2021D44381 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 1 (Versterken rechtsstaat) (Kamerstuk 33 189, nr. 14).

De fungerend voorzitter van de commissie, Paternotte

De griffier van de commissie, Meijers

Nr

Vraag

1

Welke concrete indicatoren (SMART) zijn er in de begrotingen en jaarverslagen van Koninkrijksrelaties opgenomen geweest in de jaren 2017 tot en met 2020? Als dat niet het geval is, hoe kan dan bepaald worden of het beleid doeltreffend en doelmatig is geweest?

2

Wat is er gedaan met de toezegging in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag Koninkrijksrelaties in 2018 om een nulmeting uit te voeren, dan wel indicatoren op te stellen die het mogelijk maken de effecten van de Nederlandse inzet in de rechtshandhavingsketen in de Caribische landen van het Koninkrijk te meten? Waarom ontbreken feitelijke gegevens nog steeds in belangrijke mate in de periodiek rapportage rechtshandhaving en de hoofdlijnen van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO)?

3

Waarom zijn onderdelen van het beleid die samenhangen met het versterken van de rechtshandhavingsketen, maar die onder andere begrotingsartikelen zijn ondergebracht, niet bij deze beleidsdoorlichting betrokken? In hoeverre is het dan überhaupt mogelijk om iets te zeggen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid als niet alle zaken worden meegenomen?

4

Kan nader worden aangegeven waarom het jaar 2021 niet wordt meegenomen in de beleidsdoorlichting, temeer daar het onderzoek in het najaar van 2021 wordt aanbesteed en in de 2e helft van 2022 wordt afgerond?

5

In welke mate richt de beleidsdoorlichting zich mede op het verkrijgen van meer inzicht in daadwerkelijke resultaten van de inzet van Nederland ter versterking van de rechtshandhavingsketen?

6

Klopt het dat de Nederlandse ondersteuning aan Curaçao en Aruba bij de opvang van Venezolaanse vluchtelingen buiten de reikwijdte van de beleidsdoorlichting valt? Zo ja, op welke wijze zal dit terugkomen in de beleidsdoorlichting in 2023 en zal hierbij ook expliciet aandacht worden besteed aan de wijze waarop Nederland haar verantwoordelijkheden voor het beschermen van de mensenrechten heeft ingevuld?

7

Is het mogelijk om ook in deze beleidsdoorlichting al te reflecteren op de rechtsstatelijkheid van de wijze waarop om wordt gegaan met Venezolaanse vluchtelingen?

8

Op welke wijze wordt aandacht besteed aan de mogelijke lessen die getrokken kunnen worden uit deze beleidsdoorlichting voor de taakverdeling tussen de landen en voor de eventuele noodzaak van het aanscherpen van gezamenlijke doelstellingen en uitgangspunten waar het gaat om de rechtstaat en het beschermen van mensenrechten?

Naar boven