Beleidsregels sanctie- en handhavingsbeleid bij subsidies 2015 e.v.
Gedeputeerde Staten van Limburg
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in artikel 24 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg bekend dat Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 27 oktober 2015 hebben vastgesteld:
 
BELEIDSREGELS SANCTIE- EN HANDHAVINGSBELEID BIJ SUBSIDIES 2015 E.V.
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
  • a.
    ASV 2012: Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg.
  • b.
    Awb: Algemene wet bestuursrecht.
  • c.
    Ernstige onregelmatigheden: wijziging van feiten en omstandigheden die invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag (zoals misbruik).
  • d.
    Fraude: zaken die doorgaans met de term fraude worden aangeduid, waarbij kan worden gedacht aan: valsheid in geschrifte, oplichting, bedrog, benadeling van de Provincie Limburg als schuldeiser of rechthebbende, corruptie, diefstal en/of verduistering.
  • e.
    Misbruik: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte (te hoge) overheidssubsidies of –uitkeringen te verkrijgen.
  • f.
    Projectperiode: de periode, zoals opgenomen in de subsidieverstrekkingsbeschikking, waarbinnen het project moet worden gerealiseerd.
  • g.
    Resultaatdoelstellingen: de doelstellingen c.q. resultaten zoals opgenomen in het bij de subsidieaanvraag ingediende projectplan en/of in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking.
  • h.
    Vastgestelde subsidiebedrag: het bij de verlening, zonder voorafgaande verleningsbeschikking, vastgestelde subsidiebedrag als bedoeld in artikel 12, derde en vierde lid, van de ASV 2012.
  • i.
    Vast te stellen subsidiebedrag: het verleende subsidiebedrag verlaagd met (de) het kortingsbedrag(en) vanwege het niet (geheel) uitvoeren van de activiteit(en) c.q. het naar rato bijgestelde subsidiebedrag, zoals opgenomen in de subsidieverstrekkingsbeschikking.
Artikel 2 Reikwijdte/toepassingsbereik
Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies waarop de ASV 2012 van toepassing is dan wel van toepassing wordt verklaard.
 
Artikel 3 Doelstelling
Het doel van deze beleidsregels is:
a. het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de beschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen;
  • b.
    de handhaafbaarheid vergroten;
  • c.
    de schade die door misbruik ontstaat beperken; en
  • d.
    het op uniforme wijze korten/sanctioneren van subsidieontvangers.
Artikel 4 Sancties
  • 1.
    Een sanctie wordt opgelegd in het geval de subsidieontvanger de in de ASV 2012 en/of de in de nadere subsidieregels opgenomen verplichtingen, en/of de in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking opgelegde verplichtingen, niet of niet geheel nakomt.
  • 2.
    Dit sanctiebeleid kan gezien worden als een aanvulling op de artikelen van afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 3.
    Sanctiemogelijkheden zijn:
    • a.
      preventief weigeren van een (toekomstige) subsidie;
    • b.
      de subsidie intrekken dan wel verlagen en/of lager of op nihil vaststellen;
    • c.
      in geval van fraude, aangifte bij het Openbaar Ministerie;
    • d.
      registratie in geval van ernstige onregelmatigheden.
Artikel 5 Preventief weigeren
Op grond van artikel 4:35 van de Awb en artikel 15 van de ASV 2012 kan de subsidie preventief geweigerd worden. In aanvulling op beide artikelen kan de subsidie preventief worden geweigerd indien de subsidieontvanger bij de Provincie Limburg geregistreerd staat. De subsidie kan gedurende drie jaren na de datum van registratie op grond van de ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies’ worden geweigerd.
 
Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie
  • 1.
    Indien de subsidieontvanger zich niet aan de verplichtingen houdt die gesteld worden aan de subsidie, kan dit consequenties hebben voor het verleende c.q. vastgestelde subsidiebedrag. Het subsidiebedrag of een gedeelte hiervan kan worden teruggevorderd indien:
    • a.
      de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie ingetrokken dan wel op nihil vastgesteld.
  • b.
    de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit gedeeltelijk niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) gedeeltelijk niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie verlaagd met het kortingspercentage(s) of kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel in de subsidievaststellingsbeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld, afhankelijk van de aard en de oorzaak van de afwijking (maatwerk).
  • c.
    de subsidieontvanger van een subsidie van € 125.000,00 of meer niet voldoet aan de in artikel 21 van de ASV 2012 genoemde aanbestedingsverplichtingen. Het kortingsbedrag bedraagt 20% van het vast te stellen subsidiebedrag vermenigvuldigd met het betrokken deel waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd, gedeeld door de totale gerealiseerde subsidiabele kosten.
  • d.
    de subsidieontvanger die een subsidie van € 25.000,00 of meer heeft ontvangen met een looptijd langer dan 12 maanden niet voldoet aan de verplichting om (tijdig) een tussentijdse rapportage toe te zenden, zoals opgenomen in artikel 17, derde lid, van de ASV 2012 en zoals vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. Het kortingspercentage voor het niet (tijdig) aanleveren van de tussentijdse rapportage na een eerste rappel, bedraagt 5% van het vast te stellen subsidiebedrag.
  • e.
    de subsidieontvanger niet voldoet aan de publicatieverplichtingen zoals opgenomen in artikel 17, tweede lid, van de ASV 2012. Indien bij publicaties geen melding is gemaakt van de steun van de Provincie Limburg, bedraagt het kortingspercentage 5% van het vast te stellen dan wel vastgestelde subsidiebedrag, met een maximum van € 5.000,00.
  • f.
    de subsidieontvanger de overige verplichtingen, vastgelegd in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking, (gedeeltelijk) niet nakomt. De subsidie wordt in dat geval verlaagd met het kortingspercentage(s) dan wel kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, afhankelijk van de aard en oorzaak van de afwijking, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld (maatwerk).
Artikel 7 Meldingsplicht
  • 1.
    Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet zullen worden verricht zoals omschreven in artikel 18, lid 1, onderdeel a, van de ASV 2012, wordt de subsidievaststelling c.q. subsidieverlening ingetrokken en het uitbetaalde subsidiebedrag teruggevorderd.
  • 2.
    Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet geheel zullen worden verricht zoals omschreven in artikel 18, lid 1, onderdeel a, van de ASV 2012, wordt de subsidie ten nadele van subsidieontvanger gewijzigd. Bovenop de korting voor het niet geheel uitvoeren van de activiteit(en), wordt een extra korting van 5% van de korting(en) voor de niet uitgevoerde activiteit(en), opgelegd.
  • 3.
    Op de meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 18, lid 1, onderdeel b, van de ASV 2012 zijn de ‘Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten’ van toepassing.
  • 4.
    Indien de subsidieontvanger een subsidie kleiner dan € 125.000,00 ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking overschrijdt en niet conform artikel 2 van de ‘Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten’ schriftelijk aan Gedeputeerde Staten om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, wordt de subsidie (alsnog) lager bijgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 15% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.
  • 5.
    Indien de subsidieontvanger een subsidie van € 125.000,00 of meer ontvangt en de projectperiode zoals opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking overschrijdt en niet conform artikel 2 van de ‘Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten’ schriftelijk aan Gedeputeerde Staten tijdig om een verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, zijn de kosten die gemaakt zijn na het einde van de projectperiode niet subsidiabel.
Artikel 8 Cumulatie kortingen
Indien meerdere niet-nalevingen zoals opgenomen in artikel 6 en 7 zijn geconstateerd, wordt per geconstateerde niet-naleving een kortingspercentage c.q. kortingsbedrag vastgesteld en worden de kortingspercentages c.q. kortingsbedragen gecumuleerd. Het kortingspercentage c.q. kortingsbedrag bedraagt maximaal 100% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.
 
Artikel 9 Aangifte
In geval van fraude wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
 
Artikel 10 Registratie
Voor registratie gelden de ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies’.
 
