Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D21542 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D21542 |
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over hun brief van 10 mei 2023 inzake de Staat van het Onderwijs 2023 met beleidsreactie (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 221).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De griffier van de commissie,
Verhoev
Nr |
Vraag |
---|---|
1 |
Wat is de reden dat men dit jaar de beoordeling van de scholen in de Staat van het Onderwijs achterwege laat, dit in tegenstelling tot voorgaande jaren waar in de Staat van het Onderwijs het oordeel voor scholen (zeer zwak, onvoldoende etc.) wel werd gepubliceerd? |
2 |
Hoe verhouden de investeringen in alle onderwijssectoren, waarover u schrijft in de beleidsreactie, zich tot de aangekondigde bezuinigingen op OCW1 in de Voorjaarsnota? Waarom wordt dit niet in de beleidsreactie vermeld? |
3 |
Als het echte werk bij leraren, docenten en ondersteuners gebeurt, welke overwegingen liggen dan ten grondslag aan de bezuiniging, uitgerekend op hun salaris? Hoe verenigt u dit met de inspiratie «om óók alles te geven en alles aan te grijpen wat het onderwijs kan verbeteren»? |
4 |
Op hoeveel scholen zijn de basisteams actief en wat is dat percentueel van alle scholen? |
5 |
Hoe verenigt u de uitspraak «als betrokken overheid delen we die zorg» over mentaal welzijn onder leerlingen en studenten, en de recentelijke uitspraken van de Staatssecretaris van VWS2 dat niet alle jongeren mentale hulp kunnen krijgen? |
6 |
Wat zijn de eerste resultaten van de NPO3-middelen die zijn ingezet voor het verbeteren van het welbevinden van studenten? |
7 |
Waarom gelden de argumenten om het bindend studieadvies aan te passen in het ho4, zoals een betere balans tussen het welzijn van studenten en studievoortgang, niet voor studenten in het mbo5? |
8 |
Wanneer komt u met het masterplan basisvaardigheden voor het mbo en hoeveel geld bent u voornemens daarvoor vrij te maken? |
9 |
Waarom is het op het funderend onderwijs al sprake van werk van basisteams om basisvaardigheden te versterken, maar is er op het mbo nog sprake van een verkennende fase over de bevoegdheid van docenten? |
10 |
Wanneer kan de Kamer de plannen voor het verbeteren van de kwaliteit en het bereik van vroeg- en voorschoolse educatie verwachten? |
11 |
Wat wordt er nog verder onderzocht met scholen en wetenschappers om leerlingen meer kansen te bieden in het voorgezet onderwijs en hoe gebruikt u hierbij de stapels aan wetenschappelijke inzichten die er al liggen, zoals bijvoorbeeld de effectiviteit van brede brugklassen om kansenongelijkheid terug te dringen? |
12 |
Hoeveel ontvangen onderwijsinstellingen voor het bevorderen van de uitdrukkingsvaardigheden in het Nederlands van hun studenten? |
13 |
Hoe worden barrières om door te stromen voor wie dat wil en kan in de toekomst weggenomen? |
14 |
Wat wordt er precies verstaan onder het stimuleren van deelname aan gemeenschappelijke introductiedagen en sportfaciliteiten van mbo-studenten? In welke steden mogen mbo-studenten al meedoen aan de introductiedagen? In welke steden hebben zij toegang tot studentensportfaciliteiten? In welke steden worden zij nog altijd geweigerd om mee te doen aan introductiedagen en sportfaciliteiten? |
15 |
Kunt u nader toelichten hoe u de deelname van mbo-studenten aan introductiedagen en sportfaciliteiten bevordert en hoeveel hebben mbo-instellingen ontvangen om dit te faciliteren? |
16 |
Wordt bijgehouden hoe groot stagemisbruik is in het mbo? Zo nee, bent u voornemens dit te registreren? |
17 |
Kunt u nader toelichten wat u bedoelt met «Daarnaast kijken we of we meer lijn kunnen brengen in de door de inspectie bekritiseerde grote hoeveelheid doelsubsidies»? Welke concrete acties horen hierbij? |
