Beleidsregels sanctie- en handhavingsbeleid bij subsidies 2017

Gedeputeerde Staten van Limburg,

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 27, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 25 juli 2017 hebben vastgesteld:

 

BELEIDSREGELS SANCTIE- EN HANDHAVINGSBELEID BIJ SUBSIDIES 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: de vigerende Algemene Subsidieverordening.

  • b.
  • c.

    Ernstige onregelmatigheden: wijziging van feiten en omstandigheden die invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag (zoals misbruik).

  • d.

    Fraude: zaken die doorgaans met de term fraude worden aangeduid, waarbij kan worden gedacht aan: valsheid in geschrifte, oplichting, bedrog, benadeling van de Provincie Limburg als schuldeiser of rechthebbende, corruptie, diefstal en/of verduistering.

  • e.

    Misbruik: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte (te hoge) overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen.

  • f.

    Projectperiode: de periode, zoals opgenomen in de subsidieverstrekkingsbeschikking, waarbinnen het project moet worden gerealiseerd.

  • g.

    Resultaatdoelstellingen: de doelstellingen c.q. resultaten zoals opgenomen in het bij de subsidieaanvraag ingediende projectplan en/of in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking.

  • h.

    Vastgestelde subsidiebedrag: het na de verlening dan wel zonder voorafgaande verleningsbeschikking, vastgestelde subsidiebedrag.

  • i.

    Vast te stellen subsidiebedrag: het verleende subsidiebedrag verlaagd met (de) het kortingsbedrag(en) vanwege het niet (geheel) uitvoeren van de activiteit(en) c.q. het naar rato bijgestelde subsidiebedrag, zoals opgenomen in de subsidieverstrekkingsbeschikking.

Artikel 2 Reikwijdte/toepassingsbereik

Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies waarop de ASV van toepassing is dan wel van toepassing wordt verklaard.

Artikel 3 Doelstelling

Het doel van deze beleidsregels is:

  • a.

    het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen;

  • b.

    de handhaafbaarheid vergroten;

  • c.

    de schade die door misbruik ontstaat beperken; en

  • d.

    het op uniforme wijze korten/sanctioneren van subsidieontvangers.

Artikel 4 Sancties

  • 1.

    Een sanctie wordt opgelegd in het geval de subsidieontvanger de in de ASV en/of de in de nadere subsidieregels opgenomen verplichtingen en/of de in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking opgelegde verplichtingen, niet of niet geheel nakomt.

  • 2.

    Dit sanctiebeleid kan gezien worden als een aanvulling op de artikelen van afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Sanctiemogelijkheden zijn:

    • a.

      preventief weigeren van een (toekomstige) subsidie;

    • b.

      de subsidie intrekken dan wel verlagen en/of lager of op nihil vaststellen;

    • c.

      in geval van fraude, aangifte bij het Openbaar Ministerie;

    • d.

      registratie in geval van ernstige onregelmatigheden.

Artikel 5 Preventief weigeren

Op grond van artikel 4:35 van de Awb en het artikel “Weigeringsgronden” van de ASV kan de subsidie preventief geweigerd worden. In aanvulling op beide artikelen kan de subsidie preventief worden geweigerd indien de subsidieontvanger bij de Provincie Limburg geregistreerd staat vanwege ernstige onregelmatigheden. De subsidie kan gedurende drie jaren na de datum van registratie op grond van de vigerende 'Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies' worden geweigerd.

Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie

  • 1.

    Indien de subsidieontvanger zich niet aan de verplichtingen houdt die gesteld worden aan de subsidie, kan dit consequenties hebben voor het verleende c.q. vastgestelde subsidiebedrag. Het subsidiebedrag of een gedeelte hiervan kan worden teruggevorderd indien:

    • a.

      de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie ingetrokken, dan wel op nihil vastgesteld.

    • b.

      de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit gedeeltelijk niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) gedeeltelijk niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie verlaagd met het kortingspercentage(s) of kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld, afhankelijk van de aard en de oorzaak van de afwijking (maatwerk).

    • c.

      de subsidieontvanger niet voldoet aan de in het artikel “Verplichtingen bij aanbesteding” in de ASV genoemde aanbestedingsverplichtingen. Het kortingsbedrag bedraagt 20% van het vast te stellen subsidiebedrag vermenigvuldigd met het betrokken deel waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd, gedeeld door de totale gerealiseerde subsidiabele kosten.

