Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2018, 7310 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2018, 7310 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water 2018
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 25 september 2018, nr. A.15, afdeling LGW, dossiernummer K151, het volgende besluit hebben vastgesteld:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen
Gelet op de Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020, zoals door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen vastgesteld op 3 april 2018 (Provinciaal blad nr. 2644, d.d. 12 april 2018);
Vast te stellen hetgeen volgt:
POP3 Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water 2018, provincie Groningen
Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 15 oktober 2018 9:00 uur tot en met 15 februari 2019, 17.00 uur.
Artikel 4 Subsidiabele activiteit
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende niet-productieve investeringen:
Het subsidieplafond bedraagt € 3.800.000. De subsidie bestaat uit een bijdrage van maximaal € 1.900.000 uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en een bijdrage (c.q. bijdragen) van een Nederlandse overheid (c.q. overheden) van eveneens maximaal € 1.900.000.
De subsidieaanvrager is zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van deze nationale cofinanciering. De toegezegde nationale cofinanciering dient bij de aanvraag te worden gevoegd.
Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de selectiecriteria en wegingsfactoren zoals opgenomen in Bijlage 1 bij dit besluit. De selectiecriteria zijn: ‘effectiviteit’, ‘efficiëntie’, ‘kans op succes/haalbaarheid’en ‘urgentie’.
Gedeputeerde Staten hebben een Interprovinciale Adviescommissie POP3; ‘niet-productieve investeringen water’ ingesteld voor de selectie van projecten. De Adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op middels een rangschikking door het toekennen van punten op grond van de selectiecriteria zoals opgenomen in Bijlage 1 bij dit besluit.
Artikel 11 Bevoorschotting op basis van realisatie (tussentijdse betaling)
In aanvulling op artikel 1.23 van de Regeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een deelbetaling worden ingediend.
Groningen, 25 september 2018.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas,
voorzitter.
H.J. Bolding,
secretaris.
Met de openstelling van hoofdstuk 2 paragraaf 6 van de Regeling ,'niet-productieve investeringen water’, kunnen partijen subsidie aanvragen om te investeren in het ecologisch- en hydrologisch functioneren van de watersystemen in de Provincie Groningen.
De openstelling is gericht op investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting/transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen.
Deze maatregel heeft een groot positief effect op de kwaliteit van bodem en water (effectbeoordeling): het schoner worden van het leefmilieu, een betere waterkwaliteit en minder wateroverlast. Dit heeft op zijn beurt weer indirecte positieve effecten op onder andere landbouw en natuur. Deze maatregel tot een robuuster watersysteem (bufferfunctie), dit is positief in het kader van klimaatadaptie.
De Klimaatdoelstelling wordt gedefinieerd als de doelstelling om de bestendigheid van het watersysteem tegen de gevolgen van klimaatverandering te vergroten door het beperken van de zoetwatervraag of het beperken of ondervangen van de piekbelasting van het oppervlaktewatersysteem. Het overzicht van de hiertoe uit te voeren maatregelen is opgenomen in de Bestuursovereenkomst Zoetwatermaatregelen IJsselmeergebied 2016-2021. Deze overeenkomst is te downloaden via: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-31819.html;
De bovenwettelijke KRW maatregelen zijn als 'aanvullende maatregelen' opgenomen in hoofdstuk 3 van de maatregelenprogramma's die onderdeel zijn van de Stroomgebiedbeheerplannen (SGBP) Rijn(delta), respectievelijk Eems (periode 2016-2021). Deze SGBP's zijn te raadplegen via: http://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/kaderrichtlijn-water/2016-2021/
De maatregelen voor het oppervlaktewater zijn ook opgenomen in de factsheets oppervlaktewaterlichamen en/of grondwaterlichamen uit de beheerplannen (c.q. -programma's) van de waterschappen. Deze plannen (c.q. programma's) zijn te downloaden via:
Activiteiten die voldoen aan KRW- of klimaatdoelstellingen die worden uitgevoerd in het Natuurnetwerk Nederland (NNN) hebben de voorkeur. Het NNN betreft de in de Omgevingsvisie 2016-2020 van de provincie Groningen daartoe aangewezen gebieden. De Omgevingsvisie is te downloaden via: https://www.provinciegroningen.nl/beleid/zo-maken-we-beleid/omgevingsvisie-2016-2020/. De begrenzing van het NNN is vastgelegd in de Omgevingsverordening van de provincie Groningen. Deze geconsolideerde en meest actuele versie van de Verordening is te downloaden via: https://groningen.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO9920POVgeconsolideerd-GV01
Niet productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouw- of bosbouwbedrijf tot gevolg hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om investeringen gericht op verbetering van de waterkwaliteit en -kwantiteit om daarmee een bijdrage te leveren aan doelstellingen zoals beschreven in de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn, herstel natuurlijk toestand watersystemen, het duurzaam optimaliseren van de waterhuishouding en om maatregelen gericht op voorkomen en/of beperken van watertekorten, wateroverlast, verzilting en bodemdaling waaronder het vergroten van het watervasthoudend vermogen van landbouwgrond en daarvoor noodzakelijke ict- of technische voorzieningen.