18 |
Hoe wordt het maatschappelijk bewustzijn rond stagediscriminatie in de toekomst vergroot? |
19 |
Op wat voor manier gaat u bezien of er meer lijn kan worden gebracht in de door de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) bekritiseerde grote hoeveelheid doelsubsidies? |
20 |
Waarom ontbreekt in het rijtje dat nodig is om goed onderwijs te geven (professionals die met plezier hun werk doen, goed opgeleid zijn en hun vak bijhouden) een goed en eerlijk salaris? |
21 |
Hoe groot is het lerarentekort in het po6 en in het vo7 in fte? Hoe is het lerarentekort de afgelopen tien jaar ontwikkeld? |
22 |
Hoeveel van de leerlingen, die stapelen sinds het doorstroomrecht is ingevoerd in het vo, ronden de tweede opleiding af? |
23 |
Hoeveel van de leerlingen, die stapelen sinds het doorstroomrecht is ingevoerd in het vo, vallen in de tweede opleiding uit? |
24 |
Hoeveel van de leerlingen die blijven zitten in havo8 4 komen respectievelijk van de mavo9, havo en vwo10? |
25 |
Kan de inspectie duiden of er regionale verschillen zijn bij bo11-leerlingen bij wie eerder de leervertraging het grootst was? |
26 |
Kan de inspectie vertellen waarom de resultaten van so12-leerlingen dichter liggen bij die van het regulier basisonderwijs dan die van het sbo13? |
27 |
Gaat u ook onderzoeken of de hoeveelheid onvoldoende geletterde mbo-studenten die uitstromen, kan worden teruggebracht door in het mbo bevoegde docenten Nederlands voor de klas te zetten? |
28 |
Kan de inspectie vertellen waarom zij onder de basisvaardigheden de vakken rekenen-wiskunde, taal en burgerschap verstaan, terwijl de Minister hier ook digitale geletterdheid onder laat vallen? |
29 |
Is er een streefgetal voor een minimaal niveau in Nederlandse schriftelijke vaardigheid in het ho? |
30 |
Laten de slagingspercentages voor Nederlands precies dezelfde trend zien als internationaal vergelijkend onderzoek? Zo nee, hoe worden de verschillen verklaard? |
31 |
Wat betekent de constatering dat «meerdere vo-scholen aangaven dat sturing van bovenaf en het opleggen van beleid weerstand oproept» voor de aanpak in het masterplan basisvaardigheden? |
32 |
Heeft de inspectie een verklaring voor het gegeven dat scholen niet weten of hun inspanningen ten aanzien van burgerschap voldoen aan de wettelijke eisen? |
33 |
Waarom wordt in de Staat van het Onderwijs geen aandacht besteed aan de kwaliteit van onderwijshuisvesting? Is de inspectie voornemens dit onderwerp wel op te nemen in de volgende «Staten»? |
34 |
Hoe verhoudt het percentage van 44% studenten met een psychische aandoening zich ten opzichte van 21/24/25% studenten met een slechte mentale gezondheid? Komt het percentage van 21/24/25% bovenop die 44%? |
35 |
Houdt de inspectie al strengere controle op uitvoering van de burgerschapsopdracht? Zo ja, hoe kan het dat veel scholen nog geen heldere burgerschapsdoelen hebben? |
36 |
Is in kaart gebracht hoe vaak het gebeurt dat leerlingen wapens zoals messen mee naar school nemen? |
37 |
Kan de inspectie met cijfers onderbouwen waarom meervoudige adviezen en brede brugklassen kansengelijkheid bevorderen? |
38 |
Welke richtlijnen zijn er voor instellingen om sociale veiligheid te monitoren? |
39 |
Gaat u ook onderzoeken waarom bijna de helft van de mbo-niveau 2 studenten ongediplomeerd uitstroomt? |
40 |
Kan worden gesteld dat het percentage uitstroom op dit moment zorgwekkend hoog is op alle niveaus? Kan worden gesteld dat er niet alleen moet worden gefocust op stijgende instroom, maar ook op het binnenboord houden van studenten? |
41 |
Wat voor opvolging wordt gegeven aan het feit dat het borgen van kansengelijkheid niet in alle aspecten van de selectieprocedure in het ho wordt meegenomen? Wat wordt gedaan met het advies van de inspectie dat opleidingen moeten komen tot een volledige onderbouwing van de selectieprocedure? |
