2021D37194 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 12 juli 2021 inzake de reactie op het verzoek van de commissie inzake een overzicht van de uitvoering van afspraken over de samenwerking tussen het collectieve onderwijssysteem en het individuele (jeugd)zorgsysteem (Kamerstuk 31 497, nr. 415).

De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Arends

Inhoud

blz.

       

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de SP-fractie

3

 

Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

4

II

Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

6

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2021 en hebben nog enkele vragen.

De leden lezen dat de verwachting is dat een eventuele keuze voor een meer congruente regio-indeling tot een stelselwijziging zal leiden die zeker meer dan één kabinetsperiode in beslag zal nemen. Zij vragen waarom dat zo is.

De leden lezen dat er onlangs vijftien proeftuinen van start zijn gegaan waar onderwijszorginitiatieven worden begeleid in hun zoektocht naar het benutten van bestaande ruimte zodat initiatieven duurzamer kunnen worden ingericht. Zij vragen wanneer de experimenten met de proeftuinen worden geëvalueerd en met de Kamer gedeeld.

De leden lezen dat er een onderzoek loopt om in beeld te krijgen wat er nodig is voor een collectieve financiering. Wat is de stand van zaken met betrekking tot dat onderzoek? Tevens vragen zij wanneer de Minister verwacht de uitkomsten hiervan te hebben.

De leden lezen dat de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd steeds beter samenwerken vanuit de wettelijke kaders. Tot slot vragen zij op welke manier deze samenwerking is verbeterd.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse de bovenstaande brief van de Minister gelezen. Deze leden hebben nog enkele vragen.

Verschillende stelsels met verschillende maatschappelijke opgaven

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wanneer de Kamer de opbrengsten van onder andere het project «Met Andere Ogen» kan krijgen, wat de doorlooptijd van deze projecten is en of er al een tussentijdse stand van zaken kan worden gegeven. Tevens vragen zij of de projecten voor zover nu bekeken kan worden, voldoen aan de verwachting of dat er nog grijze gebieden zijn die zouden moeten worden toegevoegd aan de projecten.

Discussie over wat onder onderwijs en wat onder zorg

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister aankondigt dat er experimenten komen op het gebied van de onderwijsarrangementen (hierna: OZA). Wordt hiermee nog deze kabinetsperiode gestart of is dit ook aan het nieuwe kabinet? Kan de Minister aangeven waar de experimenten op toe zien en wat de voorwaarden zijn om hier aan mee te doen? Tevens vragen zij of deze experimenten breed worden uitgezet of dat het de bedoeling is dat alleen een kleine groep scholen en zorgverzekeraars en gemeenten hieraan kunnen meedoen.

Wanneer is het onderzoek naar wat nodig is voor collectieve financiering van zorg in onderwijstijd klaar om naar de Kamer te worden gestuurd? Kan al iets gezegd worden over de oplossingsrichting, zo vragen deze leden. Ook vragen zij hoe er in de tussentijd wordt omgegaan met een verschil van mening tussen school en ouders wie deze zorg in onderwijstijd moet betalen. De leden vragen de Minister welke maatregelen worden getroffen of in ontwikkeling zijn die zich specifiek richten op het tegengaan van thuiszitters.

Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie wat de stand van zaken is ten aanzien van de afspraken over niet voorbehouden medische handelingen en of dit wel of niet valt onder de landelijke norm voor basisondersteuning die wordt ontwikkeld. Wat zijn de knelpunten op dit moment en hoe staat het met communicatie en eventueel scholing hierover richting het onderwijspersoneel, zo vragen de voornoemde leden.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van de commissie inzake een overzicht van de uitvoering van afspraken over de samenwerking tussen het collectieve onderwijssysteem en het individuele (jeugd)zorgsysteem. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

