2024D36653 Lijst van vragen

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brieven Positie Nederland ten aanzien van de CSAM-Verordening (Kamerstuk 34 843, nr. 113) en Kabinetsstandpunt inzake de CSAM verordening en de uitvoering van de moties Van Ginneken c.s. (Kamerstuk 26 643, nr. 1011) en Dekker Abdulaziz c.s. (Kamerstuk 32 317, nr. 856) (Kamerstuk 34 843, nr. 112)

De voorzitter van de commissie,

Pool

Adjunct-griffier van de commissie,

Paauwe

Nr

Vraag

   

1

Is er een scenario denkbaar dat Nederland voor het voorstel zal stemmen zonder dat de impact precies duidelijk is, aangezien het kabinet stelt dat er op dit moment onvoldoende duidelijk is over de impact van de voorgestelde maatregelen?

2

Laat Nederland in eigen beheer onderzoeken wat de mogelijke impact kan zijn? Zo nee, bent u bereid dit te doen?

3

Klopt het dat het kabinet het van belang acht dat er een juiste balans wordt gevonden tussen het effectief bestrijden van kinderpornografisch materiaal en het beschermen van fundamentele kinderrechten, alsmede het aan de andere kant waarborgen van fundamentele grondrechten, zoals met name het beschermen van de privacy en het waarborgen van het brief- en telecommunicatiegeheim? Kunt u omschrijven wat u hier een juiste balans in vindt?

4

Kunt u duiden op welke manier de EU-verordening ter bestrijding van online seksueel kindermisbruik (CSAM-verordening) meerwaarde kan hebben op de bestaande Nederlandse opsporingsbevoegdheden?

5

Onder welke voorwaarden kan Nederland voor stemmen, als het voorstel na de onderhandelingen ter stemming voorgelegd wordt aan alle lidstaten? Onder welke omstandigheden zal Nederland tegen stemmen of zich onthouden van stemming?

6

Heeft u Offlimits betrokken bij de besluitvorming of haar kennis geraadpleegd als nationale autoriteit? Zo ja, wat was haar advies? Zo niet, waarom acht u dit niet nodig?

7

Heeft u de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) betrokken bij de besluitvorming of haar kennis geraadpleegd als nationale autoriteit? Zo ja, wat was haar advies? Zo niet, waarom acht u dit niet nodig?

8

Heeft u de zedenpolitie, in het bijzonder het Team ter bestrijding van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme (TBKK), betrokken bij de besluitvorming of zijn kennis geraadpleegd als nationale autoriteit? Zo ja, wat was zijn advies? Zo niet, waarom acht u dit niet nodig?

9

Heeft u juridisch advies ingewonnen over de gevolgen van de CSAM-verordening voor de onschuldpresumptie van alle Europeanen wiens privécommunicatie gescand zou worden? Zo ja, kunt u dit advies doen toekomen? Zo niet, kunt u dit alsnog doen en zo snel mogelijk doen toekomen?

10

Welke externe technische en juridische experts heeft u geraadpleegd bij het formuleren van het kabinetsstandpunt?

11

Wat is uw reactie op de verschillende open en gerichte brieven die u heeft ontvangen van private en publieke organisaties, met zorgen over de verordening? Heeft u deze meegenomen in uw overwegingen?

12

Bent u bekend met het advies van 26 april 2023 van de Juridische Dienst van de Raad van Europa, waarin zorgen worden geuit over de proportionaliteit en technische onderbouwing van de CSAM-verordening? Wat betekent dit voor de technische en juridische houdbaarheid van het voorstel?

13

Is bij u bekend of er een recenter advies is uitgebracht door de Juridische Dienst van de Raad van Europa? Zo ja, heeft dit dezelfde strekking als dat van vorig jaar?

14

Kunt u een overzicht geven van alle momenten waarop u met collega-bewindspersonen, al dan niet op ambtelijk niveau, contact heeft gehad over de besluitvorming met betrekking tot de CSAM-verordening? Welke bewindspersonen en departementen betrof dit?

15

Heeft het Hongaarse voorzitterschap direct contact met u of uw collega-bewindspersonen gezocht aangaande de CSAM-verordening? Zo ja, wat was de strekking van dit contact?

