2021D43185 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 19 november 2021.

De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Prenger

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Algemeen

2

 

EU-VS samenwerking

2

 

Water

4

 

Diversenpunt – Wereldwijde beschikbaarheid vaccins

5

 

Diversenpunt – Ethiopië

7

 

Diversenpunt – Afghanistan

7

 

Overig

8

     

II

Antwoord / Reactie van de Minister

8

     

III

Volledige agenda

8

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Algemeen

De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda. Zij hebben daarover enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.

De leden van de SP-fractie hebben de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 19 november 2021 gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.

EU-VS samenwerking

De leden van de D66-fractie kijken uit naar het verslag over de versterkte EU-VS samenwerking op gebied van ontwikkelingssamenwerking en het gesprek met Samantha Power. Is inmiddels bekend op welke thema’s de Raad zich zal focussen? Wat zal de Nederlandse inbreng zijn voor dit gesprek? De Minister stelt in de geannoteerde agenda dat «de gezamenlijke OS-inzet onderdeel kan zijn van een geïntegreerde benadering gericht op het bevorderen van veiligheid en stabiliteit, met oog voor bredere doelstellingen, zoals bijvoorbeeld in de Sahel, Sudan en Ethiopië.» Kan de Minister toelichten hoe hij deze geïntegreerde benadering voor zich ziet? Ziet de Minister ook verschillen in hoe de VS OS-middelen strategisch inzet en hoe de EU dat doet (of in de visie van het kabinet zou moeten doen)? Zo ja, welke verschillen zijn dat en in hoeverre acht hij het van belang die in te brengen in het gesprek?

De leden van de CDA-fractie waarderen net als de Minister de aanwezigheid van de bestuurder van USAID, Samantha Power. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in ieder geval de vraag in te brengen wat de VS doet aan situatie in Ethiopië. Tevens vragen deze leden met de VS te bespreken hoe de coördinatie aangaande de humanitaire hulp aan Afghanistan goed georganiseerd kan worden, waarbij de Europese en Amerikaanse inzet elkaar aanvullen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tevens de Amerikanen te vragen naar hun inzet op het vormen van een Global Health Strategie en de mondiale One Health agenda. Deze leden vragen de Minister bovendien aan te geven waar de Nederlandse inzet kan aansluiten bij de Amerikaanse inzet.

De leden van de CDA-fractie hebben aansluitend op het agendapunt vragen over de toenemende hongersnood in de wereld. Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) gaat het om 45 miljoen mensen in 43 landen in acute hongersnood. De stijging komt grotendeels door de situatie in Afghanistan. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit probleem ter sprake te brengen in de Raad, en richting de bestuurder van USAID, Samantha Power. Tevens vragen deze leden aan de Minister om aan te geven wat er volgens hem nu wel goed gaat in de bestrijding van honger en hoe we deze cijfers kunnen terugdringen. Deze leden vragen de Minister of het voedsel niet beschikbaar is, of dat het voedsel niet bij de hongerlijdende mensen kan komen. Zo kunnen de leden van de CDA-fractie zich voorstellen dat het onherbergzame Afghanistan logistieke problemen geeft. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister voorts in te gaan op de suggestie van de miljardair, de heer Elon Musk, dat hij 6 miljard dollar zal doneren als de VN bewijst hoe het honger uit de wereld kan helpen. Deze leden vragen de Minister om Samantha Power, de collega’s in de Raad en de aanwezige vertegenwoordigers van de Europese Commissie, ertoe aan te zetten om via de VN, of zelf, dit mondiale pad naar het uitroeien van honger op te stellen en aan de heer Musk te doen toekomen. De leden van de CDA-fractie zijn ervan overtuigd dat een dergelijk plan al bestaat en wanneer dat niet zo is, de heer Musk een terecht appel doet op de internationale gemeenschap om een weg naar het oplossen van de doelstelling zoals geformuleerd in het eerste Duurzame Ontwikkelingsdoel (SDG 1, geen honger), te realiseren. Ten slotte willen de leden van de CDA-fractie hierover zeggen dat dergelijke uitingen over private financiering serieus genomen moet worden. Deze leden vragen een reflectie van de Minister hierop en wat hier mogelijk concreet mee gedaan wordt of kan worden gedaan.

De leden van de SP-fractie zien dat er gesproken zal worden over de samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Dit zien de leden van de SP-fractie als een belangrijke vorm van samenwerking aangezien de VS in absolute zin het meeste uitgeeft aan ontwikkelingshulp. Welk percentage geeft de VS uit aan het ODA-budget op de begroting en is de Minister hier tevreden mee? Hoe staat dit in verhouding tot Nederland en de rest van de Europese Unie? Kan de Minister aangeven op welke zaken de VS andere prioriteiten heeft dan Nederland?

