21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 535 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen van 27 en 28 mei 2021. De Raad bestond uit de onderdelen interne markt en industrie, onderzoek en ruimtevaart.

De Raad debatteerde op 27 mei over de voorstellen voor de Digital Markets Act (hierna: DMA), Digital Services Act (hierna: DSA) en de update van de industriestrategie. Ook nam de Raad conclusies aan over toerisme en betere regelgeving. Tot slot stond de Raad stil bij diversenpunten over de voorstellen van de Europese Commissie inzake kunstmatige intelligentie en buitenlandse subsidies; een gezamenlijk non-paper van België, Oostenrijk en Tsjechië over mededinging en staatssteun; de stand van zaken van de Trade Policy Review; geharmoniseerde standaarden; en het werkprogramma van het inkomende Sloveense Voorzitterschap.

De Raad sprak op 28 mei in de ochtend over onderzoek. Specifiek stond op de agenda een algemene oriëntatie over de Verordening voor oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance Computing; Raadsconclusies over verdieping van de Europese Onderzoeksruimte; een beleidsdebat over de rol van de Europese Onderzoeksruimte; en diversenpunten over het Europees publiek-privaat partnerschap voor Metrologie; Mission Innovation; de Commissiemededeling Global approach to research and innovation; en het werkprogramma van het inkomende Sloveense Voorzitterschap

Daarnaast sprak de Raad in de middag over ruimtevaart. Specifiek nam de Raad conclusies aan over New Space for People en Space for People in European Coastal Areas.

Daarnaast debatteerde de Raad over EU-positionering op het gebied van ruimteverkeerbeheer. Tot slot presenteerde het inkomend Sloveense Voorzitterschap het werkprogramma.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Verslag Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 mei 2021

De Raad voor Concurrentievermogen op 27 en 28 mei 2021 stond in het teken van drie onderdelen: 1. Interne markt en industrie op 27 mei, 2. Onderzoek en 3. Ruimtevaart op 28 mei. Deze indeling wordt ook aangehouden in het verslag. De bijlage bij het verslag bevat een appreciatie van het jaarlijkse interne markt rapport 2021.

Interne markt en industrie

Verordeningen inzake Digitale Markten (DMA) en Digitale Diensten (DSA)

Beleidsdebat en voortgangsrapportages

Het Portugese voorzitterschap (hierna: voorzitterschap) benadrukte dat de voortgangsrapportages voor de DMA en DSA belangrijke prioriteiten waren de afgelopen maanden. Daarbij benoemde het Voorzitterschap dat beide voorstellen van groot belang zijn voor de digitale toekomst van de Europese Unie (hierna: EU). De Raad heeft de voorstellen de afgelopen maanden in hoog tempo besproken, waarbij een eerste grondige analyse is afgerond. Lidstaten waren van mening dat de voortgangsrapportages voor de DMA en DSA een juiste weergave zijn van de afgelopen besprekingen en dat ze de belangrijkste toekomstige bespreekpunten identificeren.

Commissaris Margrethe Vestager voor mededinging en digitale economie bedankte de Raad voor de toewijding ten aanzien van de DMA en DSA en benadrukte het belang van het beleidsdebat over de voorstellen. Daarbij benoemde de Commissaris het hoge ambitieniveau van lidstaten dat blijkt uit de voortgangsrapportages. De Commissaris noemde een gelijk speelveld, een veilige digitale omgeving en consumentenrechten als belangrijke aspecten van de voorstellen, die essentieel zijn voor het concurrentievermogen. Het behoud van de principes uit de E-Commerce Richtlijn (hierna: ECR) in het voorstel voor de DSA, waaronder het land van oorsprong, beperkte aansprakelijkheid en verbod op een algemene monitoringsverplichting, biedt belangrijke bouwstenen voor de huidige digitale omgeving. Ten aanzien van het voorstel voor de DMA benadrukte de Commissaris het belang om een open en concurrerende markt te waarborgen. Voor beide voorstellen benadrukte de Commissaris het belang van strikte en effectieve handhaving. Zo bevatten beide voorstellen de mogelijkheid om sancties op te leggen. Tot slot onderstreepte de Commissaris het belang om als EU met deze voorstellen de toon te zetten.

Commissaris Thierry Breton voor de interne markt en industrie benadrukte het belang van de DMA en DSA voor een eerlijke, open en concurrerende digitale omgeving. De Commissaris gaf aan dat de pandemie het belang van de digitale omgeving heeft onderstreept. Deze digitale omgeving kent grote uitdagingen die vragen om regels. Ten aanzien van de DSA noemde de Commissaris dat het van belang is dat online platforms verantwoordelijkheid nemen voor de inhoud die verspreid wordt op hun diensten. Ook Commissaris Breton noemde de principes uit de ECR als belangrijke elementen van het voorstel. Specifiek noemde de Commissaris het belang van het land van oorsprong-beginsel voor de interne markt, om fragmentatie te voorkomen. Ten aanzien van de DMA gaf de Commissaris aan dat het voorstel innovatieve, ex-ante wetgeving bevat en zodoende bijdraagt aan harmonisatie van de interne markt. De DMA maakt het mogelijk om snel op te treden tegen gedragingen van platforms. Ook gaf de Commissaris aan dat de DMA een aanvulling is op bestaande wetgeving. Het voorstel bevat duidelijke criteria en verplichtingen. De Commissaris onderstreepte het belang van een proportioneel en progressief sanctiesysteem. Tot slot benadrukte de Commissaris dat de digitale interne markt essentieel is voor het economisch herstel en dat het van belang is om snel vooruitgang te boeken met verdere besprekingen.

Lidstaten verwelkomden de voorstellen voor de DMA en DSA en onderschreven het belang van een open, eerlijke, concurrerende en veilige digitale economie. In algemene zin benadrukten lidstaten het belang van de voorstellen voor geharmoniseerde wetgeving en voor gelijk speelveld op de digitale interne markt. Zij onderschreven daarnaast het belang van de digitale interne markt voor het economisch herstel. Ook gaven lidstaten aan dat strikte handhaving, toekomstbestendigheid en proportionaliteit belangrijke aspecten zijn die in acht moeten worden genomen bij beide voorstellen. Enkele lidstaten pleitten voor een snelle implementatie van de voorstellen.