42 |
Corrigeert de hogere uitval in het tweede jaar in het ho, de lage uitval vorig jaar in het eerste jaar tijdens coronamaatregelen rond het bindend studieadvies? |
43 |
Wat is de huidige stand van zaken van de gesprekken met experts over selectiemethoden in het ho? |
44 |
Is het voor vso14'ers die gestart zijn met mbo niveau 4 mogelijk om tussentijds over te stappen naar mbo niveau 3 indien ze ontdekken dat niveau 4 op dat moment niet goed aansluit? |
45 |
Wat is de reden dat een kwart van de voormalig vso'ers start met een mbo niveau 4, terwijl 33% daarvan weer uitvalt? |
46 |
Hoeveel procent van de voormalige vso'ers start met een mbo niveau 3 opleiding? Hoeveel procent valt uit? |
47 |
Is bekend waarom er steeds minder studenten na hun mbo niveau 4 opleiding doorstromen naar een hbo-bachelor? |
48 |
Wat zijn mogelijke verklaringen voor het lagere slagingspercentage bij leerlingen met een niet-westerse migratie-achtergrond en bestaat deze correlatie ook nog wanneer wordt gecorrigeerd voor factoren zoals inkomen? |
49 |
Wat zijn mogelijke verklaringen voor de hogere ongediplomeerde uitstroom bij studenten met een niet-westerse migratieachtergrond? |
50 |
Wat is uw inschatting van hoeveel nieuwkomers er op dit moment thuiszitten? Zo nee, kan er onderzoek naar worden gedaan? Zo nee, waarom niet? |
51 |
Hoe geeft u vervolg aan de waarschuwing van de inspectie dat de aparte wetgeving voor TOV15»s kan leiden tot verschraling en ongelijkheid? |
52 |
Hoe verhoudt het onderscheid in onderwijs op basis van migratieachtergrond zich tot het Verdrag inzake de Rechten van het Kind? |
53 |
Hoe ziet u uw rol als het gaat om de ondersteuning van de TOV’s? Kan er worden ondersteund bij het opstellen van de verplichte doorstroomperspectieven? |
54 |
Hoe kan het bekend zijn hoeveel ouders van studenten ook een ho-diploma hebben als instellingen bij de inschrijving van een student niet vragen naar het hoogst genoten opleidingsniveau van hun ouders? |
55 |
Is er naast een onderscheid in ouders uit een hogere inkomensgroep en/of ouders die ook een ho-diploma hebben ook een onderscheid te maken naar eerste generatiestudenten? |
56 |
Waarom is het tot op heden nauwelijks uit de publieke verantwoording van samenwerkingsverbanden en besturen op te maken wat goed gaat en wat niet op het gebied van passend onderwijs en welke stappen moeten er precies worden gezet zodat de inspectie kan sturen op inclusiever onderwijs? |
57 |
Welke consequenties ondervinden scholen van het aan hun laars lappen van de wettelijke verplichting van het registreren van opp’s16? |
58 |
Wat is het verschil tussen opp's en een handelingsplan? |
59 |
Hoe verloopt het proces van het stichten van een nieuwe school nadat de inspectie een positief oordeel heeft gegeven in een situatie van een grote nieuwbouwwijk waarbij meerdere initiatiefnemers een aanvraag hebben gedaan voor een nieuwe school? |
60 |
Hoeveel leerlingen zitten er op een B3-school17? |
61 |
Is er inmiddels een verklaring gevonden voor de verschillen over Nederland in deelname aan gespecialiseerd onderwijs? |
62 |
Welke mogelijkheden zijn er indien er een gebrek aan passend onderwijs is om voor deze leerlingen financiering te regelen zodat zij aan B3-onderwijs kunnen deelnemen, bijvoorbeeld met pgb18-budget of via de samenwerkingsverbanden? |
63 |
Wat zijn de aantallen die horen bij de percentages die na hun opleiding geen werk hebben, zoals geschetst op de afbeelding op pagina 29? |
64 |
Welke kennis over monitoren van kwaliteit is nodig bij het gebruik van een leerling administratiesysteem? |
65 |
Met welk deel van de leraren wordt minimaals jaarlijks een functioneringsgesprek gevoerd? |
