Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2017

Provinciale Staten van Limburg

Maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 10 februari 2017 vastgesteld hebben de nieuwe integrale tekst van:

 

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2017

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

a. Statencommissie:

een commissie als bedoeld in de artikelen 80 tot en met 82 Provinciewet;

 

b. analyse:

feitelijke uitleg over een situatie of vraagstuk;

 

c. Statenstuk:

document dat gebruikt wordt om Provinciale Staten te informeren, te sonderen of besluitvorming van Provinciale Staten voor te bereiden (Statenvoorstel);

 

d. rapportage:

document dat Gedeputeerde Staten opstellen om Provinciale Staten nadere informatie te verstrekken over een 'groot project', conform de voorliggende regeling. Dit kan zijn: een basisrapportage, een voortgangsrapportage of een eindevaluatie;

 

e. project:

een project of activiteit met inbegrip van beleidsmatige activiteiten of projecten;

 

f. ‘groot project’:

een door Provinciale Staten aangewezen project waarop de Regeling Grote Projecten van toepassing is verklaard door Provinciale Staten.

Hoofdstuk 2 Controlerende rol Provinciale Staten

Artikel 2 Sturingsinformatie voor Provinciale Staten

  • 1.

    Gedeputeerde Staten bieden Provinciale Staten sturingsinformatie aan voor activiteiten en projecten via de reguliere planning- en controlcyclus en, indien van toepassing, door het maken van een risico-inschatting in elk Statenstuk.

  • 2.

    Een Statencommissie kan Gedeputeerde Staten aangeven welke sturingsinformatie zij aanvullend nodig heeft om invulling te kunnen geven aan de controlerende taak van Provinciale Staten.

Hoofdstuk 3 Aanwijzing ‘groot project’ en uitvoering van de controle op een ‘groot project’

Artikel 3 Voorstel tot aanwijzing ‘groot project’

  • 1.

    Gedeputeerde Staten behandelen op eigen initiatief een project als 'groot project ' zoals bedoeld in deze regeling. Daarbij wordt het eerste Statenvoorstel waarin Provinciale Staten wordt gevraagd om financiële middelen voor een project te reserveren zodanig door GS opgesteld dat het voorstel tevens als basisrapportage kan fungeren conform artikel 6 van deze regeling.

  • 2.

    Bij elk Statenstuk waarbij de betreffende Statencommissie vindt dat de beschreven projectrisico’s, de complexiteit en de verstrekte en benodigde sturingsinformatie hier aanleiding toe geven en waarbij Gedeputeerde Staten niet conform het eerste lid van dit artikel hebben gehandeld, verwoordt de Statencommissie dienaangaande haar standpunt over de mogelijke aanwijzing als ‘groot project’ in een Statenvoorstel.

  • 3.

    Provinciale Staten kunnen besluiten tot aanwijzing van een ‘groot project’ indien zij van mening zijn dat er aanmerkelijke (financiële) risico’s voor de provincie Limburg aan een dossier verbonden zijn en de reguliere controle- en verantwoordingsinstrumenten ontoereikend zijn. Overwegingen die bij de aanmerking als ‘groot project’ een rol kunnen spelen zijn:

    • er is sprake van een niet routinematige, grootschalige en in de tijd begrensde activiteit met een langere doorlooptijd;

    • de (financiële) risico’s van het project worden (voor het merendeel) gedragen door de Provincie Limburg;

    • er is sprake van complexe financieringsconstructies;

    • er is sprake van een complexe organisatiestructuur.

  • 4.

    Provinciale Staten kunnen besluiten tot aanwijzing van een ‘groot project’ indien Gedeputeerde Staten op eigen initiatief een project als zodanig behandelen en een basisrapportage opstellen, zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Provinciale Staten besluiten bij de aanwijzing van een ‘groot project’ over de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten een basisrapportage beschikbaar dienen te stellen. De basisrapportage vormt het startdocument voor de controle door Provinciale Staten op het ‘groot project’.

Artikel 4 Controle door Provinciale Staten op een ‘groot project’

  • 1.

    De Statencommissies zijn namens Provinciale Staten belast met de controle op de ‘grote projecten’. Zij zien daarbij toe op de juiste toepassing van deze regeling en vormen zich een oordeel over de voortgang per ‘groot project’ aan de hand van basis-, voortgangs- en eindevaluatierapportages.

  • 2.

    Een Statencommissie kan Gedeputeerde Staten vragen om een aangeleverde rapportage compleet te herzien of aan te vullen met de gevraagde informatie. Een herziene rapportage wordt behandeld conform het gestelde in artikel 6.