Voorliggend openstellingsbesluit heeft betrekking op de middelen uit het EU-POP3; het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020. Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen hebben op 2 februari 2016 de 'Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020' (gewijzigd) vastgesteld waarop deze openstelling is gebaseerd. Deze regeling is te raadplegen via:
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Groningen/395401/CVDR395401_3.html
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Voorbeelden van maatregelen zijn aanleg- en inrichting van natuurvriendelijk oevers die bijdragen aan doelen KRW en tevens een buffer vormen voor emissies naar oppervlaktewater, herstel watersystemen naar hun natuurlijke toestand, waaronder beekherstel, hermeandering waterlopen, herstellen migratiemogelijkheden, vernatting gronden, aanleg van bufferzone’s langs watergangen, maatregelen die het waterbergend vermogen van gronden en watersystemen vergroten, bijvoorbeeld peilgestuurde drainage, aanleg van helofytenfilters (natuurlijke waterzuiveringsystemen) en waterhuishoudkundige aanpassingen in het watersysteem.
Voor deze openstelling worden geen investeringen ondersteund om aan eisen te voldoen die die direct voortvloeien uit de EU-richtlijnen. Bij de invoering van nieuwe wettelijke eisen voorziet art 17 lid 5 en 6 van Verordening (EU) 1305/2013 overgangstermijnen. De concrete acties in het kader van deze openstelling vinden plaats binnen de nationale regelgeving en procedures voor de bescherming van milieu en landschap. Dit houdt onder meer in dat subsidie aanvragen worden getoetst op hun bijdrage aan de regionale waterbeheerplannen en moeten voldoen aan alle toepasselijke wetgeving. Dit sluit uit dat er subsidie wordt verstrekt voor maatregelen die overstromingsgevaar zouden doen toenemen. In Nederland zijn alle ingrepen/maatregelen die overstromingsgevaar kunnen doen toenemen, via wetgeving strikt gereguleerd. Indien een subsidieaanvrager niet over de juiste vergunningen beschikt zal het project geen subsidie uitgekeerd krijgen.
In december 2015 hebben de regionale partijen die op het gebied van het waterbeheer in noord Nederland samenwerken (provincies, gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat) in de afstemmingsnota 'Schoon en gezond water Noord Nederland' (planperiode 2016-2021) aangegeven wat de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid is en wat de maatregelen zijn die in de komende planperiode moeten worden uitgevoerd.
Bij de uitvoering van de maatregelen wordt de samenhang met andere beleidsvelden - en de samenwerking met andere partijen - nagestreefd. Bij de inrichting van het NNN, de uitvoering van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), het traject 'Droge voeten 2050', het Deltaprogramma Veiligheid en de Richtlijn Overstromingsrisico's, is deze samenhang aanwezig en is samenwerking met andere partijen goed mogelijk.
De integrale inrichting van een aantal waterbergingsgebieden, dat wil zeggen de inrichting waarbij tevens doelstellingen op het gebied van bijvoorbeeld KRW en/of het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS) worden gerealiseerd zijn concrete voorbeelden van subsidiabele activiteiten.
