2024D03218 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het op 22 december 2023 ontvangen Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag 2024 in verband met de extra verhoging van de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag (Kamerstuk 31 322, nr. 519).

De fungerend voorzitter van de commissie,

De Jong

Adjunct-griffier van de commissie,

Van den Broek

Inhoudsopgave

• I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

  Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

  Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

  Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

• II Antwoord/Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden zijn van mening dat de kinderopvang betaalbaar en toegankelijk moet blijven en zien de uitwerking van het amendement van der Lee c.s.¹ dat middelen uittrekt voor de verhoging van de kinderopvangtoeslag als belangrijke stap hiertoe.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich echter aanhoudend zorgen over de betaalbaarheid en daarmee de toegankelijkheid van de kinderopvang, gevoed door de signalen die deze leden ontvangen van ouders en die ook zichtbaar zijn in de internetconsultatie van dit ontwerpbesluit. Deze leden merken op dat kinderopvang duur is en dat ouders zich zorgen maken over de stijging van de kosten in de toekomst. Tevens merken deze leden op dat het onduidelijk is voor ouders waar zij aan toe zijn. Deze leden vragen of het kabinet kan garanderen dat de kinderopvang betaalbaar blijft. Ook vragen deze leden of het kabinet kan garanderen dat de kinderopvang toegankelijk blijft.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen voorts of het kabinet kan garanderen dat de middelen die op de begroting staan voor de ingroei naar het nieuwe stelsel (0,4 miljard euro in 2025 en de 1,2 miljard euro in 2026) tot besteding komen voor dit doel. Deze leden vragen hoeveel dit een doorsnee gezin met twee kinderen kan schelen. Ook vragen deze leden hoeveel dit kan schelen voor een gezin dat hun kinderen vier dagen naar de kinderopvang brengt.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hechten aan tijdige invoering en rechtszekerheid rondom dit ontwerpbesluit. Deze leden spreken daarom waardering uit voor de voortvarende aanpak van de Minister in het kader van het anticiperen op de besluitvorming. Deze leden spreken tevens de wens uit voor snelle beantwoording van dit schriftelijke overleg.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken betreffende het ontwerpbesluit tot wijziging van het besluit kinderopvangtoeslag 2024 in verband met de extra verhoging van de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag. Deze leden hebben hierover geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie zien dat ouders als gevolg van de tekorten op de kinderopvang te maken hebben met forse kostenstijgingen waardoor het maximum uurtarief niet langer in lijn is met het tarief dat ouders in de praktijk moesten betalen. Daarom hebben deze leden tezamen met leden van andere fracties een motie² en amendementen³ ingediend om het maximum uurtarief in lijn te brengen met de daadwerkelijke kosten zonder dat kinderopvangorganisaties het uurtarief verder zouden verhogen. Deze leden hebben daarom met grote belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit om de maximum uurprijzen daadwerkelijk te verhogen, waar deze leden nog enkele vragen en opmerkingen bij hebben.

De leden van de D66-fractie begrijpen uiteraard dat de kinderopvang een marktsector is, waardoor niet afgedwongen kan worden dat kinderopvangorganisaties hun tarieven niet verhogen en het lastig is om onderlinge afspraken te maken vanwege mededingingsregels. Deze leden hebben in de toelichting op het amendement⁴ ook verwezen naar een brief die is ondertekend door allerlei partijen uit de kinderopvangsector, waarin zij pleiten voor een verhoging van het maximum uurtarief en toezeggen deze verhoging te gebruiken voor de salarissen van medewerkers en niet voor hogere winsten van de kinderopvangorganisaties. Daarom vragen de leden van de D66-fractie op welke manier deze toezegging terugkomt in de prijsmonitor die de Minister heeft toegezegd.

Voorts vragen de leden van de D66-fractie naar het onderzoek naar prijsregulering dat de Minister enige tijd geleden heeft aangekondigd. In de eerste plaats horen deze leden graag voor welke datum dit onderzoek naar de Kamer zal worden gestuurd en in de tweede plaats vragen deze leden naar de samenhang met de incidentele verhoging van de kinderopvangtoeslag. Op welke wijze wordt dit besluit onderdeel van het onderzoek naar prijsregulering in de kinderopvangsector, vragen deze leden. Daarbij vragen deze leden ook welke partijen betrokken zijn bij dit onderzoek.

II Antwoord/Reactie van de Minister

---

1 Kamerstuk 36 410 XV, nr. 7.

2 Kamerstuk 36 410, nr. 23.

3 Kamerstuk 36 418, nr. 11 en 36 410 XV, nr. 7

4 Kamerstuk 36 410 XV, nr. 7.