2022D27913 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de Defensienota 2022 – Sterker Nederland, Veiliger Europa (Kamerstuk 36 124, nr. 1).

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

Nr

Vraag

   

1

Kunt u aangeven waarom in de Defensienota niet ingegaan wordt op burgerslachtoffers die kunnen vallen door eigen geweldsinzet?

2

Wordt een deel van de grote investering in Defensie ook gereserveerd voor capaciteitsopbouw opdat Nederland voortaan zelf onderzoek kan doen wanneer burgers (mogelijk) slachtoffer worden van eigen geweldsinzet? Zo nee, waarom niet? Wordt daarbij ook onderzocht wat de (mogelijke) indirecte en meer lange termijn gevolgen zijn voor burgers?

3

Wordt een deel van de investeringen in Defensie ook gereserveerd voor een fonds voor ex-gratia betalingen aan getroffen burgers als gevolg van Nederlandse geweldsinzet, zoals eerder in Afghanistan ook in de praktijk is gebracht? Zo nee, waarom niet?

4

Bent u bereid, aangezien de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) in 2013 stelde dat een aantal vraagstukken, met name rondom dodelijk geweldsgebruik buiten gewapende conflicten in contra-terrorisme operaties (met name gericht tegen niet-statelijke actoren), nog verdere verduidelijking behoeft en het gebruik van bewapende drones zich sinds 2013 sterk heeft ontwikkeld, hierover opnieuw advies te vragen aan de CAVV? Zo nee, waarom niet?1

5

Op basis van welk strategisch plan is de Defensienota vastgesteld?

6

Welke pilots gaat het kabinet uitvoeren om buiten het DMP versneld over te gaan tot aanschaf van materieel in samenwerking met de industrie?

7

Op welke termijn zullen de ervaringen van de pilots om versneld over te gaan tot aanschaf van materieel gebruikt kunnen worden voor een evaluatie tot verbetering van het DMP en de interne verwervingsprocessen?

8

In welke mate loopt Defensie het risico dat de personeelscapaciteit nog verder onder druk komt te staan de komende tijd?

9

In welke mate is een permanente aanpassing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) wenselijk om adequaat in te kunnen spelen op nieuwe dreigingen?

10

Wat is het tijdspad aangaande het afstoten en moderniseren van de vastgoedportefeuille?

11

Hoeveel extra militairen en burgerpersoneel zijn er uitgesplitst per krijgsmachtdeel nodig om de plannen uit de Defensienota te realiseren?

12

Hoe worden de nieuwe eskadrons voor de marechaussee, zoals die voor militaire politietaken en die voor ondersteuning van de civiele gezagsdragers, samengesteld? Krijgen hiervoor mensen uit andere bestaande eenheden een nieuwe rol, of betreft het een personele uitbreiding van de marechaussee?

13

Op welke wijze prioriteert u de verschillende onderdelen van deze transitie en hoe maakt u de gemaakte voortgang inzichtelijk?

14

Levert Nederland met de genoemde ondersteuning binnen deze integratie een wezenlijke bijdrage aan combined slagkracht, en is daarmee de inzet in balans? Hoe kijkt de Duitse krijgsmacht hiernaar?

15

Verbinding met de buitenwereld is een van de hoofdlijnen van de Defensienota. Op welke wijze is deze buitenwereld, bijvoorbeeld (een vertegenwoordiging van) het bedrijfsleven, hierin gekend?

16

Nederland zet in op het versterken van specialismen. Deze komen voort uit NAVO tekortkomingslijst. In hoeverre sluiten de in de Defensienota gekozen specialismen aan op deze NAVO-lijst? Zijn deze specialismen, met oog op het veranderende dreigingsbeeld, nog opportuun?

17

In de Defensienota staat genoemd dat materieel zoveel mogelijk van de plank wordt gekocht. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor innovaties uit Nederland. Op welke wijze kunnen deze innovaties worden geïntegreerd in nieuw te verwerven materieel?

18

Klopt het dat OPCO’s meer zelfstandigheid hebben in het selectie- en aannamebeleid?

19

Gaat Nederland met de plannen in de Defensienota en de extra investeringen die gedaan worden voldoen aan de meest recente NATO Capability Targets? Zo nee, wat is daarvan de reden?

