2021D33932 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 28 en 29 september 2021 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 539), het Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 mei 2021 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 535), het Verslag Informele Raad voor Concurrentievermogen 19–22 juli 2021 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 538), het Fiche: Mededeling actualisatie EU-industriestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3134), het Fiche: Verordening buitenlandse subsidies (Kamerstuk 22 112, nr. 3133) en de brief van 9 juli 2021 over de Nederlandse steun aan twee IPCEI’s (Kamerstuk 32 637, nr. 47).

De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan

De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Antwoord / Reactie van de Ministers

9

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geagendeerde stukken. Deze leden wensen hierover nog enkele vragen te stellen.

Fiche: Mededeling actualisatie EU-industriestrategie

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te lezen dat de Europese Commissie voornemens is meer in te zetten op innovatie, concurrentie en een sterke interne markt om de Europese economie te versterken en om haar verdienvermogen op de lange termijn te behouden.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de Europese Commissie werkt aan een noodinstrument voor de interne markt (Single Markt Emergency Instrument) om verstoringen binnen de interne markt tijdens een crisis te beperken. Kan met concrete voorbeelden worden toegelicht in welke gevallen dit instrument zal worden ingezet? Om wat voor soort crises gaat het hier? Welke methodes zal de Europese Commissie hanteren bij het inzetten van het noodinstrument? Hoe wordt beoogd om deze methodes recht te laten doen aan het doel van het noodinstrument? Hoe vindt controle op duur en inzet van het noodinstrument plaats? Hoe apprecieert de Staatssecretaris specifiek het opzetten van dit noodinstrument door de Europese Commissie?

De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat COVID-19 crisis bij de Europese Commissie de urgentie heeft versterkt om verder in te zetten op de groene en digitale transitie (twin transition). Deze leden onderstrepen het belang van het verder ontwikkelen van de groene en digitale economie om ons toekomstig verdienmodel te versterken. Deze leden zijn dan ook benieuwd naar de concrete voorstellen van de Europese Commissie om deze belangrijke transities te versterken. In hoeverre is hier meer over bekend? Hoe kijkt de Staatssecretaris naar deze voorstellen?

De leden van de VVD-fractie lezen tevens dat zes strategische gebieden, te weten grondstoffen, batterijen, Application Programming Interfaces (API’s) waterstof, semiconductors en cloud-technologieën, zijn onderzocht door de commissie op eventuele (ongewenste) onafhankelijkheden. Wat waren de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken? Is reeds bekend wat de vervolgstappen zijn op basis van deze bevindingen? Deze leden constateren dat een tweede onderzoek naar eventuele afhankelijkheden reeds is aangekondigd. Betreft het hier dezelfde reeds onderzochte strategische gebieden of gaat het hier om andere strategische gebieden? Zo ja, om welke gebieden gaat het hier?

De leden van de VVD-fractie delen de appreciatie van het kabinet dat Important Projects of Common European Interest (IPCEI’s), in selecte gevallen, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van strategische doelen van de Europese Unie. Kan de Staatssecretaris een update geven van de acties die het reeds heeft ondernomen en momenteel onderneemt om de Nederlandse industrie in staat te stellen te profiteren van dit instrument? Wat is de huidige status van de twee IPCEI’s die momenteel lopen, te weten Micro-elektronica 2 en Cloud I&S? Zijn er nog meer IPCEI’s trajecten in de maak of worden deze verwacht?

De leden van de VVD-fractie constateren dat onderdeel van de raad een beleidsdebat over de gevolgen van het nieuwe «Fit for 55»-pakket voor de industrie is. Deze leden vragen of de Staatssecretaris reeds kan aangeven wat de inzet in dit beleidsdebat gaat zijn. Welke gevolgen verwacht zij voor de Nederlandse industrie en ons innovatieve vermogen? Hoe en met welke middelen en instrumenten zetten we deze gevolgen om in kansen?

Verordening buitenlandse subsidies

De leden van de VVD-fractie achten het positief dat de Europese Commissie middels de verordening buitenlandse subsidies oneerlijke concurrentie vanuit derde landen wil aanpakken en daarmee het gelijke speelveld binnen de interne markt van de Europese Unie wil versterken. Tegelijkertijd willen deze leden ook benadrukken dat buitenlandse investeringen en de vestiging van internationale bedrijven ook de Europese concurrentiepositie kunnen versterken. Hoe apprecieert het kabinet de analyse van de Europese Commissie dat de voordelen van de voorliggende verordening, waaronder het versterken van het gelijke speelveld op de interne markt, opwegen tegen de mogelijke nadelen?

