Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D11724 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D11724 |
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de voorjaarsvergadering van de Wereldbank van 9 tot en met 11 april 2021 (Kamerstuk 26 234, nr. 250).
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
Inhoudsopgave |
blz. |
|
I |
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
2 |
Inbreng VVD-fractie |
2 |
|
Inbreng D66-fractie |
0 |
|
Inbreng CDA-fractie |
0 |
|
Inbreng SP-fractie |
0 |
|
Inbreng GroenLinks-fractie |
0 |
|
II |
Antwoord / Reactie van de Minister |
2 |
III |
Volledige agenda |
2 |
Inbreng VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda. Zij hebben daarover enkele vragen.
Welke mogelijkheden heeft de Wereldbank om via herprioritering additionele financiering beschikbaar te stellen om zo de vaccinatiecampagne in lage- en middeninkomenslanden te versnellen?
Ten aanzien van schuldenproblematiek zijn de leden van de VVD-fractie zeer terughoudend over kwijtscheldingen, aangezien het verleden leert dat de ontstane ruimte vaak wordt gebruikt om nieuwe schulden bij andere crediteuren aan te gaan, bijvoorbeeld uit China. De leden van de VVD-fractie zijn dan ook verheugd dat de Minister voornemens is om aan te dringen op deelname van alle schuldeisers, inclusief private, aan het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) en het Common Framework for Debt Treatment Beyond the DSSI (CF).
Ten aanzien van het DSSI vragen de leden van de VVD-fractie of niet-leden van de Club van Parijs, en specifiek China, hier naar rato van hun aandeel in de schuldenlast aan meedoen, of dat zij een lagere bijdrage leveren. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister ook of zij het ermee eens is dat China naar rato zou moeten bijdragen, en of zij daar zo nodig op kan aandringen.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de Minister aankijkt tegen de klachten dat China te weinig transparant is over de schulden van Afrikaanse landen, omdat een relatief groot deel van deze leningen is uitgegeven door instellingen die in ieder geval in naam tot de private sector behoren. Is de Minister bereid om samen met gelijkgezinde landen aan te dringen op grotere Chinese transparantie? Verwacht zij dat het Multipronged Approach to Address Debt Vulnerabilities hier een oplossing voor biedt? Is zij daarnaast ook bereid om aan te dringen op het meetellen van (een deel van) deze private schulden als niet-privaat bij het Debt Service Suspension Initiative, aangezien het regelmatig gaat om entiteiten die in de praktijk onder overheidssturing opereren en dus geen zuiver private sector zijn?
Ten aanzien van het middelentekort van de International Development Association (IDA) vragen de leden van de VVD-fractie om een inschatting van de financiële gevolgen voor Nederland van de verzoeken om extra middelen die rond de voorjaarsvergadering gepland staan.
Inbreng D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de inzet van het kabinet voor de voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep 2021 en het verslag van de jaarvergadering van de Wereldbank in 2020. Zij hebben nog enkele vragen over de Nederlandse inzet met betrekking tot de beschikbaarheid en distributie van vaccins in ontwikkelingslanden.
Rol van de Wereldbank bij het opvangen van de negatieve gevolgen van de COVID-19-crisis met een focus op vaccins
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de beschikbaarheid en de distributie van vaccins in ontwikkelingslanden. Zij lezen in de geannoteerde agenda dat op basis van de huidige cijfers de meeste Afrikaanse landen pas eind 2022 of begin 2023 een vaccinatiegraad van 60% van de bevolking zullen behalen.
Kan de Minister een update geven van de levering van vaccins via de COVAX-faciliteit? In hoeverre wordt de 12 miljard US-dollar die de Wereldbank beschikbaar stelt voor aankoop en distributie van vaccins via of in afstemming met COVAX besteed? Heeft de Minister er vertrouwen in dat de doelstelling om 20% van de bevolking in de lage- en middeninkomens landen tegen eind 2021 te vaccineren behaald zal worden?