Knelpunten en oplossingsrichtingen

Tijdens het wetgevingsoverleg over primair en voortgezet onderwijs en corona1 dienden de leden Kwint en Westerveld een motie in die de regering verzocht om een regeling uit te werken waarbij scholen eenmalig geld krijgen wanneer zij een thuiszitter inschrijven en hem/haar onderwijs in de klas met extra begeleiding en/of online aanbieden.2 De leden hebben deze motie tijdens het debat aangehouden, omdat de Minister nog met een uitwerking van een regeling zou komen. Hij verkondigde dat de uitgewerkte regeling een beetje in het verlengde zou liggen van wat de motie beoogde. Uit de brief van 20 juli 20213 blijkt echter dat de aanpak totaal niet aansluit bij wat de motie beoogde. Het woord «regeling» komt niet eens voor in deze brief. Hoe kijkt de Minister hier zelf naar? Waarom vroeg hij de betreffende leden om hun motie die verzocht om een regeling aan te houden, terwijl achteraf blijkt dat er überhaupt geen regeling komt? Zij vragen waarom hij niet kiest voor een regeling zoals voorgesteld in de motie van de leden Kwint/Westerveld. De Minister geeft aan dat het traject uniek is ten opzichte van datgene wat er tot nu toe is gebeurd, omdat alle leerplichtambtenaren getraind worden en in gesprek gaan met ouders en kinderen die het betreft. Betekent dit dat leerplichtambtenaren voorheen die training nog niet kregen? De leden van de SP-fractie zouden dat vreemd vinden, aangezien de vaardigheid om met ouders en kinderen die thuiszitten in gesprek te kunnen gaan toch al getraind zou moeten zijn bij leerplichtambtenaren. Kan de Minister tevens nader toelichten hoe hij dit gaat monitoren. De leden van de SP-fractie vragen de Minister ook om te reflecteren op de huidige initiatieven om de thuiszittersproblematiek aan te pakken. Heeft het volgens de Minister zin om hierop voort te bouwen, zoals hij nu doet, aangezien het aantal thuiszitters de afgelopen jaren niet gedaald is? Zou een andere aanpak niet noodzakelijk zijn, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Discussie over wat onder onderwijs valt en wat onder zorg

a. Onderwijszorgarrangementen

De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke onderwijszorginitiatieven deelnemen aan de proeftuinen. Tevens vragen zij hoe de motie van het lid Kwint over het beleggen van doorzettingsmacht bij de onderwijsinspectie4 hierin wordt meegenomen. Zijn er al tussentijdse resultaten? Zo ja, kan de Minister deze delen met de Kamer? Kan de Minister tevens toelichten wat hij precies bedoelt met de zin dat het structureel behouden of terugkrijgen van deze leerlingen in het onderwijs om extra ondersteuningsmiddelen vraagt? Ook vragen zij in hoeverre dit betrekking heeft op de lopende proeftuinen en om hoeveel middelen het dan zou gaan.

b. Financiering in onderwijstijd

De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze de motie van de leden Kwint/Westerveld over de knelpunten in de financiering van onderwijs voor zorgleerlingen in de relatie tot de toelaatbaarheidsverklaringen5 wordt uitgevoerd.

Tot slot

De leden van de SP-fractie vragen of de Minister een overzicht kan geven van alle experimenten en onderzoeken die nu lopen aangaande onderwijs en zorg inclusief tussentijdse resultaten en een tijdlijn.

Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

Algemeen

De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor het overzicht van de uitvoering van afspraken over de samenwerking tussen het collectieve onderwijssysteem en het individuele (jeugd)zorgsysteem. Wel hebben voornoemde leden er nog een aantal vragen over. Zo wordt in de brief veelvuldig verwezen naar de demissionaire status van het kabinet en worden veel vraagstukken doorverwezen naar het nieuwe kabinet. De voornoemde leden begrijpen dit, maar zien tegelijk dat de problemen nog steeds groot zijn binnen onderwijs-zorg. Wat doet deze Minister nog wél om deze problemen op te lossen? Ook lijkt het de voornoemde leden goed om weer op regelmatige basis Commissiedebatten Onderwijs-Zorg te houden, zoals ook voorgaande jaren (voor de coronacrisis) gebeurd is. Zij vragen hoe de Minister daarnaar kijkt.