De leden van de VVD-fractie vragen vragen hoe de Staatssecretaris de drie elementen van het voorstel, te weten het ex-ante toezicht op concentraties, het ex-ante toezicht op inschrijven van aanbestedingen en de bevoegdheid van de commissie om achteraf subsidies te onderzoeken in alle marktsituaties, apprecieert. Hoe beoordeelt de Staatssecretaris deze elementen als onderdeel van het voorstel ten opzichte van de instrumenten van de foreign-direct-investment-screeningsverordening (FDI-screeningsverordening)?

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te lezen dat het kabinet wil inzetten op significant kortere doorlooptijden dan reeds is voorgesteld door de Europese Commissie. Kan de Staatssecretaris toelichten welke doorlooptijden zij concreet voor ogen heeft? Zo ja, welke analyse ligt hieraan ten grondslag? In hoeverre verwacht de Staatssecretaris steun van andere lidstaten voor dit voorstel?

De leden van de VVD-fractie constateren dat volgens de Europese Commissie de verwachte administratieve lasten voor het bedrijfsleven als gevolg van het voorstel «relatief beperkt» blijven. Deze leden behoeven nadere opheldering over deze conclusie van de Europese Commissie. Deelt de Staatssecretaris de mening dat de administratieve lasten als gevolg van dit voorstel voor het bedrijfsleven en in het bijzonder midden- en kleinbedrijven (mkb) zo beperkt mogelijk moeten zijn? Zo ja, is de Staatssecretaris bereid dit punt onder de aandacht te brengen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de Raad voor Concurrentievermogen in november naar verwachting al een algemene oriëntatie zal worden aangenomen over de Digital Services Act (DSA) en Digital Markets Act (DMA). Kan de Staatssecretaris de Kamer informeren over de resterende politieke discussiepunten ten aanzien van de Raadspositie en de Nederlandse inzet hierop, zodat de Kamer zich hier zo nodig nog over kan uitspreken?

Verslag Informele Raad voor Concurrentievermogen 19-22 juli 2021

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennis genomen van dit verslag. Aangegeven wordt dat Nederland ten aanzien van zowel de textielindustrie als de energie-intensieve industrie een viertal punten heeft bepleit. Kan de Staatssecretaris kort aangeven hoe deze punten vielen bij de Raad en of zij de inschatting maakt dat er steun is voor dit pleidooi? Zo ja, op welke wijze gaat zij hier in Europa vervolg aan geven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 28 en 29 september 2021

De leden van de CDA-fractie lezen over het Pact voor Onderzoek & Innovatie (O&I) en de appreciatie hierop. De Staatssecretaris schrijft dat investeringen belangrijk zijn om zowel een hoogwaardig O&I-klimaat te creëren als om grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Gebeurt dat naar de mening van de Staatssecretaris in Nederland thans in voldoende mate? Waar ziet zij nog punten ter verbetering?

De leden van de CDA-fractie lezen dat in de Raadsconclusies Mondiale Benadering van Onderzoek en Innovatie de aandacht die Nederland heeft gevraagd voor kennisveiligheid is overgenomen. Deze leden zijn benieuwd wat hierover concreet in de Raadsconclusies is opgeschreven.

De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de Raad een stand van zaken wordt gegeven van de associatieonderhandelingen met derde landen in het kader van Horizon Europe. Kan de Staatssecretaris aangeven met welke niet EU-lidstaten wordt onderhandeld over associatieovereenkomsten en of de voorwaarden voor al deze landen dezelfde zijn?

De leden van de CDA-fractie steunen de Staatssecretaris bij haar inzet ter versterking van de interne markt. Wat is reeds bekend over het interne-marktnoodinstrument (Single Market Emergency Instrument)?

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Griekse ministeriële verklaring over innovatiegericht inkopen. Wordt deze verklaring nog op enig moment met de Kamer gedeeld?

De leden van de CDA-fractie zouden voorts graag van de Staatssecretaris vernemen welke wetgevende voorstellen zij verwacht naar aanleiding van de Europese Consumentenagenda, naast de herziening van de Richtlijn Consumentenkrediet en de nieuwe Verordening algemene productveiligheid?

Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 mei 2021

De leden van de CDA-fractie lezen dat volgens de Staatssecretaris in het uiterste geval een onderneming van de interne markt geweerd moet kunnen worden, een mogelijkheid die nu niet in het voorstel staat en die de Staatssecretaris gedurende de onderhandelingen wil inbrengen. Is hier inmiddels meer over bekend?