    • d.

      de subsidieontvanger niet voldoet aan de verplichting om (tijdig) een tussentijdse rapportage toe te zenden, zoals opgenomen in het artikel “Verplichtingen algemeen” in de ASV en zoals vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. Het kortingspercentage voor het niet (tijdig) aanleveren van de tussentijdse rapportage na een eerste rappèl, bedraagt 5% van het vast te stellen subsidiebedrag.

    • e.

      de subsidieontvanger niet voldoet aan de publicatieverplichtingen zoals opgenomen in het artikel “Verplichtingen algemeen” in de ASV. Indien bij publicaties geen melding is gemaakt van het betreffende logo, dan wel dat het project is gerealiseerd met de steun van de Provincie Limburg, bedraagt het kortingspercentage 5% van het vast te stellen dan wel vastgestelde subsidiebedrag, met een maximum van € 5.000,00.

    • f.

      de subsidieontvanger de overige verplichtingen, vastgelegd in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking, (gedeeltelijk) niet nakomt. De subsidie wordt in dat geval verlaagd met het kortingspercentage(s) dan wel kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, afhankelijk van de aard en oorzaak van de afwijking, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld (maatwerk).

Artikel 7 Meldingsplicht

  • 1.

    Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet zullen worden verricht, zoals omschreven in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV, wordt de subsidievaststelling c.q. subsidieverlening ingetrokken en het uitbetaalde subsidiebedrag teruggevorderd.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet geheel zullen worden verricht, zoals omschreven in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV, wordt de subsidie ten nadele van subsidieontvanger gewijzigd. Bovenop de korting voor het niet geheel uitvoeren van de activiteit(en), wordt een extra korting van 5% van de korting(en) voor de niet uitgevoerde activiteit(en), opgelegd.

  • 3.

    Op de meldingsplicht inzake wijzigingen in de looptijd, zoals omschreven in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV, zijn de vigerende ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ van toepassing.

  • 4.

    Indien de subsidieontvanger een subsidie kleiner dan € 125.000,00 ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking overschrijdt en niet conform de vigerende ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ schriftelijk aan Gedeputeerde Staten om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, wordt de subsidie (alsnog) lager bijgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 15% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.

  • 5.

    Indien de subsidieontvanger een subsidie van € 125.000,00 of meer ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking overschrijdt en niet conform de vigerende ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ schriftelijk aan Gedeputeerde Staten tijdig om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, zijn de kosten die gemaakt zijn na het einde van de projectperiode niet subsidiabel.

  • 6.

    Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet van wijzigingen van 20% of meer in de begrote kosten en opbrengsten zoals omschreven in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV, bedraagt het kortingspercentage 5% van het vast te stellen, dan wel vastgestelde subsidiebedrag.

Artikel 8 Cumulatie kortingen

Indien meerdere niet-nalevingen zoals opgenomen in artikel 6 en 7 zijn geconstateerd, wordt per geconstateerde niet-naleving een kortingspercentage c.q. kortingsbedrag vastgesteld en worden de kortingspercentages c.q. kortingsbedragen gecumuleerd. Het kortingspercentage c.q. kortingsbedrag bedraagt maximaal 100% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.

Artikel 9 Aangifte

In geval van fraude wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 10 Registratie

Voor registratie gelden de vigerende ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies’.

Artikel 11 Overgangsrecht

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad in werking.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Sanctie- en handhavingsbeleid”.

     

Maastricht, 25 juli 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting

Algemeen

Het subsidiestelsel van de Provincie Limburg is gebaseerd op het Uniform (Rijksbreed) Subsidiekader (USK).

 

Het provinciaal subsidiestelsel is een outputgericht stelsel en gaat uit van proportionaliteit, sturen op hoofdlijnen en prestaties, (verdere) vereenvoudiging en uniformering en vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico’s uit het oog te verliezen. De subsidieontvanger krijgt meer vertrouwen van de Provincie doordat niet altijd standaard (financiële) verantwoording hoeft te worden afgelegd. Dit betekent dat wordt gewerkt vanuit het vertrouwen in de subsidieontvanger. Hieraan wordt vorm gegeven door niet meer alle subsidieontvangers altijd te belasten met (financiële) verantwoordingen, rapportages en controles. Door op deze wijze invulling te geven aan het principe van vertrouwen worden goedwillende burgers, bedrijven en instellingen minimaal belast en hoeven de goeden niet onder de kwaden te lijden.