Artikel 11 Overgangsrecht
  • 1.
    De ‘Beleidsregels met betrekking tot het Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies’ (Provinciaal Blad 2011, nr. 62) vervallen bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels.
  • 2.
    Subsidies die na inwerkingtreding van deze beleidsregels nog vastgesteld moeten worden of steekproefsgewijs worden gecontroleerd, worden op basis van deze nieuwe beleidsregels afgehandeld.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze beleidsregels treden de dag na publicatie in het Provinciaal Blad in werking.
  • 2.
    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Sanctie- en handhavingsbeleid bij subsidies 2015 e.v.”.
     
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 27 oktober 2015
 
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris
dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
 
 
Toelichting
Algemeen
Per 1 januari 2012 is de nieuwe Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg in werking getreden. Hiermee is met ingang van 2012 een nieuw subsidiestelsel geïntroduceerd, dat is gebaseerd op het Uniform Subsidiekader.
In 2009 is in het kader van deregulering en vermindering van administratieve lasten het ‘Kader financieel beheer rijkssubsidies’ vastgesteld. Het is een rijksbreed (uniform) bindend kader dat de uitvoering en verantwoording van rijkssubsidies vereenvoudigt en uniformeert. Dit Uniform subsidiekader beoogt vermindering van de regeldruk en administratieve lasten en uitvoerings- en controlelasten bij subsidies. Sinds 1 januari 2010 zijn de rijksdepartementen verplicht hun subsidies te verstrekken conform de door de Tweede Kamer in december 2009 vastgestelde Aanwijzingen voor subsidieverstrekking.
Ook de Provincie Limburg heeft deregulering en klantgerichtheid hoog in het vaandel staan en beoogt verdere reductie van administratieve lasten te bevorderen. Provinciale Staten hebben daarom besloten om het gedachtegoed van het Uniform Subsidiekader inclusief de drie standaard arrangementen voor verantwoording en controle in een nieuw subsidiekader in de vorm van een nieuwe provinciale Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg (ASV 2012) te verankeren. Deze ASV 2012 vormt een bindend provinciebreed kader voor het verstrekken van subsidies en is per 1 januari 2012 in werking getreden.
Het nieuwe subsidiesysteem is een outputgericht stelsel en gaat uit van proportionaliteit, sturen op hoofdlijnen en prestaties, (verdere) vereenvoudiging en uniformering en vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico’s uit het oog te verliezen. De subsidieontvanger krijgt meer vertrouwen van de Provincie doordat niet altijd standaard (financiële) verantwoording hoeft te worden afgelegd. Dit betekent dat wordt gewerkt vanuit het vertrouwen in de subsidieontvanger. Hieraan wordt vorm gegeven door niet meer alle subsidieontvangers altijd te belasten met (financiële) verantwoordingen, rapportages en controles. Door op deze wijze invulling te geven aan het principe van vertrouwen worden goedwillende burgers, bedrijven en instellingen minimaal belast en hoeven de goeden niet onder de kwaden te lijden.
Doordat meer wordt uitgegaan van vertrouwen is het van belang dat er voldoende checks en balances in het systeem worden ingebouwd om te borgen dat deze aanpak niet leidt tot (verruiming van) misbruik. Bij de subsidieverlening en subsidievaststelling moet slimmer worden omgegaan met de beheersing van de risico’s om zo misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies te bestrijden. Met de invoering van het nieuwe subsidiekader is ook een provinciebreed beleid geïntroduceerd c.q. aangescherpt om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies te bestrijden.
Tegenover meer vertrouwen staat méér eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger, wat een belangrijke factor is in het nieuwe stelsel. Er komt meer verantwoordelijkheid bij de subsidieontvanger te liggen, bijvoorbeeld door een actieve meldingsplicht als een activiteit (deels) niet wordt uitgevoerd. Daarbij krijgt de subsidieontvanger de plicht om omstandigheden te melden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het subsidiebedrag. Na zo’n melding kunnen Gedeputeerde Staten opgelegde verplichtingen eventueel aanpassen dan wel het subsidiebedrag lager of op nihil vaststellen c.q. verlagen of intrekken en tot terugvordering overgaan. Verder is de aandacht verschoven naar een streng regime van het aanpakken van onregelmatigheden, waaronder misbruik.