16

Heeft u zelf direct contact gehad of gezocht met het Hongaarse voorzitterschap tijdens de formulering van uw standpunt over de de CSAM-verordening? Zo ja, wat was de strekking van dit contact?

17

Met welke lidstaten heeft u contact gehad tijdens het formuleren van uw standpunt over de CSAM-verordening? Op welke momenten is dit contact gelegd?

18

Kunt u onderbouwen waarom het verplichten van client side scanning op versleutelde privécommunicatie wat u betreft wel/niet een wettelijke verzwakking of omzeiling van end-to-endencryptie betekent? Wat betekent dit voor het grondrecht op het (digitale) briefgeheim?

19

Is het inbouwen van een laagdrempelige meldknop voor ongewenst gedrag op chat- en communicatiediensten een effectieve maatregel? Is deze opgenomen in de CSAM-verordening?

20

Hoe apprecieert u de strafrechtelijke gevolgen die kunnen voortvloeien uit de geautomatiseerde meldingen van client side scanning? Is deze automatische besluitvorming met grote gevolgen bij een onterechte verdachtmaking in lijn met het kabinetsbeleid?

21

Wat is uw standpunt over de gevolgen van ongerichte client side scanning op versleutelde privécommunicatie? Kunt u met juridisch precedent onderbouwen hoe dit niet leidt tot een ongerichte en buitenproportionele inbreuk van het (digitale) briefgeheim?

22

Met hoeveel zekerheid kunt u zeggen dat de CSAM-verordening, indien aangenomen in huidige vorm, zal leiden tot minder verspreiding en zichtbaarheid van kinderpornografische beelden?

23

Wordt kinderpornografisch beeldmateriaal grotendeels gedeeld en gezien in versleutelde privéchats, of op gesloten en openbare groepen op socialemediaplatforms? Kunt u dit onderbouwen met cijfers? Acht u de verplichtingen in de CSAM-verordening proportioneel, gezien deze verdeling?

24

Kunt u onderbouwen waarom u in eerste instantie van plan was om zich stil te onthouden bij de standpuntbepaling in de JBZ-Raad, zoals beschreven in de beslisnota?

25

Welke overwegingen zijn doorslaggevend geweest in het veranderen van deze positie? Kunt u toelichten waarom de bezwaren niet hebben geleid tot een ondubbelzinnige negatieve beoordeling van de CSAM-verordening?

26

Wat is wat u betreft een acceptabele foutmarge voor de systematiek die bekend materiaal moet opsporen via client side scanning? Kunt u deze foutmarge uiteenzetten op het gemiddelde dagelijkse berichten- en fotoverkeer in Europa?

27

Welke departementen zijn betrokken geweest bij het formuleren van het kabinetsstandpunt over de CSAM-verordening? Kunt u op hoofdlijnen beschrijven wat elk departement afzonderlijk aan u heeft geadviseerd?

28

Houdt de CSAM-verordening voldoende rekening met de signalen vanuit de zedenpolitie, dat extra meldingen niet zullen leiden tot een snellere of effectievere bestrijding van onlinekindermisbruik, omdat de capaciteit niet op orde is?

29

Zijn de zedenteams van de nationale politie-eenheden uit andere lidstaten voldoende geëquipeerd om adequaat te reageren op de toestroom van meldingen die volgen vanuit automatische detecties, inachtnemende dat de Nederlandse politie ook aangeeft dit onuitvoerbaar te vinden?

30

Hoe hoog acht u het risico dat de CSAM-verordening een waterbedeffect creëert, waardoor misbruikers en verdachten zich zullen verplaatsen naar ongereguleerde platforms? Wat betekent het wegbewegen van deze misbruikers en verdachten voor de proportionaliteit van de verplichtingen op wél gereguleerde platforms?

31

Kunt u een duidelijke appreciatie geven van artikel 77 van de CSAM-verordening, waarin wordt gesteld dat een verplichting voor technologie om te scannen op onbekend materiaal en grooming elke drie jaar onderzocht en heroverwogen moet worden? Raakt dit artikel aan de harde grens van Nederland om deze scans niet mogelijk te maken?