66 |
Wat is het percentage pabo19-studenten dat daadwerkelijk als docent voor de klas komt te staan? |
67 |
Hoe gaat u ervoor zorgen dat beginnende leraren zich in de toekomst voldoende toegerust voelen? |
68 |
Hoe is het schoolleiderstekort in het po regionaal verdeeld en welke factoren dragen bij aan het terugdringen van het tekort? |
69 |
Wat wordt er gedaan om het schoolleiderstekort aan te pakken? |
70 |
Hoe komt het dat de groei in het onderwijzend personeel voor een relatief groot deel op het conto van het mbo staat en kan dit te maken hebben met de andere bevoegdheidseisen in het mbo? |
71 |
Wat zijn de aantallen die horen bij de percentages pabo gediplomeerde respectievelijk tweedegraads lerarenopleiding die na vijf jaar nog steeds werkzaam zijn in het onderwijs? |
72 |
Hoeveel procent van de afgestudeerden aan de eerstegraadslerarenopleiding (zowel hbo als wo) gaat na de opleiding in het onderwijs werken en hoeveel procent is na vijf jaar nog steeds werkzaam in het onderwijs? |
73 |
Hoe worden schoolleiderstekorten opgevangen en wat zijn de gevolgen daarvan? |
74 |
Wat zijn de beweegredenen van leraren om van een school binnen de G5 over te stappen naar een school buiten de G5? |
75 |
In welke mate heeft u grip op de aanpak van het lerarentekort? |
76 |
Wat is de precieze stijging van de leerling-leraar ratio in het bo? |
77 |
Wat is de precieze stijging van de leraar-leerling ratio in het sbo en (v)so? |
78 |
Wat is het percentage studenten aan lerarenopleidingen dat hun opleiding niet afrondt? Heeft u inzicht in hun beweegredenen om de opleiding niet af te ronden? |
79 |
In hoeverre maken leraren gebruik van de uren die zij hebben voor professionalisering? Kan dit gekwantificeerd worden in het aantal uren dat zij gemiddeld deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten? |
80 |
Bij hoeveel van de scholen waar niet alle kenmerken van effectieve instructie terug te zien waren, is effectieve instructie wel onderdeel van de onderwijsvisie? |
81 |
Indien er een leerling met extra ondersteuningsbehoeften in de klas zit, hoe wordt dan geregeld dat de leerkracht hier voldoende tijd voor heeft? |
82 |
Hoe kan het dat de ambitie voor het streefniveau voor rekenen niet wordt gehaald? |
83 |
Hoe oud zijn de methodes die gebruikt worden op de scholen in Caribisch Nederland? Hoe groot is het budget voor deze scholen om periodiek nieuwe methodes aan te schaffen? |
84 |
Wordt het advies van de Onderwijsraad uit 2018 om terughoudend te zijn met doelfinanciering bewust in de wind geslagen gezien het ontbreken van terughoudendheid20? Welke overwegingen liggen dan daaraan ten grondslag? |
85 |
Welke stappen kunnen nog genomen worden om administratielast te verlagen? |
86 |
Hoe verklaart de inspectie de lichte daling van de leesvaardigheid ten opzichte van tien jaar geleden? Hoe verhouden de uitkomsten van het recent verschenen PIRLS-onderzoek zich tot de gerapporteerde uitkomsten over leesvaardigheden in deze Staat van het Onderwijs21? |
87 |
Zijn er negatieve effecten wanneer kinderen korter «kleuteren» en maken scholen en leraren hierin altijd een goed onderbouwde afweging? |
88 |
Hoe duidt u het verschil in burgerschapsvaardigheden tussen groep 8 leerlingen in het bo en schoolverlaters in de eindgroep van het sbo? |
89 |
Wat zegt de effectiviteit van kansrijk adviseren over vroegselectie in het huidige onderwijsstelsel? |
90 |
Waarom worden de schooladviezen in niet-stedelijke gebieden minder vaak bijgesteld en liggen de adviezen in niet-stedelijke gebieden gemiddeld ook lager? |
91 |
Geeft u gehoor aan het doen van meer onderzoek naar de beslisregels die scholen hanteren rondom bijstellingen? |
92 |
