Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D12696 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 2023D12696 |
De vaste commissie voor Financiën heeft op 28 maart 2023 enkele vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief inzake Aanpassing percentage belastingrente Vpb en bronbelasting (Kamerstuk 32 140, nr. 148)
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en hebben nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie spreken hun steun uit voor de plannen om voorlopig de belastingrente op 8 procent te houden (en dus niet te verhogen naar 10,5 procent). Wat zijn de overwegingen geweest van het kabinet om te komen tot dit besluit? Klopt het dat de belastingrente bij een negatieve rente dan niet lager moet zijn dan 8 procent? Hoe verhoudt het door Nederland gehanteerde percentage zich tot door andere EU-lidstaten gehanteerde percentages (of een soortgelijk instrument)? Ook in het kader van het Nederlandse vestigingsklimaat?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Staatssecretaris de uitspraak van de Raad van State bij de behandeling van de Fiscale verzamelwet 2023 beoordeelt dat de belastingrente als zeer hoog en onredelijk wordt ervaren. Deze leden vragen wat de ratio is achter de automatische vermeerdering van 8-procentpunt. Kan de Staatssecretaris dat uiteenzetten met een korte historische aanvulling?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of het percentage hetzelfde is voor de twee verzuimsituaties. Zo nee, kan de Staatssecretaris dit toelichten? Waarom geldt een onderscheid tussen een percentage voor vennootschapsbelasting (Vpb) en bronbelasting, en een percentage voor de overige belastingmiddelen waarvoor belastingrente van toepassing kan zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over het aanpassen van de belastingrente voor de Vpb en de bronbelasting. Deze leden hebben nog wel wat vragen over de keuze om de belastingrente niet te verhogen en over de onderliggende systematiek.
De leden van de D66-fractie vragen waarom voor het percentage belastingrente voor de Vpb en bronbelasting wordt aangesloten bij de wettelijke rente op handelstransacties. Zo lijkt bijvoorbeeld de vermeerdering met acht procentpunten bovenop de basisherfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank (ECB) best fors, wat is de rationale hierachter? Deze rente is het dubbele van een aantal andere rentes, zoals de invorderingsrente en de belastingrente. Deze leden zijn benieuwd naar de gedachte achter deze verschillen.
De leden van de D66-fractie zijn wat verbaasd dat er zo ogenschijnlijk makkelijk van de systematiek afgestapt wordt. Een rente van 8 procent werd kennelijk als acceptabel gezien toen de basisherfinancieringsrente van de ECB 0 procent (of negatief) was. Nu de rente oploopt is het oplopen van de belastingrente een logisch gevolg van de systematiek, het opslagtarief van 8 procent blijft immers ongewijzigd. Deze leden zouden dus graag horen waarom er nu gekozen wordt voor het afwijken van de systematiek.
Ook zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe de systematiek werkt voor burgers over de belastingrente die zij moeten betalen. Kent deze belasting eenzelfde soort koppelingsmechanisme, en zo ja, moet deze ook (eigenlijk) verhoogd worden? Wat is de Staatssecretaris hiermee van plan?
Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie hoe verstandig het is om van de systematiek af te wijken, aangezien dit structureel mogelijk behoorlijk wat geld kost, terwijl het tegelijkertijd duidelijk is dat onze overheidsfinanciën voor een significante opgave staan. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan? Ook zijn deze leden benieuwd hoe de Staatssecretaris dit ziet in het licht van de begrotingsregels. In de onderliggende notities zien deze leden namelijk dat gesproken wordt van het niet incasseren van een meevaller. Dat klopt inderdaad, maar het besluit om deze niet te incasseren zien de leden niet als een tegenvaller. Zij zijn dan ook benieuwd naar hoe dit besluit precies gedekt wordt. Het lijkt deze leden logisch om die dekking te zoeken in hetzelfde domein. Deelt de Staatssecretaris deze mening?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris om aan te geven waarom er onderscheid gemaakt wordt in rentepercentages voor de Vpb en bronbelasting, en de overige belastingmiddelen. Kan de Staatssecretaris aan deze leden toelichten wat de achterliggende gedachte is om de belastingrente zo veel af te laten wijken van de markrente?
