2022D28423 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de brief van 8 juni 2022 over de Congestie op het elektriciteitsnet in Limburg en Noord-Brabant (Kamerstuk 29 023, nr. 311).

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Reinders

Inhoudsopgave

Blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Antwoord / Reactie van de Minister

11

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het nieuws dat het hoogspanningsnet in Limburg en Noord-Brabant aan de maximale capaciteit zit. Deze leden vinden deze situatie erg schadelijk. Bedrijven en andere grootverbruikers kunnen niet meer worden aangesloten op het net. Dit heeft grote gevolgen voor de economie, de energietransitie en de maatschappelijke opgaven in de provincies. De schade gaat de komende jaren groot zijn. Er moet dan ook zo snel mogelijk actie worden ondernomen.

De leden van de VVD-fractie zien gelukkig dat de Minister aan de slag gaat, bijvoorbeeld met de aanstelling van de speciaal coördinator. Daarnaast heeft de Minister aangekondigd in de nieuw in te voeren Energiewet netbeheerders meer ruimte te geven om bijvoorbeeld capaciteit die niet wordt gebruikt terug te vorderen of om niet-gegarandeerde transportcapaciteit aan te bieden. Dit stemt deze leden positief, maar het is niet voldoende. Het oplossen van de netcongestie moet topprioriteit zijn, want de problemen stapelen zich op. Voelt de Minister deze urgentie? De leden van de VVD-fractie vinden dat er veel meer snelheid moet worden gemaakt en dat meer actie nodig is. Er moet een crisisaanpak worden gehanteerd.

De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk om eerst te begrijpen hoe de situatie heeft kunnen ontstaan. Daarom willen deze leden dat er een onafhankelijk onderzoek wordt gestart naar hoe het zo ver heeft kunnen komen dat het net in Noord-Brabant en Limburg volledig vol zit. De Minister verwijst naar een «explosief stijgende vraag» naar capaciteit vanwege de installatie van warmtepompen, laadpalen en verduurzamingsinitiatieven van de industrie. Desalniettemin was al veel eerder bekend dat er in deze provincies netschaarste is. Waarom heeft de Minister niet eerder ingegrepen? Wat is er gedaan om te voorkomen dat deze situatie zou ontstaan? Waarom is er niet eerder gecommuniceerd dat het net bijna vol zat, zodat er eerder ingegrepen kon worden? De explosief stijgende vraag in Noord-Brabant en Limburg laat daarnaast ook zien dat in andere delen van het land het net boven verwachting snel vol kan lopen. Dit onderstreept nogmaals de ernst van de situatie. Hoe monitort de Minister dit en voorkomt hij dat ook in andere provincies een dergelijke situatie kan ontstaan? Welke rol speelt de Stimulering Duurzame Energie (SDE) hierin, waar voorheen niet werd gestuurd op systeemimplicaties? Betekent dit niet dat we in de SDE een grotere focus moeten gaan leggen op elektriciteitsnetontlastende verduurzamingsopties, zoals geothermie en groen gas? Wat is de rol van TenneT, de regionale netbeheerder en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in deze crisis? Hoe gaan andere landen om met netcongestie? Structureel werkende oplossingen vergen een duidelijk begrip van de oorzaak. Is de Minister bereid om een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren?

De leden van de VVD-fractie willen ook dat er meer duidelijkheid komt voor de betrokken overheden in Noord-Brabant en Limburg. Wat zijn de gevolgen voor de economieën van Limburg en Noord-Brabant? Welke gevolgen heeft dit voor de plannen in de Regionale Energie Strategieën (RES)? Wat zijn de gevolgen voor de verduurzaming van de industrie in de regio?

De leden van de VVD-fractie willen dat er naast een onafhankelijk onderzoek ook wordt gestart met een driemaandelijkse impactmonitor. Kan de Minister toezeggen om elk kwartaal een voortgangsrapportage te publiceren over de stand van zaken op het net per provincie en met specifieke aandacht voor Noord-Brabant en Limburg? Is het mogelijk om hierin kwantitatief weer te geven hoeveel capaciteit er per provincie nog beschikbaar is, hoeveel aanvraagprocedures er lopen en wat de geschatte impact hiervan zal zijn? Kan de Minister daarnaast voor Noord-Brabant en Limburg ook aangegeven welke acties zijn ondernomen om de problemen op te lossen en wat de impact van de congestie is? De netcongestieproblematiek zal de aankomende jaren alleen maar groter worden. Daarom vinden deze leden het van belang dat de Kamer zicht heeft op de situatie. Zo kan er indien nodig tijdig worden ingegrepen.