20

Kan Nederland te allen tijde zelf beslissen over de inzet van zijn landmachteenheden wanneer deze geïntegreerd zijn in het Duitse leger? Wie stuurt deze eenheden eigenlijk aan in een situatie van integratie? Is instemming van zowel het Duitse als het Nederlandse Parlement nodig bij inzet van de geïntegreerde landmacht?

21

Kunt u aangeven of over het integreren van capaciteiten met Duitsland al harde afspraken op politiek niveau zijn vastgelegd? Kunnen Nederlandse brigades onder alle omstandigheden rekenen op de ingebedde capaciteiten, zoals bijvoorbeeld tanks? En niet alleen bij daadwerkelijke inzet maar ook bij alle periodieke opleidings- en trainingsoefeningen?

22

Vanaf wanneer kan de krijgsmacht weer aan de grondwettelijke hoofdtaken voldoen?

23

In welke mate sluit deze Defensienota aan bij het beleid van de Europese Unie, dat in 2022 is ingezet, zoals neergelegd in het Strategisch Kompas, de Communication on Critical Technologies en de Communication on investment gaps?

24

Hoe verhoudt het beleid van innovatie, de behoefte aan geavanceerde systemen en de wens van strategische onafhankelijkheid zich tot het kopen-van-de-plank beleid?

25

Militair vermogen bestaat uit drie componenten: de conceptuele, de fysieke en de mentale. Wat zijn de operationele concepten op basis waarvan de keuzes op materieel zoals te lezen in de Defensienota gemaakt zijn? Kunt u de Kamer eventueel in een aanvullend schrijven hierover informeren?

26

Er worden enorme investeringen gedaan in materieel, er staan grote aankopen beschreven in de nota. In het verleden heeft Defensie moeite gehad met het uitgeven van de grote toegewezen budgetten en om dit ten goede te laten komen van de gereedheid en inzetbaarheid, zie bijvoorbeeld de rapporten van de Algemene Rekenkamer. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de inkopen die gedaan zullen worden daadwerkelijk bijdragen aan de grotere gereedheid en inzetbaarheid en wat zijn de investeringen die hieraan kunnen worden uitgegeven?

27

Wat is de laatste stand van zaken omtrent het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden binnen Defensie?

28

In welke mate kunt u een uitgebreid overzicht verstrekken van de voorraden die aangevuld moeten worden en op welke termijn de betreffende voorraden aangevuld zullen zijn?

29

Op welke termijn zal de MQ-9 Reaper bewapend worden?

30

Wat is de laatste stand van zaken inzake het versterken van de inlichtingencapaciteit?

31

In welke mate verhogen andere NAVO-lidstaten hun Defensie-budget? Graag een toelichting per land.

32

Hoe wordt voorkomen dat de extra financiële middelen voor Defensie onnodig op de plank blijven liggen?

33

Hoe wordt de verdere integratie van de Nederlandse landmacht met de Duitse landmacht de komende jaren vormgegeven? Wat zijn de concrete gevolgen voor de beslissingsbevoegdheid voor Nederland aangaande de inzet van betreffende manschappen?

34

Hoe worden de opleidingsmogelijkheden bij de marechaussee de komende jaren verbeterd? Hoe wordt daarbij voorkomen dat de verschillende opleidingsmogelijkheden te veel met elkaar zullen beconcurreren?

35

Wat zijn de prognoses aangaande het verbeteren van de gereedheid en de inzetbaarheid in de komende jaren? Hoe wordt een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid gemeten?

36

In welke mate is het verhoogde budget feitelijk voldoende om op redelijke termijn de slagkracht zoals aangegeven te vergroten?

37

Hoe kan de DMO de vergrote behoefte aan vervangende en nieuwe wapensystemen tijdig realiseren?

38

In welke mate houdt deze nota rekening met de ontwikkeling van nieuwe dreigingen, zoals hypersone raketten?

39

Op welke precieze capaciteiten heeft Nederland de grootste meerwaarde ten opzichte van onze partners?

40

Op welke precieze capaciteiten, waar Nederland de grootste meerwaarde ten opzichte van de partners heeft, zet Defensie in?

41

In welke mate zal de ondersteuning aan civiele autoriteiten door Defensie-onderdelen in de komende jaren gaan veranderen?

42

Welke concrete investeringen zullen naar voren worden gehaald?

43

Wat voor concrete afspraken gaat Nederland met internationale partners en bondgenoten maken over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten?

