Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D22888 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D22888 |
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de brief van 22 april 2022 «Fiche: Mededeling REPowerEU» (Kamerstuk 22 112, nr. 3403).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Inhoudsopgave |
Blz. |
|
I |
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
2 |
II |
Antwoord / Reactie van de Minister |
10 |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het RepowerEU-plan van dede Europese Commissie (hierna: Commissie). Deze leden omarmen de ambitie om zo snel mogelijk af te stappen van het gebruik van kolen, olie en gas uit Rusland. Zij zijn ook blij met de gezamenlijke ambitie die de Commissie voorstelt op dit vlak. Tegelijkertijd hebben deze leden vragen bij het gebrek aan concreetheid in het plan. De genoemde getallen bij de doelen lijken willekeurig en in het plan komen weinig handvaten naar voren die het lidstaten makkelijker maken om de voorgestelde hogere ambities te bereiken, bijvoorbeeld rond staatssteunregels en het verkorten van vergunningsprocedures.
De leden van de VVD-fractie vragen op welk model de Commissie haar aannames baseert. Veel van de getallen en doelstellingen die genoemd worden, komen als optimistisch over en lijken weinig oog te hebben voor de huidige knelpunten die al bij de uitvoering komen kijken. De doelen voor groene waterstofproductie lijken bijvoorbeeld onhaalbaar. Deze leden hadden al vragen bij de haalbaarheid van het doel van 50 procent groene waterstofproductie, maar de ophoging naar 75 procent achten zij zeker onhaalbaar. Rondom energiebesparing en de uitrol van zonne-energie lijkt ook weinig rekening gehouden te worden met bestaande knelpunten, zoals de tekorten op de arbeidsmarkt en de problemen op het elektriciteitsnet. Daarnaast lijken ook de mogelijkheden voor extra lng-import uitermate optimistisch. Heeft de Minister zorgen over de haalbaarheid van de voorstellen? Is het onderliggende model waarmee de Commissie de haalbaarheid en kosten van RePowerEU toetst de Minister bekend? Is dit model transparant en kan het ingezien worden voor de vrije pers en onafhankelijke onderzoekers, zodat goed getoetst kan worden of de aannames inderdaad realistisch zijn? Als het model nog niet openbaar is, gaat de Minister dan pleiten voor de openbaarmaking ervan – gezien het grote belang van de besluitvorming die op basis van dit model plaatsvindt?
De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van de snelle opschaling van de productie en import van groene waterstof. De ambities van de Commissie lijken echter vrijwel onhaalbaar. Deze leden zien dat de voornaamste knelpunten nog niet opgelost worden. Doet de Commissie voorstellen om de productie van elektrolysers te verbeteren en om schaalvoordelen te behalen? In hoeverre zijn de importdoelstellingen volgens de Minister realistisch? Maakt de Minister zich ook zorgen over deze plannen? Hoe apprecieert de Minister het feit dat de Commissie stevig inzet op een grote waterstofimportcorridor vanuit Oekraïne, gezien de onzekerheden in het conflict en het feit dat Oekraïne geen lidstaat van de Europese Unie is? Waarom heeft de Commissie nauwelijks oog voor paarse waterstof in deze voorstellen, ook gezien het grote opgestelde vermogen van kernenergie in diverse lidstaten? Is de Minister bereid om te pleiten voor meer flexibiliteit in de waterstofdoelen en daarbij ook paarse en circulaire waterstof mee te nemen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Commissie aangeeft dat voor het slagen van de ambities in RePowerEU een randvoorwaarde is dat de Fit-for-55-voorstellen snel aangenomen worden. Hoe rijmt de Minister dat voornemen met het voorstel van de Commissie om extra CO2-rechten (ETS) te veilen? Bestaat er de kans dat deze extra veiling de werking en het vertrouwen in het succesvolle ETS-instrument verstoort? Gaat de veiling van extra ETS-rechten niet leiden tot meer CO2-uitstoot? Zou de extra veiling leiden tot een daling in de prijzen waarbij de Commissie eenmalig extra geld binnenhaalt, maar de lidstaten juist minder ETS-inkomsten krijgen, die bestemd zijn voor verduurzaming? De leden van de VVD-fractie vinden het voorstel van de Commissie voor deze extra veiling dan ook bijzonder zorgwekkend. Is de Minister bereid om, samen met een coalitie van lidstaten, dit voorstel van tafel te krijgen? Hoe apprecieert de Minister daarnaast het feit dat de Commissie voorstelt om de Fit-for-55 voorstellen open te breken om doelstellingen te verhogen? Zou dit de onderhandelingen niet juist vertragen?
