2024D14672 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief inzake het vervolg van de werkzaamheden aan het Julianakanaal (Kamerstuk 36 410 A, nr. 50), de brief inzake het rapport over de economische effecten van de tijdelijke stremming van het Julianakanaal (Kamerstuk 36 410 A, nr. 51) en de brief inzake de uitkomsten van het overleg over het Julianakanaal (Kamerstuk 36 410 A, nr. 53).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Postma

Adjunct-griffier van de commissie,

Meedendorp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Inleiding

PVV-fractie

VVD-fractie

NSC-fractie

BBB-fractie

CDA-fractie

SGP-fractie

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de betreffende beleidsbrieven en willen de Minister enkele vragen voorleggen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier geen verdere vragen bij.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen de stukken behorend bij het schriftelijk overleg Vervolg werkzaamheden Julianakanaal en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de NSC-fractie hebben twee weken geleden kennisgenomen van het voornemen van de Minister en Rijkswaterstaat om het Julianakanaal voor een aanzienlijk aantal maanden volledig te sluiten. Deze leden merken hierbij op verrast te zijn, gezien het feit dat de impactanalyse naar de mogelijke bedrijfsschade bij een volledige afsluiting van het kanaal op dat moment niet afgerond was. Inmiddels is deze impactanalyse aangeleverd en heeft de Kamer een verslag van een overleg met omgevingspartijen en schippersorganisaties gekregen. Met deze stand van zaken in het achterhoofd hebben deze leden enkele vragen die zij aan de Minister voor willen leggen.

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brieven en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie zien de versperring van het Julianakanaal als een zeer ingrijpende maatregel, met grote economische impact en gevolgen voor lokale ondernemers en de binnenvaart. Deze leden hebben over meerdere aspecten vragen.

De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de aangekondigde, langdurige sluiting van het Julianakanaal voor de binnenvaart. Zij hebben nog enkele vragen.

PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie constateren dat de Minister inziet dat er bij het afsluiten van het Julianakanaal nog maar één enkele omvaarroute beschikbaar is om het achterliggende bedrijventerrein te bereiken. Daarbij wordt door de Minister ook erkend dat die route bij hoogwater, storingen en/of incidenten niet meer begaanbaar zal zijn. De Minister geeft aan dat hij maximale zorg zal dragen voor maximale bereikbaarheid van keersluis Limmel tijdens de werkzaamheden aan het Julianakanaal. Deze leden vragen welke concrete maatregelen de Minister zal treffen om de bereikbaarheid van de bedrijven te garanderen en welke maatregelen genomen zullen worden, indien de omvaarroute om welke reden dan ook niet meer te nemen is.

De leden van de PVV-fractie constateren dat Rijkswaterstaat de opdracht heeft gegeven om stuw Borgharen met spoed te herstellen, zodat schippers bij de drooglegging van het Julianakanaal geen extra hinder zullen ondervinden. Daarbij constateren deze leden ook dat de Minister heeft aangegeven dat het herstel van de stuw prioriteit heeft, maar ook dat het een risicovol project betreft. Deze leden vragen aan de Minister welke maatregelen er te nemen zijn, indien het herstel van de stuw niet op tijd (voor 1 oktober 2024) is afgerond. Meer specifiek willen deze leden graag weten of het uitstellen van de drooglegging in dat geval een reële optie is om de schippers te ontzien van extra hinder.

De leden van de PVV-fractie constateren dat de Algemene Schippersvereniging oppert dat er aannemers bestaan die de werkzaamheden kunnen afronden én het kanaal daarbij deels kunnen openhouden. Deze leden vragen of de mogelijkheid om het aan te besteden aan zo’n aannemer een reële optie is voor de Minister, indien het Julianakanaal dan deels open kan blijven.

De leden van de PVV-fractie constateren dat bij gehele drooglegging van het Julianakanaal de omliggende bedrijven genoodzaakt zijn om transport op alternatieve manieren uit te voeren, bijvoorbeeld over het omliggende wegendek. Deze leden vragen nadrukkelijk aan de Minister op welke wijze hij wil voorkomen dat we te maken krijgen met extra files op de wegen door de sluiting van het Julianakanaal. Ook vragen de leden aan de Minister om de Kamer te informeren over de mogelijke consequenties van een dergelijke uitwijk.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister welke alternatieve uitvoeringsmethodes zijn onderzocht om een deel van het kanaal open en bevaarbaar te houden.