De leden van de VVD-fractie vinden het boven alles van belang dat er direct aan de slag wordt gegaan met het oplossen van de problemen in deze regio’s. TenneT heeft aangegeven dat in Noord-Brabant de netcongestie tot minimaal 2025 zal duren en voor Limburg tot 2027, maar mogelijk zelfs tot 2032. Voor deze leden is dit onacceptabel. Er moet met man en macht worden geprobeerd om de netcongestie eerder terug te dringen. Bovendien reikt het probleem verder dan alleen Noord-Brabant of Limburg. Deze leden willen daarom dat het kabinet een crisisaanpak omarmt. Is de Minister hiertoe bereid? Deelt de Minister de mening dat de ernst van de situatie vraagt om daadkracht en een spoedpakket aan maatregelen?

De leden van de VVD-fractie maken onderscheid tussen korte en lange termijn oplossingen. Op de korte termijn is het van belang dat het net zo slim en goed mogelijk wordt benut. Deze leden willen weten of het elektriciteitsnet écht vol zit of dat dit fictief is. Kan de Minister inventariseren hoeveel beschikbare ruimte er op dit moment nog is in Noord-Brabant en Limburg en hoeveel ruimte hiervan daadwerkelijk zal worden benut? Voor zonne- en windparken geldt dat netbeheerders hiervoor veel reservecapaciteit moeten reserveren terwijl de parken zelden aan de piek van hun productiecapaciteit zitten. Kan de Minister daarom aangeven hoeveel capaciteit in Noord-Brabant en Limburg staat gereserveerd voor zon- en windparken? Welke mogelijkheden ziet de Minister om flexibel om te gaan met de reservecapaciteit van deze parken? Hoeveel ruimte zou er op deze manier kunnen worden vrijgespeeld? Wat zouden de kosten van dit congestiemanagement zijn? Daarnaast hebben veel bedrijven uit angst dat het net volledig zou vollopen alvast «handdoekje gelegd», wat wil zeggen dat zij extra capaciteit hebben geclaimd terwijl die op korte termijn niet zal worden benut. Volgens deze leden is dit eerder een symptoom dan de oorzaak van het probleem, maar mogelijk helpt het wel om te kijken of deze capaciteit kan worden vrijgemaakt. Kan de Minister uitzoeken of het mogelijk is om de gereserveerde capaciteit terug te vorderen en zou de Minister ook bereid zijn om dit te doen? Wat vindt de Minister van de optie om de teruggevorderde capaciteit vervolgens te herverdelen aan de hand van een duidelijke prioritering? Dit zou echter wel betekenen dat het first-come first-serve principe wordt geparkeerd. Deze leden hebben hier nog hun twijfels over. Kan de Minister aangeven wat de impact zou zijn van het loslaten van het first-come first-serve principe? In hoeverre zou het loslaten van dit principe helpen om de situatie in Noord-Brabant en Limburg op te lossen? Wat zou de juridische impact zijn indien Nederland van het Europese non-discriminatiebeginsel afwijkt? Hoe gaan andere lidstaten van de Europese Unie (EU) om met netcongestievraagstukken en het first-come first-serve principe? De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat deze vragen eerst goed worden onderzocht voordat er wordt besloten om het first-come first-serve principe daadwerkelijk aan de kant te zetten.

De leden van de VVD-fractie willen benadrukken dat prioritering alleen niet het probleem oplost. Het helpt alleen om de overgebleven capaciteit zo goed mogelijk te verdelen. Hier kunnen provincies echter geen jaren op teren. Indien er niet snel meer ruimte wordt gecreëerd, zullen er de komende jaren alsnog grote problemen ontstaan. Kan de Minister daarom met spoed nagaan hoe er toch extra ruimte kan worden gecreëerd in Noord-Brabant en Limburg? Is het mogelijk om, verder dan nu gebeurt onder normale marktmechanismen, afspraken te maken met grote piekleveranciers en gebruikers om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen? Daarnaast hebben leden van de VVD- en ChristenUnie-fractie afgelopen winter een actieplan gelanceerd om de opslag te stimuleren. De inzet van batterijen kan de situatie verlichten. Kan de Minister toezeggen om aan de slag te gaan met de uitrol van opslag? Kan de Minister ook toezeggen om opslag als eerste uit te rollen in de gebieden met krapte op het net? Daarnaast vallen batterijen op dit moment onder het first-come first-serve principe. Ze worden gezien als nieuwe afnemer terwijl ze juist onderdeel vormen van de oplossing, omdat ze zorgen voor veel extra capaciteit. Welke mogelijkheden ziet de Minister om een aparte categorie voor batterijen te creëren?

