2022D34894 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Fiche: Mededeling een digitaal decennium voor kinderen en jongeren (Kamerstuk 22 112, nr. 3454).

De voorzitter van de commissie, Kamminga

De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

5

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

7

     

II

Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris

8

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Fiche: Mededeling een digitaal decennium voor kinderen en jongeren. Graag willen deze leden het kabinet enkele vragen stellen.

De leden van de VVD-fractie merken allereerst op dat digitale kennis en vaardigheden in het digitale tijdperk van groot belang zijn, dat geldt voor jong en oud. De onderhavige mededeling richt zich op jongeren. Zouden bepaalde onderdelen ook niet moeten gelden voor ouderen? Wat wordt er voor ouderen gedaan? Wordt er voor ouderen in de Europese Unie ook iets opgezet? Graag krijgen deze leden een reactie van het kabinet.

Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

In het kader van de Raad van Europa zijn er initiatieven op het gebied van digitaal burgerschap te verwachten. Is al bekend waaruit die initiatieven bestaan? Zo ja, hoe zien die eruit? In hoeverre bestaat het risico dat er straks sprake is van een overlap van voorstellen en maatregelen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het kabinet.

Het kabinet steunt de ambitie om de dialoog met lidstaten en EU-autoriteiten te vergroten omtrent de handhaving van het consumentenrecht voor kinderen. Waaraan moet dan precies worden gedacht, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Er wordt gesteld dat het belangrijk is dat grote online platformen verantwoording afleggen over de impact op grondrechten en democratie, hieronder vallen ook kinderrechten. Hoe krijgt dat verantwoording afleggen vorm, zo vragen deze leden.

Het kabinet verwelkomt de in de BIK+ voorgestelde EU-gedragscode inzake leeftijdsgeschikt ontwerp. Wat zal de essentie van die gedragscode zijn, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Wat wordt verstaan onder «leeftijdsgeschikt ontwerp»?

Het kabinet is nog niet ingegaan op het verstrekken van elektronische identiteitskaarten aan minderjarigen door lidstaten. Gaat het kabinet elektronische identiteitskaarten aan minderjarigen verstrekken in het kader van de voorgestelde verordening betreffende een Europese digitale identiteit? Zo ja, per wanneer zou dit in Nederland mogelijk zijn, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

De leden van de VVD-fractie zouden daarnaast graag een kabinetsstandpunt willen op de Europese norm inzake online leeftijdsgarantie/leeftijdsverificatie. Hoe staat het kabinet hier tegenover en is deze norm goed verenigbaar met het voorstel voor een verordening voor een Europese digitale identiteit?

In het coalitieakkoord staat dat kinderen beschermd gaan worden tegen extra niet-passende «online» reclame en kindermarketing, kinderen het recht krijgen om niet gevolgd te worden en om geen dataprofielen te krijgen. Hoe verhoudt dit zich tot het geagendeerde fiche, de Digital Services Act (DSA) en de AVG, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben de volgende opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland werkt aan een integrale aanpak van CSAM (Child Sexual Abuse Material), maar zijn benieuwd hoe de uitvoering plaats zal vinden. Tijdens het debat over hoofdlijnen over digitale zaken hebben deze leden al aandacht gevraagd voor het verspreiden van een naaktfilmpje van een minderjarig meisje. Pas nadat het filmpje duizenden keren was bekeken en er diverse meldingen waren gedaan, werd dit filmpje verwijderd door TikTok. In hoeverre wordt samengewerkt en is er samenwerking mogelijk met partijen zoals TikTok, maar ook andere sociale media netwerken om de strijd aan te gaan over deze problemen? Hoe kunnen we als Europa optreden tegen deze problemen?

De leden van de CDA-fractie lezen over de Europese norm voor leeftijdscontrole. Deze leden vragen voor welke onlineactiviteiten de Europese leeftijdscontrole zal gelden? Zal de onlineleeftijdscontrole ook gelden voor videogames, streamingswebsites voor films en series die leeftijdsgebonden zijn of bijvoorbeeld sociale mediawebsites waar een eventuele leeftijdsgrens aan verbonden kan worden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben de reactie van het kabinet op de voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot een digitaal decennium voor kinderen en jongeren gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden juichen het toe dat er aandacht is voor de belangen van kinderen in de digitale wereld. Het is belangrijk dat de veiligheid van kinderen gewaarborgd is en daarmee hun privacy beschermd wordt.