Knelpunten en oplossingsrichtingen

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er kinderen worden vrijgesteld van de leerplicht. Ingevolge de regelgeving mag een school geen onderwijsbekostiging besteden aan een vrijgestelde leerling. Omgekeerd zijn ouders bezorgd dat als de vrijstelling stopt (en de leerling nog wel leerplichtig is) er geen recht op zorg tijdens onderwijs meer zou zijn. Wat kan de Minister doen om te zorgen dat het zorgbudget behouden blijft als de vrijstelling stopt? De voornoemde leden lezen verder dat «Het einddoel is het creëren van een onderwijszorgcontinuüm, waarbinnen kinderen onderwijs en zorg krijgen die aansluit op hun behoeften op een plek waar zij zich veilig voelen en verder kunnen ontwikkelen». Zij vragen of de Minister kan vertellen welke stappen hij verder neemt om richting dit einddoel te bewegen.

Verschillende regio-indelingen

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de komende periode de eerste stappen worden gezet in het verkennen van de meerwaarde van meer congruente regio-indelingen binnen de domeinen onderwijs en jeugd. Wat zijn die eerste stappen? Zij vragen of de Minister hier meer over kan vertellen. De Minister refereert ook aan het wetsvoorstel verbeteren beschikbaarheid jeugdzorg. Wanneer zal dit naar de Kamer gestuurd worden? Is het voldoende dat daar alleen in is opgenomen dat gemeenten in hun regiovisie ook moeten ingaan op de relatie met onderwijs? Tevens vragen zij of dit wetsvoorstel niet aangegrepen moet worden om meer verregaande stappen op dit punt te zetten en wat de samenhang met de Hervormingsagenda Jeugd is die wordt opgesteld. Wordt dit ook meegenomen in de Hervormingsagenda, zo vragen de voornoemde leden.

Discussie over wat onder onderwijs valt en wat onder zorg

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er wordt gekeken of de inzet van zorgmiddelen in onderwijstijd gestroomlijnd kan worden door collectieve financiering. Wordt dit streven door ouders en het onderwijsveld ondersteund? Zij vragen of dit betekent dat ouders een deel van het individuele budget moeten inleveren. Hoe gaat het dan als een kind ziek is of als er vakantie is? Ook dan heeft een kind overdag zorg nodig, maar dat geld zit dan bij school. Tevens vragen zij of de Minister dit probleem ook ziet en hoe dat opgelost wordt in dit systeem. In hoeverre blijft de keuzevrijheid van ouders voor zorgbieders nog overeind bij collectieve financiering en in hoeverre past dit in de beweging richting meer maatwerk die de voornoemde leden ook in de brief lezen, zo vragen zij.

De voornoemde leden krijgen ook signalen over het onrechtmatig plaatsen in de verwijsindex risicojongeren (hierna: VIR). Bijvoorbeeld door elke leerling met leerlingenvervoer daarin te plaatsen. Zij vragen of de Minister deze signalen herkent en of hij kan uiteenzetten wanneer leerlingen vanuit het onderwijs wél in de VIR moeten worden vermeld.

Tot slot

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de Minister als einddoel stelt een onderwijszorg-continuüm, waarbinnen kinderen onderwijs en zorg krijgen die aansluit op hun behoeften. De voornoemde leden misten echter in de brief informatie over kinderen die medische handelingen op school nodig hebben. Is er een reden voor dat er geen specifieke aandacht aan die groep kinderen is besteed? Deze leden vragen hoe er uitvoering is gegeven aan de moties die op 3 juli 2014 zijn aangenomen over leerlingen met diabetes in het reguliere onderwijs. Wat kunnen ouders van kinderen die medische handelingen op school nodig hebben verwachten van een school? Ook vragen de voornoemde leden welke problemen, haken en ogen er nog rondom dit vraagstuk spelen en wat de Minister doet om dit op te lossen. In de verbeteraanpak passend onderwijs wordt verwezen naar een nieuw protocol medisch handelen in onderwijstijd, zij vragen hoe het daarmee staat.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook benieuwd hoe het staat met de Samen naar School-klassen? Hoe verloopt de erkenning hiervan? Zijn er meer Samen naar School-klassen bijgekomen? Ten slotte vragen zij tegen welke knelpunten nog wordt aangelopen.

II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


X Noot
1

d.d. 7 juni 2021; Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 252.

X Noot
2

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 226.

X Noot
3

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 279.

X Noot
4

Kamerstuk 31 497, nr. 300.

X Noot
5

Kamerstuk 31 497, nr. 409.

Naar boven