2022D20703 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over het Stappenplan inzake burgerslachtoffers bij inzet in het kader van artikel 100 van de Grondwet (Kamerstuk 29 521 nr. 442).

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

Nr

Vraag

   

1

Aangezien u stelt dat ook na afloop van een inzet transparantie over Nederlandse wapeninzet van belang is, bent u bereid openheid te geven over Nederlandse verantwoordelijkheid voor burgerslachtofferincidenten in de NAVO-acties in Joegoslavië in 1999, de Kosovo-oorlog? Kunt u uw antwoord toelichten?

2

Klopt het dat de Nederlandse regering zelf nooit enige betrokkenheid heeft erkend bij luchtaanvallen tijdens de Kosovo-oorlog die resulteerden in burgerdoden? Zo ja, waarom was dat? Wat was, tijdens de NAVO-acties in 1999, het transparantiebeleid betreffende de Nederlandse verantwoordelijkheid voor burgerdoden?

3

Bent u bekend met het rapport van Human Rights Watch over betrokkenheid van de NAVO bij luchtaanvallen op Joegoslavië die resulteerden in burgerdoden1? Bent u tevens bekend met de erkenning door de Koninklijke Luchtmacht van verantwoordelijkheid voor een luchtaanval die waarschijnlijk resulteerde in een burgerdode2? Heeft dit incident, zoals beschreven door de Luchtmacht, betrekking op incident nummer 51 uit het rapport van Human Rights Watch? Zo nee, betreft het dan een ander incident uit dit rapport?

4

Kunt u aangeven voor welke van de in totaal negentig burgerslachtofferincidenten in de Kosovo-oorlog, zoals opgesomd in het rapport van Human Rights Watch, Nederland verantwoordelijkheid draagt? Zo nee, waarom niet?

5

Kunt u aangeven hoeveel burgerdoden Nederland heeft veroorzaakt tijdens de missie in Uruzgan, Afghanistan, van 2006 tot 2010? Als u dit niet (precies) kan, bent u dan bereid onderzoek hiernaar te (laten) doen? Kunt u uw antwoord toelichten?

6

Kunt u aangeven in welke mate het door Nederland in de militaire operatie tegen IS toegepaste geweld bestond uit precisiemunitie? Zo nee, waarom niet?

7

Wat verstaat u onder een coalitie? Is dit alleen een coalition of the willing of vallen missies onder VN-, NAVO- of EU-vlag hier ook onder?

8

Klopt het dat de Kamer voorafgaand aan een missie geïnformeerd wordt over de mate waarop de Nederlandse besluitvorming bij militaire actie afhangt van buitenlandse inlichtingen? Zo nee, kunt u het huidige proces toelichten?

9

Klopt het dat de mogelijkheid bestaat dat er geen compensatieregime beschikbaar is en er dus bij een militaire missie geen afspraken worden gemaakt over compensatie in het geval van burgerslachtoffers? Zo nee, kunt u dat toelichten?

10

Welk compensatieregime is leidend op het moment dat verschillende landen in een coalitie stappen?

11

Zijn de juridische kaders van andere coalitiepartners belangrijk voor Nederland om te beoordelen of Nederland mee wil doen in een coalitie? Zo nee, waarom niet?

12

Worden er, in gedachte stap 2 en 5, afspraken gemaakt over het type wapens die coalitiepartners gaan inzetten bij een gezamenlijke militaire missie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u de mening dat hierbij gekeken moet worden naar het beperken van het gebruik van Explosieve Wapens in Dichtbevolkte Gebieden?

13

Zal er na het eindverslag van commissie Sorgdrager (n.a.v. de motie Belhaj, Kamerstuk 27 925 Nr. 753) nog een moment zijn waarop het Nederlandse beleid voor de deelname in internationale militaire missies kan worden gewijzigd?

14

Kan de Kamer voorafgaand aan de debatten over de voortgang of evaluatie missies geïnformeerd worden over de vervolgstappen na uw brief met Kamerstuk 29 521 nr. 442?

15

Luchtaanvallen worden vaak gekenmerkt door het feit dat er geen of weinig Nederlandse militairen op de grond aanwezig zijn. Hoe wordt bij dit soort aanvallen gewaarborgd dat er toch voldoende informatie wordt vergaard over de daadwerkelijke impact van de aanval en het aantal gevallen burgerslachtoffers? Worden er na een dergelijke aanval altijd militairen ter plaatse gestuurd om de hiervoor gestelde vragen te onderzoeken? Welke andere manieren zijn er om het aantal burgerslachtoffers en de impact van luchtaanvallen te onderzoeken?

16

Vindt u dat de informatiepositie van de Nederlandse ‘Red Card Holder’ tijdens militaire operaties verbeterd moet worden? Zo ja, hoe kan hierin worden voorzien? Staan bondgenoten ervoor open de ‘Red Card Holder’ eerder in het proces dat leidt tot een aanval te betrekken? Zo ja, wat wordt dan daartoe ondernomen?

17

Is het mogelijk dat Nederland meedoet aan een militaire operatie zonder een onderzoeks- en/of compensatieregime dat erop gericht is onderzoek te doen naar (mogelijke) slachtoffers van eigen geweld en hen te compenseren?

18

Voortbouwend op de toezeggingen die in de Kamerbrief zijn gedaan, gaat u minimale transparantiestandaarden ontwikkelen die Nederland altijd zal hanteren en waaraan een potentiële toekomstige militaire coalitie zal moeten voldoen als het Nederlandse deelname wenst? Zo nee, waarom niet?

19

Klopt het dat in het huidige beleid de Kamer in ieder geval spoedig wordt geïnformeerd als door Nederlands toedoen burgerslachtoffers zijn gevallen, inclusief een indicatie van het aantal slachtoffers, maar dat u de mogelijkheid openhoudt het parlement vertrouwelijk te informeren?

20

Overweegt u het aanstellen van een onafhankelijke commissie, die erop toe kan zien dat informatie over burgerslachtoffers niet onnodig wordt achtergehouden?

21

Aan welke onafhankelijke partijen denkt u voor de evaluatie van missies?

22

Vindt u dat evaluaties van militaire operaties ook standaard het aantal burgerslachtoffers in kaart moeten (proberen te) brengen, bij voorkeur ook door onderzoek ter plaatse? Zo nee, waarom niet?

23

Gaat Defensie voortaan standaard bijhouden hoeveel burgerslachtoffers vallen door inzet van eigen geweld, evenals ander leed en schade die veroorzaakt worden? Wordt hier extra capaciteit voor vrijgemaakt?

24

Betekent dat voortaan informatie over (vermoedens van) burgerslachtoffers beter met derden gedeeld gaat worden ook dat dit standaard gaat gebeuren? Zo nee, waarom niet?

25

Waarom wacht u ermee om pas op (middel)lange termijn over te gaan op het publiekelijk ontsluiten van informatie volgens gangbare open datastandaarden? Kan dat eerder? Zo nee, waarom niet?

26

Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld kan bijdragen aan het ontwikkelen van de stappen voor de (midden)lange termijn, zoals beschreven in uw brief?

27

Hoe gaat de Kamer op de hoogte gehouden worden van de te zetten stappen voor de (midden)lange termijn? Gaat hierover regelmatig gerapporteerd worden?

28

Welke opties zijn er nu om eigen onderzoeksmiddelen in te zetten? Op welke manier worden deze op middellange termijn aangevuld?

X Noot
2

Bron: Het Parool, «Zo veilig mogelijk aanvallen helpt bij de verwerking,» 8 juli 1999.

Naar boven