De leden van de VVD-fractie erkennen dat de bovenstaande maatregelen geen structurele oplossingen zijn. Op lange termijn vinden deze leden het dan ook zaak om versneld het net te verzwaren. Dit vraagt om grote investeringen. Netbeheerders hebben al actieplannen aangekondigd en er zullen miljarden worden geïnvesteerd in het vergroten van de capaciteit. De ACM heeft echter eind maart aangegeven dat dit niet voldoende was. Deelt de Minister de mening van de ACM dat vanwege personeelstekorten, lange vergunningsprocedures en tekort aan materiaal de netbeheerders niet zullen slagen om de geplande projecten op tijd af te ronden? Hoe kan het dat de netbeheerders zich, volgens de ACM, onvoldoende voorbereiden op de toekomst? Is er inderdaad sprake van onderinvesteringen zoals door de ACM wordt aangegeven? Indien dat klopt, hoe is dat mogelijk? De doelen zijn immers helder. In de Kamerbrief van de Minister wordt niet teruggekomen op de uitspraak van de ACM. Kan de Minister daarom met de Kamer delen of de plannen van de netbeheerders zijn aangepast naar aanleiding van de uitspraak van de ACM? Kan de Minister daarbij aangeven of de doelen nu wel gehaald worden en, zo niet, hoe er dan toch voor wordt gezorgd dat dit wel gebeurt? Deelt de Minister de mening dat de ACM opnieuw moet toetsen of de investeringen van de netbeheerders voldoende zijn? Kan de Minister hier uitvoering aan geven?

De leden van de VVD-fractie willen de Minister ook verzoeken om aan de slag te gaan met het tekort aan arbeidskrachten. Door het tekort aan technici in de elektriciteitssector lopen de projecten gevaar. Wat kan de Minister doen om meer arbeidskrachten vrij te spelen? Kan de inzet van het right to challenge-principe helpen om sneller tot oplossingen te komen? Wanneer zal de Minister de resultaten van het onderzoek naar de inzet van het right to challenge principe voor het versterken van het stroomnet met de Kamer delen? Deelt de Minister de mening dat het right to challenge-principe kan helpen om de problemen op het elektriciteitsnet aan te pakken? Is de Minister bereid om dit jaar een pilot toe te staan in Zuid-Nederland met het right to challenge?

De leden van de VVD-fractie willen daarnaast dat de Minister alles op alles zet om de netbeheerders in hun missie te ondersteunen. Dit betekent dat vanuit de kant van de overheid de doorlooptijden voor de vergunningsprocedures maximaal moeten worden verkort. Het doorlopen van de procedures kost de netbeheerders namelijk veel tijd. Welke mogelijkheden ziet de Minister om op korte termijn versnelling te regelen? Ook geven de netbeheerders aan veel vertraging op te lopen op momenten dat het voldoende zeker is dat het net ook echt zal worden uitgebreid. Hierdoor kunnen de lange levertijden van materialen niet worden omzeild met voorinvesteringen. Kan de Minister de regels voor investeringen door netbeheerders versoepelen aangezien hierdoor veel tijd kan worden gewonnen? Ziet de Minister bijvoorbeeld mogelijkheid om voorinvesteringen door netbeheerders meer mogelijk te maken dan nu het geval is?

De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat ook de vergunningsprocedures drastisch worden ingekort. Het elektriciteitsnet zal gezien alle elektrificatieplannen in de industrie en de toename aan opwek uit zonne- en windenergie sterk uitgebreid moeten worden. Welke maatregelen gaat de Minister nemen om het vergunningsproces te versnellen? Wil de Minister daarbij toezeggen dat hij ambitieuze doelen stelt voor het tijdsbestek waarin vergunningsprocedures voor energie-infrastructuur zal moeten worden afgerond? En wat zijn deze doelen dan? Los daarvan, wat kan de Minister verder doen om bij te dragen aan het versneld versterken van het net?