Ten aanzien van het voorstel voor de DMA spraken lidstaten steun uit voor de doelstellingen, criteria en verplichtingen. Een groot aantal lidstaten onderstreepte dat het voorstel effectief en toekomstbestendig moet zijn om in te kunnen spelen op de veranderende markt. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, Duitsland en Frankrijk, noemden specifiek dat dit vraagt om een mogelijkheid in het voorstel om aanvullende maatregelen op te kunnen leggen aan specifieke poortwachters. Enkele lidstaten gaven aan dat over- en onderregulering voorkomen moet worden. Een aantal lidstaten stelde dat verduidelijking ten aanzien van de verhouding tot overige wetgeving gewenst is, in het bijzonder mededingingswetgeving en nationale wetgeving. In het verlengde daarvan gaven lidstaten aan dat rechtszekerheid van belang is. Ook markeerden lidstaten dat de belangen van het mkb goed geborgd dienen te worden in het voorstel. Met betrekking tot de handhaving, steunden een groot deel van de lidstaten het toezicht op Europees niveau met een duidelijke bevoegdheid voor de Europese Commissie. Ook spraken zij steun uit voor een ondersteunende rol van nationale toezichthouders in het toezicht, waarbij het belang van een goede onderlinge samenwerking werd onderstreept.

Ten aanzien van het voorstel voor de DSA steunden lidstaten de doelstellingen, in het bijzonder voor een veilige digitale omgeving en consumentenbescherming. Ook spraken de meeste lidstaten zich positief uit over de reikwijdte van het voorstel. Lidstaten spraken brede steun uit voor behoud van de principes uit de ECR. Specifiek noemden lidstaten het land van oorsprong-principe1 van groot belang voor het functioneren van de interne markt en effectiviteit van het voorstel. Er was steun voor toepassing van het notice and take down-principe2 in aanvulling op het notice and action-principe3. Een aantal lidstaten pleitte voor nog meer ambitie in de vorm van een notice and stay down-principe4. Een groot aantal lidstaten benadrukte dat online platforms verantwoordelijkheid dienen te nemen bij de verspreiding van illegale inhoud via hun diensten. Als mogelijke maatregelen om dat te stimuleren noemden lidstaten het know your business customer-principe5 en een beperkte zorgplicht. Daarbij vroegen lidstaten ook aandacht voor proportionaliteit en specifiek om rekening te houden met de lasten van dergelijke maatregelen voor het mkb. Enkele lidstaten benoemden specifiek het belang om vrijheid van meningsuiting in de digitale omgeving goed te borgen in het voorstel. Enkele lidstaten vroegen om verduidelijking over de rol van nationale autoriteiten bij de handhaving.

Nederland heeft tijdens de Raad de voorstellen voor de DMA en DSA verwelkomd en benadrukt dat beide van groot belang zijn voor de versterking van de (digitale) interne markt en van het concurrentievermogen van de EU. Nederland heeft steun uitgesproken voor de doelen van de DMA en DSA: voor economische groei en herstel is het van belang dat de digitale interne markt concurrentie, innovatie en vertrouwen bevordert. Ten aanzien van de voortgangsrapportages heeft Nederland aangegeven dat deze een correcte weergave zijn van de besprekingen in de Raad en van de toekomstige bespreekpunten.

Ten aanzien van de DMA heeft Nederland onderstreept dat in het voorstel een goede balans is gezocht tussen snelheid en rechtszekerheid enerzijds en flexibiliteit en toekomstbestendigheid anderzijds. Daarnaast heeft Nederland, conform het gezamenlijk non-paper dat met Duitsland en Frankrijk is gepubliceerd6, aangegeven dat de effectiviteit van het voorstel op een aantal punten verbeterd kan worden. Het betreft allereerst het introduceren van een flexibel mechanisme dat het mogelijk maakt om aanvullende verplichtingen op te leggen aan specifieke poortwachters. Dit bovenop de bestaande verplichtingen uit het voorstel, die automatisch voor alle poortwachters gelden. Ten tweede dient ecosysteemvorming meegenomen te worden bij de aanwijzing van poortwachters, om zo rekening te houden met het feit dat de machtigste platforms veel met elkaar verbonden diensten aanbieden. Ten derde zou de Commissie alle relevante fusies en overnames door poortwachters moeten onderzoeken. Tot slot vindt Nederland het positief dat het toezicht primair op Europees niveau plaatsvindt. Wel zou de rol van nationale toezichthouders bij de ondersteuning van de Commissie in de handhaving van de DMA versterkt moeten worden.

Ten aanzien van de DSA heeft Nederland steun uitgesproken voor het ambitieuze en gebalanceerde voorstel. Nederland heeft aangegeven de reikwijdte van het voorstel te ondersteunen. Ook heeft Nederland benadrukt dat het van belang is dat aanbieders van hostingdiensten hun verantwoordelijkheden nemen ten aanzien van illegale content die via hun diensten verspreid wordt. Nederland heeft aangegeven te kijken naar mogelijke maatregelen om dit te stimuleren, waaronder naar de mogelijkheid voor een beperkte zorgplicht. Daarnaast heeft Nederland steun uitgesproken voor behoud van de principes uit de ECR, waaronder het land van oorsprong en beperkte aansprakelijkheid. Om de integriteit van de interne markt en het land van oorsprong-principe te waarborgen, is het van belang dat nationale autoriteiten effectief samenwerken bij de handhaving van de DSA. Tot slot heeft Nederland aangegeven dat de inwerkingtredingstermijn van drie maanden verlengd moet worden zodat lidstaten voldoende tijd hebben voor de nationale implementatie van de wetgeving.

Update industriestrategie voor Europa

Beleidsdebat

Het voorzitterschap benadrukte dat het beleidsdebat een startpunt is van verdere analyse en politieke discussies over de update van de industriestrategie. Het voorzitterschap benoemde dat de pandemie problemen opwerpt voor de Europese economie, bijvoorbeeld ten aanzien van kritieke grondstoffen die ook van belang zijn voor de digitale- en groene transities. Daarom is een beleidsdebat over de industriestrategie, waaronder ook over ongewenste afhankelijkheden van belang.