De leden van de SP-fractie onderschrijven dat kinderen extra dienen te worden beschermd tegen niet-gepaste online reclame en kindermarketing. Deze leden lezen dat het kabinet inzet op bewustwording bij kinderen en ouders. Zij vragen echter waarom kindermarketing in z’n geheel niet onwenselijk zou zijn en dus aan banden wordt gelegd. Deze leden vragen ook naar de handhaving van de Code Kinderrechten Online die, zo lezen zij, zelf niet juridisch bindend is, maar de onderliggende wet- en regelgeving wel. Hoe vaak is er bijvoorbeeld op basis van deze Code, of de onderliggende regelgeving, in de afgelopen vijf jaar ingegrepen als kinderrechten niet worden gerespecteerd in de digitale omgeving? In hoeverre is het mogelijk om deze Code bindend te verklaren?

De leden van de SP-fractie vragen naar de ontwikkeling en standaardisatie van een EU-brede digitale toepassing van leeftijdsverificatie bij elektronische identificatie door herziening van de eIDAS-verordening, omdat leeftijdsverificatiemechanismen momenteel onvoldoende zouden functioneren. Hoe kan in dit geval de privacy van kinderen gewaarborgd worden? Hoe wordt ervoor gezorgd dat er niet nodeloos persoonsgegevens worden verwerkt van kinderen indien zij zich moeten identificeren als zij bijvoorbeeld een website bezoeken? Indien een dergelijk identificatiemiddel immers gelinkt is aan andere kenmerken dan alleen leeftijd wordt er immers meer informatie uitgewisseld met diensten dan voor volwassenen het geval is.

De leden van de SP-fractie lezen dat het kabinet het beginsel deelt dat iedereen de kans moet krijgen om zowel basis- als meer gevorderde digitale vaardigheden te ontwikkelen en onderwijsinstellingen toegang moeten hebben tot connectiviteit, infrastructuur en digitale leermiddelen. Hoe verhoudt dit zich tot het stijgende aantal kinderen dat in armoede opgroeit en bijvoorbeeld het verdwijnen van bibliotheekvestigingen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie danken het kabinet voor het toegezonden fiche. Deze leden hechten een bijzonder belang aan de inzet van dit kabinet op de digitale bescherming van kinderen en jongeren. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik om een aantal vragen te stellen.

De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven het doel van de mededeling: het beter beschermen, respecteren en versterken van de rechten van kinderen in de onlinewereld alsook het verbeteren van toegang tot digitale diensten. Deze leden maken zich wel zorgen over de voorgestelde maatregelen voor de bescherming van kinderen online. Zo wel Europees, als nationaal vinden zij die inzet te vrijblijvend en vragen zij verdere inspanningen van het kabinet om daarmee ook uitvoering te geven aan het coalitieakkoord.

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het positief dat er onderzoek wordt gedaan naar neuro-marketing van kinderen. Deze leden missen daadwerkelijke maatregelen om kinderen te beschermen. Zij betwijfelen of het voorgestelde maatregelenpakket recht doet aan de ambities die in het coalitieakkoord zijn gesteld. Kan het kabinet hierop reflecteren? Tot welke aanvullende inzet leidt deze reflectie?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de te ontwerpen EU-gedragscode voor leeftijdsgeschikt ontwerpen bindend zal zijn. Voorts vragen deze leden of deze EU-gedragscode bindende voorwaarden bevat voor bescherming tegen niet-passende reclame, kindermarketing, het recht om niet gevolgd te worden en het recht om geen dataprofiel te krijgen. Deelt het kabinet het uitgangspunt dat deze laatste twee zaken de default setting zouden moeten zijn en dat enkel als kind en/of ouder expliciet aangeven het te willen zij gevolgd zouden moeten kunnen worden en dataprofielen worden bijgehouden? Hoe krijgt dit vorm binnen de Nederlandse inzet?

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de eIDAS uit behoort te gaan van vrijwilligheid. Deze leden vragen derhalve hoe ook wordt gekeken om anderen elektronische identificatiemiddelen goed te laten kunnen functioneren. Voorts vragen deze leden hoe de bescherming van kinderen tegen extreme content, conform motie van de leden Ceder en Bontenbal 1, ook in de Nederlandse inzet ten aanzien van de BIK+ plaats krijgt.

De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat de Europese Commissie pleit voor het vergroten van het bewustzijn over risico’s van digitale middelen voor kinderen als «jonge consumenten». Deze leden vragen wat het doel is van deze bewustwordingsinzet, en of het niet veel zinniger is daadwerkelijk maatregelen te treffen om kinderen te beschermen.

De geschetste kabinetsinzet ten aanzien van de bescherming van kinderen baart de leden van de ChristenUnie-fractie zorgen. Deze leden zien geen serieus initiatief tot bindende stappen om kinderen beter te beschermen. Zij vragen in hoeverre workshops, tentoonstellingen en lespakketten de noodzakelijke verandering teweeg zullen brengen bij techbedrijven om radicaal andere keuzes te maken voor de bescherming van kinderen. Kan het kabinet aangeven of ieder aspect van de Code voor Kinderrechten momenteel juridisch bindend is? Indien dit niet het geval is, is het kabinet bereid hier toe over te gaan. Zij spreken hierbij hun onvrede uit dat de bereidheid om de Code te hanteren laag is. Dit bevestigt de leden van de ChristenUnie-fractie in hun zorg dat de Code, en de wettelijke borging van de code, op dit moment nog onvoldoende bescherming aan minderjarigen biedt.