De leden van de VVD-fractie vinden het noodzakelijk om de huidige Gaswet en Elektriciteitswet zo snel mogelijk te vervangen door de nieuw in te voeren Energiewet. Deze leden zijn positief over de aankondiging van de Minister om in de Energiewet de mogelijkheid op te nemen dat netbeheerders de mogelijkheid krijgen om capaciteit op het net flexibel beschikbaar te stellen en om gecontracteerde capaciteit die niet wordt gebruikt te laten vervallen. De Energiewet naar verwachting echter pas eind 2022 aan de Kamer worden aangeboden. Kan de wet bijvoorbeeld worden opgeknipt of op een andere manier gedeeltelijk eerder worden behandeld? Vanzelfsprekend is het ook van belang dat de netbeheerders, de ACM en marktpartijen goed worden betrokken in het proces. Met het wetsvoorstel moeten zoveel mogelijk knelpunten worden weggenomen. Hoe zal de Minister hier invulling aan geven? Tot slot is er in het coalitieakkoord afgesproken dat er een crisis- en herstelwetachtige aanpak zal worden gebruikt om het netcongestievraagstuk op te lossen. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Minister hier invulling aan gaat geven. Op welke manier komt de crisis- en herstelwetachtige aanpak terug in de maatregelen die de Minister zal treffen? Hoe maant de Minister zich tot de spoed die de situatie vereist?

De leden van de VVD-fractie manen de Minister met klem tot haast. Een sterk elektriciteitsnet is van groot belang voor de energietransitie. De congestie in Limburg en Noord-Brabant moet zo snel mogelijk worden opgelost en er moet worden voorkomen dat de congestieproblematiek in andere provincies verergert. Welke lessen trekt de Minister uit de situatie? Hoe gaat de Minister voorkomen dat een vol elektriciteitsnet onze klimaatplannen gaat dwarsbomen? De inzet van zonne- en windenergie, kerncentrales, elektrificatie van huishoudens en industrie, en de productie van groene waterstof vragen immers allemaal om een sterk elektriciteitsnet. Daarom roepen deze leden de Minister op om de problematiek structureel aan te pakken. Dit is nodig voor de energietransitie, onze economie en maatschappij.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie lezen dat de provincies Limburg en Noord-Brabant een congestieonderzoek doen naar de invoeding van elektriciteit. Deze leden vragen of het mogelijk is deze onderzoeken te zijner tijd, maar idealiter voor het commissiedebat over het elektriciteitsnet met de Kamer te delen. Kan de Minister toezeggen een update van de situatie in Noord-Brabant en Limburg te geven voor ditzelfde debat?

De leden van de D66-fractie vragen de Minister te reflecteren op uitspraken van bestuurders, onder andere maar niet uitsluitend de gedeputeerde van Limburg, dat netbeheerders niet goed in staat zijn gebleken de toenemende vraag naar elektriciteit te voorspellen en hier de afgelopen jaren dan ook niet voortvarend hebben gehandeld? Deelt de Minister deze kritiek? Waren de netbeheerders (juridisch) wel in staat deze stappen te nemen maar is dat niet gebeurd? Indien zij dat niet konden of mochten vanwege wet- en regelgeving, kan de Minister aangegeven welke instrumenten hij heeft om daar in het hier en nu meer verlichting te bieden? Hoe zit dat straks met de nieuwe energiewet? Verwacht de Minister dat de huidige vraag-prognoses wel kloppen en wordt hier adequaat op gestuurd?

De leden van de D66-fractie lezen dat de heer Voorhorst is aangesteld als speciaal coördinator voor de aanpak van de problemen op het elektriciteitsnet in Limburg en Noord-Brabant. Kan de Minister concreet uiteenzetten wat het takenpakket van de speciaal coördinator behelst en op wat voor termijn hij verwacht de eerste resultaten te delen? Wat wordt bedoeld met de «aanpassing van regelgeving» waarover wordt gesproken in het persbericht ter aankondiging van de aanstelling van de speciaal coördinator? Is al zicht op welke maatregelen versneld of vervroegd kunnen worden als onderdeel van deze aanpak? Is de Minister voornemens meer coördinatoren aan stellen op plekken waar het elektriciteitsnet knelt, bijvoorbeeld in Noord-Holland?