Artikel 5 Inhoud van rapportages en uitgangspunten voor controle door Provinciale Staten

  • 1.

    Er worden 3 soorten rapportages onderscheiden: basisrapportage, voortgangsrapportage en eindevaluatie.

  • 2.

    Elke rapportage geeft een compacte, zelfstandig leesbare beschrijving op hoofdlijnen en geeft inzicht in tenminste de navolgende informatie:

    • projectdoelstelling(en);

    • reikwijdte van het project;

    • besluitvormingsmomenten en betrokkenheid PS;

    • planning;

    • financiën;

    • risico’s en risicobeheersing;

    • projectbeheer en projectbeheersing;

    • overige informatie die het project raakt en waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld dat deze informatie noodzakelijk is voor de uitoefening van de controlerende taak van Provinciale Staten.

  • 3.

    Bij het onderdeel ‘financiën’ uit het tweede lid, wordt inzicht gegeven in:

    • de kostenopbouw van het project, waarbij wordt ingegaan op de kostenraming van het project en de wijze waarop de geraamde bedragen tot stand gekomen zijn;

    • de kostenontwikkeling in de loop van de tijd;

    • de exacte financiering van het project, waar onder de wijze van financiering van de investerings- en uitvoeringskosten. Indien van toepassing wordt ook aandacht besteed aan publiek-private samenwerking, de wijze van contractering en het eventueel aangaan van een deelneming;

    • de budgettaire inpassing van het ‘groot project’ in de Provinciale begroting, de voorziene budgettaire dekking en afspraken over compensatie van eventuele overschrijdingen. De uitgaven, verplichtingen en ontvangsten die met het ‘groot project’ gemoeid zijn, worden in beginsel op één afzonderlijk begrotingsartikel of artikelonderdeel geboekt en herkenbaar in de programma begroting opgenomen;

    • de hardheid van externe financieringsbronnen.

  • 4.

    Bij het onderdeel ‘risico’s en risicobeheersing’ uit het tweede lid, wordt aangegeven:

    • welke mogelijke risico’s aan het project verbonden zijn (inclusief de te voorziene risico’s die mogelijk pas op termijn aan de orde kunnen zijn);

    • hoe groot de risico’s zijn (omvang);

    • welke impact de risico’s kunnen hebben;

    • wat de (financiële) gevolgen van de geïdentificeerde risico’s kunnen zijn en hoe risico’s en onzekerheden beheerst zullen worden en door wie (aannemer, Provincie Limburg als opdrachtgever, Provincie Limburg als bevoegd gezag, andere overheden);

    • de (veranderingen in de) risicobeheersing;

    • wat de kans maal omvang van elk risico is. Alle aanzienlijke risico’s worden beschreven, zowel tegenvallers als meevallers, en waar mogelijk, gekwantificeerd.

Artikel 6 (Herziene) basisrapportage en (herziene) voortgangsrapportage

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen per ‘groot project’ een basisrapportage op.

  • 2.

    De basisrapportage beschrijft de situatie bij ongewijzigd beleid (nulmeting), op een zodanige wijze dat effectmeting na verwezenlijking van het project mogelijk is. Een herziene basisrapportage is een op verzoek van Provinciale Staten aangepaste basisrapportage, met specifiek gevraagde aanvullende informatie.

  • 3.

    De Griffie (Statenonderzoeksfunctie) analyseert de door Gedeputeerde Staten opgestelde (herziene) basisrapportage door deze te toetsen aan de daartoe geformuleerde uitgangspunten genoemd in artikel 5 van deze regeling en legt deze sonderend voor aan de betreffende Statencommissie.

  • 4.

    De betreffende Statencommissie geeft een aantal ijkmomenten aan waarop een voortgangsrapportage, aan de orde is. Deze voortgangsrapportages worden separaat verstrekt van documenten in het kader van de provinciale planning en control cyclus.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten stellen op de ijkmomenten, zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel, per ‘groot project’ een voortgangsrapportage op. Bij aanzienlijke tussentijdse afwijkingen informeren Gedeputeerde Staten direct Provinciale Staten hierover (actieve informatieplicht). Indien dit laatste het geval is overleggen GS binnen een termijn van 6 weken een actuele voortgangsrapportage.

  • 6.

    In de voortgangsrapportage wordt alleen melding gemaakt van aanzienlijke wijzigingen en afwijkingen ten opzichte van de informatie die opgenomen is in de (herziene) basisrapportage of eerdere voortgangsrapportages.

  • 7.

    De Griffie (Statenonderzoeksfunctie) analyseert de door Gedeputeerde Staten opgestelde voortgangsrapportage, door deze te toetsen aan de daartoe geformuleerde uitgangspunten en informeert Provinciale Staten hier over.

