2023D43450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de informele Toerismeraad d.d. 31 oktober 2023 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 586).

De voorzitter van de commissie,

Kling

De griffier van de commissie,

Nava

Inhoudsopgave

  • I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

  • II. Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Toerismeraad op 31 oktober. Deze leden hebben hierover geen vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele Toerismeraad. Zij wensen de Minister nog enkele vragen voor te leggen over de voortgang van enkele eerder in de commissie besproken zaken en willen de Minister enkele vragen voor de aankomende raad voorleggen.

De leden van de D66-fractie lezen dat een prioriteit van het Spaanse voorzitterschap is om specifieke focus te leggen op duurzaam toerisme, welke in lijn is met de Sustainable Development Goals (SDG’s). Daarbij is specifieke aandacht voor beleid omtrent duurzaamheid en sociale impact. Op welke manier zet de Minister zich in de Raad op deze zaken in? Deze leden zijn van mening dat vluchten over korte afstanden zo veel mogelijk beperkt moeten worden. Wordt er binnen de Raad aandacht besteed aan het verduurzamen van reismogelijkheden? Op welke manier wordt hiervoor met andere departementen samengewerkt, bijvoorbeeld ter verbetering van en het aantrekkelijker maken van treinreizen?

De leden van de D66-fractie vinden het ook van groot belang dat recreatie hand in hand gaat met duurzaam behoud van natuur. Op welke manier wordt er vanuit de Raad ingezet op het behouden van biodiversiteit in toeristische gebieden? Zijn hierover in Europa vaststaande afspraken, of mogen lidstaten zelf regels opzetten hieromtrent?

De leden van de D66-fractie vinden het wenselijk op korte termijn in commissieverband over toerisme en recreatie te spreken. Gezien het laatste debat hierover al geruime tijd geleden is, hebben deze leden enkele vragen over het Nederlandse toerismebeleid aan de Minister. Kan de Minister ingaan op de uitwerking van de motie Rahimi c.s. over de uitwerking van een actieagenda waarbij wordt gefocust op het spreiden hoe bedrijfsvoering binnen toerisme en recreatie beter kan aansluiten bij de uitdagingen van deze tijd, zoals duurzaamheid en toerisme dat bijdraagt aan de leefbaarheid van de omgeving. Op welke manier werkt de Minister aan bestendig beleid op de lange termijn? Hoe staat zij hierover in contact met de sector?

De leden van de D66-fractie hebben eerder het Manifest «Geef toerisme en recreatie de ruimte» in commissieverband toegezonden gekregen. Zij zien hierbij thema’s die ook in de aankomende Raad behandeld worden, zoals toerisme en recreatie in relatie tot natuurbescherming, verduurzaming en natuurinclusief handelen. Kan de Minister reageren op dit manifest? Welke lessen heeft Nederland al geleerd op deze thema’s en hoe wordt beleid hierop ingericht? Zijn er landen om ons heen dit hier ook specifiek op inzetten en hierbij successen behalen? Zo ja, welke lessen kunnen wij daaruit meenemen voor de Nederlandse toerismesector?

II Antwoord / Reactie van de Minister

Naar boven