Op basis waarvan concludeert de inspectie dat lessen over het algemeen veilig, ordelijk en duidelijk verlopen, terwijl we internationaal horen dat Nederlandse klaslokalen erg luidruchtig zijn? |
93 |
Hoe kan extra hulp zo worden ingezet dat het leerlingen helpt, maar ook de leraar ontlast? |
94 |
Hoe verwacht de inspectie dat scholen hun aanbod voor burgerschapsonderwijs versterken en concreter maken, terwijl er nog geen kerndoelen voor burgerschap zijn? |
95 |
Hoe gaat u het verloop onder beginnende leraren in de toekomst verkleinen? |
96 |
Hoe kan de inspectie de kwaliteit van besturen bevorderen gezien het feit dat nu 28% onvoldoende scoort? |
97 |
Ziet de inspectie, naast de aanpassing van het toezichtskader, andere oorzaken voor de toename van het aantal besturen met een onvoldoende eindoordeel? |
98 |
Heeft de inspectie een verklaring voor het feit dat het aantal oordelen met goed bij de standaard evaluatie, verantwoording en dialoog veel lager is dan bij de andere twee standaarden? |
99 |
Heeft de inspectie aanvullende bronnen voor het onderzoek van Lionaar et al. (2023) dat wijst op de invloed van de sturingsstijl van de bestuurder op de onderwijskwaliteit? |
100 |
Kan de inspectie aangeven of schoolbesturen met een onvoldoende eindoordeel deze vooral hebben gekregen op financiële of onderwijsinhoudelijke gronden? Hoe ziet deze verhouding eruit? |
101 |
Heeft de inspectie zicht op kenmerken van besturen met de waardering goed? |
102 |
Zijn er naast de impact van de coronamaatregelen andere factoren die de ontwikkeling van basisvaardigheden van leerlingen in het voortgezet onderwijs onder druk zetten? |
103 |
Is het effect van socialemediagebruik en telefoongebruik op welzijn en ervaren prestatiedruk onderzocht? |
104 |
Hoe wordt verklaard dat de afstroom afneemt, mede gezien het feit dat het aantal zittenblijvers toeneemt? |
105 |
Zijn er naast de impact van de coronamaatregelen andere oorzaken aan te wijzen voor het hoge percentage zittenblijvers in het vierde leerjaar van de havo? |
106 |
Hoeveel meer geld geven huishoudens uit aan aanvullend onderwijs ten op zich te van vijf jaar geleden? |
107 |
Hoeveel geld geven ouders uit aan aanvullend onderwijs? |
108 |
Hoeveel geld van de NPO-middelen is besteed aan commerciële bureaus? |
109 |
Welke maatregelen gaat u nemen om lesuitval op korte termijn terug te dringen? |
110 |
Is de conclusie dat onbevoegden eerder de gelegenheid krijgen om les te geven op een school met een hoge achterstandsscore of is de achterstandsscore een gevolg van het lesgeven door onbevoegden? |
111 |
Wanneer komt de monitor, zoals vermeld in het Onderwijsakkoord, beschikbaar waarin wordt gekeken hoe schoolbesturen werken aan strategisch personeelsbeleid22? Bent u voornemens de resultaten van de monitor ruim voor het einde van de internetconsultatie van het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid naar de Kamer te sturen? |
112 |
Hoe frequent bezoeken schoolleiders lessen van startende leraren? |
113 |
Is een inschatting te geven hoeveel leerlingen zijn uitgesloten van deelname aan schoolactiviteiten, omdat hun ouders niet konden voldoen aan de vrijwillige bijdrage? Kan worden gesteld dat de omschreven spagaat tussen het willen voldoen aan de wet en het willen voldoen aan een breed aanbod een valse spagaat is, gezien het feit dat de wet gevolgd moet worden? |
114 |
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat alle schoolgidsen in de toekomst gaan voldoen aan de Wet vrijwillige ouderbijdrage? |
115 |
Hoe verklaart u dat havo de minst presterende schoolsoort is op de indicator bovenbouwsucces? |
116 |
Wat is het aandeel vso-scholen dat een entreetraject aanbiedt? |
117 |
Is er meer duidelijk over de oorzaken waarom samenwerking tussen vso-scholen en mbo-instellingen niet goed van de grond komt? |
118 |