 

Doordat meer wordt uitgegaan van vertrouwen is het van belang dat er voldoende checks en balances in het systeem worden ingebouwd om te borgen dat deze aanpak niet leidt tot (verruiming van) misbruik. Bij de subsidieverlening en subsidievaststelling moet slimmer worden omgegaan met de beheersing van de risico’s om zo misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies te bestrijden.

 

Tegenover meer vertrouwen staat méér eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger, wat een belangrijke factor is in het subsidiestelsel. Er komt meer verantwoordelijkheid bij de subsidieontvanger te liggen, bijvoorbeeld door een actieve meldingsplicht als een activiteit (deels) niet wordt uitgevoerd. Daarbij krijgt de subsidieontvanger de plicht om omstandigheden te melden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het subsidiebedrag. Na zo’n melding kunnen Gedeputeerde Staten opgelegde verplichtingen eventueel aanpassen dan wel het subsidiebedrag lager of op nihil vaststellen c.q. verlagen of intrekken en tot terugvordering overgaan. Verder is de aandacht verschoven naar een streng regime van het aanpakken van onregelmatigheden, waaronder misbruik.

 

Méér vertrouwen gaat ook hand in hand met een strikte handhaving en consequent toepassen van beschikbare handhavingsmogelijkheden. Bij constatering van onregelmatigheden, waaronder misbruik, zal dan ook consequent worden opgetreden en ‘bestraft’ op basis van de beschikbare sanctiemogelijkheden. Daartoe zijn onderhavige beleidsregels opgesteld.

Artikel 3 Doelstelling

Het toepassen van een sanctiebeleid is onderdeel van het consequent toepassen van handhavingsmogelijkheden. Men vergroot daardoor de handhaafbaarheid. Deze beleidsregels hebben echter ook een belangrijke preventieve functie, namelijk het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de beschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen. Door het (gedeeltelijk) intrekken of lager vaststellen van de subsidie en subsidiebedragen (gedeeltelijk) terugvorderen, verkleint men de schade die ontstaan is door het misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidiegelden. Hiermee wordt verkleining van de financiële schade die door de Provincie wordt geleden bedoeld, wanneer de subsidiemiddelen niet overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie is verstrekt worden besteed en eraan gekoppelde verplichtingen niet worden nageleefd. Dan wordt het gegeven vertrouwen beschaamd en zal consequent worden gehandhaafd en gesanctioneerd.

Artikel 4 Sancties

In afdeling 4.2.3 en 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht zijn artikelen weergegeven waarmee een subsidieverstrekker een subsidie preventief kan weigeren of een subsidie (gedeeltelijk) kan intrekken dan wel ten nadele van de subsidieontvanger kan wijzigen. Deze artikelen zijn leidend bij de uitvoering van sancties bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de opgelegde verplichtingen aan de subsidieontvanger. Echter, op deze artikelen is een aanvulling nodig. Deze beleidsregels geven deze aanvulling weer.

Artikel 5 Preventief weigeren

Art 4:35 van de Awb geeft een aantal preventieve weigeringsgronden weer. In de ASV is ook een aanvulling op dit artikel uit de Awb opgenomen. Daarnaast kan een subsidie ook geweigerd worden indien de subsidieontvanger op grond van de vigerende ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies’ bij de Provincie Limburg geregistreerd staat.

Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie

Lid 1, onderdeel c

Diegene, die een subsidie als bedoeld in de ASV ontvangt voor een bedrag van € 125.000,00 of meer, neemt de bepalingen van de vigerende aanbestedingsregels bij subsidiëring in acht bij de verlening van opdrachten voor leveringen, diensten of werken in het kader van de uitvoering van activiteiten die (mede) met die subsidie worden gefinancierd. Indien een mede door de Provincie Limburg gesubsidieerde opdracht op grond van geldende Europese of nationale bepalingen aanbesteed moet worden overeenkomstig de Europese aanbestedingsrichtlijnen neemt de subsidieontvanger die richtlijnen in acht.

Indien de subsidieontvanger niet voldoet aan de in de ASV genoemde aanbestedingsverplichting, bedraagt het kortingsbedrag 20% van het vast te stellen subsidiebedrag vermenigvuldigd met het betrokken deel waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd, gedeeld door de totale gerealiseerde subsidiabele kosten.

