2024D31884 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (V.P.G. Karremans) over de reactie op het verzoek van de commissie over de brief van het Indisch Platform 2.0. over de Backpay-regeling voor weduwen1.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Eerdmans

Adjunct-griffier van de commissie,

Heller

Inhoudsopgave

  • I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

  • II. Reactie van de Staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op de brief van het Indisch Platform 2.0. over de Backpay-regeling voor weduwen. Zij zijn naar aanleiding van de brief benieuwd hoeveel weduwen/overige personen op dit moment in aanmerking zouden komen voor de Backpay-regeling. Mocht dit aantal bekend zijn, dan willen genoemde leden graag weten welk bedrag daarmee gemoeid is per weduwe/persoon en wat het totale bedrag zal zijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie

De leden van de GL-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van het kabinet. Genoemde leden betreuren de opstelling van de Nederlandse overheid ten opzichte van de ambtenaren en militairen die in dienst waren van het Nederlands-Indisch gouvernement en ten tijde van de Japanse bezetting geen (volledig) salaris hebben ontvangen. Zij merken op dat de Indische-Molukse gemeenschap niet goed is behandeld door de Nederlandse overheid.

De leden van de GL-PvdA-fractie zijn zich bewust van het standpunt van de Nederlandse regering en erkennen dat het standpunt in 1956 is bevestigd door de Hoge Raad. Tevens zijn genoemde leden zich ervan bewust dat het College voor de Rechten van de Mens heeft uitgesproken dat de Backpay-regeling niet discriminatoir is. Desondanks hebben zij begrip voor het onrecht wat ervaren en gevoeld wordt door de weduwen en nabestaanden van de militairen en ambtenaren. Genoemde leden merken daarbij op dat dit niet slechts om individueel rechtsherstel gaat, maar dat dit een breder symbool is voor de houding van de Nederlandse overheid tegenover de Indische-Molukse gemeenschap.

De leden van de GL-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de bevinding dat een Backpay-regeling voor weduwen, ongeacht de vorm, complex uitvoerbaar zou zijn en dat het vorige kabinet constateerde dat het aan een nieuw kabinet zou zijn hoe een eventuele Backpay-regeling wordt vormgegeven. Naar aanleiding hiervan vragen zij de huidige Staatssecretaris hoe hij reflecteert op de Backpay-regeling en of hij een verruiming van de regeling door het loslaten van de peildatum van 15 augustus 2015 als wenselijk acht.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van het kabinet. Deze leden waarderen het dat de voormalig Staatssecretaris reeds contact heeft opgenomen naar aanleiding van het bericht van deze briefschrijvers en danken hem daarvoor. Deze leden hebben geen verdere vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben de brief van het Indisch Platform 2.0 met interesse gelezen. Over de Backpay-regeling voor weduwen en weduwnaars zijn al eerder schriftelijke vragen gesteld door Kamerleden. In de beantwoording heeft de voormalig Staatssecretaris geantwoord dat, ondanks dat er geen juridische basis was, toch in 2015 met het Indisch Platform afspraken zijn gemaakt over een Backpay-regeling voor de nog in leven zijnde ambtenaren of militairen die ten tijde van de Japanse bezetting een dienstverband hadden met het Nederlands-Indisch gouvernement, maar niet voor de weduwen. De leden van de NSC-fractie willen graag weten of toentertijd ook de weduwen en weduwnaars betrokken waren bij de afspraken over de Backpay-regeling.

De leden van de NSC-fractie lezen dat in het rapport «Onderzoek Backpay regeling weduwen» uit 2021 wordt geadviseerd om snel besluiten te nemen, mede omdat de levende weduwen zeer oud zijn. Wat is de reden dat er geen snelle besluiten zijn genomen om ook een regeling te treffen voor de nog levende weduwen? Klopt het dat de onderzoekers van het rapport toen inschatten dat de kosten voor Backpay aan weduwen € 42,5 miljoen zouden zijn, plus circa € 10 miljoen afdrachten aan de Belastingdienst en € 4,3 miljoen voor de uitvoering? In de latere brieven van het kabinet lezen genoemde leden dat er geen Backpay-regeling voor weduwen komt omdat de uitvoering complex is. Wat vindt de nieuwe Staatssecretaris ervan dat een belangrijke regeling, waar de staat moreel verantwoordelijk voor is, op deze manier niet tot stand komt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van het kabinet. Zij hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.