  • 8.

    Indien er geen aanzienlijke afwijkingen aan de orde zijn op het moment dat gerapporteerd zou moeten worden over de voortgang in het ‘groot project’, zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel, dan stellen Gedeputeerde Staten Provinciale Staten hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 7 Eindevaluatie en beëindiging status ‘groot project’

  • 1.

    Bij een voortgangsrapportage kunnen Gedeputeerde Staten gemotiveerd verzoeken om de status ‘groot project’ te beëindigen.

  • 2.

    Een verzoek van Gedeputeerde Staten om de status van ‘groot project’ te beëindigen wordt door de Griffie (Statenonderzoeksfunctie) geanalyseerd. Deze analyse wordt als sonderend stuk van de Griffie geagendeerd voor de betreffende Statencommissie waar het ‘groot project’ inhoudelijk gezien onder valt.

  • 3.

    De Statencommissie waar een ‘groot project’ inhoudelijk onder valt, monitort de duur van de status van ‘groot project’. Als de Statencommissie van mening is dat de status van een ‘groot project’ mogelijk als beëindigd kan worden beschouwd, vraagt de Statencommissie de Griffie (Statenonderzoeksfunctie) eerst om een analyse hier omtrent op te stellen op basis van de door GS aan Provinciale Staten verstrekte informatie. Deze analyse wordt als sonderend stuk van de Griffie geagendeerd voor de betreffende Statencommissie waar het ‘groot project’ inhoudelijk gezien onder valt.

  • 4.

    Indien de betreffende Statencommissie van mening is dat de status van ‘groot project’ beëindigd kan worden, kan de betreffende Statencommissie Gedeputeerde Staten verzoeken om een eindevaluatie op te stellen.

  • 5.

    In de eindevaluatie wordt teruggeblikt op het verloop van het project waarbij eventuele leerpunten die hier uit kunnen worden getrokken voor de toekomst worden gedeeld met PS):

    • in welke mate zijn de oorspronkelijke doelstelling(en) van het project gerealiseerd?

    • hoeveel bedragen de uiteindelijke (totale) kosten van het project?

    • in hoeverre is de oorspronkelijke- en de laatst gewijzigde projectraming en projectplanning gerealiseerd?

    • een beschrijving van de (financiële) gevolgen van risico’s die zich gedurende het project hebben gemanifesteerd;

    • actuele informatie over de wijze waarop het project is beheerst en beheerd en informatie over hoe de projectorganisatie heeft gefunctioneerd.

  • 6.

    De betreffende Statencommissie kan Provinciale Staten adviseren om de laatste voortgangsrapportage als eindevaluatie te beschouwen.

  • 7.

    Indien de betreffende Statencommissie van mening is dat de status van ‘groot project’ niet beëindigd kan worden, dan informeert de betreffende Statencommissie Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten hierover.

  • 8.

    Indien de betreffende Statencommissie van mening is dat de status van ‘groot project’ beëindigd kan worden, dan legt zij haar standpunt hier omtrent voor aan Provinciale Staten in de vorm van een Statenvoorstel.

Hoofdstuk 4 Analyse van een rapportage

Artikel 9 Strekking analyse

In een analyse van de Griffie (Statenonderzoeksfunctie) wordt de door Gedeputeerde Staten verstrekte informatie getoetst aan de in artikel 5 geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast wordt, waar aan de orde, een relatie met relevante moties en toezeggingen gelegd en worden eventuele actualiteiten verwerkt. Tenslotte wordt de (zelfstandige) leesbaarheid, duidelijkheid, volledigheid en waar mogelijk de kwaliteit van de verstrekte informatie in beeld gebracht.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Werking, toepassing en uitleg van de regeling

  • 1.

    De daartoe aangewezen Statencommissie is belast met de coördinatie van de toepassing van de regeling door de Statencommissies.

  • 2.

    De daartoe aangewezen Statencommissie brengt 1 maal per 2 jaar of zoveel vaker als zij dit nodig acht, in het voorjaar verslag uit aan Provinciale Staten over de werking en toepassing van deze regeling in de voorafgaande kalenderjaren (evaluatie van de regeling). Daartoe biedt de Griffie (Statenonderzoeksfunctie) een analyse van de werking en toepassing van de regeling ter sondering aan.

  • 3.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de daartoe aangewezen Statencommissie.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    De Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2015, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 10 juli 2015, vervalt bij de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2017’

Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten, gehouden op 10 februari 2017

Provinciale Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

de griffier,

mw. drs. J.J. Braam

Naar boven