32

Met welke zekerheid kunt u zeggen dat het mogelijk maken van client side scanning op versleutelde privécommunicatie op termijn niet zal leiden tot het uitbreiden naar andere soorten materiaal?

33

Heeft u een risicobeoordeling gemaakt van de strategische afhankelijkheden die onze nationale autoriteiten zouden krijgen van grote onlineplatforms bij het invoeren van de CSAM-verordening? Welke mogelijke risico’s en onduidelijkheden bestaan er, wetende dat veel van deze bedrijven onder het recht van de Verenigde Staten vallen?

34

Wat is het standpunt van de Verenigde Staten over de CSAM-verordening, waardoor zijn nationale techsector mogelijk wordt gehouden aan juridische verplichtingen die in strijd zijn met Amerikaanse wetgeving?

35

Wat heeft u doen besluiten om toch niet akkoord te gaan met het compromisvoorstel, gezien u in uw brief van 16 september 2024 aangaf dat het Hongaars voorzitterschap is gekomen met een compromisvoorstel dat tegemoetkomt aan de bezwaren van Nederland inzake het detectiebevel? In welke opzichten voldoet het compromisvoorstel dan nog steeds niet aan de eisen die uw kabinet stelt?

36

Klopt het dat het kabinet heeft besloten om zich te onthouden van het innemen van een positie en dit actief kenbaar te maken? Sluit u daarmee ook niet uit dat wanneer dit voorstel niet verder wordt aangepast, Nederland niet gaat instemmen met het voorstel?

37

Wat moet er volgens u nog veranderen aan het voorstel om te overwegen dit wel te kunnen steunen?

38

Zijn er tussen 16 september 2024 en 1 oktober 2024 ambtelijke adviezen gegeven die aanleiding hebben gegeven om te komen tot het besluit om te onthouden van het innemen van een positie? Zo ja, kunt u deze delen met de Tweede Kamer?

39

Waarom heeft u gekozen om zich te onthouden van een positie, en niet besloten om voor of tegen het voorstel te stemmen?

40

Welke maatregelen treft u zelf om de verspreiding van kinderporno tegen te gaan? Wordt gewacht op een voorstel uit Europa of gaat u zelf met een voorstel aan de gang?

41

Heeft u vertrouwen erin dat grote techbedrijven de verplichtingen uit de CSAM-verordening ordentelijk zullen uitvoeren? Waaruit blijkt dit?

42

Kunt u aangeven welke alternatieven het betreft waar in de beslisnota is aangegeven dat het advies van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) «tevens alternatieve mogelijkheden beschrijft»?

43

Kan het in de beslisnota genoemde advies van de AIVD openbaar worden gemaakt?

44

Is het mogelijk om met technische middelen uit te sluiten dat een detectiebevel in de toekomst voor andere soorten informatie dan materiaal van seksueel misbruik van kinderen en jongeren wordt gebruikt?

45

Wat is de rationale achter artikel 7(8)(d) dat stelt dat de detectie niet van toepassing is op accounts die door de Staat worden gebruikt voor nationale veiligheidsdoeleinden, handhaving van de openbare orde of militaire doeleinden?

46

Hoe zou Europa onder de CSAM-verordening toezicht kunnen houden op grote onlineplatforms die buiten Europese wet- en regelgeving vallen?

47

Hoe moet het gerichtheidsprincipe uit overweging 23 worden uitgelegd? Kan een detectiebevel voor publiek toegankelijke interpersoonlijke communicatiediensten ook ingezet worden tegen een select aantal personen? Zo ja, wat zou de overweging zijn om het al dan niet breder in te zetten?

48

Welke methoden zouden in de praktijk toegepast kunnen worden binnen de twee voorwaarden uit het voorstel, namelijk dat het technologieneutraal is opgesteld maar zich beperkt tot bekend materiaal?

49

Heeft de AIVD aangegeven onder welke omstandigheden een dergelijk voorstel wel veilig zou kunnen plaatsvinden?

50

Hoe hanteert u de definitie van «end-to-end»? En meer specifiek, wat is het begin en wat is het einde van communicatie?