De leden van de PVV-fractie verzoeken de Staatssecretaris om aan te geven wat de budgettaire impact is van elke 1 procent renteverlaging. Deze leden vragen de Staatssecretaris een overzicht te verstrekken waarbij het budgettaire belang (2023 t/m 2027) per belastingmiddel wordt weergegeven en hierbij tevens per belastingmiddel onderscheid te maken tussen de ontvangsten en de uitgaven.
Kan de Staatssecretaris aan deze leden aangeven of bij het op orde brengen van de ICT-systemen van de Belastingdienst tevens de mogelijkheid wordt gecreëerd om verschillende percentages (voor het vergoeden dan wel voor het rekenen van belastingrente) te hanteren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de aanpassing van het percentage belastingrente Vpb en bronbelasting. Deze leden vinden het goed dat de belastingrente niet extra wordt verhoogd na de renteverhoging door de ECB, aangezien zij al vaker hebben aangegeven dat zij de 8 procent belastingrente aan de hoge kant vinden. Zij zijn benieuwd naar het nieuwe belastingrentebeleid dat de Staatssecretaris wil gaan voeren en vragen de Staatssecretaris hoe hij kijkt naar de 8 procent belastingrente, ook in het licht van de lage marktrentes van de afgelopen jaren. Voor een belastingplichtige die door omstandigheden zijn belastingaanslag pas later kan voldoen, kan het bedrag aan belastingrente tot grote hoogte oplopen.
Ook vragen de leden van de CDA-fractie hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen het effect dat een ondernemer bij een te laag opgelegde voorlopige aanslag, bij het opleggen van de definitieve aanslag dan direct ook 8 procent belastingrente moet betalen over het te lage bedrag. Ook vragen deze leden of de Staatssecretaris het terecht vindt dat ondernemers om dit te voorkomen zelf een voorlopige aanslag moeten indienen en betalen, wat voor hen betekent dat zij de betaling van de vennootschapsbelasting naar voren moeten halen. Deze leden vinden dit een ongewenst effect voor met name ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb), die niet altijd veel overtollige middelen hebben om zomaar voortijdig vennootschapsbelasting te betalen. Vindt de Staatssecretaris dit een gewenst effect van de hoge rente en kan de Staatssecretaris aangeven of dit mogelijk ook op een andere manier kan worden geregeld?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de belastingrente Vpb en bronbelasting en hebben hierover een aantal vragen.
Allereerst vragen de leden van de SP-fractie of de Staatssecretaris een overzicht kan geven van de jaarlijkse kosten en opbrengsten van de belastingrente Vpb en bronbelasting.
De leden van de SP-fractie vernemen uit de brief dat het verhogen van de belastingrente een meeropbrengst van structureel 100 miljoen euro zou genereren. Hier wordt ogenschijnlijk erg gemakkelijk van afgezien, en daarnaast kost het wel vergoeden van 10,5 procent belastingrente geld. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom grondig te motiveren waarom het nodig is de in rekening te brengen belastingrente ongemoeid te laten. Zij missen een onderbouwing voor dit besluit. Hoewel het volgens deze leden niet is uitgesloten dat deze stap een goede is, wijzen zij er wel op dat het om een behoorlijk bedrag gaat dat mogelijk verstandiger kan worden ingezet, gezien onder andere de toenemende armoede. Ook willen deze leden graag weten ten koste waarvan het vergoeden van 10,5 procent belastingrente gaat.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris over het afwijken van de reguliere systematiek om de belastingrente vast te stellen. Deze leden begrijpen de wens om een inningsbeleid te hanteren wat redelijk is en rekening houdt met de draagkracht van partijen die nog belasting moeten afdragen. Waar zijn geen begrip voor hebben is een haastig besluit met significante budgettaire omvang kort voor de Voorjaarsnota. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het vasthouden aan een moment om keuzes te maken voor uitgaven (en lasten) van waarde is omdat zo alle verschillende belangen en wensen tegenover elkaar af te kunnen wegen? Zo ja, waarom het besluit om de belastingrente aan te passen zo kort voor het moment van bespreking van de Voorjaarsnota genomen?