Verslag Informele Raad voor Concurrentievermogen 19-22 juli 2021

De leden van de CDA-fractie merken op dat de Europese Commissie een versterkte coördinatie en monitoring van de Europese-Onderzoeksruimte-doelen (ERA-doelen) voor ogen heeft en vast wil houden aan een additionele ambitie van 1,25 procent van publieke investeringen in Onderzoek en Innovatie (O&I). Wat is het Nederlandse standpunt ten aanzien van deze investeringsdoelstelling van 1,25 procent?

De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens het beleidsdebat transities in de textielindustrie en energie-intensieve industrie Nederland heeft aangestipt dat passende subsidieregelingen en staatssteunkaders, met inachtneming van een Europees gelijk speelveld, kunnen bijdragen aan de groene transitie. Kan de Staatssecretaris concreet maken welke gedachten zij hierbij heeft?

Fiche: Mededeling actualisatie EU-industriestrategie

De leden van de CDA-fractie hebben naar aanleiding van het Fiche een aantal verduidelijkende vragen. Wanneer wordt de tweede ronde van onderzoek naar mogelijke afhankelijkheden, via het waarnemingscentrum voor kritieke technologieën van de Europese Commissie, verwacht? Waaraan moeten deze leden denken bij een gedegen en uniform model dat gebruikt kan worden bij de beoordeling van afhankelijkheden op hun onwenselijkheid en de te nemen proportionele acties? Wat behelst het waarnemingscentrum voor kritieke technologieën precies? Wat wordt verstaan onder pre-fase afhankelijkheden? Hoe staat de Staatssecretaris tegenover het ontwikkelen van een toolbox met instrumenten voor industrie en overheid? Zou dit eenzelfde karakter moeten krijgen als de EU Toolbox voor 5G?

De leden van de CDA-fractie delen de positieve houding over het feit dat de Europese Commissie benoemt dat de IPCEI inclusiever moet worden voor onder andere het mkb. Wordt toegankelijkheid voor het (Nederlandse) mkb ook nadrukkelijk meegewogen bij de overweging om als Nederland deel te nemen aan IPCEI?

De leden van de CDA-fractie vinden het eveneens positief dat het kabinet de Europese Commissie steunt bij het voornemen om het mkb meer te ondersteunen in de twin transition, de aanpak om regeldruk te verminderen en het mobiliseren van meer mkb investeringen in het kader van Invest EU. Tot welke acties/initiatieven moeten deze voornemens leiden?

Fiche: Verordening buitenlandse subsidies

De leden van de CDA-fractie hebben een aantal verduidelijkende vragen. Verwacht de Staatssecretaris dat het voorstel nog kan worden aangepast, zodanig dat ook verstorend gedrag van bedrijven op de interne markt kan worden aangepakt, een mogelijkheid die nu ontbreekt? Wat zou in de ogen een de Staatssecretaris een effectieve terugkijktermijn zijn, tussen het verstrekken van de subsidie en het verstorende effect op de interne markt? Aan welke aanvullende maatregelen ten aanzien van de governancestructuur van de betrokken onderneming denkt de Staatssecretaris? Waarom maakt, volgens dit Fiche, het in het uiterste geval kunnen weren van een onderneming van de interne markt, geen deel uit van de onderhandelingsinzet, terwijl dit wel als zodanig is vermeld in het verslag van het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 mei 2021?

De leden van de CDA-fractie merken op dat tijdens het commissiedebat Raad voor Concurrentievermogen van 27-28 mei 2021, de Staatssecretaris heeft aangegeven dat, ter uitvoering van de motie-Palland c.s. over erkenning dat intracommunautaire maatregelen uit het EU-mededingings- en staatssteunkader niet of onvoldoende werken voor de maritieme maakindustrie (Kamerstuk 21 501-30, nr. 475), ergens in of kort na de zomer een eerste sessie gehouden zal worden in het kader van de gevraagde rondetafel (Kamerstuk 21 501-30, nr. 534, pagina 13). Deze leden vragen of deze sessie reeds heeft plaatsgevonden en wat hiervan de uitkomsten zijn. Kan de Staatssecretaris deze leden daarin meenemen?

EU-voorstel: Actualisering EU-industriestrategie COM (2021) 350

De leden van de CDA-fractie lezen dat lidstaten als alternatief voor eigenvermogenssteun kunnen besluiten bepaalde terugbetaalbare instrumenten toe te kennen, die later in subsidies kunnen worden omgezet, afhankelijk van het herstel van de ondernemingen en hun vermogen om terug te betalen. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar dit type instrumenten? In hoeverre zouden deze passend zijn voor de Nederlandse situatie?