De leden van de VVD-fractie vragen waarom de Commissie verwacht pas in 2027 van Russisch gas afgestapt te kunnen zijn. Hoe ziet de Minister dit? Maant de regering de Commissie aan tot meer ambitie op dit vlak? Hoe gaat Europa er daadwerkelijk voor zorgen dat Russisch gas de markt uitgeduwd wordt, bijvoorbeeld via heffingen? Daarnaast hebben deze leden zorgen om het feit dat de Commissie wederom fors lijkt in te zetten op import van energie uit onvrije landen. Eerst via lng-import uit het Midden-Oosten en later met waterstofimport uit andere onvrije landen. Zij vinden deze nieuwe strategische afhankelijkheden onwenselijk. In hoeverre pleit de Minister voor nationale Europese energieproductie? Wordt er concreet beleid voorgesteld door de Commissie om onze strategische afhankelijkheid van autocratieën op energiegebied te verminderen?
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de focus van de Commissie op energiebesparing. Tegelijkertijd zien deze leden weinig concrete voorstellen die daadwerkelijk tot meer energiebesparing gaan leiden. Het doel verhogen leidt immers niet automatisch tot een betere uitkomst als praktische knelpunten niet weggewerkt worden. Hoe apprecieert de Minister de haalbaarheid van de hogere energie-efficiëntiedoelstelling? Ziet de Minister ook concrete handvaten vanuit de Commissie die energiebesparing in Nederland vergemakkelijken? Zijn de Europese voorstellen op dit vlak minder ambitieus dan het huidige beleid wat Nederland al implementeert? In hoeverre houdt een generieke energie-efficiëntiedoelstelling rekening met het niveau van energiezuinigheid die lidstaten al bereikt hebben? In hoeverre is een Europese besparingscampagne wenselijk in het licht van de al lopende Nederlandse energiebesparingscampagne?
De leden van de VVD-fractie nemen kennis van de Europese voorstellen op het gebied van zonne-energie. Deze leden vragen of de Commissie de haalbaarheid van deze ambities heeft getoetst. Kan het Europese elektriciteitsnet deze ambities aan? Zijn de doelstellingen voor 2025 geen optelsom van al bestaande plannen? In hoeverre heeft de Commissie oog voor de strategische afhankelijkheid die we nu nog van China hebben op het gebied van zonnepanelen? Heeft de Commissie en het kabinet daarnaast ook oog voor de milieu-impact van gebruikte zonnepanelen? Komt er concreet beleid om met dit afval op een meer verantwoorde manier om te gaan? Zo nee, is de Minister bereid daarvoor te pleiten? Hoe apprecieert de Minister het beleid om de productie van zonnepanelen weer meer in Europa te laten plaatsvinden? Ziet het specifieke kansen voor Nederland in deze voorstellen? Zo ja, hoe gaat de Minister daarop inspelen?