De leden van de PvdA-fractie missen ook een onderbouwing voor het besluit om 130 miljoen euro aan belastingopbrengsten mis te lopen. Kan de Staatssecretaris onderbouwen waarom dit besluit nu nodig is? Voorziet de Staatssecretaris problemen met een hogere belastingrente? Zo ja, om hoeveel belastingplichten gaat het? Klopt het dat dit besluit alleen gaat over belastingrente op de Vpb en bronbelasting? Waarom is specifiek voor deze invulling gekozen? Hoe zit voor reguliere belastingplichtigen en de gehanteerde belastingrente? Kan de Staatssecretaris uiteenzetten welke bedrijven buitensporig profijt zullen hebben van dit besluit? Zo nee, waarom niet? Deze leden hebben ook zorgen om het feit dat gezien de recente crises veel bedrijven nog een uitstaande schuld hebben bij de belastingdienst.
De leden van de PvdA-fractie vinden het op ongewenst dat het besluit in feite al in werking is getreden op 1 maart zonder dat de Kamer zich heeft kunnen uitspreken over deze aanpassing. Waarom heeft de Staatssecretaris voor deze route gekozen en niet minimaal een kwartaal gewacht? Deze leden hebben ook zorgen dat er een geitenpaadje wordt gezocht om een hogere belastingrente te hanteren bij vergoedingen dan bij inningen. Heeft dit nog consequenties voor de ICT? Verder zien zij graag dat het besluit rondom de belastingrente losgekoppeld wordt van de solidariteitsheffing. Is de Staatssecretaris hiertoe bereid?
De leden van de PvdA-fractie constateren op dit moment een gebrek aan onderbouwing voor dit besluit. Deze leden sporen de Staatssecretaris dan ook aan om af te zien van het nu doorzetten van dit besluit en in plaats daarvan het te betrekken bij de besluiten rondom de Voorjaarsnota en de augustusbesluitvorming. Zij verwachten ook een nadere onderbouwing om 130 miljoen euro aan belastingopbrengsten niet volgens reguliere systematiek op te halen en dit terecht te laten komen bij Vpb-plichtigen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris met interesse en enige verbazing gelezen en hebben nog enkele vragen.
Deze leden begrijpen niet wat de reden is dat de Staatssecretaris het percentage van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting wil verlagen naar 8 procent. In de meegestuurde beslisnota’s zijn immers verschillende redenen aangegeven. Kan de Staatssecretaris aangegeven wat de belangrijkste reden voor dit besluit was?
Klopt het dat het uitvoeringstechnisch niet mogelijk was de rente vóór 1 april te verhogen zoals gepland en dat er daarom al sprake is van gemiste inkomsten? Wat is het budgettaire effect daarvan? Klopt het dat het per 1 april dus uitvoeringstechnisch wél mogelijk was de rente te verhogen conform het geldende beleid? Waarom heeft de Staatssecretaris daar niet voor gekozen?
Kan de Staatssecretaris daarnaast toelichten wat het arrest van de Hoge Raad in de belastingrentezaak te maken heeft met de beslissing om de belastingrente te verlagen? Klopt het dat dit arrest in principe geen directe gevolgen heeft voor het beleid omtrent de hoogte van de belastingrente?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Staatssecretaris daarnaast toe te lichten wat de totale budgettaire gevolgen van de huidige situatie zijn. Voor hoeveel maanden ligt het percentage voor het vergoeden van belastingrente hoger dan het rekenen van belastingrente, en voor hoeveel maanden blijft het percentage voor beiden op 8 procent waar dat volgens de geldende systematiek 10,5 procent zou moeten zijn? Waar komen de middelen voor het opvangen van deze gevolgen vandaan?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tot slot benieuwd waar de 8 procent bovenop de basisherfinancieringsrente oorspronkelijk op gebaseerd is. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe dit percentage tot stand is gekomen en in hoeverre het door de jaren heen gewijzigd is? Deze leden kijken uit naar verdere reflectie van de Staatssecretaris op dit thema bij de voorjaarsbesluitvorming.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tot slot benieuwd waar de 8 procent bovenop de basisherfinancieringsrente oorspronkelijk op gebaseerd is. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe dit percentage tot stand is gekomen en in hoeverre het door de jaren heen gewijzigd is? Deze leden kijken uit naar verdere reflectie van de Staatssecretaris op dit thema bij de voorjaarsbesluitvorming.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2023D12696.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.