Méér vertrouwen gaat ook hand in hand met een strikte handhaving en consequent toepassen van beschikbare handhavingsmogelijkheden. Bij constatering van onregelmatigheden, waaronder misbruik, zal dan ook consequent worden opgetreden en ‘bestraft’ op basis van de beschikbare sanctiemogelijkheden. Daartoe zijn de ‘Beleidsregels met betrekking tot het Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies’ (Provinciaal Blad 2011, nr. 62) opgesteld. Voornoemde regels leidden in de praktijk in bepaalde gevallen tot onduidelijkheden en onbillijkheden. Derhalve zijn de Beleidsregels sanctie- en handhavingsbeleid bij subsidies 2015 e.v. opgesteld die een aanpassing van de eerdergenoemde beleidsregels inhouden (in het voordeel van subsidieontvangers).
Artikel 3 Doelstelling
Het toepassen van een sanctiebeleid is onderdeel van het consequent toepassen van handhavingsmogelijkheden. Men vergroot daardoor de handhaafbaarheid. Echter, deze beleidsregels hebben ook een belangrijke preventieve functie, namelijk het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de beschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen. Door het (gedeeltelijk) intrekken of lager vaststellen van de subsidie en subsidiebedragen (gedeeltelijk) terugvorderen, verkleint men de schade die ontstaan is door het misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidiegelden. Hiermee wordt verkleining van de financiële schade die door de Provincie wordt geleden bedoeld, wanneer de subsidiemiddelen niet overeenkomstig het doel waarvoor de subsidie is verstrekt worden besteed en eraan gekoppelde verplichtingen niet worden nageleefd. Dan wordt het gegeven vertrouwen beschaamd en zal consequent worden gehandhaafd en gesanctioneerd.
Artikel 4 Sancties
In afdeling 4.2.3 en 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht zijn artikelen weergegeven waarmee een subsidieverstrekker een subsidie preventief kan weigeren of een subsidie (gedeeltelijk) kan intrekken dan wel ten nadele van de subsidieontvanger kan wijzigen. Deze artikelen zijn leidend bij de uitvoering van sancties bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de opgelegde verplichtingen aan de subsidieontvanger. Echter, op deze artikelen is een aanvulling nodig. Deze beleidsregels geven deze aanvulling weer.
Artikel 5 Preventief weigeren
Art 4:35 van de Awb geeft een aantal preventieve weigeringsgronden weer. Artikel 15 van de ASV 2012 geeft een aanvulling op dit artikel uit de Awb. Daarnaast kan een subsidie ook geweigerd worden indien de subsidieontvanger op grond van de ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies’ bij de Provincie Limburg geregistreerd staat.
Artikel 6 Intrekken/verlagen subsidie
Lid 1, onderdeel c
Diegene, die een subsidie als bedoeld in artikel 1 van de ASV 2012 ontvangt voor een bedrag van €125.000,00 of meer, neemt de bepalingen van de 'Regels aanbesteding Provincie Limburg bij subsidiëring’ in acht bij de verlening van opdrachten voor leveringen, diensten of werken in het kader van de uitvoering van activiteiten die (mede) met die subsidie worden gefinancierd. Indien een mede door de Provincie Limburg gesubsidieerde opdracht op grond van geldende Europese of nationale bepalingen aanbesteed moet worden overeenkomstig de Europese aanbestedingsrichtlijnen neemt de subsidieontvanger die richtlijnen in acht.
Indien de subsidieontvanger niet voldoet aan de in artikel 21 van de ASV 2012 genoemde aanbestedingsverplichting, bedraagt het kortingsbedrag 20% van het vast te stellen subsidiebedrag vermenigvuldigd met het betrokken deel waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd, gedeeld door de totale gerealiseerde subsidiabele kosten.
Voorbeeld:
Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 200.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger een opdracht niet conform de 'Regels aanbesteding Provincie Limburg bij subsidiëring’ heeft aanbesteed. De totaal gerealiseerde kosten van het project bedragen € 10.000.000,00. De hoogte van de waarde van de opdracht waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd is € 3.000.000,00. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:
 
