De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 28 maart
2022 «Reactie op de motie van het lid Kröger in het kader van het wetgevingsoverleg
Wet Nationaal Groeifonds en op het tweede nader gewijzigd amendement van het lid Leijten
over het publiek toegankelijk maken van met de subsidie ontwikkelde kennis» (Kamerstuk
35 976, nr. 27).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
|
blz.
|
|
|
|
I
|
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
|
2
|
II
|
Antwoord / Reactie van de Minister
|
3
|
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige
brief. Deze leden hebben daarover op dit moment geen vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben geen vragen en/of opmerkingen over de onderhavige
brief.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie stellen vast dat, om de externe effecten van projecten
op het klimaat te bepalen, in maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) wordt
gerekend met een CO2-prijs, afkomstig uit de Welvaart en Leefomgeving (WLO)-analyse van het Centraal Planbureau
(CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2016. Er wordt hierin uitgegaan
van een hoog reductiescenario en een laag reductiescenario. De CO2-prijs voor het lage scenario gaat uit van een reductie van 45 procent in 2050. De
CO2-prijs voor het hoge scenario gaat uit van een reductie van 65 procent in 2050. In
de Klimaatwet staat een doel opgenomen van 95 procent in 2050. De Klimaatwet zal nog
worden aangescherpt. Is de Minister het ermee eens dat de reductie waarmee in de WLO-analyse
wordt gerekend niet in de buurt komt van de ambities van het huidige kabinet?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich grote zorgen wanneer er wordt gerekend
met een te lage CO2-prijs. Immers, bij een te lage CO2-prijs komen duurzame projecten niet van de grond omdat ze onterecht niet als efficiënt
worden gezien. Is de Minister bereid te werken met hogere CO2-prijzen die in ieder geval meer in lijn zijn met de ambities van het kabinet?
De leden van de GroenLinks-fractie wijzen erop dat eerder is toegezegd dat er in 2021
een nieuwe WLO-studie zou uitkomen (Kamerstuk 35 570 XIX, nr. 4). Om onverklaarbare redenen maken deze leden uit de reactie van de Minister op dat
dit niet is gebeurd en dat we nog eens twee jaar moeten wachten voordat de CO2-prijs de huidige ambities van het kabinet reflecteert. Kortom, dat tot aan 2024 projecten
worden uitgevoerd waarmee alleen 45 tot 65 procent reductie in 2050 wordt behaald.
Waarom is deze nieuwe WLO-studie er niet gekomen? Kan er een tussenoplossing worden
gevonden? Die tussenoplossing ligt in principe klaar, aangezien in de kabinetsreactie
is te lezen dat het CPB indien nodig een gevoeligheidsanalyse uitvoert. Deze analyse
is in lijn met de CO2-reductie, afgesproken in het Parijsakkoord. Ook zijn er genoeg onderzoeken geweest
naar de juiste dan wel gewenste hoogte van de CO2-prijs, waar het CPB tot aan 2024 op terug kan vallen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af wat deze te lage CO2-prijs betekent voor bijvoorbeeld overheidsaanbestedingen. Is de Minister het ermee
eens dat klimaatbaten te laag worden meegerekend en daarmee ook de beoordeling van
investeringsplannen of overheidsaanbestedingen onzorgvuldig is en in het nadeel uitpakt
van het tegengaan van klimaatverandering? Kan er een indicatie komen van een actuele
prijs, bijvoorbeeld gebaseerd op Emissions Trading System (ETS)-projecties? Zo berekende
Trinomics in het kader van de SDE++ een middenwaarde van 93 euro per ton in 2030 in
ETS (rijksoverheid, 25 februari 2022 --- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/02/25/second-opinion-ets-prijs---eindrapport)
II Antwoord / Reactie van de Minister