Commissaris Breton onderstreepte het belang van een discussie over de Europese industriestrategie, waar het adresseren van ongewenste afhankelijkheden een belangrijk onderdeel van is. De Commissaris schetste de drie pijlers van de update, namelijk 1. De interne markt; 2. Bescherming van ecosystemen en strategische afhankelijkhedenheden beheren; en 3. De digitale- en groene transities. De Europese Commissie heeft een analyse van 14 ecosystemen, waaronder van kritieke grondstoffen, gemaakt. Op basis van die analyse kan bepaald worden waar diversificatie en investeringen gewenst zijn. De Commissaris noemt hier als voorbeelden investeringen in onderzoek, kunstmatige intelligentie en Important Projects of Common European Interest (IPCEIs). Ten aanzien van kritieke grondstoffen geeft de Commissaris aan dat Europa antwoorden gaat bieden op drie niveaus: 1. Publiek-private samenwerkingsverbanden zoals de grondstoffenalliantie. Deze alliantie heeft het mogelijk gemaakt om een voorraad zeldzame aardmetalen aan te leggen en investeringsmogelijkheden te creëren; 2. Diversificatie van de toevoer door strategische partnerschappen. De Commissaris geeft aan evenwichtige partnerschappen met andere derde landen te sluiten; 3. Circulaire economie om aardmetalen te recyclen. Tot slot onderstreepte de Commissaris nogmaals de industriële ambitie van de EU.

De voorzitter van de High Level Group (HLG) voor interne markt en industrie bracht de Raad vervolgens op de hoogte van de discussie over de update van de industriestrategie in de HLG op 6 mei jl. aan de hand van vijf punten. 1. Interne markt: lidstaten benadrukten het belang van vrij verkeer van goederen. De voorzitter gaf aan dat lidstaten uitkijken naar het voorstel voor het Single Market Emergency Instrument (SMEI). Ook benoemde de voorzitter dat een aantal lidstaten kritisch zijn over de mate waarin de interne markt wordt genoemd in de update; 2. Strategische afhankelijkheden: lidstaten steunden het doel om ongewenste afhankelijkheden te verminderen, met behoud van een open economie als belangrijk uitgangspunt; 3. Normalisering: lidstaten markeren dit als aandachtspunt en verwelkomen de strategie; 4. Digitale- en groene transities: lidstaten ondersteunen het belang hiervan. Van belang dat belanghebbenden worden betrokken, bijvoorbeeld via allianties. Lidstaten gaven aan dat andere Commissievoorstellen, bijvoorbeeld in het kader van het Fit for 55-pakket, in samenhang met de update moeten worden bekeken. De HLG ziet een belangrijke rol voor de Raad voor Concurrentievermogen in de bespreking van die voorstellen; 5. mkb: lidstaten onderstrepen het belang van de mkb-dimensie in de update. Tot slot gaf de voorzitter aan uit te kijken naar verdere discussie.

Lidstaten verwelkomden het Commissievoorstel voor de update van de industriestrategie en de analyse van strategische afhankelijkheden in 14 ecosystemen, die een goed uitgangspunt vormen voor verdere discussie. In het algemeen benadrukten lidstaten het belang van de update van de industriestrategie voor versterking van het concurrentievermogen van de EU. Ook onderschreven lidstaten de focus op het mkb in de update.

Ten aanzien van de eerste pijler over de interne markt onderstreepten lidstaten het belang van een toekomstbestendige interne markt voor economisch herstel. Lidstaten markeerden de problemen op de interne markt als gevolg van de pandemie, met name ten aanzien van het vrije verkeer van goederen en personen. Lidstaten spraken steun uit voor het SMEI als noodinstrument om tijdens een crisis het vrije verkeer van goederen en personen te kunnen blijven garanderen, waarbij specifieke aandacht was voor het belang van informatie uitwisseling, coördinatie en markttoezicht. Ook pleitten lidstaten voor een aanpak ten aanzien van diensten. Daarnaast benoemden lidstaten het belang van harmonisatie op de interne markt.

Ten aanzien van de tweede pijler over strategische afhankelijkheden gaven lidstaten aan dat het van belang is om deze te identificeren en te analyseren. Er was steun voor de analyse van afhankelijkheden in ecosystemen door de Commissie. Een aantal lidstaten markeerden dat open strategische autonomie het uitgangspunt dient te blijven en dat maatregelen om die afhankelijkheden aan te pakken transparant en doeltreffend moeten zijn. Ook noemden enkele lidstaten het belang van diversificatie van waardeketens voor het afbouwen van ongewenste afhankelijkheden. Onder lidstaten was er steun voor IPCEI’s en Industriële Allianties als mogelijke instrumenten om ongewenste strategische afhankelijkheden af te bouwen en diversificatie van waardeketens te bevorderen. Enkele lidstaten plaatsen daarbij wel kanttekeningen dat IPCEI’s alleen ingezet dienen te worden in het geval van marktfalen en dat gelijke toegang van alle lidstaten en van het mkb tot het instrument van groot belang is. Ten aanzien van allianties noemden lidstaten het belang van publiek-private partnerschappen en werd het succes van de grondstoffenalliantie als specifiek voorbeeld benoemd. In het verlengde daarvan onderkenden lidstaten de ongewenste strategische afhankelijkheden op het gebied van kritische grondstoffen en onderstreepten zij het belang om toegang tot die grondstoffen te verbeteren, onder andere door diversificatie en het stimuleren van circulaire economie.

Ten aanzien van de derde pijler over de digitale- en groene transities onderstreepten veel lidstaten het belang voor veerkracht en economisch herstel. Lidstaten waren dan ook tevreden over het feit dat de transities een belangrijk onderdeel van de update vormen. Er was brede steun voor investeringen in beide transities. Ook benoemden lidstaten dat het afbouwen van afhankelijkheden op het gebied van kritische grondstoffen van belang is voor het bevorderen van de transities. Enkele lidstaten noemden IPCEI’s, Industriële Allianties en de Recovery and Resilience Plans (RRP’s) als goede instrumenten om de transities te bevorderen.