Uit een enquête afgenomen door de People’s Vaccine Alliance blijkt dat een groot deel van de epidemiologen wijst op het risico dat door een lage vaccinatiegraad in ontwikkelingslanden de kans op nieuwe varianten van COVID-19 toeneemt. De leden van de D66-fractie constateren dat het probleem voor veel ontwikkelingslanden niet alleen de financiering is, maar ook schaarste die ontstaat door het alleenrecht op productie van farmaceutische bedrijven. De Kamer nam daartoe de motie aan van de leden Marijnissen en Jetten over een klemmend beroep op farmaceuten om hun rechten en kennis te delen (Kamerstuk 25 295, nr. 959). Kan de Minister toelichten hoe het staat met de uitvoering van de motie zoals aangekondigd in de het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de informele EU-Gezondheidsraad 16 maart 2021? Is de Minister bereid zich ook binnen de Wereldbankvergadering hard te maken voor het klemmende beroep waar de motie om vraagt?
Inbreng CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wie Nederland zal vertegenwoordigen tijdens de voorjaarsvergadering van de Wereldbank.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven in hoeverre westerse landen meer zijn gaan uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking (ODA) ter bestrijding van de pandemie en indien beschikbaar of de Minister daar een overzicht van zou kunnen delen met de Kamer.
De leden van de CDA-fractie achten het in stand houden van de mondiale productieketens van belang voor het beperken van economische schade en een spoedig economisch herstel. Deze leden vragen de Minister op welke manier de Bank inzet op behoud van productieketens. Kan de Minister aangeven welke landen deze mondiale aansluiting aan het missen zijn?
De Bank stelt dat als gevolg van de COVID-19-crisis meer dan 100 miljoen mensen in extreme armoede zullen terugvallen. Hierbij zijn de meest kwetsbaren in de samenleving het meest gedupeerd. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wat Nederland zal inbrengen aangaande deze situatie. Op basis van de huidige cijfers zouden de meeste Afrikaanse landen pas eind 2022 of begin 2023 een wijdverspreide vaccinatiegraad behalen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister de studie van deze cijfers met de Kamer te delen. Op het gebied van de aankoop en verdeling van vaccins is de Bank aangesloten bij COVAX. Nederland behoort wat betreft donatie aan de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) tot de top-15 van publieke donoren. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke positie China inneemt in deze ranking en vragen de Minister tijdens de vergadering tevens een oproep te doen voor meer donaties door rijke landen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in hoeverre de Bank een rol speelt in de verspreiding en donatie van overtollige vaccins in het Westen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister voorts in hoeverre de Bank betrokken is bij de ontwikkeling van een mondiale strategie voor het versterken van de gezondheidssystemen in lage inkomenslanden.
De publieke schuldquote in lage-inkomenslanden is gestegen tot 52,1% bbp in 2020 en 60,8% bbp in 2021 volgens het IMF en de Bank. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister deze cijfers te specificeren voor de Afrikaanse landen. Deze leden vragen tevens welke gevolgen de toenemende mondiale schuldenlast kan hebben voor de EU en of er wederom gevaar dreigt voor een domino-effect zoals dat ook tijdens de vorige schuldencrisis het geval was.
De leden van de CDA-fractie ondersteunen de agenda van de Bank om in het herstel van de huidige crisis een kans te zien in het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en ondersteunen hierin net als het kabinet het «leave no one behind»-principe. Deze leden vragen de Minister of duidelijk is welke schade de SDG’s hebben opgelopen. Hoe ver zijn we per SDG teruggevallen of waar hebben we ondanks de crisis juist positieve stappen kunnen zetten? Deze leden vragen de Minister indien beschikbaar een dergelijk overzicht met de Kamer te delen.
De Minister geeft aan dat in de gang naar herstel van de huidige crisis de positie van meisjes en vrouwen speciale aandacht verdient. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven welke rol de Bank daarin kan spelen en hoe dat aansluit bij de Nederlandse inzet.
De Minister stelt dat er een kans is om te investeren in sectoren die bijdragen aan klimaatmitigatie en -adaptatie, en om steun aan fossiele brandstoffen uit te faseren. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit toe te lichten en daarbij nadrukkelijk in te gaan op welke rol de Bank speelt in het mogelijk uitfaseren van fossiele brandstoffen. Tevens vragen deze leden in hoeverre de Bank rekening houdt met de noodzaak van het gebruik van fossiele brandstoffen in de fragiele economieën van lage inkomenslanden. Deze uitfasering door de Bank mag niet ten koste gaan van prille economische groei na deze economische crisis.
