekking van een subsidie, waarbij het te verstrekken subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, het subsidieplafond wordt overschreden, dan weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie geheel, overeenkomstig artikel 4.25 lid 2 Awb.
Artikel 1.4.6. Deugdelijke administratie
‘vijf jaar’ wordt vervangen door: 12 maanden
Paragraaf 2.2 Leefbare kleine kernen
Paragraaf 2.5 Waterveiligheid en klimaatbestendigheid IJssel-Vechtdelta
Paragraaf 2.3 Verbeteren van de haveninfrastructuur en –faciliteiten
Artikel 2.3.9 Verplichtingen subsidieontvanger
31 december 2018 wordt vervangen door: 31 december 2019
Paragraaf 2.7 Huisvesting statushouders
Artikel 2.7.1 Begripsbepalingen
‘verbouw’ wordt vervangen door:
verbouwen: de bouwkundige aanpassingen aan een woning waardoor statushouders gehuisvest kunnen worden.
Toelichting: het gaat hier om bouwkundige aanpassingen aan een woning en niet bijvoorbeeld een nieuw toilet, badkamer of keuken.
Artikel 2.7.2 komt als volgt te luiden, waarbij de huidige toelichting de nieuwe toelichting van sub a wordt:
Artikel 2.7.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
Sub b: achter ‘beschikbaar stellen’ wordt toegevoegd: of het verbouwen
Artikel 2.7.4 Hoogte van de subsidie
Het huidige lid wordt omgenummerd tot lid 1 en achter ‘de subsidie’ wordt toegevoegd: voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.7.2 sub a. De huidige toelichting wordt de nieuwe toelichting van lid 1
2. De subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.7.2 sub b bedraagt maximaal € 25.000,- per gezin met een minimum van € 5.000,- en maximum van € 250.000,- per aanvraag.
Artikel 2.7.5 Subsidiabele kosten
Het huidige lid wordt omgenummerd tot lid 1
2. voor de subsidie als bedoeld in artikel 2.7.2 sub b geldt dat in afwijking van artikel 1.1.6 derde lid zijn kosten die gemaakt zijn voor de aanvraag wel subsidiabel, mits deze gemaakt zijn na 1 juli 2018.
Artikel 2.7.8 Verplichtingen subsidieontvanger
‘subsdieontvanger’ wordt vervangen door: subsidieontvanger
Paragraaf 3.1 Hernieuwbare energie en energiebesparing
Artikel 3.1.1 Begripsbepalingen
EPC: Het vigerend bouwbesluit stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe gebouwen. De maat die hierin wordt gebruikt voor energiezuinigheid is de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). De bepaling van de EPC ligt vast in de norm NEN 7120 Energieprestatie van Gebouwen (EPG).
Toelichting: Het vigerend bouwbesluit is te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-416.html Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 juli 2011, nr. 2011- 20112000271178, CZW).
primaire energie komt als volgt te luiden:
primaire energie: de energie-inhoud van fossiele grondstoffen zoals olie, kolen en gas vóór technische omzetting naar elektriciteit. Het rendement op primaire fossiele grondstoffen is gebaseerd op het meest recente cijfer van het CBS (publicatie 2018), conform de integrale methode. Hierin wordt rekening gehouden met de groei van hernieuwbare elektriciteit in de elektriciteitsmix.
Toelichting: Dit betekent dat voor 1 kWh van de Nederlandse elektriciteitsmix 1,95 kWh primaire energie nodig is geweest. Er gaat immers energie verloren tijdens de omzetting van fossiele grondstoffen naar elektriciteit.
Artikel 3.1.2 Subsidiabele activiteiten
Achter ‘categorie A’ wordt toegevoegd: en de in de energielijst gestelde technische eisen
Achter ‘categorie B’ wordt toegevoegd: en de in de energielijst gestelde technische eisen
Achter ‘dat minimaal 4 stappen beter is dan dat het was’ wordt toegevoegd: en waarbij minimaal label B wordt bereikt
‘de Regeling Bouwbesluit 2012’ wordt vervangen door: het vigerend bouwbesluit
Artikel 3.1.7 Weigeringsgronden
‘de Regeling Bouwbesluit 2012’ wordt vervangen door: het vigerend bouwbesluit
Artikel 3.1.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Achter investering wordt toegevoegd: in de subsidiabele activiteiten, zowel in een individuele activiteit als in de gezamenlijke activiteiten
Achter investering wordt toegevoegd: in de subsidiabele activiteiten, zowel in een individuele als in de gezamenlijke activiteiten
Lid 2 sub a sub (viii) wordt toegevoegd:
viii: Indien sprake is van activiteiten als bedoeld in artikel 3.1.2 sub a of b een onderbouwing waaruit blijkt dat aan de technische eisen van de energielijst wordt voldaan.