Nederland heeft de update van de industriestrategie verwelkomd. Daarbij heeft Nederland gemarkeerd dat het positief is dat de eerdere Europese industriestrategie uit 2020 blijft gelden en dat de implementatie daarvan geen vertraging oploopt door deze update. Nederland ondersteunt de opbouw van de update in de vorm van drie pijlers. Ten aanzien van de interne markt heeft Nederland benadrukt dat het essentieel is om deze te versterken en om de weerbaarheid te vergroten. Dit vraagt om het wegnemen van barrières, in het bijzonder barrières als gevolg van de pandemie. Ook heeft Nederland benadrukt dat strikte handhaving van mededinging- en staatssteunregels van groot belang is om een gelijk speelveld te waarborgen. Nederland heeft de aankondiging van het SMEI verwelkomd, maar tegelijkertijd onderstreept dat intra-EU exportrestricties geadresseerd dienen te worden. Nederland heeft aangegeven uit te kijken naar de verdere details van het instrument, in het bijzonder over de toegevoegde waarde en relatie tot bestaande instrumenten, zoals de geïntegreerde regeling politieke crisisrespons (IPCR).

Ten aanzien van strategische afhankelijkheden heeft Nederland onderstreept dat het van belang is om deze te identificeren en deze afhankelijkheden effectief te adresseren indien de borging van publieke belangen in het gedrang komt. Hierbij markeerde Nederland het belang van een open economie en internationale samenwerking. Nederland is voorstander van publiek-private partnerschappen, zoals Industriële Allianties en vindt de betrokkenheid van belanghebbenden van groot belang. Deze allianties dienen effectief te zijn door te focussen op daadwerkelijke strategische waardeketens, zoals gezondheid (inclusief medische technologieën), high tech en ICT, defensie en ruimtevaarttechnologieën en de energie-intensieve industrie. Ook dienen de allianties duidelijke governance structuren te hebben. Nederland heeft aangegeven ook IPCEI’s als mogelijk instrument te zien om ongewenste strategische afhankelijkheden te adresseren en al actief deel te nemen in de voorbereidingen voor IPCEI’s waterstof, micro-elektronica 2 en Cloud. Tegelijkertijd heeft Nederland onderstreept dat IPCEI’s alleen toegepast moeten worden indien uit een grondige analyse blijkt dat er sprake is van markt-, transitie- of systeemfalen. Ook dienen alle lidstaten en het mkb gelijke toegang te hebben tot IPCEI’s. Daarnaast heeft Nederland gemarkeerd dat de Europese Commissie een meer strategische rol moet aannemen ten aanzien van IPCEI’s, om gelijke toegang en proportionele en doelmatige inzet van het instrument te waarborgen.

Raadsconclusies toerisme

Aanname

De Raad heeft met unanimiteit Raadsconclusies aangenomen over duurzaam herstel van de toerismesector. De Raadsconclusies beschrijven randvoorwaarden en acties die bijdragen aan een duurzaam herstel van de toerisme sector in Europa en geven aan welke rol de Commissie en de lidstaten hierin kunnen spelen. Het voorzitterschap benadrukte dat toerisme één van hun prioriteiten is en dat snel herstel van de sector van belang is. De Digital Green Pass is daarbij van groot belang. Ook benoemde het voorzitterschap dat het herstel na de pandemie de gelegenheid biedt om een nieuwe toerisme-agenda op te stellen voor de toekomt, ook om deze sector een antwoord te laten bieden op strategische uitdagingen als gevolg van de pandemie en digitale- en groene transities. Een aantal lidstaten gaf aan de Raadsconclusies te verwelkomen. Specifiek werd genoemd dat de conclusies een goede weerspiegeling zijn van de uitdagingen en doelstellingen. Ook onderstreepten lidstaten dat samenwerking en informatie-uitwisseling tussen lidstaten van belang is. Commissaris Breton benadrukte het belang om te werken aan herstel, veerkracht en weerbaarheid van de toerismesector.

Aanname Raadsconclusies betere regelgeving

Aanname

De Raad heeft met unanimiteit Raadsconclusies aangenomen over het gebruik van moderne data technologie om het beleid inzake Betere Regelgeving te versterken. De aanname leidde niet tot interventies van lidstaten.

Diversenpunt Commissievoorstel voor EU-verordening inzake artificiële intelligentie

Presentatie

Commissaris Vestager gaf een korte presentatie over het recente voorstel van de Europese Commissie voor een verordening inzake artificiële intelligentie (AI). Het voorstel bevat geharmoniseerde regels die moeten garanderen dat AI-systemen in de EU veilig, transparant en ethisch verantwoord zijn. Het voorstel is onderdeel van een breder plan om ervoor te zorgen dat de EU leidinggevend kan zijn op het gebied van AI. Commissaris Vestager benadrukte dat handhaving van groot belang is en dat de Commissie aandacht heeft voor het beperken van administratieve lasten. Daarnaast gaf de Commissaris aan dat fragmentatie moet worden vermeden. De presentatie leidde niet tot interventies van lidstaten.

Diversenpunt Commissievoorstel voor EU-verordening inzake buitenlandse subsidies

Presentatie

Commissaris Vestager gaf een korte presentatie over het recente voorstel van de Europese Commissie voor een verordening inzake buitenlandse subsidies. De Commissaris markeerde dat er nog geen instrumenten bestaan om verstorende buitenlandse subsidies aan te pakken en dat dit voorstel voorziet in die leemte. Ook gaf de Commissaris aan dat het voorstel bewust tegelijkertijd met de update van de industriestrategie is gepubliceerd. De Commissaris onderstreepte dat openheid van belang is, maar dat er wel sprake moet zijn van een eerlijk en gelijk speelveld. Zij benoemde dat openheid een bron van economische groei en innovatie, maar dat handels- en investeringsstromen gepaard kunnen gaan met verstorende buitenlandse subsidies. De Commissie wil dat risico met dit voorstel ondervangen. Daarbij onderstreepte de Commissaris het belang van een onafhankelijk instrument dat onderzoekt of er sprake is van verstorende effecten. Tot slot markeerde de Commissaris het belang van mededinging bij het economisch herstel en dat eerlijke concurrentie en gelijke voorwaarden de basis vormen voor een goed functionerende economie.