Inbreng SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie lezen in het verslag van de jaarvergadering van de Wereldbank van 2020 dat hierbij USD 12 miljard voor de aankoop en distributie van vaccins is goedgekeurd. Zij vragen zich af wat er met dit budget is gebeurd. Zijn hier inmiddels vaccins van gekocht? Zo ja, hoeveel doses en hoe zijn deze verdeeld?
De leden van de SP-fractie zijn zeer verontrust over de mededeling dat lage- en middeninkomenslanden sterk achterlopen op hoge inkomenslanden op het gebied van COVID-vaccinaties en dat Afrikaanse landen naar verwachting waarschijnlijk pas eind 2022 of begin 2023 een vaccinatiegraad van 60% zullen halen. Dit is extra verontrustend in het kader van de recente berichtgeving door Oxfam Novib, die waarschuwde dat het virus hierdoor dusdanig kan muteren dat de huidige vaccins ineffectief zullen worden.1 Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat het om deze redenen enorm belangrijk is om de toegang tot vaccins voor lage- en middeninkomenslanden te vergroten, bijvoorbeeld door de patentbescherming van de vaccins op te schorten en farmaceuten te dwingen hun kennis over vaccinproductie te delen, zodat meer fabrikanten deze kunnen gaan produceren?
De leden van de SP-fractie lezen dat er in deze vergadering zal worden besloten over verlenging van het Debt Service Suspension Initiative (DSSI). Is de Minister het ermee eens dat verlenging van het DSSI tot tenminste het einde van 2021 noodzakelijk is, aangezien lage en middeninkomenslanden nog steeds te kampen hebben met de effecten van de coronacrisis en hun schulden afgelopen jaar nog verder zijn opgelopen?
Hoe komt het dat niet alle landen die in aanmerking komen voor het DSSI en hier profijt van zouden kunnen hebben van deze mogelijkheid gebruik maken?
Hoe groot is de schuldnood van middeninkomenslanden en hoe heeft deze zich ontwikkeld tijdens de coronacrisis? Ziet de Minister hier noodzaak om deze landen ook in aanmerking te laten komen voor het DSSI?
In antwoord op een eerdere vraag van de leden van de SP-fractie2 stelde de Minister dat private crediteuren wel geacht worden deel te nemen aan het DSSI, conform de zogenaamde «comparability of treatment»-clausule, waardoor aanvragende landen ten minste een gelijk niveau van schuldverlichting moeten eisen aan niet-deelnemende crediteuren. Bovendien wordt bij landen die gebruik maken van het DSSI ook als voorwaarde gesteld dat geld dat vrijkomt door schuldopschorting moet worden aangewend om sociale, gezondheids- en economische uitgaven te verhogen. In de geannoteerde agenda lezen de leden van de SP-fractie echter dat het feit dat private crediteuren niet meedoen aan het DSSI de vrijgespeelde begrotingsruimte van de betrokken landen deels weer tenietdoet «wanneer deze ruimte ingezet wordt om leningen van deze crediteuren af te lossen». Hoe verhoudt dit zich tot het eerdere antwoord van de Minister? In hoeverre wordt er daadwerkelijk aan de bovengenoemde voorwaarden voldaan en hoeveel middelen zijn hiermee in totaal extra vrijgemaakt om de pandemie en de economische crisis aan te pakken?
De leden van de SP-fractie lezen ook dat het kabinet aandringt op deelname van private crediteuren aan het DSSI. Hoe komt het dat het tot nu toe niet is gelukt om hen te overtuigen en/of te stimuleren om hieraan mee te doen? Welke stappen kunnen Nederland, de leden van de Club van Parijs of de Wereldbank zetten om dit alsnog te bereiken?
Voor de leden van de SP-fractie is het van belang dat schuldenproblematiek van ontwikkelingslanden niet enkel tijdelijk wordt verzacht, maar dat er ook een echte oplossing komt voor landen met onhoudbare schulden. Daarom vinden zij de aankondiging van het Common Framework for Debt Treatments beyond the DSSI een stap in de juiste richting. Daarom zouden zij graag willen weten hoe het inmiddels staat met dit initiatief. Hoe worden private en multilaterale schuldeisers bijvoorbeeld betrokken? Zullen zij ook schulden (deels) gaan kwijtschelden wanneer dit nodig is?