Zijn er cijfers over hoeveel kinderen nu onnodig buiten de boot vallen? |
119 |
Hoe gaat u ervoor zorgen dat samenwerkingen tussen vso-scholen en mbo-instellingen in het vervolg in meer regio's van de grond komen? |
120 |
Wat is de motivering om het emotioneel welbevinden van leerlingen in het (v)so niet mee te nemen? |
121 |
Hoe kunnen instellingen ervoor zorgen dat de LOB23 beter aansluit bij de wensen van studenten? |
122 |
Wat is de appreciatie van de constatering dat bij deeltrajecten minder zicht is op de opbrengsten van het onderwijs en de vormende en sociale functie van onderwijs mogelijk minder aandacht krijgt? |
123 |
Hoe verklaart u de afname van de doorstroom vanuit niveau 3 naar 4 in het mbo? |
124 |
Heeft u in kaart waar de studenten die vanaf niveau 2 het mbo verlaten zonder diploma terechtkomen? Zo nee, kunt u dit in kaart brengen? |
125 |
Hoe groot is het aandeel van mbo-studenten dat uitvalt in het ho door een verkeerde studiekeuze? |
126 |
Kunt u een overzicht geven van de middelen en doelen die worden ingezet om de doorstroom van het mbo naar het hbo24 te bevorderen? |
127 |
Hoeveel financiële compensatie ontvangen mbo-studenten voor het bekleden van bestuursfuncties? |
128 |
Is bekend voor hoeveel studenten hoge schoolkosten een barrière zijn om een opleiding te volgen? |
129 |
Welke opleidingen hebben te hoge schoolkosten waardoor studenten afzien van de opleiding? Zitten hier opleidingen in de tekortsectoren tussen? |
130 |
Hoe kunnen onderwijsinstellingen diversiteit in de medezeggenschap bevorderen? |
131 |
Hoe gaat u onderwijsinstellingen stimuleren om te komen tot een visie voor de toepassing van digitaal onderwijs? |
132 |
Op welke manier wordt de aanbeveling van de inspectie om een helder juridisch kader te ontwikkelen voor de verplichting van instellingen om de Nederlandse taalvaardigheid te onderhouden en te ontwikkelen uitgevoerd? |
133 |
Welke implicaties heeft de constatering dat medezeggenschap momenteel niet voldoende geworteld is in de achterban voor uw beleid? |
134 |
Welke acties worden er ondernomen om betrokkenheid bij medezeggenschap te versterken? |
135 |
Welke acties verbindt u aan de aanbeveling van de inspectie dat u de rol, die ho-instellingen kunnen of moeten spelen in de toegang tot het onderwijs, moet verduidelijken? |
136 |
Bent u voornemens om de WHW25 aan te passen ten behoeve van een helder juridisch kader voor de verplichting van instellingen om de Nederlandse taalvaardigheden van studenten te onderhouden en/of verder te ontwikkelen, zoals de inspectie adviseert? |
137 |
Hoe kunt u onderwijsinstellingen stimuleren zodat ze betere stagebegeleiding aanbieden? |
138 |
Heeft u zicht op alternatieven voor de medezeggenschap? |
139 |
Bestaat er volgens u een scheve machtsverhouding tussen medezeggenschapsraden en colleges van bestuur? |
140 |
In welke mate was de lagere instroom van hbo- en wo26-studenten voorspeld? Wat was per instroomcategorie de voorspelling en de uiteindelijke instroom in het hbo en wo? |
141 |
Wat is de definitie van het begrip «studentenwelzijn» volgens het Ministerie van OCW? |
142 |
Op welke manier wordt studentenwelzijn gemeten? |
143 |
Wat is volgens u de rol van instellingen ten opzichte van studentenwelzijn? |
144 |
Bent u voornemens diagnoses (of andere bewijsmiddelen) los te laten als criterium voor ondersteuning van studenten? |
145 |
Vallen studenten die het opvolgende jaar aan een nieuwe studie beginnen ook onder de uitvalcijfers van figuur 6.1b? |
146 |
Is bekend wat de gevolgen zullen zijn van het toevoegen van een Nederlands element bij opleidingen in het ho voor de instroom van internationale studenten? |
147 |
Wat zijn de onderliggende cijfers waaruit wordt geconcludeerd dat de toegenomen uitval in het ho wordt veroorzaakt door de toename van het aantal internationale studenten? |