Uit de geannoteerde agenda blijkt dat de Nederlandse inbreng voor dit agendapunt nog niet helder is. De leden van de Volt-fractie vragen de Minister of hij een verslag van het gesprek, inclusief de Nederlandse inzet in het gesprek, aan de Kamer kan doen toekomen.

Met betrekking tot de samenwerking tussen de EU, Nederland en de VS-administratie op het terrein van ontwikkelingssamenwerking hebben de leden van de Volt-fractie de volgende vragen. Op welke thema’s werken de EU en de VS al samen? Hoe ziet deze samenwerking er momenteel uit? Wat zijn de verwachtingen van de Minister voor deze samenwerking in de komende jaren? Op welke aspecten wil Nederland specifiek inzetten met betrekking tot de samenwerking? Wat zijn de overeenkomsten tussen de benadering van ontwikkelingssamenwerking tussen de VS en de EU en Nederland? In hoeverre passen de nieuwe Amerikaanse plannen bij Europese en Nederlandse doelstellingen? Op welke specifieke elementen zou de EU, dan wel Nederland bilateraal kunnen aansluiten? Zijn er al gezamenlijke initiatieven?

Verder verwijst de Minister naar een geïntegreerde benadering gericht op het bevorderen van veiligheid en stabiliteit, met oog voor bredere doelstellingen. Wat zijn deze bredere doelstellingen? Waaruit bestaat de geïntegreerde benadering volgens de Minister, met andere woorden, aan welke criteria zou deze moeten voldoen? Welke stappen zouden er volgens de Minister genomen moeten worden om de veiligheid en stabiliteit van de genoemde landen en regio’s (Sahel, Sudan en Ethiopië) te verbeteren? Welke overeenkomsten zijn er met betrekking tot de benadering van ontwikkelingssamenwerking tussen de EU en de VS? En welke verschillen? Hoe verhoudt zich dat bijvoorbeeld tot het ondersteunen van de meest kwetsbaren, gemarginaliseerde groepen en het samenwerken met lokale organisaties?

De Minister verwijst naar de recentelijk uitgebrachte nationale strategie van de VS op gendergelijkheid. Welke aspecten van deze strategie waardeert de Minister? Aan welke aspecten van deze strategie zal Nederland prioriteit geven in de samenwerking?

Water

De Minister schrijft dat er Raadsconclusies in voorbereiding zijn om het financieringsgat van SDG 6 (schoon water en sanitatie) te dichten. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen of dit financiële implicaties met zich meebrengt, en zo ja, welke?

Nederland staat met het internationale bedrijfsleven vooraan als het gaat om water- en baggerprojecten. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen hoe hij ervoor gaat zorgen dat het Nederlands bedrijfsleven betrokken wordt richting de VN-Waterconferentie?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat Nederland de urgentie van de implementatie van SDG 6 zal benadrukken om de wereldwijde inzet op waterbeheer mondiaal te versnellen, ook tijdens de 2023 UN Water Conference. Wat hoopt Nederland tijdens deze conferentie te bereiken? En wat voor stappen dienen er door Nederland en de EU genomen te worden om in te lopen op de achterstand die er is ontstaan in het bereiken van SDG 6? Kan de Minister concreet toelichten wat Nederland zowel bilateraal als multilateraal doet om invulling te geven aan het begrip «waterdiplomatie»? In hoeverre kan Nederlandse expertise een bijdrage leveren op het gebied van waterbeheer en conflict?

De leden van de SP-fractie zien dat er gesproken zal worden over het belang van water bij ontwikkelingssamenwerking, met een focus op de situatie in Centraal-Azië. De leden van de SP-fractie zijn het eens dat de rol van voldoende water meerdere problemen tegen gaat zoals armoede, veiligheid en kansengelijkheid. Het is goed om te zien dat Nederland met Tadzjikistan een conferentie over water zal organiseren. Wat is het doel van de Minister op de aankomende vergadering? Zijn de raadsconclusies afdoende wat de Minister betreft op dit gebied?