Zij lezen in de geannoteerde agenda dat de hoogte van de financiering door de Wereldbank binnen het Common Framework gekoppeld zal worden aan resultaatafspraken onder het Sustainable Development Finance Policy (SDFP). Zij vragen zich af wat deze resultaatafspraken zullen inhouden. Wordt er bijvoorbeeld van landen verwacht dat zij gaan bezuinigen op de overheidsuitgaven in ruil voor steun van de Wereldbank?
Zal er binnen het Common Framework ook worden gekeken naar manieren om de schulden van lage inkomenslanden tegen te gaan door belastingontwijking door multinationals tegen te gaan? Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat Nederland op dit gebied ook een grote verantwoordelijkheid heeft, aangezien Nederland volgens het Tax Justice Network nog steeds in de top-4 staat van landen die belastingontwijking het meest faciliteren?3
Wanneer verwacht de Minister dat het Common Framework in werking zal treden?
De leden van de SP-fractie lezen dat het voor Nederland belangrijk is dat er in de discussie over de schuldenproblematiek aandacht is voor «een groen, inclusief en weerbaar herstel uit de COVID-19 crisis, het bereiken van de SDG’s en de doelen van het klimaatakkoord van Parijs». Zij zijn het daar vanzelfsprekend mee eens. Wel vragen zij zich af wat er volgens de Minister precies moet gebeuren om dit mogelijk te maken. Betekent dit bijvoorbeeld dat Nederland wil voorkomen dat er bezuinigt moet worden op de overheidsuitgaven van deze landen en dat de negatieve impact van multinationals in ontwikkelingslanden harder moet worden aangepakt vanuit hoge inkomenslanden zoals Nederland?
De leden van de SP-fractie zijn positief over de aankondiging dat Nederland de Wereldbank zal oproepen om een datum vast te stellen waarop haar financieringen volledig in lijn zijn met het Parijs-akkoord. Wel vragen zij zich af wat volgens het kabinet deze datum zou moeten zijn. Is de Minister het met deze leden eens dat dit zo vroeg mogelijk zou moeten zijn, gezien de enorme urgentie van het klimaatprobleem?
De leden van de SP-fractie lezen dat Nederland heeft afgesproken dat de twintigste middelenaanvulling van IDA (IDA-20) met een jaar zal worden vervroegd. Zij begrijpen de noodzaak van een oplossing voor het tekort van het budget voor de allerarmste landen en steunen daarom dit besluit. Wel vragen zij zich af wat dit betekent voor het Nederlandse OS-budget. Gaat er door dit besluit extra geld naar IDA vanuit dit budget? Zo ja, uit welk deel van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt dit gefinancierd?
Inbreng GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de voorjaarsvergadering van de Wereldbank en de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden daarbij. Deze leden onderschrijven het grote belang van de Wereldbankgroep bij het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Het belang van de Wereldbank is in de nasleep van de COVID-19-pandemie alleen maar verder toegenomen, gelet op de ernstige gevolgen voor lage en middeninkomenslanden en de toegenomen armoede en ongelijkheid. Deze leden hebben nog enkele vragen bij de agenda en kabinetsinzet.
Gevolgen COVID-19 crisis met een focus op vaccins
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevreden dat het vraagstuk van vaccins voor ontwikkelingslanden prominent op de agenda staat. Het feit dat de rijke landen hun financiële en organisatorische capaciteiten hebben ingezet om het grootste deel van de tot op heden beschikbare vaccins te bemachtigen zal leiden tot grotere ongelijkheid tussen rijke en arme landen. Dat is onwenselijk, zo vinden deze leden. Daarnaast vormt het ook een groot risico voor alle landen, inclusief rijke landen zoals Nederland. Zo blijkt uit een recent onderzoek van Oxfam Novib dat het overgrote deel van epidemiologen inschat dat de meeste van de huidige vaccins over een jaar niet meer effectief zullen zijn, vanwege mutaties die zullen ontstaan in ontwikkelingslanden als gevolg van de blijvend lage vaccinatiegraad daar. Deze leden zijn blij dat het kabinet dit risico ook signaleert in de geannoteerde agenda, maar zijn ook verbaasd dat dit zich niet lijkt door te vertalen naar een hogere mate van urgentie. Wat vindt het kabinet ervan dat COVAX momenteel streeft naar vaccinatie van 20% van de bevolking van lage- en middeninkomenslanden tegen eind 2021? Is dat in het licht van het aangestipte risico op mutaties niet onverantwoord laag, zo vragen deze leden?