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over congestie op het elektriciteitsnet in zijn algemeenheid. Kan de Minister per provincie uiteenzetten in hoeverre er nog ruimte is, in hoeverre in deze provincies ook grote aantallen aanvragen (van grote omvang) liggen en/of verwacht zijn? In hoeverre verwacht de Minister dat in deze gevallen de maatwerkafspraken met de grootste industrieën leiden tot congestie? Hoeveel bedrijven die vallen onder de maatwerkafspraken van de Minister van Economische Zaken liggen in Limburg en Noord-Brabant en verwacht de Minister dat de congestie zodoende tot vertraging leidt van de verduurzamingsafspraken bij deze bedrijven? Kan de Minister toelichten welke acties hij heeft ondernomen om decentrale overheden aan te zetten tot snelle afgifte van vergunningen of het ter beschikking stellen van grondlocaties waar de Minister naar refereert in de brief van 13 juni 2022 over de rapporten van het Uitvoeringsoverleg Elektriciteit en van Netbeheer Nederland (Kamerstuk 32 813, nr. 1052)? Ziet de Minister meerwaarde in het opstellen van een breed bestuursakkoord tussen de rijksoverheid en decentrale overheden om hier uniforme en ambitieuze afspraken over te maken?

De leden van de D66-fractie vragen de Minister naar zijn appreciatie van de uitspraak van de ACM inzake het geschil tussen Netbeheerder Liander en bedrijf Derifarm. Ziet de Minister aanleiding in uitspraak om het voor netbeheerdersmogelijk te maken dergelijke investeringen voortaan wel te verhalen op de aanvrager?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over congestie op het elektriciteitsnet in Limburg en Noord-Brabant en hebben daarover nog enkele vragen.

Deze leden merken op dat zij al vaker hebben gepleit voor een duidelijker prioriteringskader waarin bijvoorbeeld projecten die de energietransitie ten goede komen voorrang kunnen krijgen bij uitbreiding van het elektriciteitsnet. Zij waarderen het dat de Minister inmiddels samen met de ACM, netbeheerders en medeoverheden werkt aan een prioriteringsrichtlijn als onderdeel van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Zij vragen de Minister of hij meer kan vertellen over hoe deze prioriteringsrichtlijn er uit zal komen te zien en welke mogelijkheden deze (ook op regionaal niveau) zal bieden om meer regie te voeren. Deze leden vragen de Minister tevens een stand van zaken te geven met betrekking tot het onderzoek dat Netbeheer Nederland samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) laat doen naar het prioriteren van uitbreidingsinvesteringen en alternatieven voor de first come first serve-methode. Kan de Minister al iets zeggen over de bevindingen uit dit onderzoek? Zo nee, wanneer zal dit onderzoek worden gepubliceerd?

De leden van de CDA-fractie attenderen de Minister tevens graag op het door hen in februari 2022 gepresenteerde twaalfpuntenplan om de schaarste op de elektriciteitsnetten aan te pakken. Zij vragen de Minister om bij elk van de onderstaande door de CDA-fractie aangedragen ideeën aan te geven op welke wijze deze een plek krijgen bij het aanpakken van de netcongestie:

  • 1. Het mogelijk maken van cable pooling voor de combinatie van een batterij en een wind- of zonnepark;

  • 2. Netbeheerders de opdracht geven om binnen vijf jaar inzicht te geven in de realtime benutting van hun elektriciteitsnetten en waar nodig de opdracht te geven om de transformatorstations van meters te voorzien, waarna deze data actief aan de markt wordt ontsloten, zodat marktpartijen kunnen inspelen op de kansen om netcongestie te vermijden;

  • 3. De rijksoverheid in de subsidiëring van duurzame energiebronnen meer aandacht laten geven aan duurzame gassen en duurzame warmte;

  • 4. De afschaffing van de volumecorrectie op de nettarieven voor energie-intensieve afnemers overwegen;

  • 5. Ruimte in de wet- en regelgeving maken voor nieuwe contractvormen voor aangeslotenen op het elektriciteitsnet, zoals non-firm ATO’s;

  • 6. Zorgen voor een tijdige introductie van een nieuw tariefstelsel voor kleinverbruikers van elektriciteit, uiterlijk per 1 januari 2024;

  • 7. Het producententarief opnieuw invoeren;

  • 8. Indien het producententarief niet wordt ingevoerd, batterijen ook uitsluiten van het betalen van transportkosten en deze te beschouwen als opwekker in plaats van verbruiker;

  • 9. Het inventariseren van de belemmeringen bij experimenten met het lokaal balanceren van vraag en aanbod van elektriciteit om (tijdelijke) schaarste aan netcapaciteit op te lossen en het geven van een permanente status aan deze oplossing;

  • 10. Het geven van de mogelijkheid aan netbeheerders om transportcapaciteit te verlagen als deze niet binnen redelijke termijn wordt benut;

  • 11. Het stimuleren van zonneweides en windparken in combinatie met batterijopslag via de SDE++, waarbij niet het maximale vermogen van de installatie gecontracteerd wordt aan netcapaciteit maar een fors lagere capaciteit, zodat deze aansluitingen beter worden benut;

  • 12. Het nu al rekening houden met de behoefte aan capaciteit van nieuwbouwwijken.