In zijn brief benadrukt de Minister dat Nederland de discussie in de Raad zal aangrijpen om de urgentie te benadrukken van het versnellen van de wereldwijde inzet op waterbeheer. Welke rol ziet de Minister voor Nederland met betrekking tot het wereldwijd verbeteren van waterbeheer, zo vragen de leden van de Volt-fractie. Welke stappen zijn er in Nederland al genomen? Kan de Minister concrete voorbeelden geven van initiatieven op de grond die hieraan bijdragen? Zal de Minister deze voorbeelden inbrengen als best practices voor andere landen? In hoeverre zet Nederland bij waterbeheer ook in op sanitaire voorziening en gendergelijkheid, bijvoorbeeld met betrekking tot het bewustzijn rondom menstruatie en de benodigde sanitaire voorzieningen daarvoor?

Nederland organiseert samen met Tadzjikistan de 2023 UN Water Conference. Wat zijn de doelstellingen en prioriteiten van Nederland voor de VN-conferentie? Wat zijn de gezamenlijke doelen? Is de datum van deze conferentie al bekend en waar zal deze plaatsvinden? De Raad wil graag een gezamenlijke Europese positie als inzet bij de VN-conferentie. Wat zijn de minimale voorwaarden voor Nederland om een gemeenschappelijke positie te steunen?

Wat is de appreciatie van de Minister ten aanzien van de Raadsconclusies over water in het externe optreden van de EU? Welke onderwerpen heeft Nederland ingebracht voor deze conclusies?

Diversenpunt Wereldwijde beschikbaarheid vaccins

De leden van de VVD-fractie steunen het kabinet dat bijdraagt aan COVAX en zich ervoor inzet om dit jaar evenveel vaccins te doneren als dat we in Nederland gebruiken. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gevaccineerd worden in lagere- en middeninkomenslanden. De Minister geeft echter aan dat de totstandkoming van Europese vaccindonaties is vertraagd door juridische en logistieke belemmeringen, maar dat de leveringen naar verwachting de komende weken in een versnelling zullen komen. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen of er ondertussen al nieuwe ontwikkelingen zijn.

De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de vertraging van de Europese vaccindonaties in het kader van de COVAX Advance Market Commitment. Wat waren de exacte juridische en logistieke belemmeringen waar de Minister naar verwijst? Hoe kunnen deze belemmeringen in de toekomst voorkomen worden?

De leden van de D66-fractie kijken verder uit naar de verwachte versnelling van de leveringen van de Europese vaccindonaties. Hoe zal deze versnelling tot stand komen? Hoe denkt de Minister te kunnen bijdragen aan deze versnelling? Welke afspraken zijn er specifiek gemaakt tussen de verschillende lidstaten om deze versnelling mogelijk te maken?

Daarnaast zijn deze leden van mening dat er op de lange termijn meer nodig is om vaccins wereldwijd beschikbaar te stellen. De EU heeft 1 miljard euro beschikbaar gesteld om de productie van vaccins in ontwikkelingslanden te bevorderen. Kan de Minister toelichten in hoeverre dit geld al besteed is en wat daar het resultaat van is? Welke bijdragen levert Nederland aan de bevordering van productiecapaciteit? In hoeverre wordt dit tussen de EU en de lidstaten, en tussen lidstaten onderling, afgestemd om de Team Europe benadering ook hier toe te passen?

De Kamer heeft in dit kader de duidelijke oproep gedaan aan het kabinet om zich binnen de EU in te zetten voor het tijdelijk vrijgeven van patenten op vaccins. Hoe heeft het kabinet tot nu toe uitvoering gegeven aan de motie Piri c.s. (Kamerstuk 35 663, nr. 21)? Is de Minister bereid zich hier bij deze Raad (wederom) voor in te zetten?

De Raad zal van gedachten wisselen over de wereldwijde beschikbaarheid van COVID-19 vaccins. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister het meest actuele overzicht van de donaties en inzet van COVAX met de Kamer te delen. Tevens vragen deze leden waar en in hoeverre er via het COVAX-programma vaccins zijn geplaatst. Zo stelt de Minister in de agenda dat de EU-lidstaten en de Commissie hebben toegezegd om halverwege 2022, 500 miljoen doses te hebben gedoneerd aan partnerlanden waarvan idealiter 250 miljoen doses voor het einde van 2021 worden geleverd aan COVAX of partnerlanden. Deze leden vragen de Minister dus wat hierbij de actuele voortgang is en hoe deze toezeggingen gemonitord worden door de EU. Tevens vragen deze leden de Minister in te gaan op de nagekomen toezeggingen van Nederland.