De leden van de VVD-fractie vinden het een gemiste kans dat er geen voorstellen zijn uitgebracht op het gebied van toegang tot kritieke grondstoffen voor de energietransitie. Wanneer verwacht de Minister deze voorstellen? Is de Minister bereid om bij de Commissie aan te dringen op haast op dit vlak? Hoe kijkt de Minister naar mijnbouw, onder strenge en heldere voorwaarden, binnen de Europese Unie om de afhankelijkheid van onder andere China af te bouwen?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voorstellen van de Commissie op het gebied van go-to-gebieden voor de versnelde vergunningsprocedures van hernieuwbare energieprojecten. Deze leden hebben hierover enkele vragen. Waarom wordt er enkel voor hernieuwbare energieprojecten gekozen en niet voor bijvoorbeeld uitbreiding van het elektriciteitsnet? Hoe relateren de voorgestelde go-to-gebieden aan de huidige Nederlandse stikstofproblematiek? Wanneer zou gebruik gemaakt kunnen worden van deze versnelde procedures? Daarnaast constateren deze leden dat de Commissie expliciet aangeeft dat de staatssteunregels niet aangepast gaan worden om een versnelde transitie mogelijk te maken. In hoeverre ziet de Minister de staatssteunregels als knellend wanneer het aankomt op de versnelde verduurzaming van de Nederlandse economie? Op welke vlakken is dit vooral hinderend? Voert de Minister hier gesprekken over in Brussel om deze knelpunten weg te nemen?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de ambities van de Commissie onder de voorstellen voor biogrondstoffen aansluiten bij de ingezette nieuwe Nederlandse koers, waarbij we de nieuwe subsidiering van laagwaardige toepassingen per direct stoppen? Is de Minister bereid om ook te pleiten voor strengere criteria op de inzet van biogrondstoffen in het RepowerEU-voorstel?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in het RepowerEU-pakket er ook onderwerpen uit de weg worden gegaan. Het voorstel zegt nog wel het een en ander over de import van gas, maar op het gebied van zowel de inzet van kolen als ook kerncentrales blijft het voorstel en de publieke communicatie stil. Is de Minister bereid om, samen met Frankrijk, te pleiten voor een prominentere rol voor kernenergie in het Fit for 55-pakket? Deze leden zijn van mening dat een energiecrisis niet het juiste moment is om noodzakelijke oplossingen en technieken om politieke redenen te laten afvallen.
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat de Commissie aangeeft dat in een geval van gastekorten er door buurlanden een beroep op de solidariteit van Nederland gedaan kan worden. Hoe groot zou een mogelijk beroep zijn in het geval van een Russische gasboycot de komende winter? Deze leden constateren dat de versnelde kernuitstap van Duitsland kan leiden tot risico’s voor de leveringszekerheid aankomende winter. Zij willen dat de Minister voorkomt dat de Nederlandse industrie afgeschakeld moet worden omdat Duitsland de kernuitstap alsnog doorzet. Is de Minister bereid om zowel de dialoog met de Commissie als ook met Duitsland hierover aan te gaan?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Commissie benoemt dat er 210 miljard euro extra nodig is om de ambities van RePowerEU te behalen. Daarnaast constateren deze leden dat de Commissie het zogenaamde sociale klimaatfonds koppelt aan de RePowerEU voorstellen. Zij vragen waar deze extra uitgaven exact voor nodig zijn. Kan de Minister inzichtelijk maken wat de specifieke uitgaven zijn die 210 miljard euro extra behoeven en ook wat de indicatieve verdeling over lidstaten zou zijn van deze uitgaven?
De leden van de VVD-fractie hebben ook kennisgenomen van het Commissievoorstel om het ongebruikte leningendeel van de Recovery and Resilience Facility (RFF) te gebruiken voor de RePowerEU ambities. Koppelt de Commissie dezelfde strikte voorwaarden van hervormingen aan de inzet van deze middelen? Welke voorstellen doet de Commissie ten aanzien van de financiering van de inzet van deze middelen? Deelt de Minister de mening dat lidstaten in beginsel zelf aan de lat staan om hogere doelen en ambities te behalen? De robuustheid van ons energiesystem en leveringszekerheid zijn gebaat bij Europese samenwerking, maar blijven een nationale bevoegdheid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel RePowerEU. Deze leden onderschrijven het belang van het zo snel als mogelijk beëindigen van de Europese afhankelijkheid fossiele grondstoffen, met name uit Rusland. Zij hebben daarbij enkele vragen.