Nederland reageerde als enige lidstaat op de presentatie van de Commissaris. Allereerst gaf Nederland aan het voorstel voor het nieuwe en ambitieuze instrument zeer te verwelkomen. Nederland heeft lang gepleit voor een dergelijk instrument, omdat het van groot belang is voor het gelijk speelveld op de interne markt en voor eerlijke concurrentie met behoud van een open economie. Nederland heeft benadrukt dat het instrument zo effectief mogelijk moet zijn. Om die reden is Nederland zeer tevreden dat het voorstel mogelijkheden tot het opleggen van sancties bevat, waarvan Nederland hoopt dat zij voldoende effect hebben. Tegelijkertijd heeft Nederland aangegeven dat bij herhaaldelijke overtredingen en concurrentieverstorende effecten van buitenlandse subsidies, overwogen kan worden om als uiterste maatregel partijen de toegang tot de interne markt ontzegd kan worden. Ook heeft Nederland gemarkeerd dat de effectiviteit van het instrument verder vergroot kan worden door rekening te houden met de monopoliepositie van bedrijven uit derde landen op hun thuismarkt, zoals ook is uitgelegd in het Nederlandse voorstel voor een level playing field instrument uit 2019.

Diversenpunt non-paper Oostenrijk, België en Tsjechië

Presentatie

Oostenrijk presenteerde mede namens België en Tsjechië een non-paper over modernisering van het mededingingskader en de staatssteunregels, waarbij zij aandacht vragen voor eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld ten opzichte van derde landen. Enkele lidstaten onderstreepten het belang om te kijken naar de mededinging- en staatssteunregels. Commissaris Vestager gaf aan dat er wordt gekeken naar de mededinging- en staatssteunregels. Ook onderstreepte ze dat de komende tijd wordt gekeken naar mogelijkheden om het tijdelijk steunkader af te bouwen. Het Voorzitterschap nam kennis van de notitie.

Diversenpunt Trade Policy Review

Presentatie

Commissaris Valdis Dombrovskis voor handel gaf een korte presentatie over de onderhandelingen over de Trade Policy Review. De Commissaris gaf aan een link te willen leggen tussen handelsbeleid en maatregelen om het concurrentievermogen van de EU te versterken. De nieuwe handelsstrategie staat in het teken van openheid, duurzaamheid en assertiviteit. De Commissaris markeerde dat openheid van belang is voor de veerkracht van de economie. Ook benoemde de Commissaris dat de EU met open strategische autonomie in staat is om keuzes te maken en leiderschap te tonen. Tegelijkertijd gaf de Commissaris aan dat de EU assertief optreedt om geopolitieke uitdagingen en afhankelijkheden te adresseren, waarbij samenwerking gezocht moet worden met gelijkgestemde partners. De Commissaris stelt dat stabiel en op regels gebaseerd handelsbeleid van belang is voor kritieke waardeketens. Ook wil de Commissaris het mkb steunen in het mondiale handelsnetwerk, zo is er een nieuw mkb-portal opgezet en is de klachtenprocedure gestroomlijnd. Ook is de nieuwe handelsstrategie volgens de Commissaris de meest groene handelsmededeling. De Commissaris benadrukte dat de Commissie het Parijs Akkoord wil meenemen in het handelsbeleid. Tot slot stelde de Commissaris dat het nieuwe handelsbeleid bijdraagt aan het herstel. De presentatie leidde niet tot interventies van lidstaten.

Diversenpunt geharmoniseerde standaarden

Verklaring

Spanje gaf namens 17 lidstaten, waaronder Nederland, een verklaring af over het Europees normalisatiestelsel. In de verklaring wezen de lidstaten op het belang van het normalisatiestelsel voor de interne markt, voor de digitale- en groene transities en daarmee ook voor het concurrentievermogen van de EU. De lidstaten uitten hun zorgen over de uitdagingen in het normalisatiestelsel. Zo kan gebrekkige technische harmonisatie leiden tot hogere kosten voor de industrie. De lidstaten achtten het van belang dat het vertrouwen in het systeem wordt vergroot en vroegen de Commissie rekening te houden met rechtszekerheid voor de Commissie, lidstaten en normalisatie instellingen. Daarbij onderstreepten de lidstaten het belang van evenwicht tussen vereisten en flexibiliteit en daarnaast moet er ruimte zijn voor evaluatie en voor publicatie van nieuwe normen. Ook is samenwerking met belanghebbenden van belang om tot oplossingen te komen. Tot slot deden de lidstaten de suggestie om de Raadswerkgroep harmonisatie mandaat te geven voor het harmonisatiesysteem en om te rapporteren over onevenwichtigheden.

Commissaris Breton onderstreepte in zijn reactie dat het normalisatiestelsel een essentieel onderwerp is. De Commissaris gaf aan dat dit het goede moment is om het opnieuw te agenderen, mede met het oog op de update van de industriestrategie.

Diversenpunt werkprogramma aankomend Sloveense Voorzitterschap

Presentatie

Het aankomend Sloveense Voorzitterschap gaf een korte presentatie over hun prioriteiten. Deze prioriteiten hebben betrekking op veerkracht van de Europese economie; op de digitale- en groene transities; op rechtsstatelijkheid; en op veiligheid.