De leden van de VVD-fractie vragen of er partijen in de markt zijn met expertise op het gebied van oeverversterking van rivieren en kanalen. In hoeverre zijn deze partijen benaderd voor een uitvoeringsmethode waarbij het openhouden van het Julianakanaal een optie is, met name om te kijken naar de technische mogelijkheden?

De leden van de VVD-fractie vragen, indien er een technisch uitvoerbare methode mogelijk is waarbij het Julianakanaal open kan worden gehouden, waarom er dan voor gekozen is om tot volledige afsluiting over te gaan. Is deze keuze vanuit technische, financiële of veiligheidsoverwegingen gemaakt?

De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister uiteen kan zetten wat de problemen met de huidige werkmethode (een tijdelijke damwand als bouwkuip) heeft veroorzaakt. Is dit het risico van Rijkswaterstaat of van de uitvoerende partijen? Is er daarmee sprake van schadeverhaal? Waarom wel, waarom niet? En kan de overheid ook voor de compensatie aan de ondernemers schadeloos worden gesteld?

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de mogelijke claims van het bedrijfsleven zich verhouden ten opzichte van de extra kosten die zullen ontstaan door het kiezen voor een variant waarbij het kanaal wel open kan blijven voor de scheepvaart.

NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben vragen bij het proces waar het besluit tot volledige sluiting het gevolg van is. In de brief die de Minister op 19 maart 2024 aan de Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 36 410 A, nr. 50) geeft hij aan dat het uitvoeren van het noodzakelijk herstel aan de bodem zonder droogzetten van het kanaal niet mogelijk blijkt. Tevens schrijft de Minister in zijn brief van 5 april 2024 (Kamerstuk 36 410 A, nr. 53): «De stremming van het Julianakanaal is een ingrijpende beslissing en de zorgen van alle betrokken partijen zijn dan ook zeer begrijpelijk. Maar uit veiligheidsoogpunt is er eenvoudigweg geen andere optie». Deze leden hebben signalen ontvangen dat er zich minstens één aannemerscombinatie heeft gemeld die aangeeft de werkzaamheden uit te kunnen voeren zonder het kanaal droog te moeten leggen. Is dit inderdaad het geval? Indien ja, kan de Minister toelichten waarom hij niet voor deze optie heeft gekozen? Hebben kosten hierin een rol gespeeld?

De leden van de NSC-fractie zien dat de Minister in zijn verslag van het overleg met de betrokken partijen een flink aantal beloften doet. Deze leden benadrukken hierbij dat er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de Minister om deze afspraken na te komen en hebben hierbij een aantal vragen ter verduidelijking. De Minister schrijft dat de komende maanden er verder overleg plaats zal vinden met de partijen waarmee hij op 28 maart gesproken heeft. Kan de Minister aangeven hoe het vervolgtraject van dit overleg eruit gaat zien?

De leden van de NSC-fractie lezen ook dat er voorafgaand aan de voorgenomen sluiting een risicoanalyse uitgevoerd gaat worden in het kader van de beschikbaarheid van omvaarroutes. Wordt in deze risicoanalyse het risico op hoogwater meegenomen? Wanneer verwacht de Minister de uitkomsten van deze risicoanalyse? En kan de Minister toezeggen dat deze risicoanalyse met de Kamer gedeeld zal worden? Kan de uitkomst van de risicoanalyse tot een heroverweging leiden?

Ook lezen deze leden dat «er in overleg met de betrokken partijen nader gekeken (zal) worden naar de huidige nadeelcompensatieregeling». Kan de Minister uitleggen wat deze uitspraak concreet betekent?

Tot slot hebben de leden van de NSC-fractie nog een enkele vraag over bedrijven die voor hun bedrijfsprocessen, bijvoorbeeld voor het koelen van installaties, afhankelijk zijn van het water dat door het Julianakanaal stroomt. Klopt het dat dit problematisch is bij drooglegging? Zet de Minister zich in om alternatieven te bieden aan deze bedrijven? Zo ja, kan de Minister toelichten welke oplossingen hij hiervoor in gedachten heeft?

BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie lezen dat er in de periode tot afsluiting van het Julianakanaal aanvullende maatregelen worden genomen die per direct ingaan. Zo wordt het kanaal in feite nu al afgesloten voor bepaalde type schepen bij windkracht 3. Deze leden hebben daar twee vragen over.

De leden van de BBB-fractie vragen of deze maatregelen bewezen voldoende zijn om de veiligheid rondom de versmalde vaarweg ter hoogte van de bouwkuip te waarborgen, om te voorkomen dat nog meer veiligheidsincidenten zich voordoen.

De leden van de BBB-fractie vragen of het type schepen die bij windkracht 3 worden uitgesloten van de route langs het Julianakanaal, ook een vorm van nadeelcompensatieregeling kunnen verwachten in de periode vóór afsluiting van het Julianakanaal, als zij hier ernstige hinder door ervaren.

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie lezen dat de versperring zal duren van oktober 2023 tot mei 2025. Er zijn vijf randvoorwaarden (quick response team, reservematerialen, reparatie stuw Borgharen, voorzieningen kegelschepen en afstemming Vlaanderen) die grotendeels nog moeten worden ingevuld, voordat het werk kan starten. Deze leden vragen of de Minister de Kamer nauw betrokken wil houden bij de voortgang van de invulling van deze randvoorwaarden. Deze leden vragen eveneens om minimaal twee updates over de status van deze invulling, nog voordat de werkzaamheden in oktober 2024 beginnen.

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister ook of hij de Kamer op de hoogte wil houden van de manier waarop de schaderegeling zal worden ingericht.

De leden van de CDA-fractie horen graag meer over de inzet van het quick response team en de reservespullen. Daarnaast vragen deze leden of zij de brief juist lezen als zij concluderen dat blijkens de brief het quick response team en de reservespullen alleen worden ingezet op Nederlandse bodem, terwijl de omvaarroute door Vlaanderen gaat. Deze leden horen graag waarom hier wel of niet voor is gekozen.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de stuw Borgharen naast de voorziene reparatie en het groot onderhoud ook te maken heeft met uitspoeling of erosieproblemen. Deze leden zien graag dat de Minister in kaart laat brengen welke (on)veilige situaties dat met zich meebrengt voor de beroeps- en recreatieve vaart. Ook horen deze leden graag welke risico’s en impact dit met zich mee kan brengen op de start en de duur van het werk aan het Julianakanaal.

De leden van de CDA-fractie herkennen de inzet en goede intenties van de Minister om te komen tot oplossingen. Deze leden benadrukken het belang dat pas wordt begonnen aan het werk aan het Julianakanaal, zodra de genoemde vijf randvoorwaarden landsgrensoverschrijdend zijn ingevuld. Graag horen deze leden een toezegging van de Minister dat pas hierna gestart zal worden met de werkzaamheden.

Tot slot horen de leden van de CDA-fractie graag hoe de Minister in de toekomst het vroegtijdig anticiperen op dit soort grote werken in multimodale en landsgrensoverschrijdende context gaat verbeteren. Deze leden horen graag welke concrete stappen de Minister hiertoe gaat zetten en hoe de Minister de Kamer hierbij gaat betrekken.

SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister een aantal onveilige situaties benoemt bij de huidige werkzaamheden. Zij horen graag meer over de achtergrond hiervan. Zijn er mogelijkheden om deze veiligheidsrisico’s te ondervangen door onder meer betere handhaving van vaarsnelheden door Rijkswaterstaat en/of inzet van een sleepboot aan de voorzijde van schepen als sprake is van bijvoorbeeld dwarswind? Is hierover overleg gevoerd met de sector?

De leden van de SGP-fractie vragen zich af of een nieuwe tender met als voorwaarde dat het kanaal bevaarbaar moet blijven een uitkomst zonder stremming had kunnen opleveren en horen graag hoe de Minister dit ziet.

De leden van de SGP-fractie horen graag wat de Minister wel of niet als ondernemersrisico ziet. De langdurige stremming is mede het gevolg van een onderschatting van de veiligheidsrisico’s in het verleden. De vraag is ook of een andere aannemer wellicht toch mogelijkheden had gezien voor het langer bevaarbaar houden van het kanaal.

De leden van de SGP-fractie waarderen de inzet van de Minister om te bezien hoe de stremmingsduur bekort kan worden. Kijkt hij daarbij ook naar de inzet van meer ploegen en/of aannemers?

Naar boven