148 |
Wat verklaart het lage en dalende diplomarendement voor associate degrees? |
149 |
Hoe verloopt de uitvoering van de motie van de leden Van der Laan en Van der Woude, waarin opleidingen worden verplicht om de selectieprocedure te onderbouwen en te publiceren met betrekking tot de inhoud van de opleiding, effectiviteit en gelijke kansen27? |
150 |
Zijn er voorgenomen plannen om corrigerende selectie mogelijk te maken, zodat ook wanneer een kandidatenpool niet representatief is, toch een zo representatief mogelijke studentenpopulatie kan worden geselecteerd? |
151 |
Wat bent u voornemens te doen om ervoor te zorgen dat een systematische en volledige onderbouwing van selectieprocedures plaatsvindt, waarbij niet alleen de relatie tussen selectieprocedure en gewenste populatie wordt onderbouwd, maar waar ook potentiële risico’s voor kansengelijkheid meewegen in de onderbouwing? |
152 |
Bent u voornemens de rol van hogescholen en universiteiten te verduidelijken als het gaan om de toegang tot het ho? |
153 |
Welke acties verbindt u aan de oproep van de inspectie om te komen met een systematische en volledige onderbouwing van selectieprocedures, waarbij ook potentiele risico's voor kansengelijkheid mee worden gewogen in de onderbouwing? |
154 |
Vindt u het borgen van kansengelijkheid in de verschillende selectieprocedures een verantwoordelijkheid van de opleidingen? |
155 |
Kunt u een stand van zaken geven van het werkprogramma stagediscriminatie? In welke fase bevindt dit traject zich? |
156 |
Wat verklaart de hoge uitval bij tweedegraadslerarenopleidingen? |
157 |
Wat is de uitval van studenten, als percentage van het totaal aantal studenten in de opleiding, in de lerarenopleidingen geplot over tijd? |
158 |
Hoe wordt gemeten wat het effect is van het manifest tegen stagediscriminatie? |
159 |
Wat verklaart de lagere instroom in de ulo28? |
160 |
Waar gaan afgestudeerde studenten van de lerarenopleiding werken als zij niet in het onderwijs aan de slag gaan? |
161 |
Wat is de rol van de opleidingscommissie bij het verbeteren van de stagebegeleiding? |
162 |
Bent u voornemens om de acties in het stagepact mbo, bijvoorbeeld over het aantal vaste gesprekken, ook toe te passen om de stagebegeleiding in het ho te verbeteren? Zo nee, waarom niet? |
163 |
Hoe bent u van plan invulling te geven aan de motie van de leden Van Baarle en Westerveld over afspraken stagevergoedingen in mbo ook te laten gelden voor ho, nu in het stagepact enkel wordt gesproken over onkostenvergoedingen en geen stagevergoedingen29? |
164 |
Bent u voornemens op landelijk niveau slechte stagebegeleiding aan te pakken? |
165 |
Bent u voornemens meer duidelijkheid te creëren rond de bekwaamheid van stagebegeleiders? |
166 |
Bent u voornemens stagebegeleiding beter in kaart te brengen? |
167 |
Kunt u in kaart brengen hoeveel (hbo-)studenten afzien van een universitaire opleiding, omdat deze in het Engels wordt gegeven? |
168 |
Wat is de voortgang van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als uitvoering van de motie van het lid Van der Woude c.s. over een onderzoek of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30? |
169 |
Zijn al deelconclusies bekend van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als uitvoering van de motie van het lid Van der Woude over een onderzoek of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30? |
170 |
Wordt de bevinding dat slechts 66% van de studenten aangeeft zich vrij te voelen om hun mening te geven over maatschappelijke problemen of ethische kwesties meegenomen in het onderzoek dat wordt uitgevoerd als reactie op de motie van het lid Van der Woude over een onderzoek of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30? |
171 |