Energie besparing
De leden van de D66-fractie lezen dat de energie-efficiëntie doelstelling voor 2030 van 9 procent naar 13 procent wordt opgehoogd. Deze leden vragen wat de huidige stand van zaken is van de Nederlandse energie-efficiëntiedoelstellingen. Betekent het voorstel van de Commissie concreet extra actie voor Nederland? Zo ja, hoe gaat het kabinet hier invulling aan geven? Acht de Minister de huidige campagne en plannen daartoe toereikend? Het voorstel bevat ook aanbevelingen hoe besparing van energie versneld kan worden. Hoe staat het met onderzoek naar de mogelijkheden om de btw-verlaging voor het openbaar vervoer? Hoeveel energie kan Nederland besparen bij invoering van een autoloze zondag? Hoe zit het met het verlagen van de snelheid op de Nederlandse snel- en N-wegen? Wat levert het ’s nachts uitzetten van verlichting van publieke gebouwen en bijvoorbeeld langs wegen op?
Versnellen en verhogen van de ambities met betrekking tot de energietransitie
De leden van de D66-fractie moedigen aan dat is besloten tot een verplichting van zonnepanelen bij nieuwbouwwoningen in 2030 en dat Nederland voor utiliteitsgebouwen van een bepaalde oppervlakte inzet voor een verplichting per 2025. Verwacht de Minister dat dit leidt tot (verdere) netcongestie? Welke verwachtingen heeft de Minister in zijn algemeenheid over de eisen die RePowerEU stelt aan de Nederlandse energie infrastructuur, vakmensen en techniek? Deze leden vragen de Minister in te gaan op de innovatieve ontwikkelingen in zonne-energie zoals het toepassen van «panelen» op andere oppervlakten dan weiden of daken. In hoeverre is hier nog onbenut potentieel voor Nederland? Kan de Minister aangeven in hoeverre op dit moment netcongestie leidt tot uitstel of afstel van duurzame projecten? Voor welke sectoren ziet de Minister potentieel om, vanwege deze congestie, andere verduurzamingsopties toe te passen? Wat is de stand van zaken met het versnellen van de vergunningverlening voor duurzame energieprojecten, wat de Commissie aanmoedigt in het voorstel?
De leden van de D66-fractie vragen voorts naar de mogelijkheden om de toepassing van waterstof als alternatieve brandstof (naast vloeibaar gas) te versnellen. Deze wordt immers genoemd als alternatief voor de fossiele Russische brandstoffen. Hoe kijkt de Minister aan tegen de recent gepresenteerde gedelegeerde handeling over de duurzaamheidseisen van waterstof? Verwacht de Minister dat deze regels eveneens zullen gaan gelden voor andere sectoren zoals bijvoorbeeld de gebouwde omgeving en industrie, omdat deze immers een standaard zetten? Deelt de Minister de mening dat andere standaarden en regels verstorend zouden kunnen werken voor een marktbrede uitrol van waterstof? Zo ja, neemt de Minister dit mee in zijn inzet in Europa? Kan de Minister ingaan op de impact van de gedelegeerde handeling voor de Nederlandse (duurzame) energieopwekking? Moeten, bijvoorbeeld, windparken nu worden omgebouwd? Welke energiecentrales ondervinden hiervan de gevolgen en hoe?
De leden van de D66-fractie lezen voorts dat als onderdeel van het RePowerEU-voorstel additionele emissierechten worden geveild. Wat is het effect van deze maatregelen op de emissiereductie op korte en lange termijn? Gaat de CO2-uitstoot onder het ETS hierdoor omhoog? Welk effect heeft dat op de CO2-prijs op korte en lange termijn?