De leden van de CDA-fractie merken op dat de provincies Limburg en Noord-Brabant duidelijk de behoefte uitspreken om zelf meer regie te voeren op de energie-infrastructuur, maar dat zij aangeven dat de criteria voor prioritering en de wettelijke ruimte om als provincie prioriteiten te stellen ontbreken en dat er daarnaast tevens een gebrek is aan toegang tot de juiste data. Vanuit de provincie Limburg wordt een aantal voorstellen gedaan die de provincie meer ruimte zouden bieden om een regierol te nemen. Deze leden vragen de Minister te reageren op de haalbaarheid en toegevoegde waarde van een aantal van deze suggesties, te weten: het voorstel om artikel 6.8 van de voorgenomen Energiewet aan te passen of te schrappen om daarmee een regierol voor provincies mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat provincies capaciteit die vrijkomt op de meest maatschappelijk wenselijke manier kunnen inzetten, de suggestie om het wettelijk mogelijk te maken om voorrang te geven aan maatschappelijk gewenste ontwikkelingen, het voorstel om de netbeheerder de mogelijkheid te geven om in bepaalde omstandigheden en onder voorwaarden niet (volledig) gebruikte aansluitingen tijdelijk te schrappen, zodat deze capaciteit na een herverdeling optimaal kan worden ingezet en de suggestie om peer-to-peer leveren eenvoudiger te maken, door de huidige verplichting om dit altijd via het elektriciteitsnet te laten verlopen te laten vervallen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de congestie op het elektriciteitsnet in Limburg en Noord-Brabant en de stop voor nieuwe aansluitingen. Deze leden vragen hoe het zover heeft kunnen komen, terwijl de noodzaak van netverzwaring al jarenlang bekend is. Deze leden vragen welke gevolgen het overvolle net heeft voor verduurzaming in de beide provincies. Het zou immens zonde zijn als verduurzaming en elektrificatie hierdoor vertraagd wordt. Kan de Minister aangeven welke gesprekken hij voert met Chemelot en andere spelers uit het bedrijfsleven, die aangeven dat de verduurzamingsplannen door deze stop op het net op een lager pitje moeten worden gezet? Deze leden vragen hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat de noodzakelijke vergroening alsnog kan plaatsvinden?

De leden van de SP-fractie vragen hoe ervoor gezorgd wordt dat huishoudens en andere beschermde gebruikers niet worden getroffen door het overvolle net. Worden bedrijven en andere niet-beschermde gebruikers desnoods afgesloten? Zo ja, op basis waarvan wordt besloten welke gebruikers worden afgesloten?

De leden van de SP-fractie hebben begrepen dat er inmiddels een speciale coördinator is aangesteld om de problemen op te lossen. Kan de Minister uiteenzetten wat precies de taak is van deze speciale coördinator, hoe hij hierin te werk zal gaan en of er inmiddels al vorderingen zijn gemaakt? Houdt de coördinator zich bezig met oplossingen rondom het first come first serve-principe, zodat maatschappelijk gewenste ontwikkelingen geen problemen ondervinden bij aansluiting op het net?

De leden van de SP-fractie vragen hoe de Minister aankijkt tegen de roep vanuit de provincies om over te gaan op de crisismodus en een noodwet te maken om de problemen het hoofd te bieden. Welk verschil zou dit kunnen maken? Wat vindt de Minister van de overige voorstellen van de provincies, zoals het mogelijk maken van onderling uitwisselen van energie zonder het hoofdnet te belasten?

De leden van de SP-fractie begrijpen dat veel verbruikers niet het totale vermogen dat in het contract is vastgelegd daadwerkelijk gebruiken. Kan worden gekwantificeerd tot hoeveel deze onbenutte ruimte optelt? Hoe kan ervoor gezorgd worden dat deze onbenutte capaciteit kan worden toegekend aan partijen die nu geen toegang kan worden verleend?

De leden van de SP-fractie vragen wat de congestie op het net betekent voor het terugleveren van groene stroom. Deelt de Minister dat dergelijke voordelen het draagvlak voor verduurzaming kunnen behouden, dan wel creëren? Zo ja, hoe wordt gewaarborgd dat dit wel mogelijk blijft?