De leden van de CDA-fractie lezen dat in het kader van InvestEU wordt gewerkt aan kapitaalsteun en aandelenfinanciering ter ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Wat kan de Staatssecretaris hierover melden, in het bijzonder over aandelenfinanciering?

De leden van de CDA-fractie lezen dat, behalve over allianties op het gebied van processors en halfgeleidertechnologieën en voor industriële gegevens, edge en cloud, ook de voorbereiding van een alliantie op het gebied van ruimtelanceersystemen wordt overwogen, om alle spelers, groot en klein, samen te brengen om te werken aan een wereldwijd concurrerende, kosteneffectieve en autonome toegang van de EU tot de ruimte. Wanneer wordt hier meer over bekend?

De leden van de CDA-fractie lezen dat richtsnoeren voor het identificeren en aanpakken van strategische afhankelijkheden via overheidsopdrachten in het eerste kwartaal van 2022 worden verwacht. Is reeds meer bekend wat deze richtsnoeren zullen inhouden? Levert Nederland hier input voor?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de richtsnoeren inzake staatssteun voor breedband worden geëvalueerd. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer deze evaluatie is afgerond en beschikbaar komt?

Brief van 9 juli 2021 over de Nederlandse steun aan twee IPCEI’s

De leden van de CDA-fractie hebben schriftelijke vragen gesteldover de Nederlandse deelname aan IPCEI’s en de uitvoering van de motie-Amhaouch c.s. over het momentum voor IPCEI niet voorbij laten gaan (Kamerstuk 32 637, nr. 459). Op 13 september 2021 schreef de Staatssecretaris dat deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording (Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2020/2021, nr. 4009). Kan de Staatssecretaris deze leden verzekeren dat Nederland het momentum voor IPCEI niet voorbij laat gaan en de spreekwoordelijke boot niet gaat missen? Wanneer verwacht de Staatssecretaris de Kamer hierover te kunnen informeren?

Overige

De leden van de CDA-fractie merken op dat in antwoord op schriftelijke vragen van de leden Boswijk, Amhaouch en Van Dijk (allen CDA) over het bericht «Onzekerheid voor getroffen Limburgse ondernemers, meer omzetverlies dan waterschade» (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020/2021, nr. 3936) geschreven wordt dat een beroep op het Solidariteitsfonds van de EU wordt onderzocht, waarover eind september zal worden besloten. Deze leden hebben kennisgenomen van een briefwisseling tussen Europarlementariër Rasmus Andresen en de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, waarin die laatste schrijft dat «unfortunately, with the increasing frequency of natural disasters that we witness and their destructive nature, the situation in terms of ability to pay this year is challenging» en «the frequency and gravity of natural disasters over the last two years, aggravated by the Covid-19 pandemic, has demonstrated the insufficiency of available solidarity.»1 Kan de Staatssecretaris deze uitspraken duiden? Klopt het dat er dit jaar onvoldoende Europese middelen zullen zijn om gedupeerden zoals van de wateroverlast in Limburg en Brabant te compenseren? Is de Staatssecretaris bereid de Kamer hierover zo snel mogelijk nader te informeren? Wat betekent dit voor een eventuele aanvraag uit het Solidariteitsfonds? Is deze bij voorbaat kansloos of zijn er alsnog mogelijkheden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Raadspositie DSA/DMA

De leden van de SP-fractie hebben grote zorgen over hoe de digitale wereld steeds vaker wordt bepaald door grote spelers. Deze monopoliepositie, het internationale karakter, de ondoorzichtige werkwijze en de massaliteit maken dat er te weinig toezicht mogelijk is en te weinig invloed. Sommige bedrijven, zoals Google of Facebook (met WhatsApp) lijken bijna publieke voorzieningen te zijn of worden, zonder dat er de publieke controle en zeggenschap mogelijk is. De DSA en de DMA zijn een belangrijk onderdeel van de discussie over de macht van deze bedrijven en hoe we hier als samenleving mee om willen gaan. Kan de Staatssecretaris de Kamer informeren waar nog discussie over is in de Raad en wat de inzet is van het kabinet, zodat de Kamer zich hier over kan uitspreken?

«Fit for 55» in 2030-klimaatpakket: Europese economie op termijn klimaatneutraal

De leden van de SP-fractie vragen wat de inzet van de Staatssecretaris zal zijn in het debat over de gevolgen van het «Fit for 55»-pakket voor de industrie. Deze leden constateren dat de voorstellen nu verspreid over verschillende raden worden besproken, waardoor een versnipperde discussie plaatsvindt. Deze leden vragen of er niet een integrale behandeling moet plaatsvinden in een in te stellen Klimaatraad waar alle voorstellen die raken aan het klimaatbeleid van de Europese Unie worden besproken.