44

Zullen de afspraken die Nederland met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten gaat maken worden aangevlogen vanuit een top-down of bottom-up benadering, of en-en?

45

Op welke termijn is de gespecialiseerde helikopter-eenheid voor SOF-optredens gereed?

46

Welke stappen zijn concreet voorzien om onderzeese datakabels beter te beschermen?

47

Wanneer is de bewakingseenheid op vliegbasis Volkel volledig op sterkte?

48

In welke mate zal de inzet van de reservecapaciteit pantserhouwitsers leiden tot het aanschaffen van extra pantserhouwitsers?

49

Hoe wordt voorkomen dat door «pooling en sharing» de inzetbaarheid en gereedheid bij verschillende Defensie-onderdelen onder druk komt te staan?

50

Hoeveel extra eenheden worden er opgericht met de extra in gebruik genomen pantserhouwitsers?

51

Hoe worden de nieuwe eskadrons voor de marechaussee, zoals die voor militaire politietaken en die voor ondersteuning van de civiele gezagsdragers, samengesteld? Krijgen hiervoor mensen uit andere bestaande eenheden een nieuwe rol, of betreft het een personele uitbreiding van de marechaussee?

52

Welke uitbreidingen van de logistiek vindt er plaats ter verbetering van ondersteuning en inzetbaarheid? Gaat het hier naast een extra transportvliegtuig ook om logistiek- en transporteenheden van de landmacht?

53

Met welke nieuwe landen zal Nederland gezamenlijk inzetten op inkoop en vervolgens pooling and sharing?

54

Gezien de mondiale grotere investeringen in Defensie en grotere vraag naar materieel komt de Defensie industrie in een gunstige positie. Dit zal de prijzen voor materieel enorm kunnen opdrijven. Wat is de strategie om dit te mitigeren? Hoe worden gezamenlijke inkopen gedaan en gecoördineerd?

55

Wat zijn de grootste knelpunten op het gebied van militaire mobiliteit in Nederland wat betreft de infrastructuur en de daarbij horende processen bewaken, beveiligen en begeleiden?

56

Welke extra maatregelen worden genomen om technisch hoogopgeleid personeel te werven en te behouden?

57

Bij welke Defensie-onderdelen is het hanteren van een streefcijfer van 30 procent vrouwen in 2030 niet realistisch?

58

Hoe wordt bepaald welke concrete objecten uit de vastgoed-portefeuille van Defensie worden afgestoten? In welke mate geeft het aankomende Strategisch Vastgoedplan daarin helderheid?

59

Welke uitbreidingen van de vloot met bemande of onbemande schepen zijn gepland?

60

In welke specifieke capaciteiten zijn de partners van Nederland in Noord-Europa onderscheidend?

61

In welke specifieke capaciteiten zijn de partners van Nederland in Oost-Europa onderscheidend?

62

In welke specifieke capaciteiten zijn de partners van Nederland in Centraal-Europa onderscheidend?

63

In welke specifieke capaciteiten zijn de partners van Nederland in Zuid-Europa onderscheidend?

64

Hoe staat het met de afspraken over specialisatie met partners en bondgenoten?

65

Met welke specifieke partners en bondgenoten gaat Nederland afspraken maken over specialisatie? Kunt u die keuze toelichten?

66

De keuze om de landmacht veel nauwer te laten samenwerken met Duitsland lijkt gemaakt te zijn, hoewel de nota meldt dat de wijze waarop capaciteiten over en weer worden ingebed nog nader onderzocht moet worden. Over het leasesysteem van de tanks is nu duidelijkheid. Zijn er al andere harde afspraken gemaakt met Duitsland om deling van capaciteiten vast te leggen? Kunnen Nederlandse brigades onder alle omstandigheden rekenen op die ingebedde capaciteiten? En niet alleen bij daadwerkelijke inzet maar ook bij alle periodieke opleidings- en trainingsoefeningen?

67

Kan een overzicht gegeven worden van waar andere EU-landen zich in specialiseren?

68

Kunt u een heldere juridische- en beleidspositie over de inzet van bewapende drones binnen en buiten gewapende conflictsituaties opstellen?

69

Aangezien de nu geldende doctrine van de luchtmacht is opgesteld in 2014, kunt u aangeven wanneer een nieuwe doctrine beschikbaar is waarin voor het gebruik van onbemensde systemen door de luchtmacht wordt aangegeven hoe wordt gewaarborgd dat geweldsgebruik in lijn is met het oorlogsrecht en de mensenrechten?