Heeft de inspectie onderzocht waarom studenten zich niet vrij voelden om afwijkende meningen te uiten over maatschappelijke problemen of ethische kwesties? |
172 |
Wat is de onderzoeksopdracht van het onderzoek dat in het najaar wordt verwacht als uitvoering van de motie van het lid Van der Woude over een onderzoek of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven een rol spelen in wetenschap en ho30? |
173 |
Hoe kunt u onderwijsinstellingen stimuleren om maatregelen voor sociale veiligheid daadwerkelijk te implementeren? |
174 |
Welke stappen worden ondernomen naar aanleiding van de geconstateerde gebrekkige vindbaarheid van accreditatierapporten? |
175 |
Op welke manier zal een nieuw accreditatiestelsel kunnen voorkomen dat een grote discrepantie ontstaat tussen de kwaliteitsdefinitie van opleidingen en peers enerzijds en de maatschappelijke verwachtingen rond de kwaliteit van het ho anderzijds, zoals het huidige stelsel doet? |
176 |
Wordt toezicht gehouden op instellingen om ervoor te zorgen dat ze het verslag van het ontwikkelgesprek binnen een jaar na de vaststelling van het accreditatierapport openbaar maken, zoals verplicht volgens de WHW? |
177 |
Waarom zijn de onderdelen stagebegeleiding, sociale veiligheid en de effecten van internationalisering geen onderdeel van visitaties? Vindt u dat terecht? Zo nee, hoe kunt u ervoor zorgen dat deze onderdelen beter worden meegenomen in de visitatierapporten? |
178 |
Wat is uw appreciatie van het feit dat slechts een vijfde van de instellingen het verslag van het ontwikkelgesprek openbaar maakt, ondanks de wettelijke verplichting hiertoe? Hoe kunt u de WHW op dit punt verduidelijken? |
179 |
Wat is uw appreciatie van de aanbeveling om docenten geen onderdeel uit te laten maken van de klachtencommissie om de objectiviteit te waarborgen? |
180 |
Welke bepalingen in de WHW staan op gespannen voet met de flexibiliseringsvormen die worden gepromoot door de overheid of instellingen? |
181 |
Wat is de voortgang van de wetstrajecten en pilots met betrekking tot flexibilisering in het ho? |
182 |
Wat is uw appreciatie van het feit dat slechts 25% van de studenten weet wat een opleidingscommissie is en slechts 13% weet wat de opleidingscommissie van de eigen opleiding belangrijk vindt voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs? |
183 |
Bent u het met de inspectie eens dat samen met de overheid, koepels en de studentenorganisaties een landelijk debat gevoerd moet worden over de toekomst van de medezeggenschap, waarbij wordt gekeken naar alternatieve mogelijkheden voor de inrichting van de medezeggenschap? Zo ja, hoe wilt u dit faciliteren en welke rol speelt het Ministerie van OCW hierbij? Zo nee, waarom niet? |
184 |
Denkt u dat de (beperkte) mate van inspraak van de medezeggenschap invloed heeft op de animo voor de medezeggenschap? Zo nee, waarom niet? |
185 |
Bent u voornemens om de WHW te vernieuwen, zodat de wet beter toepasbaar is op ontwikkelingen op het gebied van internationalisering en digitalisering? |
186 |
Hoe kunt u de WHW aanpassen, zodat duidelijker is welke rechtspersonen «de instelling» vormen? Bent u voornemens dit te doen? |
187 |
Kunt u nader toelichten wat wordt bedoeld met «de alternatieve mogelijkheden voor de inrichting van medezeggenschap» die «meer passend bij de huidige tijd» zijn? |
B3-school: een niet door de overheid bekostigde school voor basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs.
Swart, N. M., Gubbels, J., in ‘t Zandt, M., Wolbers, M. H. J., & Segers, E. (2023). PIRLS-2021: Trends in leesprestaties, leesattitude en leesgedrag van tienjarigen uit Nederland. Expertisecentrum Nederlands
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2023D21542.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.