51

Zijn er afspraken gemaakt over de rolverdeling van verschillende opsporingsorganisaties over hoe grensoverschrijdend te werk te gaan bij het behandelen van meldingen? Hoe maken deze afspraken deel uit van de verordening?

52

Onder welke voorwaarden zou u overwegen om zich ondubbelzinnig tégen de CSAM-verordening te keren? Wat is daarin doorslaggevend?

53

Welke fundamentele mensenrechten komen onder druk te staat met massasurveillancetools als deze verordening?

54

Welke diensten hebben toegang tot de hits die de systemen detecteren en in welke mate?

55

Wat zijn de gevolgen van deze verordening voor tieners als zij privéfoto's naar elkaar sturen? Worden zij aangemerkt als zijnde in het bezit van kinderpornografisch materiaal?

56

Hoe groot is het probleem van kinderpornografisch materiaal in Nederland?

57

Welke maatregelen zijn er genomen op het gebied van cybersecurity om ervoor te zorgen dat de grote mate van privacy te allen tijde beschermd is?

58

Hoeveel fte's zijn er nodig om alle hits te controleren?

59

Hoeveel gaat de uitvoering van de verordening de EU en Nederland kosten? Kunt u een gedetailleerd overzicht verstrekken voor alle Europese landen en het totaal?

60

Hoe kan voorkomen worden dat lijsten met gegevens van potentiële of van nog niet bevestigde bezitters van mogelijk kinderpornografisch materiaal op straat komen te liggen?

61

Hoe kunnen goedbedoelde berichten van ouders of verzorgers eruit gefilterd worden en niet aangemerkt worden als zijnde strijdig met deze verordening?

62

Welk beslag gaat het serieus opsporen van de hits leggen op de capaciteit bij de diensten die hiermee belast worden?

63

Hoe wordt de schade ongedaan gemaakt wanneer iemand aantoonbaar onschuldig is en binnen welke termijn, gezien je bij eenmaal een «hit» (ongeacht de ingezette middelen om tot die hit te komen), in het systeem belandt als «verdacht van kinderporno» en je in verschillende databases komt? Is de «verdachtmaking» omkeerbaar? Wat zijn de maatschappelijke gevolgen indien dat niet het geval blijkt?

64

In hoeverre en in welke mate wordt er op dit moment beroep gedaan op technologiebedrijven in het detecteren en verwijderen van materiaal over seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen?

65

Door wie wordt het beroep op en de ontwikkeling van de AI-systemen betaald? In welke mate betaalt de EU dit?

66

In hoeverre is AI in zulke mate ontwikkeld om zulke gevoelige data te verwerken?

67

Betekent dit voorstel een einde van het Nederlandse briefgeheim?

68

Hoelang hebben bedrijven op dit moment om materiaal te verwijderen?

69

Kunt u een uiteenzetting geven wat er voor bedrijven in de opsporing gaat veranderen als deze wetgeving gaat gelden?

70

Welke termijn wordt er gekoppeld aan de CSAM-verordening om het materiaal met betrekking tot seksueel misbruik te verwijderen?

71

Welke onderdelen van de CSAM-verordening zullen mogelijkerwijs door jurisprudentie ingevuld/aangepast worden?

72

Welke vergoedingsmaatregelen worden er (mogelijkerwijs) getroffen voor slachtoffers van false-positives?

73

In hoeverre houdt de verordening rekening met de desastreuze gevolgen van de backdoor in software om deze verordening na te leven om dit materiaal op te sporen?

74

Hoeveel wordt er verwacht kwijt te zijn aan mogelijke schadevergoedingen voor slachtoffers van false-positives, indien daar sprake van is?

75

Aan de hand van welke gegevens wordt bepaald of iemand wel of niet onder de verordening valt, denk daarbij aan IP-adres, profielinstellingen, EU-telefoonnummers et cetera?

76

Is er rekening gehouden met de rol van een VPN in het omzeilen van de strafbaarstelling volgens deze Europese verordening?