Voorbeeld:

Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 200.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger een opdracht niet conform de vigerende aanbestedingsregels bij subsidiëring, heeft aanbesteed. De totaal gerealiseerde kosten van het project bedragen € 10.000.000,00. De hoogte van de waarde van de opdracht waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd is € 3.000.000,00. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:

 

Verleende subsidiebedrag:

€ 200.000,00

Niet naleven aanbestedingsverplichting:

20% van € 200.000,00 x €   3.000.000,00

                                         € 10.000.000,00

 

€12.000,00 -/-

Vastgestelde subsidiebedrag:

€ 188.000,00

Lid 1, onderdeel d

Indien het subsidiebedrag € 25.000,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van de activiteiten meer dan 12 maanden duurt, kan één keer per 12 maanden een tussentijdse voortgangsrapportage worden gevraagd. In de verleningsbeschikking wordt het tijdstip voor het aanleveren van de voortgangsrapportage vermeld.

Lid 1, onderdeel e

Indien er sprake is van één of meer publicaties die door de subsidieontvanger worden gedaan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, dient bij die publicaties gebruik te worden gemaakt van het betreffende actuele logo van de Provincie Limburg en te worden aangegeven dat het project gerealiseerd wordt met steun van de Provincie Limburg.

Lid 1, onderdeel f

Overige verplichtingen die niet in deze beleidsregels zijn genoemd, maar wel zijn opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking dienen nagekomen dan wel uitgevoerd te worden. Het niet naleven ervan kan leiden tot het ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidie.

Artikel 7

Lid 1

Indien de subsidieontvanger niet onverwijld schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra redelijkerwijs aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet zullen worden verricht, zal de subsidie worden ingetrokken c.q. op nihil worden vastgesteld.

Lid 2

Indien de subsidieontvanger niet onverwijld schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra redelijkerwijs aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet geheel zullen worden verricht, wordt de subsidie ten nadele van subsidieontvanger gewijzigd. Bovenop de korting voor het niet geheel uitvoeren van de activiteiten, wordt een extra korting van 5% van de korting(en) voor de niet uitgevoerde activiteit(en), opgelegd (zie ook het voorbeeld in de artikelsgewijze toelichting op artikel 8).

Lid 3, 4 en 5

In de ASV is een meldingsplicht opgenomen waarin onder andere is bepaald dat de subsidieontvanger onmiddellijk schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet binnen de looptijd van het project zullen worden verricht. In de subsidieverstrekkingsbeschikkingen nemen we dan ook altijd als verplichting de looptijd van het project op. Wijzigingen in de looptijd moet een subsidieontvanger tijdig (voor het einde van de looptijd) en gemotiveerd ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorleggen. Derhalve vallen de daarop van toepassing zijnde vigerende beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten onder de meldingsplicht.

Artikel 8 Cumulatie kortingen

Indien geconstateerd is dat de subsidieontvanger meerdere verplichtingen niet is nagekomen, wordt per geconstateerde niet-naleving een verlaging vastgesteld en worden deze verlagingen bij elkaar opgeteld. Het totaal aan opgetelde kortingspercentages/kortingsbedragen bedraagt maximaal 100% van de vastgestelde c.q. vast te stellen subsidie.

Voorbeeld:

Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 100.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger de activiteiten niet geheel heeft uitgevoerd (activiteit 1 is niet uitgevoerd) en dit niet heeft gemeld conform de meldingsplicht in de vigerende ASV. In de verleningsbeschikking is opgenomen dat een korting wordt toegepast van € 5.000,00 indien subsidieontvanger activiteit 1 niet realiseert. Daarnaast heeft subsidieontvanger posters gedrukt, maar daarbij geen melding gemaakt van de financiële steun van de Provincie Limburg. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:

 

Verleende subsidiebedrag:

 

€ 100.000.00

Niet uitvoeren activiteit 1:

 

€ 5.000,00 -/-

Geen melding steun Provincie:

5% van (€ 100.000,00-/- € 5.000,00)

€ 4.750,00 -/-

Niet melden niet uitvoeren activiteit 1:

5% van € 5.000,00

€ 250,00 -/-

Vastgestelde subsidiebedrag:

 

€ 90.000,00

 

Naar boven