70

Kunt u aangeven of de bewapende MQ-9-drones zouden kunnen worden ingezet binnen «speciale operaties», waartoe door de Ministeriële Kerngroep Speciale Operaties kan worden besloten? Kunt u uw antwoord toelichten?

71

Kunt u aangeven wat de voortgang is van de Nederlandse inzet om in internationaal verband te komen tot het reguleren van gebruik en export van bewapende drones, en welke rol Nederland hierin de komende jaren wil vervullen?

72

Wanneer zijn de 52 F-35 toestellen volledig inzetbaar?

73

Hoeveel LC-fregatten zijn gepland om met raketverdediging te worden uitgerust? In hoeverre vereist plaatsing van de raketverdediging modificaties waardoor schepen niet inzetbaar zijn, en hoe verhoudt zich dat tot de keuze om maar twee LCFs met de ESSM block 2 uit te rusten?

74

Welke plannen zijn er voor de aanschaf van onbemande schepen, ook voor de plaatsing van ballistische raketverdediging hierop? Hoe verhouden deze plannen zich tot de beoogde opvolgers van de LCF-fregatten?

75

Is plaatsing van kruisraketten voorzien op de toekomstige ASW-fregatten?

76

Op welke concrete manier gaat Nederland invulling geven aan de voortrekkersrol waar het gaan om het vergroten van de standaardisatie, interoperabiliteit en het langjarig traject naar specialisatie?

77

Hoe zorgt het kabinet ervoor dat deze voortrekkersrol een langjarig karakter krijgt?

78

Is het kabinet voornemens een Europese groep van welwillende landen op te zetten om hier meer vorm aan te geven?

79

Welke grote vervangingstrajecten binnen het Defensiematerieel zullen de komende tijd starten?

80

In welke mate heeft het vervangen van niet-operationele voertuigen voor zero-emissievarianten gevolgen voor de actieradius van de betreffende voertuigen?

81

Leidt gezamenlijke aanschaf van middelen in bilateraal of EU verband ook tot gezamenlijk eigendom?

82

Wordt Nederland in dat kader ook volwaardig lid van de Organisation Conjointe de Coopération en matière d'Armement / Organisation for Joint Armament Co-operation (OCCAR), een Europees agentschap dat speciaal voor dit doel is opgericht?

83

Wanneer schat het kabinet de Nederlandse bijdrage aan de invulling van het Strategisch Kompas volledig gereed te hebben?

84

Op welke manier gaat het kabinet bijdragen om ervoor te zorgen dat Europa zelfstandig kan beschikken over basale capaciteiten zoals strategisch luchttransport?

85

Hoe is er afgestemd met NAVO-bondgenoten over de keuzes die zijn gemaakt wat betreft investeringen in materieel en capaciteiten? Is er in de afwegingen rekening gehouden met de prioriteiten in de slagkracht van landmachtbrigades en de hogere gereedheid van NAVO-troepen? Op welke manier is dit al dan niet meegewogen?

86

Hoe wordt de beoogde grotere bijdrage aan militaire EU-missies en -operaties concreet vormgegeven in de komende jaren?

87

Wat zijn de concrete gevolgen van het uitbreiden van de militaire maritieme samenwerking met België aangaande de beslissingsbevoegdheid van Nederland voor de inzet van betreffende eenheden?

88

Hoeveel cofinanciering voor Europese capaciteitsontwikkeling stelt Nederland beschikbaar in vergelijking met andere landen na de voorziene verruiming?

89

Op welke manier en met welke aantallen zal Defensie haar capaciteit voor deelname aan PESCO-projecten vergroten?

90

Met hoeveel FTE zal de Nederlandse presentie bij EU-instellingen worden vergroot?

91

Met hoeveel mensen zal de Nederlandse presentie bij het Military Planning and Conduct Capability (MPCC) worden vergroot?

92

Met hoeveel nationale middelen zal de cofinanciering in EU-projecten voor capaciteitsontwikkeling worden verhoogd?

93

Hoeveel Nederlands Defensiepersoneel zal beschikbaar zijn voor de EU’s Rapid Deployment Capacity?

94

Hoeveel Nederlandse mensen zullen beschikbaar zijn voor NAVO’s Rapid Reaction Force?

95

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in de Northern Group?