Lid 2 sub f, (i) komt als volgt te luiden:
i. bij nieuwbouw: EPC-waarde zoals wettelijk vereist volgens het vigerend bouwbesluit en een EPC berekening inclusief aanvullende subsidiabele technische voorzieningen die inzichtelijk maakt hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen zowel individueel als gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van de EPC of, indien geen EPC-eis geldt, een energiebalans berekening uitgedrukt in MJ/m2;
Lid 2 sub f, (ii) komt als volgt te luiden:
ii. bij bestaande bouw: energielabel van de oude situatie en de nieuwe situatie die inzichtelijk maakt hoe de aanvullende subsidiabele technische voorzieningen zowel individueel als gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van het energielabel of een berekening waaruit blijkt dat in de nieuwe situatie wordt voldaan aan de energieprestatie-eis uit het vigerend bouwbesluit.
‘aangevraagd’ wordt vervangen door: te verlenen
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven
Artikel 3.6.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b: De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Het gaat hierbij om activiteiten tijdens de uitvoering van het energieproject zoals het organiseren van bijeenkomsten, communicatie, de aansturing van aannemers, ledenwerving en het zoeken naar financiering. Aanschaf- en installatiekosten van technische installaties zijn niet subsidiabel.
Artikel 3.6.3a wordt toegevoegd:
Artikel 3.6.3a Prétoets door de provincie
Een aanvraag of het idee om een lokaal energie-initiatief te starten, kan pas worden ingediend indien die aanvraag vergezeld gaat van een préadvies van een beleidsmedewerker van het Programma Nieuwe Energie. Een aanvraag voor subsidie zonder een préadvies wordt geweigerd.
Toelichting: Gedeputeerde Staten willen vanaf het begin van een lokaal energie-initiatief betrokken zijn, om indien nodig deskundigheid in te brengen en te helpen om het lokaal energie-initiatief van de grond te kunnen krijgen. Gedeputeerde Staten zijn ondersteunend en niet sturend. De initiatiefnemers moeten uiteindelijk zelf de keuzes maken die nodig zijn om het initiatief van de grond te krijgen.
Artikel 3.6.5 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.6.5 Hoogte van de subsidie
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 3.6.7 komt als volgt te luiden:
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 3.6.2 onder sub a.
Toelichting: Gedeputeerde Staten verlenen geen subsidie aan uitsluitend ideevorming en onderzoek naar de haalbaarheid van een Lokaal duurzaam energie-initiatief. Een idee en onderzoek naar haalbaarheid moet uiteindelijk leiden tot een businesscase en wanneer deze business case haalbaar blijkt kan deze uitgevoerd worden.
Artikel 3.6.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In de aanhef wordt achter 1.4.3 toegevoegd: , 1.4.5
Sub b: ‘wordt geinvesteerd’ wordt vervangen door ‘te investeren’
Paragraaf 4.8 wordt toegevoegd
Paragraaf 4.8 Groene schoolpleinen
Het vergroenen van schoolpleinen is één van de acties van de uitvoering van het koersdocument ‘Natuur voor Elkaar’ dat met diverse partners is opgesteld. Groen speelt een belangrijke rol bij de cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling van kinderen. Daarom wil de provincie kinderen meer in aanraking brengen met groen, om daar te spelen en te leren.