Waar worden deze rechten vandaan gehaald? Uit de Market Stability Reserve (MSR) bijvoorbeeld? Wordt ervoor zorggedragen dat die later in de tijd weer uit de markt gehaald worden volgens het plan van de Commisie?
Financiering
De leden van de D66-fractie lezen dat het RePowerEU-voorstel gefinancierd zal worden uit de RFF. Klopt het dat het leeuwendeel van deze financiering leningen betreft? Is het kabinet voornemens hier gebruik van te maken, en zo ja voor welke projecten en doeleinden? Kan de Minister bevestigen dat indien Nederland geen gebruik maakt van deze financiering deze beschikbaar komt voor andere lidstaten? Welk deel van de 300 miljard euro heeft Nederland aanspraak op? Welke maatregelen uit het Nederlandse Herstel en Veerkrachtplan komen volgens de Minister voor deze financiering aanmerking? Is het kabinet voornemens gebruik te maken van de Nederlandse middelen uit de cohesie- en ontwikkelingsfondsen aan te wenden voor het verminderen van energie onafhankelijkheid?
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet geen voorstander is van een excessieve winstbelasting in Nederland. Is Nederland wel voorstander van een dergelijke belasting op Europees niveau, aangezien dit de genoemde bezwaren van het kabinet wegneemt?
Gasopslagen
De leden van de D66-fractie constateren dat Gazprom besloten heeft niet langer gas te leveren aan het Nederlandse Gasterra. Deze leden vragen de Minister hoeveel andere Nederlandse bedrijven gas afnemen van Gazprom. Zijn er meer betalingsverplichtingen op korte termijn? Verwacht de Minister dat deze eveneens in Roebels betaald moeten worden en dat dit geweigerd wordt? Wat betekent dit voor de eis uit RePowerEU ten aanzien van de vulgraden van de Nederlandse gasopslagen? Welke kosten gaan hiermee, naar verwachting, gepaard?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderliggende brief. Deze leden steunen de intentie van het REPowerEU-plan om de afhankelijkheid van Russisch gas sneller te beëindigen, gasopslagen te vullen en hoge energieprijzen tegen te gaan volledig, maar hebben nog wel enkele vragen voor de Minister.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet de oproep van de Commissie tot diversificatie steunt en inzet op gezamenlijk optrekken in onder andere EU-verband en in samenwerking met bondgenoten om bijvoorbeeld onderlinge concurrentie van lidstaten te voorkomen. Deze leden ondersteunen deze inzet. Zij lezen echter ook dat de Commissie overweegt om tot wetgevende maatregelen te komen om diversificatie in de loop van de tijd verplicht te stellen. Het is deze leden niet duidelijk wat de Commissie hier exact mee voor ogen heeft. Kan de Minister toelichten waar er bij het eventueel verplichten van diversificatie aan moet worden gedacht? Acht de Minister het wenselijk dat de Commissie op dit gebied met wetgevende maatregelen komt?
De leden van de CDA-fractie lezen in het REPowerEU-plan dat het EU Energy Platform moet zorgen voor onder andere het sluiten van samenwerkingskaders voor de lange termijn met internationale partners op het gebied van de aankoop van gas en waterstof en het gebied van projecten op het gebied van duurzame energie. Zij merken op dat bijvoorbeeld Duitsland met het bezoek van bondskanselier Schulz aan Senegal (de grootste lng-exporteur van Afrika) ook zelf inzet op het veiligstellen van voldoende gas. Kan de Minister toelichten op welke wijze hij naast de Europese inzet ook zelf op zoek is naar samenwerking met partners buiten de Europese Unie voor het leveren van gas, waterstof en het ontwikkelen van duurzame energieprojecten?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Commissie als onderdeel van het herziene voorstel voor de richtlijn hernieuwbare energie het beginsel van hernieuwbare energie operationaliseert als een doorslaggevend publiek belang, «go-to»-gebieden voor hernieuwbare energie wil aanwijzen, en inzet op andere manieren om vergunningsprocedures te versnellen en te vereenvoudigen. Zij vragen de Minister wat deze Europese ontwikkelingen, en specifiek het aanmerken van hernieuwbare energie als een doorslaggevend publiek belang, zullen betekenen voor de mogelijkheden om ook in Nederland de vergunningverlening voor projecten op het gebied van duurzame energie te versnellen en te vereenvoudigen. Verwacht de Minister dat dit nieuwe mogelijkheden tot versnelling op zal leveren? Zo ja, op welke wijze zal hij daar gebruik van gaan maken en op welke termijn acht hij dat mogelijk? Kan de Minister tevens aangeven of en hoe in de uitwerking van het ruimtelijk beleid (bijvoorbeeld het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat en de Nationale Omgevingsvisie) rekening gehouden zal worden met deze «go-to-gebieden».