De leden van de SP-fractie vragen of kan worden aangegeven hoe de situatie in Noord-Brabant en Limburg verschilt van die in andere provincies. Klopt het dat problemen elders met name betrekking hebben op de regionale netbeheerders? Hoe waarschijnlijk is het dat zich elders een vergelijkbaar scenario voordoet? Hoe bereidt men zich hierop voor?

Vragen en opmerkingen van de leden van de Groenlinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie vinden de ontwikkelingen in Limburg en Noord-Brabant zeer zorgwekkend. De klimaatcrisis en de huidige energiecrisis vragen om het massaal bijplaatsen van duurzame energie. De ontwikkelingen in Noord-Brabant en Limburg zijn een forse tegenvaller. Hoe had dit beter kunnen worden voorzien? Hadden netbeheerders in het verleden meer ruimte moeten krijgen om capaciteit bij te bouwen? In hoeverre houdt de huidige regulering door ACM proactief investeren tegen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat TenneT van zes- naar tienduizend werknemers wil groeien. Deze leden vragen in hoeverre dit realistisch is gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Welke ondersteuning biedt de Minister bij dit probleem? Welke out of the box oplossingen worden hiervoor bedacht?

De leden van de GroenLinks-fractie zien graag dat medeoverheden kunnen meebeslissen over aansluitingen op het elektriciteitsnet. Zo kan capaciteit op de maatschappelijk meest gewenste manier worden ingezet. Zal de nieuwe Energiewet dit regelen? Hoe kan worden gestimuleerd dat stroom opgewekt door duurzame energieprojecten lokaal wordt gebruikt zodat het landelijke net kan worden ontlast? Welke rol kan opslag hierbij spelen? Hoe kunnen batterijen worden ingezet om de netcapaciteit te ontlasten en hoe kan dit door regelgeving worden gestimuleerd?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister voor Klimaat over de netcongestie in Noord-Brabant en Limburg. Zij hebben nog enkele vragen en suggesties aan de Minister.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrip voor de notie van de Minister dat deze problematiek zich niet eenvoudig laat oplossen en zijn van mening dat al aan het begin van de energietransitie duidelijk werd dat de capaciteit van het elektriciteitsnet één van de grootste bottlenecks zou worden. Deze leden hebben wel zorgen over de fase van de transitie waarin het net nu al volloopt. We staan immers nog maar aan het begin en er zal nog een zeer grootschalige elektrificatie plaats moeten vinden op korte termijn. Heeft de Minister in zicht welke mate van vertraging de energietransitie, maar bijvoorbeeld ook de woningbouw oploopt door deze congestie? In hoeverre hebben RES-regio’s hun ambitie voor zon en wind al vertaald naar gemeenteniveau, zodat bij versterking van het net maximaal rekening gehouden kan worden met toekomstige belasting en aansluiting?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of er kwetsbare objecten, zoals verzorgingshuizen, ziekenhuizen of scholen zijn die nu onverwarmd het najaar in dreigen te gaan. Hoe gaat de Minister gevaarlijke situaties voorkomen? Is de Minister bereid om in de nieuwe Energiewet artikel 6.8 te heroverwegen om een regierol van de provincies mogelijk te maken? Kan er in noodsituaties op korte termijn wel afgeweken van de first-come-first-serve-systematiek, aangezien het niet expliciet wordt voorgeschreven in de concept-Energiewet, maar slechts gebaseerd is op het non-discriminatieprincipe? Kan de Minister netbeheerders de mogelijkheid geven om, onder voorwaarden en in bepaalde omstandigheden, niet of niet volledig gebruikte aansluitingen te schrappen? Op deze manier kan «hamsteren» van ruimte op het net minder aantrekkelijk worden gemaakt en kan de beschikbare capaciteit zo volledig mogelijk worden ingezet.