De leden vragen de Staatssecretaris hoe hij aankijkt tegen het gevoerde beleid rond dit dossier. Staat hij hetzelfde in dit dossier als de vorige Staatssecretaris? En zo niet, is hij van plan om het vorige kabinetsbesluit terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

Verder vragen deze leden de Staatssecretaris waarom de weduwen niet de Backpay kunnen krijgen en of de Staatssecretaris de mening deelt dat het onrechtvaardig is dat deze kleine groep weduwen nog steeds geen Backpay hebben gehad. Zo ja, welk bedrag zou aan deze weduwen zijn uitgekeerd als het vorige kabinet het gewoon had uitgevoerd?

Daarnaast vragen genoemde leden of de Staatssecretaris bereid is om een gesprek aan te gaan met het Indisch Platform 2.0 over de Backpay-regeling voor weduwen. Zo ja, wil hij dit toezeggen? Gezien de hoogoplopende emoties door het vorige beleid, heeft duidelijkheid voor de weduwen nu de eerste prioriteit.

Tot slot is in de antwoorden op de vragen over het bericht «Ministerie stopte acht ton subsidie in verlieslijdend festival» aangegeven dat niet bekend is waar het getal van 557 weduwen op gebaseerd is. Ook wordt aangegeven dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die belast was met de uitvoering van de Backpay-regeling, niet beschikken over een bestand of archief op basis waarvan zij kunnen vaststellen hoeveel zogeheten Backpay-weduwen er zijn of waren. Is de Staatssecretaris bereid om te kijken naar mogelijkheden dit in kaart te brengen zodat hij kan vaststellen hoeveel Backpay-weduwen er zijn of waren, bijvoorbeeld via een rondvraag onder de Indische gemeenschap?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris over deze belangrijke kwestie met interesse gelezen. Zij hebben nog een aantal vragen en opmerkingen.

Nu een nieuw kabinet is aangetreden, is dit wat de leden van de SP-fractie een goed moment om eindelijk aan de slag te gaan met een rechtvaardige Backpay-regeling voor weduwen. Velen van hen wachten al bijna tachtig jaar op gerechtigheid voor het niet ontvangen salaris en pensioen van de mensen die in dienst waren van het Nederland-Indisch Gouvernement.

De leden van de SP-fractie zijn benieuwd wat het huidige standpunt van de nieuw Staatssecretaris is over een Backpay-regeling voor weduwen. De leden van de SP-fractie vragen of hij kan aangeven of hij hierover al heeft gesproken binnen het kabinet. En tevens of hij ook het gesprek is aangegaan met de Indische en Molukse gemeenschap over een rechtvaardige regeling. Genoemde leden vragen op welke termijn en op welke manier de nieuwe Staatssecretaris van plan is om deze breed gedeelde wens van de Kamer voor een rechtvaardige regeling uit te voeren. Ook zijn de leden van de SP-fractie benieuwd naar wat de nieuwe Staatssecretaris vindt van het eerdere onderzoek waaruit bleek dat een nieuwe regeling niet gemakkelijk is, maar ook niet onmogelijk.

De leden van de SP-fractie zijn al jarenlang bezig met gerechtigheid voor deze groep. Zij vragen dan ook hoe de nieuwe Staatssecretaris kijkt naar eerdere voorstellen die zijn gedaan, zoals de motie-Dijk/Mohandis2 die verzoekt de regering om alsnog met een Backpay-regeling te komen voor weduwen waarbij 15 augustus 2015 als peildatum wordt genomen. De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris ook of hij op dezelfde manier kijkt naar de brief van het Indische Platform 2.0 als de vorige Staatssecretaris.

II. Reactie van de Staatssecretaris


X Noot
1

Kamerstuk 20 454, nr. 204

X Noot
2

Kamerstuk 20 454, nr. 188

Naar boven