Onderzoek

Verordening oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance Computing

Algemene oriëntatie

De Raad stemde in met de algemene oriëntatie voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor Europese High Performance Computing (EuroHPC). Deze gemeenschappelijke onderneming heeft als doel om strategisch te investeren in de ontwikkeling van de technologie en applicaties voor supercomputers en om toegang te verzorgen tot (Europese) supercomputers en de bijbehorende data-infrastructuur. De lidstaten verwelkomden de verordening. Enkele lidstaten benadrukten daarbij het belang van EuroHPC als verbinder tussen Europese en nationale initiatieven. Een aantal lidstaten stipte aan dat er aandacht moet zijn voor de wensen van gebruikers. Met het oog op de bredere discussie over strategische autonomie werd daarbij ook gewezen op het belang van openheid in de toegang tot de supercomputers. Nu de Raad akkoord is zal het Europees Parlement zijn opinie over de verordening geven. Nadat het Europees Parlement zijn opinie heeft gegeven kan de verordening in werking treden.

Raadsconclusies «Verdieping van de Europese Onderzoeksruimte: Aantrekkelijke en duurzame onderzoekscarrières en werkomstandigheden maken kenniscirculatie realiteit»

Aanname

De Raad stemde in met Raadsconclusies over aantrekkelijke onderzoekscarrières om kenniscirculatie te stimuleren. Nederland is positief over de Raadsconclusies. De brede definitie voor academische carrières, waarbij onderwijs geven, onderzoek doen, goed leiderschap en intersectorale mobiliteit ook meewegen in de ontwikkeling van carrières, past goed bij de Nederlandse prioriteiten. Samen met enkele andere lidstaten vroeg Nederland aandacht voor het belang van academische vrijheid en heeft zich daarbij uitgesproken tegen het aanvallen van wetenschappers. Eurocommissaris Gabriel gaf aan dat deze Raadsconclusies bijdragen aan het verder vormgeven van een flexibel Europees raamwerk voor carrièrepaden in onderzoek, ten behoeve van evenwichtige kansen voor onderzoekers.

De rol van een vernieuwde en ambitieuze Europese Onderzoeksruimte gericht op de toekomst

Beleidsdebat

De Raad debatteerde over de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte (ERA) voor het komende decennium. De lidstaten werd onder andere voorgelegd of een functionerende interne markt voor onderzoekers en kennis, met gezamenlijke randvoorwaarden en normen, één van de doelen moet zijn voor de ERA voor 2030.

De lidstaten onderschreven het belang van onderzoek en innovatie voor de verdere ontwikkeling van Europa, onder andere voor de digitale en groene transitie. De coronacrisis heeft de rol en het belang van onderzoek en innovatie verder benadrukt. Verder stelden enkele lidstaten dat het goed is vast te houden aan het doel om 3% van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie. Hierbij moet wel differentiatie mogelijk zijn vanwege verschillen in nationale onderzoek- en innovatiesystemen. Ook accentueerde een grote groep lidstaten dat de samenleving in brede zin betrokken moet worden bij onderzoek en innovatie. Enkele, met name Oost-Europese lidstaten, gaven tot slot aan dat er in een inclusieve ERA aandacht moet zijn voor circulatie van talentvolle onderzoekers.

Nederland benadrukte tijdens dit debat dat vrij verkeer van onderzoekers en kennis in een interne markt altijd een ambitie van de ERA is geweest. Om dit te realiseren is coördinatie op beleidsniveau tussen lidstaten en de EU essentieel. Een sterke en brede EU-kennisbasis, van fundamenteel- tot toegepast onderzoek, zorgt ervoor dat de ERA meer impact kan hebben.

Diversenpunt Europees publiek-privaat partnerschap voor Metrologie

Presentatie

Het Voorzitterschap presenteerde de voortgang op de onderhandelingen over het Europees publiek-privaat partnerschap voor Metrologie. Het voorzitterschap zal dit dossier overdragen aan het Sloveens voorzitterschap, zodat dit najaar de triloog met het Europees Parlement kan starten. Met betrekking tot de verordening voor de oprichting van negen gemeenschappelijke ondernemingen7 binnen Horizon Europe stelde het voorzitterschap dat de onderhandelingen over dit dossier pas recent zijn gestart. Het wordt overgedragen aan het Sloveens voorzitterschap om de onderhandelingen verder te begeleiden en waarschijnlijk te voltooien.

Diversenpunt Mission Innovation

Toelichting

De Commissie gaf een toelichting op «Mission Innovation», onderdeel van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Het belang van dit initiatief werd benadrukt om zo schone energie wereldwijd te stimuleren en bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie. De Commissie roept de lidstaten, die zich hier nog niet bij hebben aangesloten, op om dit alsnog te doen. Nederland is lid sinds 2016.

Diversenpunt Mededeling «Global approach to research and innovation»

Toelichting

Verder gaf de Commissie een toelichting op de mededeling «Global approach to research and innovation», gepubliceerd op 18 mei jl. Deze mededeling geeft richting aan internationale samenwerkingsverbanden van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie. Daarbij zijn Europese waarden zwaarwegend, bijvoorbeeld op het gebied van gender en diversiteit. Ook is er in de mededeling aandacht voor het belang van intellectueel eigendom en reciprociteit. Uw kamer zal spoedig een Kabinetsreactie op deze mededeling ontvangen.

Diversenpunt werkprogramma inkomend Sloveense Voorzitterschap

Presentatie

Tot slot presenteerde het inkomend Sloveense Voorzitterschap zijn plannen en prioriteiten. Voor onderzoek en innovatie zet Slovenië in op: kennis, onderwijs en onderzoek voor een groene en digitale toekomst; en ethische aspecten binnen de vernieuwde ERA.

Ruimtevaart

Raadsconclusies New Space for People

Aanname

De Raad nam als hamerstuk conclusies aan over de noodzaak van een Europese aanpak van New Space als motor voor een innovatieve, veerkrachtige en concurrerende EU-ruimtevaartsector.

Het voorzitterschap gaf aan dat de Raad hiermee de ambitie uitspreekt de snelle exponentiële groei van de ruimtevaartsector zo goed mogelijk te faciliteren met speciale aandacht voor «mensen» in de nieuwe institutionele context van publiek en private spelers. Daarnaast moeten de conclusies bijdragen aan de groene en digitale transitie alsook een veerkrachtig Europa. Breton gaf aan dat ruimtevaart momenteel door een enorme industriële transformatie gaat die bestaande modellen doorbreekt. Een unieke Europese benadering van New Space is daarom noodzakelijk. Het EU Cassini fonds voor ruimtevaart startups van één miljard euro zal hieraan bijdragen.