De leden van de ChristenUnie-fractie zien een belangrijke rol voor energiecoöperaties in de energietransitie en er liggen kansen om zo ook het net te ontlasten. Is de Minister bereid om het peer-to-peer leveren een eenvoudiger te maken, door de verplichting dit altijd via het elektriciteitsnet te laten verlopen te laten vervallen? Op deze manier kunnen ook smart grids op industrieterreinen meer ruimte krijgen om optimaal in te spelen op ruimte voor opwek en vraag van naburige bedrijven.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat TenneT in gesprek is met partijen om tegen een vergoeding de belasting van het net op piekmomenten te beperken. Wanneer is de verwachting dat deze overleggen afgerond kunnen worden? De langste dagen met de meeste zonuren zijn in deze periode, dus de pieken in netbelasting uit zonne-energie zijn vooral nu. Hoe staat het met de implementatie van «smart homes», zodat ook huishoudens hun vraag beter gaan afstemmen op het aanbod? Leidt deze problematiek ook tot een andere afweging van de Minister wat betreft het slimmer inzetten van de SDE-subsidies, zodat stroom op een logischere plek met veel vraag wordt opgewekt en voorkomen wordt dat opgewekte stroom bijvoorbeeld van Drenthe naar Amsterdam moet over het net? Welke stappen kan de Minister nog zetten om één aansluiting voor zon, wind en opslag het nieuwe uitgangspunt te maken? Wordt er bijvoorbeeld al gewerkt met een standaardcontract, zoals aanbevolen door CE Delft in het rapport «Omslagpunt grootschalige batterijopslag»? Kan energieopslag ook worden toegevoegd in het wetsartikel dat cable pooling voor zonne- en windenergie mogelijk maakt?

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat opslag, zowel groot- als kleinschalig een grote rol zal moeten spelen in het tegengaan van netcongestie. De opschaling van thuisbatterijen zit nog steeds in de onderzoeksfase. Wanneer is de Minister voornemens om met concrete voorstellen hierop te komen? Kan de Minister een aparte aansluit- en transportovereenkomst ontwikkelen voor batterijen? In gebieden met netcongestie kunnen batterijen nu onvoldoende worden ingezet, omdat ze nog een normale aansluiting op het elektriciteitsnet moeten aanvragen. Bovendien zorgt het feit dat batterijen nu worden gezien als verbruiker ervoor dat volledige transporttarieven moeten worden betaald. Kan de Minister de systematiek van transporttarieven zo aanpassen dat er geen tarief hoeft te worden betaald wanneer een batterij bijdraagt aan de ontlasting van het energienet? Opslag in de vorm van batterijen voor de meter wordt nu in de berekeningen van netbeheerders zelfs twee keer meegeteld, zowel aan de afnamekant als aan de invoedende kant. Kan de Minister dit aanpassen? Het first-come-first-serve principe zit ook in de weg bij de aansluiting van batterijen. Kan de Minister ervoor zorgen dat batterijen die een rol spelen in het ontlasten van het net bij piekbelasting niet hoeven te wachten op een aansluiting, bijvoorbeeld door het aanmaken van een aparte categorie?

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief over de inmiddels bekende problematiek rondom netcongestie in Brabant en Limburg. Het is overduidelijk dat de ambitie, de taakstelling en de uitvoerbaarheid een enorme mismatch zijn in de energietransitie. Maar feitelijk betekent dit een grote strop voor veel ondernemers die hun bedrijf niet kunnen aansluiten of ontwikkelen conform de eisen van deze tijd.

Het lid van de BBB-fractie leest dat de projecten in 2025 respectievelijk 2027 pas opgeleverd kunnen worden. Hoeveel aanvragen zijn er op dit moment in behandeling die niet gehonoreerd kunnen worden? In welke gebieden verwacht de Minister op korte termijn tegen dezelfde netcongestieproblemen aan te lopen?

Het lid van de BBB-fractie vraagt of de Minister het eens is met de geluiden dat waterstofproductie een belangrijke oplossing kan zijn voor de netcongestieproblemen? Dit lid denkt dat door de inzet van elektrolysers voor waterstofproductie bijvoorbeeld de invoer op het net van een aantal zonne- en windparken gereduceerd zou kunnen worden. Dit lid is tevens van mening dat te alle tijden voorkomen moet worden dat er energiepotentie misgelopen wordt door congestieproblemen. Waterstofproductie kan daar een bufferfunctie in zijn. Deelt de Minister die opvatting? Ziet hij mogelijkheden om er, door de inzet van elektrolysers voor waterstofproductie in gebieden met netcongestieproblemen, voor te zorgen dat er capaciteit vrijgespeeld wordt? Zo nee, kan de Minister uitleggen waarom niet?

Om netcongestie te voorkomen kan ook het laadvermogen van de laadpunten (tijdelijk) verlaagd worden. Hier loopt een pilot voor in Haarlem. Kan de Minister aangeven of hij ook met kaders komt voor het toegestane laadvermogen in de prioriteitenladder?

II Antwoord / Reactie van de Minister

Naar boven