De leden van de CDA-fractie constateren dat lidstaten de mogelijkheid krijgen om maximaal 12,5 procent van de middelen in het kader van het Europese Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling over te dragen aan de RRF. Volgens de Commissie maakt dit het mogelijk om boeren financiële ondersteuning te bieden om bijvoorbeeld de productie van duurzame biomethaan of hernieuwbare energie te verhogen. Zij vragen de Minister om toe te lichten of en in hoeverre Nederland gebruik zal maken van deze mogelijkheid en welke afwegingen er spelen bij het al dan niet gebruik maken van deze mogelijkheid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende brief. Deze leden verwelkomen de ambitie om de afhankelijkheid van Russisch gas te verkleinen. Zij maken zich echter grote zorgen dat Russisch gas simpelweg wordt vervangen door vieze fossiele brandstoffen uit andere risicogebieden. Is de Minister bereid hier bezwaar tegen te maken en dit te voorkomen? Deze leden maken zich extreem veel zorgen over waar de 300 miljard euro terecht gaat komen. Kan de Minister aangeven wat de verdeling van deze 300 miljard is als het gaat om private en publieke investeringen/subsidies?
De leden van de SP-fractie menen dat dit plan de ambitie moet hebben om de energietransitie beter en eerlijker te laten verlopen. Deze leden schrikken er daarom van dat in het REPowerEU-voorstel te veel de nadruk wordt gelegd op de individuele verantwoordelijkheid van EU-ingezetenen en te weinig op harde doelen om te stoppen met fossiele brandstoffen. Zij missen een concreet plan om te stoppen met fossiele investeringen en subsidies. Waarom is dit niet in het voorstel opgenomen? Waarom wordt ervoor gekozen de kassen van energiereuzen als Shell en Aramco nog verder te spekken? Waarom wordt er niet voor gekozen om vermindering van energie en gas centraal te zetten en inwoners daar concreet mee te helpen. Deze leden vinden plannen om mensen verplicht te laten lenen voor verduurzaming van hun huis nu precies de verkeerde weg om draagvlak te vergroten. Kan de Minister hierop reageren?