De leden van de SP-fractie maken zich ernstige zorgen over de aanpak van de klimaatcrisis. Deze leden staan een fundamenteel andere aanpak voor dan de Europese Commissie en het huidige kabinet. Deze leden zijn van mening dat het zoeken naar oplossingen binnen het huidige systeem een heilloze weg is. Zij zien de toekomst van de planeet somber in als een eerlijke verdeling van welvaart en het reguleren van het bedrijfsleven niet voorop staan in het bestrijden van de crisis. Van het pakket van de heer Timmermans weten deze leden dat het grote problematiek wil oplossen met oude politiek. Deze leden wijzen in dit kader op het recent gepubliceerde boek Sluiproute Brussel: de Europese lobby voor de bv Nederland van Lise Witteman. Dit boek illustreert hoe de informatievoorziening aan de Kamer betreffende Europese besluitvorming vaak tekortschiet, en hierbij structureel de belangen van het grote bedrijfsleven voorop worden gesteld.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen en hebben daar nog enige vragen over.

Fiche: Mededeling actualisatie EU-industriestrategie

De leden van de GroenLinks-fractie vragen in welke opzichten de nieuwe versie van de Europese industriestrategie verschilt van de eerdere versie.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat concreet wordt voorgesteld in de Europese industriestrategie om marktfalen en coördinatieproblemen te verhelpen? Kan de Staatssecretaris daarbij ingaan op coördinatieproblemen tussen markt en overheid, tussen marktpartijen onderling, en tussen verschillende EU-lidstaten?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de Staatssecretaris van mening is dat de onwenselijkheid van afhankelijkheden dient te worden aangetoond, alvorens ingrijpen gerechtvaardigd is. Kan de Staatssecretaris aangeven welke definitie van onwenselijkheid hierbij wordt gehanteerd?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het rapport van de Europese Commissie over strategische afhankelijkheden, naar oordeel van de Staatssecretaris, onwenselijke afhankelijkheden aangetoond? Zo ja, welke, en welk type ingrijpen vindt de Staatssecretaris gerechtvaardigd om deze aan te pakken?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Staatssecretaris een nadere toelichting kan geven over de uiteenlopende meningen op het gebied van het IPCEI-instrument. Klopt het dat Nederland behoort tot de lidstaten die het meest terughoudend zijn op dit vlak? Zo ja, waarom? En in welke selecte gevallen denkt de Staatssecretaris dat IPCEI’s een bijdrage kunnen leveren?

Fiche: Verordening buitenlandse subsidies

De leden van de GroenLinks-fractie erkennen dat grootschalige buitenlandse subsidies aan bedrijven, die ook op de Europese markt actief zijn, kunnen leiden tot verstoringen en vinden het positief dat de Europese Commissie poogt dit aan te pakken. Zij hebben echter nog vragen bij de details en de gevolgen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Staatssecretaris erkent dat subsidies in principe een geoorloofd beleidsinstrument zijn om bepaalde beleidsdoelen, zoals de groene transitie, te verwezenlijken, ook als deze in puur economische termen leiden tot marktverstoring? Op welke wijze maakt dit voorstel onderscheid tussen proportionele, geoorloofde subsidies aan de ene kant en excessieve, ongeoorloofde subsidies aan de andere kant? Gaat het dan enkel om de omvang van subsidies, of ook om het doel en de voorwaarden? Wat is het risico dat dit instrument het gebruik van geoorloofde subsidies ondermijnt?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Staatssecretaris nader in kan gaan op de wijze waarop dit voorstel zich verhoudt tot Wereldhandelsorganisatie-afspraken en andere afspraken die zijn gemaakt in het kader van handelsakkoorden. Hoe groot is het risico dat dit voorstel leidt tot handelsconflicten, en tot klachten van andere landen, ten aanzien van Europese subsidies, bijvoorbeeld in het kader van de groene en digitale transities?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het voorstel zich verhoudt tot maatregelen die de Verenigde Staten de afgelopen jaren hebben getroffen ten aanzien van verstorende buitenlandse subsidies, met name in het kader van de handelsrelatie met China.

II Antwoord / Reactie van de Ministers


X Noot
1

Rasmus Andresen, Briefwechsel mit von der Leyen zu Fluthilfe, 18 juli 2021, (https://rasmus-andresen.eu/news/follow-up-brief-von-rasmus-zu-leeren-fluthilfe-toepfen/).

Naar boven