Artikel 4.8.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
groen schoolplein: een breder concept van natuurlijke speel- en leeromgeving waarvan het groene casco of de groene pleinonderdelen onderdeel zijn. Een groen schoolplein streeft doelen na zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling en heeft daarmee veelal de kenmerken die in deze bijlage zijn opgenomen;
Artikel 4.8.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten die bijdragen aan de realisatie van groene schoolpleinen:
de deskundige procesbegeleiding om te komen tot een groen schoolplein, een groen casco of een groen pleinonderdeel;
Toelichting: De aanvrager kan hierbij gebruikt maken van een pool van procesbegeleiders zoals opgenomen op www.groeneschoolpleinenoverijssel.nl . Als de aanvrager kiest voor een andere procesbegeleider dan kan de deskundigheid aangetoond worden door te verwijzen naar twee referentieprojecten.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.8.2 voldoet aan de volgende criteria
het ontwerp is of wordt opgesteld door een deskundige met aantoonbare ervaring;
Toelichting: de aanvrager kan hierbij kiezen uit een pool van deskundigen zoals opgenomen op www.groeneschoolpleinenoverijssel.nl . Als de aanvrager kiest voor een andere deskundige dan kan de deskundigheid aangetoond worden door te verwijzen naar twee referentieprojecten.
Artikel 4.8.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 10.000,- per schoolplein, waarvan totaal maximaal € 2.500,- per schoolplein voor het ontwerp en procesbegeleiding.
Artikel 4.8.5 Subsidiabele kosten
De kosten van het ontwerp als bedoeld in artikel 4.8.2 sub a mogen, in afwijking van artikel 1.1.6 derde lid, gemaakt zijn voordat de aanvraag is ingediend, mits de betaling van deze kosten ligt na 1 juli 2018.
Artikel 4.8.6 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn de kosten van speeltoestellen niet subsidiabel.
Toelichting: Speeltoestellen zijn bijvoorbeeld een houten klimrek of een wipkip. Als het gaat om een speelaanleiding zoals een klimboom of waterpomp dan zijn deze kosten wel subsidiabel. Een klimboom wordt niet gezien als een speeltoestel, maar als een speelaanleiding. Dit geldt ook voor een waterpomp, waarbij het water de speelaanleiding is.
Artikel 4.8.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.8.9 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 4.8.10 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.4 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Bijlage 1 bij paragraaf 4.8: Omschrijving van een groen schoolplein
Een groen schoolplein is een natuurlijke speel- en leeromgeving met veelal de volgende kenmerken:
De beplanting op een groen schoolplein is bij voorkeur inheems, passend bij de natuurlijke omstandigheden van die plek en biedt seizoensvariatie. Waar mogelijk biedt de beplanting en inrichting mogelijkheden voor verbeteren van condities voor aandachtsoorten van Overijssel. Overzicht van de aandachtsoorten is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.
Kinderen kunnen zowel met abiotische natuur (zoals zand en water) als met levende natuur spelen. Hierdoor ontstaan er mogelijkheden om in het spel te exploreren, te vernieuwen, te verbeelden en te creëren. De aanwezigheid van los natuurlijk materiaal is hiervoor een voorwaarde (denk aan zand, takken, stenen, etc).
Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Artikel 5.4.7 komt als volgt te luiden:
Artikel 5.4.7 Indieningstermijn aanvraag voor subsidie
In afwijking van artikel 1.2.2 gelden de volgende indieningstermijnen:
Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel
Artikel 5.1.4 Hoogte van de subsidie
Lid 2: De toelichting komt als volgt te luiden:
Toelichting: Met eigen aandeel wordt bedoeld: het deel van de subsidiabele kosten wat niet gedekt is door opbrengsten of bijdragen van andere partijen.
Het subsidiepercentage voor de Fietssnelweg F35 Twente is 80% omdat – in overleg met de Regio Twente – een deel van het aan hen extra beschikbaar gestelde geld kan worden ingezet om de verhoging van 75% naar 80% te dekken.
Paragraaf 5.5 wordt toegevoegd
Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
Met deze subsidieparagraaf willen Gedeputeerde Staten kansrijke activiteiten op het gebied van spitsmijding en CO2-reductie in de provincie Overijssel ondersteunen.
Artikel 5.5.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.5.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die spitsmijding én CO2-reductie tot doel hebben.
Toelichting: Er is een aantoonbare relatie tussen de te subsidiëren activiteiten en de bijdrage van die activiteiten aan het mijden van de spits en CO2-reductie.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 5.5.2 voldoet aan de volgende criteria:
de aanvrager is geen natuurlijk persoon én is fysiek gevestigd in Overijssel, waarbij aanvragers met een fysieke vestiging in de gemeente Deventer uitgesloten zijn om een aanvraag in te dienen.