De leden van de CDA-fractie ondersteunen van harte de opmerkingen van de Minister dat het in stand houden van reguliere gezondheidszorg van groot belang is. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit tijdens de Raad ook nadrukkelijk in te brengen en vragen de Minister tevens aan te geven bij welke programma’s grote achterstanden zijn ontstaan, bij welke ziekten er een significante stijging in het aantal slachtoffers is geconstateerd, en welke landen echt vast zijn gelopen in het bieden van de reguliere zorg. De leden van de CDA-fractie vragen hierop aansluitend aan de Minister wat de EU doet om de reguliere gezondheidsprogramma’s te handhaven.

Voorts zien de leden van de SP-fractie dat er, helaas slechts kort, zal worden gesproken over de wereldwijde verdeling van de COVID-19 vaccins. De leden constateren dat het kabinet dit jaar evenveel vaccins wil doneren als in eigen land wordt gebruikt. Ook constateren de leden dat het kabinet stelt dat er een inhaalslag zal worden gemaakt met het COVAX initiatief het komende jaar. Vindt de Minister dat de ambities die in eerste instantie onder COVAX zijn afgesproken ook daadwerkelijk worden gehaald? Hoe staat het ondertussen met de donaties van Nederland, zoals afgesproken in de «pledge» samen met andere lidstaten in september jl.? Kan de Minister ingaan op de huidige discussies en voortgang omtrent de TRIPS-waiver en hiermee het beschikbaar stellen van patenten om de productie flink te versnellen? Wat vindt de Minister van de huidige verdeling van de vaccins en hoe kan Nederland meer doen om deze verdeling eerlijker te maken?

Nederland geeft aan dat multilaterale samenwerking centraal staat, bij voorkeur via COVAX. De versnelde donaties aan COVAX vinden de leden van de Volt-fractie dan ook positief. Tegelijkertijd geeft het kabinet aan dat de totstandkoming van Europese vaccindonaties is vertraagd door juridische en logistieke belemmeringen. Kan de Minister toelichten welke belemmeringen dit waren, hoe deze zijn opgelost en op welke manier wordt voorkomen dat dit in de toekomst opnieuw een belemmering wordt?

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het aantal gedoneerde vaccins van de EU aan COVAX? Het kabinet geeft aan in te zetten op het doneren van een gelijk aan vaccins als het aantal in Nederland gebruikt. Haalt Nederland deze doelstelling? Pleit Nederland actief in de Raad om ervoor te zorgen dat andere lidstaten dezelfde doelstelling aanhouden?

In de G20-bijeenkomst van afgelopen maand pleitte de EU ervoor om midden 2022 70% van de wereldbevolking te vaccineren. Ligt de vaccinatiecampagne op koers om het doel te halen? De Europese Commissie heeft op aanvraag van de Raad van 21-22 oktober jl. aan farmaceutische bedrijven gevraagd om de belemmeringen voor de wereldwijde inzet van vaccins snel weg te nemen. Welk tijdspad voorziet de Minister met betrekking tot het daadwerkelijk weghalen van de belemmeringen? Welke belemmeringen ziet de Minister nog met betrekking tot het wereldwijd verspreiden van vaccins?

Wat is de inzet van Nederland met betrekking tot het verbeteren van de lokale productiecapaciteit in lage- en middeninkomenslanden? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de productiecapaciteit in lage- en middeninkomenslanden?

Wat is de Nederlandse inzet met betrekking tot de TRIPS-waiver? Wat was de positie van Nederland en de rol in het formuleren van het huidige standpunt van de Europese Commissie? Is Nederland bereid verder te gaan dan louter «het gesprek aan te gaan»? Is Nederland voorstander van een TRIPS-waiver? Wat was de Nederlandse inzet in de Europese gesprekken en Raadsdiscussie over de TRIPS-waiver? Kan de Minister een indicatie geven van het krachtenveld in de Raad met betrekking tot de TRIPS-waiver? Wat zijn de verwachtingen van de Minister met betrekking tot de onderhandelingen van de TRIPS-waiver in de aankomende 12de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)?

Wat zijn de doelstellingen en prioriteiten van Nederland inzake het internationaal pandemieverdrag?

Diversenpunt Ethiopië

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister ten eerste naar de actuele situatie in Ethiopië en het verzoek daarbij aan te geven of er, en zo ja, welke Nederlandse organisaties daar aanwezig zijn. Eurocommissaris Urpilainen zal kort terugkoppelen over haar recente bezoek aan Ethiopië. Deze leden vragen de Minister naar aanleiding van deze terugkoppeling ook nadrukkelijk in te brengen wat de EU en individuele lidstaten kunnen doen om de situatie te de-escaleren en humanitaire steun te verlenen aan de bevolking. Deze leden vragen de Minister deze punten in te brengen en daarover in het verslag van deze Raad op terug te komen.