Deze vraag vertaalt zich wat betreft de leden van de GroenLinks-fractie ook door naar de financiële middelen. Het kabinet stelt dat de totale toezeggingen tot op heden 6,2 miljard US dollar bedragen, maar de funding tracker van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor de Access to COVID-19 Tools Accelerators (ACT-A) lijkt te wijzen op 11,1 miljard US dollar. Wat verklaart het verschil, zo vragen deze leden? Wat is nu precies het totale financieringstekort voor ACT-A voor 2021? Klopt het dat dit meer dan 20 miljard dollar bedraagt, op een totale behoefte van 38 miljard dollar, alleen al om die 20% vaccinatiegraad in ontwikkelingslanden te bereiken? Nemen we met dit tekort niet een enorm risico, ook voor de Nederlandse bevolking, dat we over een jaar weer terug bij af zijn door een gemuteerde variant die de werking van de huidige vaccins ondermijnt? Zo nee, waarom niet? Is het kabinet bereid om een klemmende oproep te doen tijdens de voorjaarsvergadering van de Wereldbank om het financieringstekort zoveel als mogelijk te dichten?
Ook vragen deze leden wat nu precies de bindende beperking is met betrekking tot het beschikbaar stellen van vaccins voor ontwikkelingslanden. Deelt het kabinet de mening dat de productie hierbij het belangrijkste element is? Zo ja, wat is het bindende knelpunt voor een radicale opschaling van de wereldwijde productie, zo vragen deze leden. Stelt het kabinet zich nog altijd op het standpunt dat de octrooibescherming geen knelpunt vormt? Zo ja, kan de Minister aangeven uit welke onafhankelijke studies dit blijkt? Wat is de reactie van de Minister op het artikel van de directeur van de WHO, de heer Tedros Ghebreyesus, in the Guardian, waarin hij stelt dat een waiver in WTO-verband van de patenten op COVID-19 vaccins wel degelijk kan helpen om de wereldwijde productie uit te breiden?4 Is de Minister bereid om dit onderwerp ter sprake te brengen bij de voorjaarsvergadering van de Wereldbank en zich alsnog in te zetten voor ondersteuning van het voorstel van India en Zuid-Afrika om te komen tot een tijdelijke opschorting van intellectueel eigendom rechten rond COVID-19-vaccins? Klopt het dat de Amerikaanse president Biden dit nu ook overweegt?
Deze leden vragen ook of het kabinet bekend is met de studie van de Institute for Global Change, waarin staat dat naar schattig slechts een klein deel van de wereldwijde vaccinproductiecapaciteit momenteel wordt ingezet voor COVID-19 vaccins.5 Is de Minister bereid om de Wereldbank op te roepen de leiding te nemen voor het coördineren van een wereldwijde strategische industriepolitiek om de productie van COVID-19-vaccins zoveel en zo snel als mogelijk op te schalen, zonder daarbij tekorten van andere soorten vaccins te veroorzaken?
Schulden
De leden van de GroenLinks-fractie delen de zorgen van het kabinet over het feit dat veel lage- en middeninkomenslanden kampen met liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen. Dit gaat ten koste van de mogelijkheden om de gevolgen van de pandemie op te vangen en kwetsbare groepen te ondersteunen. Is het kabinet het eens met de recente uitspraken van secretaris-generaal van de VN Guterres dat de wereldwijde respons op dit vlak ernstig tekort is geschoten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat de Minister bepleiten bij de voorjaarsvergadering van de Wereldbank om dit te veranderen?