Raadsconclusies Space for People in European coastal areas

Aanname

Tevens nam de Raad als hamerstuk conclusies aan over Space for People in European coastal areas

Het voorzitterschap benadrukte dat Europa’s dichtbevolkte kustgebieden voor enorme biodiversiteituitdagingen staan. Europa heeft het laatste decennium unieke aardobservatie en navigatiecapaciteiten ontwikkeld, deze conclusies benadrukken de noodzaak om het volledige potentieel hiervan te benutten voor duurzame ontwikkeling van kustgebieden en dragen zo bij aan de leidende rol van de EU bij de twin transitie.

Breton benadrukt het belang van ruimtevaartsystemen in kustgebieden. Dankzij het Copernicus programma is de EU leider in aardobservatie en beschikt zij over een oceaan aan aardobservatiedata. Tegelijkertijd is de markt volop in ontwikkeling; om EU-bedrijven effectief te helpen en voor het behoud van EU-leiderschap, moeten we de Copernicus structuur heroverwegen. De Commissie zal in de komende maanden haar ambities kenbaar maken.

EU-positionering op gebied van ruimteverkeerbeheer

Beleidsdebat

De Raad debatteerde over een betere positionering van de EU op gebied van ruimteverkeerbeheer (STM). Het Portugees voorzitterschap ging in op de steeds voller wordende ruimte, waar door exponentiële toename van ruimteverkeer en ruimteschroot de veiligheid van de ruimte-infrastructuur en operaties in gevaar wordt gebracht. Het voorzitterschap gaf aan dat STM een internationale en technologische uitdaging is en onderstreepte het groeiende economische belang en noodzaak van een inclusieve aanpak en een adequaat regelgevend kader op EU-niveau. Om hiertoe te komen nodigde het voorzitterschap lidstaten uit te reageren op de voorgestelde routekaart om tot een gezamenlijk EU-standpunt te komen inzake ruimteverkeerbeer.

Eurocommissaris Breton gaf aan dat er vooruitgang is geboekt sinds de laatste Ruimtevaartraad in november 2020. Het EU-ruimtevaartprogramma is van kracht, met een omvang van 14 miljard euro. De Commissie heeft een Financial Framework Partnership Agreement (FFPA) met ESA en EUSPA. De Commissaris heeft aangegeven uit te kijken naar samenwerking met DG ESA Josef Aschbacher, omdat vanwege een aantal fundamentele veranderingen in de ruimtevaart een strategie op het gebied van ruimteverkeer noodzakelijk is. Hij gaf aan dat de tweede generatie Galileo satellieten eraan komen en dat veel nieuwe actoren concurreren met Copernicus. Daarnaast is de Commissie bezig met een derde initiatief naast Galileo en Copernicus: Space Based Secure Connectivity Initiative voor een snel veilig internet dat altijd en overal voor iedereen in Europa beschikbaar is. De eerste resultaten van een haalbaarheidsstudie worden binnenkort gepubliceerd. Verder gaf de Commissaris aan parallel met nieuwe wetgevende voorstellen te komen om het nieuwe initiatief te ondersteunen. Ook kijkt de Commissie momenteel naar een strategie voor een European launcher alliance, met betrokkenheid van alle actoren.

De Commissaris benadrukte het belang van een Europese aanpak voor ruimteverkeerbeheer voor het bereiken van strategische autonomie en waarborgen van veiligheid in de ruimte. Hij gaf aan dat Europa niet afhankelijk kan zijn van derde landen voor infrastructuur en standaarden. Daarom acht de Commissaris het noodzakelijk om in kaart te brengen wie de relevante juiste partners zijn, welke standaarden nodig zijn en hoe de technologie verder ontwikkeld moet worden.

Veel lidstaten verwelkomden een STM-dialoog in Europees verband en erkenden het nut en de noodzaak van een Europese aanpak met respect voor nationale competenties om sterk te staan tegenover internationale spelers. De stapsgewijze aanpak in de routekaart werd breed verwelkomd. Tegelijkertijd was er brede steun voor een mondiale aanpak vanwege het internationale karakter van STM. Een aantal lidstaten legde de nadruk op EU-samenwerking op technisch en operationeel niveau voor capaciteitsopbouw en het optimaliseren van systemen voor het monitoren van bedreigingen van de aarde vanuit de ruimte: Space Situational Awareness (SSA) en Space Surveillance and Tracking (SST). Met een belangrijke beoogde rol voor het EUSST-consortium, opgericht in 2014 en het nieuwe EU-partnerschap voor ruimte-monitoring, coördinatie en standaardisatie dat dit jaar van start zal gaan. Een aantal lidstaten vond internationale samenwerking en coördinatie essentieel en riepen op om verder te bouwen aan internationale richtlijnen om veilige en duurzame ruimtevaart te bevorderen van het VN-comité voor vreedzaam gebruik van de ruimte.

Nederland heeft een Europese dialoog over ruimteverkeerbeheer verwelkomd en benadrukte het belang van de ontwikkeling van een internationaal regelgevend kader. Daarnaast gaf Nederland aan dat binnen de EU concrete stappen kunnen worden gezet op gebied van technologieontwikkeling, standaarden en bundeling van krachten in het nieuwe EU-partnerschap maar ook middels deelname in Horizon Europe en andere EU-programma’s. Ook pleitte Nederland ervoor private en publieke partijen te betrekken in het proces ter waarborging van een open economie en een gelijk speelveld.

Diversenpunt prioriteiten aankomend Sloveense Voorzitterschap

Presentatie

Tot slot presenteerde het inkomend Sloveens voorzitterschap zijn plannen en prioriteiten. Voor ruimtevaart zet Slovenië in op voortzetting van de EU-dialoog over ruimteverkeerbeheer; Raadsconclusies over «het brengen van de voordelen van ruimtevaart naar iedereen» en heeft het aandacht voor het Secure Connectivity initiatief van de Commissie voor een snel veilig internet altijd en overal voor iedereen in Europa.