 
Verleende subsidiebedrag:
€ 200.000,00
 
Niet naleven aanbestedingsverplichting: 20% van € 200.000,00 x € 3.000.000,00 = 12.000,00 -/-
€10.000.000,00
 
Vastgestelde subsidiebedrag:
€ 188.000,00
 
 
 
 
 
Lid 1, onderdeel d
Indien het subsidiebedrag € 25.000,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van de activiteiten meer dan 12 maanden duurt, kan één keer per 12 maanden een tussentijdse voortgangsrapportage worden gevraagd. In de verleningsbeschikking wordt het tijdstip voor het aanleveren van de voortgangsrapportage vermeld.
Lid 1, onderdeel e
Indien er sprake is van één of meer publicaties die door de subsidieontvanger worden gedaan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, dient te worden aangegeven dat het project gerealiseerd wordt met steun van de Provincie Limburg.
Lid 1, onderdeel f
Overige verplichtingen die niet in deze beleidsregels zijn genoemd, maar wel zijn opgenomen in de subsidieverlenings- dan wel subsidievaststellingsbeschikking dienen nagekomen dan wel uitgevoerd te worden. Het niet naleven ervan kan leiden tot het ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidie.
Artikel 7
Lid 1
Indien de subsidieontvanger niet onverwijld schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra redelijkerwijs aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet zullen worden verricht, zal de subsidie worden ingetrokken c.q. op nihil worden vastgesteld.
Lid 2
Indien de subsidieontvanger niet onverwijld schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra redelijkerwijs aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet geheel zullen worden verricht, wordt de subsidie ten nadele van subsidieontvanger gewijzigd. Bovenop de korting voor het niet geheel uitvoeren van de activiteiten, wordt een extra korting van 5% van de korting(en) voor de niet uitgevoerde activiteit(en), opgelegd (zie ook het voorbeeld in de artikelsgewijze toelichting op artikel 8).
Lid 3, 4, en 5
In artikel 18, eerste lid, sub b, van de ASV 2012 is bepaald dat de subsidieontvanger onverwijld schriftelijk en gemotiveerd melding doet aan Gedeputeerde Staten, zodra redelijkerwijs aannemelijk is dat niet, of niet geheel aan de wettelijke en in de beschikking opgelegde verplichtingen en/of voorwaarden zal worden voldaan. In de subsidieverstrekkingsbeschikkingen nemen we altijd als verplichting de looptijd van het project op. Wijzigingen in de looptijd moet subsidieontvanger tijdig (voor het einde van de looptijd) en gemotiveerd ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorleggen. Derhalve vallen de daarop van toepassing zijnde ‘Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten’ onder de meldingsplicht.
Artikel 8 Cumulatie kortingen
Indien geconstateerd is dat de subsidieontvanger meerdere verplichtingen niet is nagekomen, wordt per geconstateerde niet-naleving een verlaging vastgesteld en worden deze verlagingen bij elkaar opgeteld. Het totaal aan opgetelde kortingspercentages/kortingsbedragen bedraagt maximaal 100% van de vastgestelde c.q. vast te stellen subsidie.
Voorbeeld:
Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 100.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger de activiteiten niet geheel heeft uitgevoerd (activiteit 1 is niet uitgevoerd) en dit niet heeft gemeld conform artikel 18 van de ASV 2012. In de verleningsbeschikking is opgenomen dat een korting wordt toegepast van € 5.000,00 indien subsidieontvanger activiteit 1 niet realiseert. Daarnaast heeft subsidieontvanger posters gedrukt, maar daarbij geen melding gemaakt van de financiële steun van de Provincie Limburg. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:
Verleende subsidiebedrag:
 
€ 100.000.00
Niet uitvoeren activiteit 1:
 
€ 5.000,00 -/-
Geen melding steun Provincie:
5% van (€ 100.000,00-/- € 5.000,00)=
€ 4.750,00 -/-
Niet melden niet uitvoeren activiteit 1:
5% van € 5.000,00 =
€ 250,00 -/-
Vastgestelde subsidiebedrag:
 
€ 90.000,00
 
Naar boven