Ten slotte zien de leden van de SP-fractie dat er ook zal worden gesproken over de huidige situatie in Ethiopië aan de hand van een verslag van Eurocommissaris Urpilainen en de Speciaal Vertegenwoordiger Annette Weber. Wat zijn de verwachtingen van dit verslag? Verwacht de Minister dat er vervolgstappen worden genomen? Wat zal de inbreng van de Minister zijn namens Nederland bij dit onderdeel van de vergadering?

Diversenpunt Afghanistan

De leden van de VVD-fractie vinden opvang in de regio belangrijk, maar EU-fondsen mogen niet in de handen van de Taliban terechtkomen. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen hoe het nu staat met de aanpak van de Europese Commissie over de humanitaire steun aan Afghanistan?

De leden van de D66-fractie zijn zeer bezorgd over de humanitaire situatie in Afghanistan. Zij hebben met belangstelling kennisgenomen van het totale nexus-voorstel van de Europese Commissie ten aanzien van de humanitaire hulp aan Afghanistan. Hoe gaat de Minister zich inzetten tijdens de aankomende Raad om deze visie te realiseren? Hebben er hierbij overleggen met gelijkgestemde landen plaatsgevonden? Zo ja, welke landen en wat waren de uitkomsten en inzichten bij deze gesprekken?

De leden van de D66-fractie achten de naleving en monitoring van de vijf benchmarks voor engagement met de Taliban een belangrijk element om de humanitaire hulp in de juiste handen te verkrijgen. Hoe worden deze voorwaarden gehandhaafd? Wat zijn maatregelen die hiervoor genomen moeten worden? Welke afspraken zijn er specifiek gemaakt tussen de verschillende lidstaten om deze handhaving verder te bevorderen?

De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van de Nederlandse inzet om de positie van vrouwen, meisjes en andere kwetsbare groepen in Afghanistan te steunen. Hoe denkt de Minister dat de humanitaire hulp daadwerkelijk bij deze groepen terecht kan komen? Welke afspraken zijn er hierover met de Taliban en lokale tribale structuren gemaakt? Welke afspraken zijn er hierover gemaakt met NGO’s die actief zijn in Afghanistan? Wat is verder de langetermijnvisie van het kabinet aangaande humanitaire hulp in Afghanistan?

Worden er vanuit pragmatische overwegingen afspraken gemaakt met de Taliban om de humanitaire crisis in Afghanistan te bestrijden en de humanitaire hulp daadwerkelijk in de juiste handen te laten komen? Zo ja, wat voor afspraken? Welke rol kunnen de EU en de G20 hier verder in spelen? Hoe zou Nederland dit proces in multilateraal verband kunnen verbeteren? Wat is het totaal aan middelen dat de EU beschikbaar heeft gesteld voor humanitaire hulp in Afghanistan? Hoe staat het met het voornemen van de EU om een tijdelijke Europese vertegenwoordiging in Kaboel op te richten?

De Minister geeft aan dat de Europese Commissie een update zal geven van ontwikkelingen met betrekking tot de inzet in Afghanistan sinds de informele RBZ/OS van 11 oktober jl. Wat zijn de verwachtingen van de Minister met betrekking tot deze ontwikkelingen, vragen de leden van de Volt-fractie. Welke ontwikkelingen hebben er in dit kader al in Nederland plaatsgevonden? Kan de Minister over dit gedeelte van de RBZ/OS de Kamer van een schriftelijke terugkoppeling voorzien, nog vóór het aankomende debat over Afghanistan? Welke kansen en obstakels ziet de Minister op gebied van samenwerking met gelijkgezinde lidstaten, en samen met Team Europe?

Overig

Wat zijn de verwachtingen van de Minister met betrekking tot het aankomende Franse EU Voorzitterschap van de Raad en de prioriteiten op ontwikkelingssamenwerking vragen de leden van de Volt-fractie. Welke prioriteiten zal Nederland steunen, en welke niet, en op basis van welke afwegingen? Zou de Minister deze verwachtingen en de Nederlandse inzet onder het Franse EU-Voorzitterschap door middel van een brief aan de hele Kamer kunnen toezenden, vóór 1 december 2021?

II. Antwoord / Reactie van de Minister

III. Volledige agenda

Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 19 november 2021. 2021Z19522 – Brief regering d.d. 04-11-2021, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn

Verslag Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 14 juni 2021. 21 501-04, nr. 240 – Brief regering d.d. 02-07-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Verslag Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking Afghanistan van 11 oktober 2021. 21 501-04, nr. 242 – Brief regering d.d. 12-10-2021, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn

Naar boven