96

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in de Joint Expeditionary Force?

97

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in het European Intervention Initiative?

98

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in de Arctic Security Forces Roundtable?

99

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in de Boxer User Group?

100

Hoe staat het met de intensievere militaire samenwerking en Nederlandse bijdrage in de F-35 European User Group?

101

Het kabinet schrijft: «Nederland blijft zich inzetten voor betere interoperabiliteit en meer standaardisatie binnen de EU en de NAVO, als essentiële basis voor effectieve samenwerking met als doel het militair vermogen te vergroten.» Wat betekent dit concreet? Welke doelen stelt het kabinet hierbij concreet?

102

Hoe gaat Defensie bij het versterken van het ecosysteem met kennisinstituten en bedrijven aansluiten bij de economische processen in andere sectoren?

103

Defensie zet in op een verbetering van de strategische autonomie en een zelfredzamer Europa. Hoe wordt deze doelstelling gerijmd met grote materieeluitgaven van Defensie buiten de Europese defensie industrie zoals bij de F-35s en MQ-9 Reapers van Amerikaanse komaf?

104

Welke onbemande systemen hebben de potentie om in de toekomst een prominentere rol te gaan spelen binnen de Nederlandse krijgsmacht? Hoe wordt het onderzoek naar dergelijke systemen vormgegeven?

105

Welke stappen worden er gezet om innovatieve nieuwe capaciteiten bij bedrijven in de Nederlandse defensie-sector, met name ook het MKB, te verwerven?

106

In het kader van informatie gestuurd werken en optreden wordt genoemd dat er gezocht wordt naar een wettelijk kader dat aansluit bij de operationele inlichtingenpraktijk. Welke programma’s liggen ten grondslag aan dit informatie gestuurd optreden? Hoe hangt dit samen met privacy wetgeving? Wat is er geconcludeerd over de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) in het kader van de Wiv 2017 en hoe verhoudt zich dat tot het verscherpte toezicht van de CTIVD op kabelinterceptie?

107

Hoe wordt de commando- en bevelvoeringsketen concreet verbeterd? In welke mate zal besluitvorming daarbij versneld worden?

108

Is het LIMC nog steeds opgeschort? Zo nee, wat voor activiteiten worden er ontplooid?

109

In welke mate en op welke wijze zal op het gebied van het vergroten van cybercapaciteit binnen de NAVO samengewerkt gaan worden?

110

Uit welke concrete maatregelen en welke specifieke extra capaciteiten bestaat de omvorming van de 43 Gemechaniseerde Brigade en 13 Lichte Brigade naar een Heavy Infantry Command en een Medium Infantry Command?

111

Op welk dreigingsbeeld en geweldsspectrum is de gezamenlijke vervanging van de LPDs en OPVs voorzien, aangezien zeker de OPVs alleen bedoeld zijn voor acties lager in het geweldsspectrum en de mariniers onder de in de Defensienota beoogde transitie juist met eigen gevechtssteun (ook vanaf schepen) in het gehele geweldsspectrum inzetbaar moeten zijn?

112

In welke mate worden de genoemde onbemande schepen ontwikkeld, aangeschaft en in gebruik genomen?

113

In welke mate wordt de samenwerking tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk beïnvloed door de Brexit?

114

Kunt u een inschatting maken over de mate waarin het werk arbeidsextensiever wordt in de komende jaren?

115

Welk beleid en welke wet- en regelgeving past u toe bij de ontwikkeling van gevechtssystemen van de toekomst en welke principes zijn daar leidend?

116

In hoeverre wordt er bij de ontwikkeling van autonome systemen samengewerkt met Europese of Amerikaanse partners?

117

Om Defensie arbeidsextensiever te maken wordt ingezet op de ontwikkeling van autonome systemen en robots. Hoe wordt er bij de ontwikkeling van autonome systemen gekeken naar vraagstukken ten opzichte van internationaal recht? Op welke manier zal de Kamer op de hoogte gehouden worden over de ontwikkelingen op autonome wapens? Worden de 11 guiding principles aangehouden als kader waaraan deze gevechtssystemen moeten voldoen?

118

Krijgt het Defensie Cybercommando een eigen aanstellingsmandaat bij de transitie? Zo ja, per wanneer?

119

Wat verklaart het verschil tussen de getallen in de tabel «Groeipad defensie-uitgaven ...» en de voorspellingen van het CPB?

Naar boven