Bijlage: Appreciatie jaarlijks interne-marktrapport 2021

Op 5 mei jl. presenteerde de Europese Commissie de update van de Industriestrategie waarover u separaat bij BNC-fiche wordt geïnformeerd. Bij genoemde update presenteerde zij het eerste jaarlijkse interne-marktrapport.8 Hieronder volgt een beschrijving van de inhoud en een appreciatie van het rapport.

In de inleiding van het rapport verwijst de Commissie naar oproepen van de Raad voor Concurrentievermogen waarover u in respectievelijke verslagen bent geïnformeerd9:

  • de oproep van september aan de Commissie om met een strategisch rapport over de interne markt dat ingaat op 1) de voortgang bij de implementatie van het Actieplan interne markt-handhaving10 en bij het wegnemen van belemmeringen, 2) de weerbaarheid van de interne markt en lessen uit de coronacrisis en 3) op basis daarvan noodzakelijke regelgevende en niet-regelgevende acties.

  • de oproep van november aan de Commissie om met kritieke prestatie-indicatoren te komen over de implementatie van de Industriestrategie11 en rapportage daarover.

  • Met onderhavig rapport beoogt de Commissie opvolging te geven aan beide oproepen. In het Actieplan interne-markthandhaving kondigde de Commissie bovendien een jaarlijks rapport aan met een handhavingsstrategie met daarin opgenomen aandachtsgebieden en prioriteiten voor handhaving. Hierover bent u eerder geïnformeerd bij BNC-fiche.12

Het rapport start met een beschrijving van de impact van de coronacrisis op de Europese economie en de interne markt. De Commissie onderbouwt de beschrijving met tabellen. De Commissie beschrijft in algemene termen welke belemmeringen zich op de interne markt voordeden en welke gevolgen deze hadden. Ook gaat ze in op de uiteenlopende mate waarin verschillende ecosystemen door de crisis werden geraakt en op de gevolgen voor het mkb. Vervolgens schetst de Commissie de voortgang in het wegnemen van belemmeringen op de interne markt, naar aanleiding van de Commissiemededeling over interne markt-belemmeringen van maart 2020.13 De Commissie gaat daarnaast in op de weerbaarheid van de interne markt en geeft een overzicht van alle relevante maatregelen die zij n.a.v. de coronacrisis heeft genomen. Voorts beschrijft het rapport de stand van zaken bij de implementatie van het Actieplan interne-markthandhaving, de Industriestrategie en de mkb-strategie14. De bijlagen bij het rapport bevatten een nadere uitwerking hiervan. Zo is een zeer uitgebreide bijlage opgenomen met een beschrijving van de 14 ecosystemen die in de Industriestrategie waren onderscheiden en voor deze ecosystemen relevante beleidsinstrumenten. Genoemde ecosystemen, zoals de bouw of agrofoodsector, vormen een belangrijk aanknopingspunt voor de Commissie. Op basis daarvan kijkt de Commissie naar de huidige situatie binnen het ecosysteem, welke uitdagingen spelen en welke vervolgacties gewenst zijn.

Het kabinet verwelkomt het eerste jaarlijkse interne-marktrapport en zet in op een zorgvuldige behandeling en follow-up van het rapport in de Raad. Wel heeft het kabinet een aantal suggesties voor volgende rapporten. Het is rapport is een goede eerste stap, maar een volgende editie zou kunnen worden aangevuld en concreter kunnen worden met suggesties voor nadere acties om de interne markt te versterken. Dan wordt het mogelijk om een meer concrete follow-up aan het rapport te geven.

Zoals geschetst in de brief van 19 oktober 201815 zet het kabinet in op versterking van de interne markt door beleid te baseren op feiten en behoeften uit de praktijk. Dat moet uitmonden in meer maatwerk en het adresseren van concrete door ondernemers ervaren belemmeringen. Het kabinet zet voorts in op verbetering van implementatie, uitvoering en handhaving van interne-marktregelgeving. Meer transparantie over hoe Commissie en lidstaten presteren zou moeten leiden tot meer politieke druk en aandacht voor betere handhaving. Via een rollende agenda moet aan versterking van de interne markt worden gewerkt. Het interne marktrapport zou deze agenda moeten voeden. Voorts is een grondige evaluatie van de gevolgen van de coronacrisis op de interne markt en Europese economie nog steeds gewenst. Onderhavig rapport voorziet daar nog niet in. Tot slot behoeft de verhouding van het interne-marktrapport met andere interne-marktgerelateerde rapporten (zoals het Interne-marktscorebord) nog verduidelijking.


X Noot
1

Een bedrijf dat zich vestigt in een lidstaat gebonden is aan de wet- en regelgeving die in het land van vestiging gelden.

X Noot
2

Genotificeerde illegale inhoud wordt geacht verwijderd te worden.

X Noot
3

Genotificeerde illegale inhoud moet worden opgevolgd met een actie, waarbij open wordt gelaten wat die actie is.

X Noot
4

Genotificeerde illegale inhoud wordt geacht permanent verwijderd te worden, waarbij heruploading wordt vermeden.

X Noot
5

Online platformen die consumenten de mogelijkheid bieden online een aankoop te doen, mogen alleen handelaren op hun platform toelaten die bepaalde gegevens hebben verstrekt en zijn verplicht te controleren of die informatie betrouwbaar is.

X Noot
7

(1) Circular biobased Europe, (2) Clean Aviation, (3) Clean Hydrogen, (4) Europe’s Rail, (5) Global Health EDCTP3, (6) Innovative Health Initiative, (7) Key Digital Technologies, (8) Single European Sky ATM Research 3 en (9) Smart Networks and Services

X Noot
8

SWD (2021) 351 final.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-30, nr. 497; Kamerstuk 21 501-30, nr. 517.

X Noot
10

COM (2020) 94 final.

X Noot
11

COM(2020) 102 final.

X Noot
12

Kamerstuk 22 112, nr. 2864.

X Noot
13

COM (2020) 93 final.

X Noot
14

COM (2020) 103 final.

X Noot
15

Kamerstuk 22 112, nr. 2703.

Naar boven