De leden van de ChristenUnie-fractie spreken hun zorg uit over de recente berichtgeving ten aanzien van TikTok. Gebleken is dat één op de vijf filmpjes die een tiener op TikTok ziet alcoholgebruik bevat en alcoholgebruik in deze uitingen ook dikwijls wordt aangemoedigd. Het is voor deze leden een illustratie van het gebrek aan bescherming tegen niet-passende reclame voor kinderen op sociale media. Zij vragen het kabinet welke maatregelen zij nationaal treft en welke maatregelen zij Europees bepleit om de specifieke bescherming tegen niet-passende reclame voor kinderen, en de handhaving op overtreding van hierbij behorende richtlijnen, te verbeteren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van het kabinet waarin zij uiteenzet wat het standpunt is ten opzichte van het fiche: Mededeling een digitaal decennium voor kinderen en jongeren. Deze leden hebben behoefte aan enige opheldering en maken van de mogelijkheid gebruik om enkele vragen te stellen.

Essentie voorstel

De leden van de SGP-fractie lezen dat de BIK+-strategie uit drie pilaren bestaat waar actieve participatie van kinderen in de digitale omgeving er één van is. Deze leden vragen het kabinet hoe deze actieve participatie van kinderen in de digitale omgeving concreet vormgegeven wordt. Hoe wordt kansengelijkheid op jonge leeftijd bevorderd?

De leden van de SGP-fractie lezen dat ten behoeve van het verzorgen van een veilige digitale omgeving voor bescherming van kinderen online de Europese Commissie onder meer aankondigt om een EU-gedragscode voor leeftijdsgeschikt ontwerpen te publiceren. Deze leden vragen of hierbij wordt aangesloten bij de reeds geldende leeftijdsnormen. Is hierin nog enige ruimte voor lidstaten om af te wijken?

De leden van de SGP-fractie lezen dat de Europese Commissie onder andere onderwijsmodules (MOOC’s) voor leerkrachten zal ontwikkelen. Deze leden vragen of dit aanbod facultatief zal zijn en of er ruimte zal blijven voor schoolbesturen om deze onderwijsmodules al dan niet te gebruiken. Voorts wijzen deze leden erop dat digitale vaardigheden niet ten koste mogen gaan van andere essentiële vaardigheden in het onderwijs zoals behoorlijk lezen, schrijven en rekenen.

De leden van de SGP-fractie lezen dat de Europese Commissie pleit voor onder andere het vergroten van bewustzijn over risico’s van digitale middelen voor kinderen als «jonge consumenten». Deze leden vragen hoe het kabinet dit bewustzijn gaat creëren. Neemt het kabinet mede in acht dat zeer jonge kinderen tegenwoordig al blootgesteld worden aan de digitale wereld door het kijken van video’s op platforms als YouTube, waar ook advertenties getoond worden?

De leden van de SGP-fractie lezen dat de Europese Commissie enkele voorstellen formuleert voor het bevorderen van actieve participatie van kinderen in de digitale omgeving. Deze leden vragen het kabinet of zij voldoende in ogenschouw neemt dat deze verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij de school en de medezeggenschapsraad ligt.

Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet de Code Kinderrechten Online heeft ontwikkeld. De code onderstreept het belang van privacy van kinderen en betrekt ook andere rechten zoals bescherming tegen economische exploitatie en het recht op online participatie. Deze leden lezen dat de Code niet bindend is. Zij vragen het kabinet hoe deze Code gehandhaafd wordt, en hoe wordt de BigTech aan deze Code gehouden als deze niet bindend is.

De leden van de SGP-fractie lezen dat Nederland aan een integrale aanpak van CSAM (Child Sexual Abuse Material) werkt, waarmee naast een betere strafrechtelijke aanpak wordt geïnvesteerd in preventie en publiek-private samenwerking voor een schoon en veilig internet vrij van illegaal materiaal. Deze leden vragen het kabinet of het mogelijk is dat er een tweestapsverificatie komt waardoor kinderen niet zomaar gebruik kunnen maken van online content, maar dat eerst een ouder toestemming moet geven voor het bekijken van de content.