De leden van de SP-fractie missen een duidelijk plan voor het bestrijden van energiearmoede. In hoeverre zal het plan om 300 miljard euro uit te geven bijdragen aan het verlichten van de lasten voor EU-ingezetenen, met name de mensen voor wie de inflatie en de hoge energierekening het hardst aankomen? Waarom wordt ervoor gekozen dit volledig bij lidstaten neer te leggen en niet vanuit het beschikbare REPowerEU-plan meer middelen te reserveren om huizen te isoleren en warmtepompen te installeren?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister toe te zeggen dat de Groningse gaskraan niet verder open gaat om de verminderde aanvoer van gas uit Rusland te compenseren. Welke andere mogelijkheden ziet de Minister voor het verminderen van de energievraag die huishoudens niet raakt? Kan de Minister aangeven wat het zou schelen als bijvoorbeeld een van de grote energie- en uitstootclusters tijdelijk wordt stilgelegd als er een strenge winter is? Zijn hier scenario’s voor en zo ja, kan de Minister die delen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie verwelkomen alle duurzame maatregelen die als doel hebben de energieonafhankelijkheid van de Europese Unie te vergroten. Deze leden roepen de Minister op om waar mogelijk voor nog ambitieuzere doelen te pleiten. Zo kan het doel uit de Renewable Energy Directive (RED) omhoog van 45 procent naar minstens 56 procent.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over het plan van de Commissie om, als onderdeel van REPowerEU, 20 miljard euro op te halen door de verkoop van extra emissierechten uit de reserve (MSR) van het Europese Emissiehandelsysteem. Hoe staat de Minister tegenover dit plan? Deelt de Minister de zorgen dat het vertrouwen in het systeem hiermee onder druk kan komen te staan? Hoe voorkomt de Minister dat er door dit voorstel klimaatschade ontstaat door extra uitstoot of door investeringen in gasinfrastructuur?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn groot voorstander van excessieve winstbelasting. Het kan niet zo zijn dat er bedrijven zijn die uitzonderlijk profiteren van de oorlog in Oekraïne wanneer op hetzelfde moment huishoudens hun energierekening niet kunnen betalen. Deze leden zien graag dat Nederland het voortouw neemt en pleit voor een EU-brede invoering van excessieve winstbelasting.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over het creëren van onnodige overcapaciteit voor fossiele energie. Er zou geen financiële ondersteuning vanuit de Europese Unie moeten zijn voor fossiele projecten die al een business case hebben. Deelt de Minister dit uitgangspunt en is hij bereid hier streng op toe te zien? Hoe gaat de Minister er op toezien dat er geen fossiele overcapaciteit of «lock-in» ontstaat, en er geen toekomstige «stranded assets» worden ondersteund door de Europese Unie? Hoe voorkomt de Minister dat Nederland voor langere tijd vast zit aan fossiele brandstoffen en dit leidt tot meer uitstoot? Worden fossiele investeringen getoetst aan de Europese Klimaatwet?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de voorstellen van de Commissie nog weinig aandacht voor lokale eigenaarschap van duurzame energie, zoals bij energiecoöperaties. Mede-eigenaarschap van lokale duurzame energie draagt bij aan energieonafhankelijkheid, geeft omwonenden de kans om mee te profiteren van duurzame energie en helpt bij het behalen van klimaatdoelen. Is de Minister bereid hier binnen de Europese Unie stevig op in te zetten?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het belangrijk dat met name in de armere delen van de Europese Unie het vergroten van de energieonafhankelijkheid hand in hand gaat met het bestrijden van energiearmoede. Dat kan door grootschalig in te zetten op niet-bureaucratische programma’s die gericht zijn om op laagdrempelige wijze energie te besparen bij huishoudens. Wil de Minister hierop inzetten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep van Haga
De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van het onderhavige fiche. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de Groep Van Haga benadrukken dat het voor Nederland van belang is dat er in voldoende mate kan worden voorzien in de energiebehoefte. Deze leden vragen zich echter af of minimale vulgraden voor gasopslagen het juiste middel daarvoor zijn. Zo werkt dit instrument markt ontwrichtend aangezien bedrijven vaak in een ongunstige positie komen door deze verplichting. Hoe kijkt de Minister aan tegen deze uitruil, en zijn er nog alternatieven voor een verplichte vulgraad?
De leden van De Groep Van Haga zien dat veel bedrijven uit bepaalde sectoren in moeilijkheden komen door de hoge energieprijzen. Het kabinet heeft hiervoor al een aantal maatregelen genomen, maar deze leden zijn van mening dat dit niet genoeg is en dat extra maatregelen voor sommige sectoren gewenst zijn. Deze leden vragen de Minister dan ook of er met dit pakket extra mogelijkheden zijn om steun te bieden aan de zwaarst getroffen sectoren?