77

Hoe verhoudt de CSAM-verordening zich tot bestaand bestuursrechtelijk beleid van Nederland om kinderpornografisch materiaal tegen te gaan?

78

Hoe verhoudt de CSAM-verordening zich tot bestaand strafrechtelijk beleid van Nederland om kinderpornografisch materiaal tegen te gaan?

79

Hoe verhoudt de CSAM-verordening zich tot de Digitaledienstenverordening?

80

Hoe verhoudt de CSAM-verordening zich tot het EU-centrum ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen?

81

Welke voorstellen ter verbetering van het compromisvoorstel zijn er noodzakelijk om toch in te kunnen stemmen met het voorstel?

82

Wat is uw inzet nu Nederland gerekend wordt tot de tegenstanders van het compromisvoorstel? Is het nog mogelijk om in de triloogfase het voorstel aan te passen?

83

Wat is de precieze aanleiding voor het wijzigen van het standpunt van het kabinet, gelet op het beperken van de reikwijdte van het voorstel dat aan veel Nederlandse bezwaren tegemoetkomt?

84

Geeft u zich er rekenschap van dat met onthouding er geen verordening komt en de bestrijding van kinderporno lastiger wordt?

85

Waar ligt voor u de grens wat betreft privacy-inmenging van verdachten teneinde de verspreiding van kinderporno tegen te gaan?

86

Wat is de definitie van een «detectiebevel» zoals dat voor ligt in het laatste voorstel vanuit het Hongaars voorzitterschap?

87

Wie geeft in het voorstel een detectiebevel af?

88

Kan worden geschetst welke stappen er in het voorstel staan die eerst moeten worden genomen alvorens een detectiebevel kan worden afgegeven, gezien hierover in de brief wordt gesproken als een «last resort»?

89

Wat is de definitie van «internetbedrijf» zoals verwoord in de brief?

90

Welke risicomitigerende maatregelen moeten bedrijven nemen en waarom wordt er niet bij voorbaat op gestuurd dat bedrijven risicomitigerende maatregelen treffen tegen de verspreiding van kinderpornografisch materiaal? Wie geeft opdracht tot deze risicomitigerende maatregelen? Is dit statisch, eenmalig of een continu proces?

91

Komt er één coördinerende autoriteit van alle lidstaten en ontleent deze autoriteit haar bevoegdheden aan de CSAM-verordening?

92

Klopt het dat het detectiebevel alleen zou gaan over bestaand kinderpornografisch materiaal?

93

Wat gebeurt er feitelijk in het laatste voorstel als er een detectiebevel wordt gegeven? Wat gebeurt er als een scan bestaand kinderpornografisch materiaal aantreft? Wie handelt verwijtbaar: de dienst, de verzender of de ontvanger? Wat zijn de openstaande rechtsmiddelen voor deze partij?

94

Aan welke bezwaren van Nederland is tegemoetgekomen en welke bezwaren of bedenkingen staan er nu nog open?

95

Wat zijn «specifieke diensten waarvan het risico hoog is dat zij worden misbruikt voor de verspreiding van kinderpornografisch materiaal»? Is daar een definitie van?

96

Kan er – zonder staatsgeheime informatie prijs te geven – meer inzicht worden gegeven in de strekking van de adviezen van de AIVD over het meest recente voorstel?

97

Waarom heeft de AIVD pas nu advies uitgebracht?

98

Welke andere partijen hebben advies uitgebracht? Was dit advies ten tijde van het BNC-fiche of bij deze aangepaste algemene oriëntatie?

99

Is de input van de AIVD gewogen bij de inzet van Nederland toen het BNC-fiche over de CSAM-verordening naar de Kamer is gestuurd?

100

Wat wordt er bedoeld met alternatieve mogelijkheden voor client side scanning, waarbij het scannen van gegevens op een wijze kan plaatsvinden die de strikte definitie van end-to-endencryptie loslaat?

101

Wat is de meest recente informatie over de standpunten van de landen inzake deze algemene oriëntatie? Hoe verliep het overleg in Coreper?

102

Wat zijn de verwachtingen van Nederland wat er met het voorstel zal gebeuren onder het aankomende Poolse voorzitterschap?

Naar boven