De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet duidelijker gaat aangeven wat er van scholen verwacht wordt als het gaat om digitale vaardigheden. Deze leden vragen het kabinet of deze verwachtingen ook bindend zijn en in het curriculum gegoten worden.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet het standpunt steunt dat iedereen in de Europese Unie toegang tot digitale technologie moet hebben en het belang van bijzondere aandacht voor mensen in achterstandssituaties, ouderen, mensen met een beperking en ook kinderen. Deze leden wijzen het kabinet erop dat het recht op toegang tot digitale technologie onlosmakelijk verbonden is met de praktische mogelijkheden. Hoe gaat het kabinet bevorderen dat kinderen in achterstandssituaties geen digitale achterstand oplopen wanneer zij niet beschikken over digitale middelen thuis? Wordt hierin door de overheid voorzien vanuit scholen?

De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet het voorstel van de Europese Commissie verwelkomt om een veilige omgeving online voor kinderen te verbeteren. Deze leden vragen het kabinet hoe dit voorstel er concreet uitziet en of dit voorstel, samen met de gedragscodes van de die de Europese Commissie aanmoedigt en faciliteert, een bindend karakter voor aanbieders van content heeft. Zijn aanbieders verantwoording over hun beleid voor kinderen verschuldigd, aan wie, en welke consequenties dreigen er wanneer hier niet aan voldaan wordt?

Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

b) Subsidiariteit

De leden van de SGP-fractie lezen dat de grondhouding van de regering ten aanzien van de subsidiariteit positief is. Het kabinet noemt dat onder andere de effectiviteit van de Europese Unie als geheel op dit terrein veel groter is dan van die van lidstaten afzonderlijk. Deze leden willen benadrukken dat de verantwoordelijkheid van onderwijsinstellingen ook benadrukt moet worden en dat over de invulling met onderwijsinstellingen gesproken moet worden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-Fiche over de Mededeling een digitaal decennium voor kinderen en jongeren. Daarover merken deze leden op dat ze de doelen van de mededeling volledig ondersteunen.

Het is belangrijk dat alle kinderen – in een steeds verder digitaliserende wereld – op een gelijkwaardige manier en veilig deel kunnen nemen in de digitale omgeving. Over het BNC-Fiche hebben deze leden nog wel enkele vragen. Allereerst over de onderwijsmodules die de Europese Commissie voornemens is om voor leerkrachten te ontwikkelen. Hoe verhouden deze onderwijsmodules zich tot de Nederlandse curriculumherziening waarin digitale geletterdheid een rol krijgt? Hoe wordt bij het ontwikkelen van een dergelijke onderwijsmodule voldoende gekeken naar alle bedrijven en organisaties die al onderwijsmodules aanbieden? Worden zij betrokken bij de ontwikkeling? Zo nee, is het kabinet bereid om ervoor te zorgen dat zij wel betrokken worden? Het is zonde om de aanwezige kennis en expertise niet te benutten.

In het BNC-Fiche wordt verwezen naar het VN-Kinderrechtenverdrag en het Handvest van de grondrechten van de EU. Het kabinet verwijst ook naar de Code Kinderrechten Online ontwikkeld door Waag en de Universiteit Leiden in opdracht van het Ministerie van BZK. Op welke manier wordt bekeken of de bereidheid tot het hanteren van de Code kan worden vergroot? Overweegt het kabinet ook om de Code een bindend karakter te geven? Hoe gaat het kabinet het gebruik van de Code actief promoten onder andere Europese lidstaten? Het zou goed zijn als een dergelijk praktisch hanteerbaar stuk de Europese norm wordt. Dat draagt ook bij aan de positie van Nederland als gidsland als het aankomt op digitalisering en digitale burgerrechten.

De leden van de Volt-fractie vragen ten aanzien van het beschermen van kinderen en jongeren tegen micro-targeting gericht op kinderen en kindermarketing in hoeverre het kabinet bereid is om een totaalverbod in te stellen. Het kabinet noemt immers dat kinderen moeten worden beschermd tegen niet-passende online reclame en kindermarketing, maar deze leden vragen welke vormen wel-passend zouden zijn volgens het kabinet.

Het kabinet steunt het standpunt dat iedereen in de Europese Unie toegang moet hebben tot digitale technologie en in het bijzonder het belang van mensen in achterstandssituaties, ouderen, mensen met een beperking en kinderen. Welke concrete acties neemt het kabinet om dit te bewerkstelligen? Hoe zet het kabinet zich in om ervoor te zorgen dat dit geldt voor elke Europese burger?

De leden van de Volt-fractie sluiten graag af met de opmerking dat het kabinet veel ambitie en goede wil toont in dit BNC-Fiche. Dat stemt gerust. Tegelijkertijd zijn deze leden benieuwd naar hoe het kabinet voornemens is deze ambities te verwezenlijken. Over de hoe-vraag zouden zij in het vervolg graag meer lezen in BNC-Fiches.

II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris


X Noot
1

Kamerstuk 26 643, nr. 868.

Naar boven