De leden van de Groep Van Haga zijn net als het kabinet geen voorstander van het voorstel tot excessieve winstbelasting. Deze leden zijn van mening dat bedrijven geen straf verdienen door een voor hun gunstige periode. Daarnaast hebben deze leden ook grote twijfels bij de uitvoerbaarheid hiervan. Is de Minister bereid om de samenwerking te zoeken met andere lidstaten die ook tegen dit voorstel zijn om zo een gezamenlijk front te vormen?
De leden van de Groep Van Haga zien weinig in het voorstel van een versnelde uitrol en behandeling van het Fit-for-55-pakket. Deze leden zijn geen voorstander van dit geldverslindende en bureaucratische plan. Zij vragen zich dan ook af wat de consequenties zijn voor de burger en ondernemers. Is de Minister hiervan op de hoogte?
De leden van de Groep Van Haga vragen tot slot welke rol het gas uit Groningen voor Nederland kan spelen en wat de voordelen daarvan zijn ten overstaande van dit plan. Deze leden vragen al geruime tijd om van het Groningerveld gebruik te maken en zien dat de urgentie hiervan met de dag toeneemt. Deelt de Minister de mening dat we niet langer om het Groningerveld heen kunnen en er echt serieus naar deze optie gekeken dient te worden? Deelt de Minister de mening dat het Groningerveld ook kan bijdragen aan de diversificatie in de energievoorziening?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het fiche REPowerEU en heeft daarbij nog enkele vragen. In de REPowerEU roept de Commissie op om snellere doelen te bepleiten voor de RED en de Energie-Efficiency directive (EED). Het lid van de BBB-fractie vraagt wat de inzet van de Minister gaat zijn, gezien de netcongestieproblemen die nu al gelden en het gebrek aan capaciteit daar op de kortst mogelijk termijn een oplossing voor te bieden.
Het lid van de BBB-fractie heeft dan ook met belangstelling kennisgenomen van de reactie van de Minister om financiële en fiscale prikkels voor fossiele brandstoffen te doen afnemen. Het lid vraagt of de Minister kan schetsen hoe zich dat verhoudt tot het gebrek aan capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie. Kan de Minister aangeven hoe hij gaat voorkomen dat door nog meer druk te zetten op het al ambitieuze Fit for 55-plan, de inflatie voor de inwoners in Nederland verder exorbitant toeneemt? Is er een doorrekening beschikbaar van het afbouwen van die financiële prikkels, welke economische effecten die in het gehele complex zullen hebben? Kan de Minister die doorrekening met ons delen? Het lid van de BBB-fractie maakt zich hier grote zorgen over. Er zouden eerst alternatieven voorhanden moeten zijn, voordat er harde doelen worden gesteld of opgehoogd. Het Planbureau voor de Leefomgeving uitte eerder al op basis van het coalitieakkoord dat de verhoogde klimaatdoelen daarin opgenomen als grenzen aan het maximaal realiseerbare. Daarmee spraken zij in de ogen van het lid van de BBB-fractie toen al twijfels uit over de haalbaarheid, heeft de Minister dat meegewogen en kan hij uitleggen hoe?
Het lid van de BBB-fractie ziet dat de Minister het belang erkent van de opwek van waterstof en elektra en vooral ook decentraal. Hierbij wil zij graag wijzen op de decentrale productie van waterstof, omdat puur als we allen al kijken naar de netcongestieproblematiek het inzetten op extra productie van hernieuwbare energie landelijk geen haalbare kaart lijkt. Decentrale agrowaterstofproductie kan hier een belangrijke rol in spelen, omdat ook bij netcongestieproblemen de energieopwekking niet afgeschaald hoeft te worden maar kan worden omgezet in waterstof. Deelt de Minister de mening dat hier op de korte termijn de weg voor vrijgemaakt dient te worden om de energieproblematiek op te vangen maar ook de efficiëntie van de transitie te ondersteunen? Kan de Minister aangeven of hij bereid is hier werk van te maken?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2022D22888.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.