Toelichting: Gemeente Deventer is uitgesloten omdat deze gemeente mogelijkheden heeft binnen de Cleantechregio. Meer informatie is te vinden op https://slimschoonreizen.nl/slim-ondernemen
Artikel 5.5.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per aanvraag, waarbij de subsidie voor voorbereidings- en administratiekosten maximaal 15% van de totale subsidie bedraagt.
Artikel 5.5.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 5.5.7 Weigeringsgronden
In afwijking van artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de te verstrekken subsidie lager is dan € 500,-.
Artikel 5.5.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 6.9 Ondernemend noaberschap
In de algemene toelichting wordt twee keer brancheverenigingen vervangen door: brancheorganisaties
Artikel 6.9.1 Begripsbepalingen
Toelichting van brancheorganisatie:
‘brancheverenigingen’ wordt vervangen door: brancheorganisaties
‘Ondernemer- of brancheorganisatie’ wordt vervangen door: ondernemersvereniging of brancheorganisatie
In de aanhef wordt ‘branchevereniging’ vervangen door: brancheorganisatie
‘brancheverenigingen’ wordt vervangen door: brancheorganisatie
Artikel 6.9.5 Subsidiabele kosten
Toelichting Lid 1: ‘branchevereniging’ wordt vervangen door: brancheorganisaties
Artikel 6.9.7 Indieningstermijn aanvraag
Lid 1 komt als volg te luiden:
1. In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend:
Artikel 6.9.8 Volgorde van behandeling
Lid 1: ‘11 of meer punten’ wordt vervangen door: 13 of meer punten
Artikel 6.9.9 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 2 sub a, v wordt toegevoegd:
v. een omschrijving hoe duurzaamheid en arbeidsmarkt bij de bedrijven van de aangesloten leden en de beweging naar organisatorische vernieuwing bij de vereniging, gestimuleerd worden.
Artikel 6.9.10 Adviescommissie
e. de mate waarin duurzaamheid en arbeidsmarkt bij de bedrijven van de aangesloten leden en de beweging naar organisatorische vernieuwing bij de vereniging gestimuleerd wordt.
Artikel 6.9.11 Weigeringsgronden
‘in het betreffende kalenderjaar’: vervalt
10 punten of minder wordt vervangen door 12 punten of minder
Paragraaf 6.15 HRM scholingsregeling MKB
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers - De Startversneller
Artikel 6.21.9 Weigeringsgronden
De titel van subparagraaf 6.2.4 Innovatievoucher Maatschappelijke innovatie wordt vervangen door subparagraaf 6.23.4 Innovatievoucher Maatschappelijke innovatie
Paragraaf 6.24 Duurzame ondersteuning startende ondernemers
Artikel 6.24.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
‘2018’ wordt vervangen door: 2019
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Artikel 7.2.1 Begripsbepalingen
Restauratieplan komt als volgt te luiden:
Eerste lid sub c komt als volgt te luiden:
c. de subsidiabele kosten voor restauratie van rijksmonumenten bedragen ten minste 6% van de herbouwwaarde. Dit geldt niet voor molens, groene monumenten en archeologische monumenten;
Artikel 7.2.4 Hoogte van de subsidie
Toelichting: voor ‘algemene de-minimisverordening’ wordt toegevoegd: de
‘hebben op’ wordt vervangen door: hebben voor
Artikel 7.2.6 Indieningstermijn aanvraag
‘1 mei’ wordt vervangen door: 1 april
‘1 juni’ wordt vervangen door: 1 mei
Artikel 7.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 2 sub b komt als volgt te luiden:
sub c komt als volgt te luiden:
c. een actuele begroting die gespecificeerd is in hoeveelheden, manuren, materialen, stelposten en onderaannemers;
sub e komt als volgt te luiden:
e. een verzekeringspolis of taxatie waaruit de herbouwwaarde van het rijksmonument blijkt. Deze bepaling geldt niet voor molens, groene en archeologische monumenten;
Artikel 7.2.9 Volgorde van behandeling
‘Het rijksmonument behoort tot de categorie ‘religieuze gebouwen’ in het Rijksmonumentenregister’ wordt vervangen door: Het rijksmonument is een orgel.
Artikel 7.2.11 Weigeringsgronden
‘rijksmonument dat in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of dat thans voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is’ wordt vervangen door: woonhuis
Paragraaf 7.6 Cultuurprofielen 2017 t/m 2020
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-9751.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.