Een en ander laat onverlet dat wij eventuele andere maatregelen niet categorisch willen uitsluiten. Het advies van de ambtelijk adviescommissie (artikel 10) is hierbij voor ons zwaarwegend.
Onder artikel 5 lid 1 sub b ‘de niet productieve investeringen hebben een aangetoonde directe link met de landbouw' wordt verstaan dat de investeringen bij gaan dragen aan versterking van de waterhuishouding en zo de negatieve invloed van de landbouw op de waterkwaliteit en de natuur te verminderen. Daarnaast biedt versterking van de waterhuishouding de mogelijkheid om economische ontwikkelingen op het landbouwbedrijf niet te belemmeren.
Om meer zekerheid te hebben dat goede projecten tot uitvoer komen worden eisen gesteld aan de aanvraag. In artikel 5 lid 1 sub c is bepaald dat projecten bij de beoordeling minimaal moeten voldoen aan een aantal inhoudelijke eisen. Op verschillende onderdelen kan een project punten scoren bij de beoordeling. Om in aanmerking te komen voor een subsidiebijdrage moet minimaal een score van 18 punten zijn behaald. Met deze eisen wordt getracht de beste en meest kansrijke projecten te kunnen onderscheiden. De uitwerking van de scores is opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.
Voor het doen van een aanvraag moet gebruik gemaakt worden van een door het SNN verstrekt aanvraagformulier. Deze is te vinden op www.snn.nl/pop3. Een aanvraag dient (bij voorkeur digitaal) via het SNN ingediend te worden. Daarbij zijn vaste formats van het projectplan en de begroting verplichte bijlagen.
Aan de toezegging(en) van de nationale cofinanciering mogen geen andere eisen dan de eisen uit de POP-regeling verbonden worden.
Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie
Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van de criteria ‘effectiviteit’, ‘efficiëntie’, ‘kans op succes/haalbaarheid’ en ‘urgentie’. Er is gekozen voor deze criteria omdat deze de weging van de projecten goed faciliteren.
Belangrijkste selectiecriterium is de effectiviteit. Bij de beoordeling van dit criterium worden de hoofdoelstellingen - het leveren van een bijdrage aan het realiseren van KRW- en/of klimaatdoelstellingen - getoetst.
Bij het beoordelen van het criterium ‘Urgentie’ wordt de activiteit die voldoet aan de KRW- en/of de klimaatdoelstelling en die (deels) wordt uitgevoerd binnen de begrenzing van het NNN hoger beoordeeld dan dergelijke activiteiten daarbuiten. Voor zowel het realiseren van de KRW doelstellingen als het inrichten van de NNN (deze activiteiten versterken elkaar vaak) is immers in de vigerende beleidsplannen gesteld dat deze in 2027 gerealiseerd moeten zijn. Ook het realiseren van klimaatdoelstellingen kan een positieve invloed hebben het inrichten van de NNN. Verder draagt het integraal uitvoeren van maatregelen die meerdere doelen beogen bij aan de effectiviteit.
De projecten worden gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Het project met de hoogste score krijgt rangnummer 1, het project met de een na hoogste score rangnummer 2 et cetera. In het geval er meerdere projecten zijn met hetzelfde aantal punten, dan krijgen projecten die hoger scoren op het criterium ‘effectiviteit’ een hoger rangnummer. Indien projecten een gelijke score hebben op het gehele project, en op het criterium ‘effectiviteit’, èn het beschikbare subsidiebudget is ontoereikend voor deze projecten, dan kan loting plaatsvinden om de rangschikking van die projecten te bepalen.
De Adviescommissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, twee deskundigen van de Provincie Groningen, twee deskundigen van de Provincie Drenthe en twee deskundigen van de Provincie Fryslân. De deskundigen van de provincies Drenthe en Fryslân zullen de projecten binnen de Provincie Groningen beoordelen. Dit moet een onafhankelijke, gelijke en transparante behandeling van de aanvragen garanderen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-7310.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.