Wat vindt het kabinet van het voorstel om het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) tot eind 2021 te verlengen, zo vragen deze leden? Denkt de Minister dat de problemen aan het eind van 2021 voorbij zullen zijn? Zo niet, is het dan niet beter om duidelijkheid te verschaffen en het DSSI in één keer te verlengen tot mid- of eind 2022? Is de Minister bereid om daarvoor te pleiten bij de voorjaarsvergadering van de Wereldbank?
De voornoemde leden delen van harte de inzet van het kabinet dat private crediteuren ook zouden moeten deelnemen aan het DSSI. Het kabinet schrijft hier opnieuw op te zullen aandringen. Deze leden merken op dat dat nu al maanden het geval is. Is er enige vooruitgang geboekt in deze discussie de afgelopen maanden? Op welke manier kan de druk op private crediteuren worden verhoogd?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat het DSSI ook tekortschiet met betrekking tot de landen die ervoor in aanmerking komen. Verschillende middeninkomenslanden hebben te maken met de schuldenproblematiek maar komen nu niet in aanmerking voor het DSSI. Het grootste deel van het aantal mensen dat als gevolg van de COVID-19 pandemie is teruggevallen in extreme armoede komt juist op het conto van middeninkomenslanden, zo constateren deze leden. Is het dan niet tijd om het DSSI ook voor deze landen open te stellen, zodat zij schaarse middelen kunnen besteden aan sociale vangnetten in plaats van het overmaken van geld aan crediteuren, zo vragen deze leden? Welke andere instrumenten zijn beschikbaar om in te zetten wanneer, zoals IMF-directeur Georgieva deze week waarschuwde, opkomende economieën in de problemen komen als de rentes beginnen te stijgen?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook benieuwd naar recente ontwikkelingen rond het Common Framework. Wat is er sinds de overeenstemming eind 2020 gebeurd rond dit instrument? Ook met betrekking tot dit instrument vragen deze leden of het niet zou moeten worden uitgebreid naar middeninkomenslanden?
Het kabinet benadrukt verder terecht het belang van transparantie over schulden, maar legt die uitdaging vooral neer bij arme landen zelf, zo lijkt het. Is het niet het geval, zo vragen deze leden, dat gebrek aan transparantie vaak eerder een voorwaarde is van de crediteur? Zo speelde één van de grootste schandalen rond verborgen gehouden schulden van het afgelopen decennium zich af in Mozambique, waar Europese banken in het geheim leningen hadden verstrekt. Welke mogelijkheid ziet het kabinet om transparantie vanuit Europese private crediteuren af te dwingen door middel van wetgeving? En op welke manier is China aangesproken op transparantie over leningen aan andere landen? Wat is de Chinese reactie?
Deze leden zijn verder benieuwd of het kabinet al meer informatie heeft over de activiteiten van aasgierfondsen om met schulden te speculeren. Is het kabinet bereid om dit ook bij de voorjaarsvergadering van de Wereldbank ter sprake te brengen, en landen op te roepen om de activiteiten van aasgierfondsen via wetgeving te reguleren?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd om te lezen dat het kabinet het vergroten van het aanbod van schuldinstrumenten met een andere risicoverdeling tussen debiteur en crediteur aanmoedigt. Het kabinet noemt daarbij het voorbeeld van leningen in lokale valuta. Is het kabinet bereid om de Wereldbank te verzoeken om ook andere innovaties in de markt voor overheidsschulden te onderzoeken? Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan obligaties of andere leningen waar terugbetalingen meebewegen met economische schokken, bijvoorbeeld als gevolg van klimaatrampen, pandemieën of schommelingen in grondstoffenprijzen.
Groen, inclusief en weerbaar herstel
De leden van de GroenLinks-fractie verwelkomen de focus van de Wereldbank op een groen, inclusief en duurzaam herstel en ondersteunen de mobilisatie en inzet van kapitaal voor investeringen in duurzame infrastructuur. In dit kader zijn deze leden wel teleurgesteld dat de wereldwijde steunpakketten zich nog minder richten op groene investeringen dan de steunpakketten in de nasleep van de financiële crisis van 2008. Zo stelt een recent rapport van Vivid Economics dat van de 14.9 biljoen dollar aan steunpakketten slechts 1.8 biljoen dollar naar groene investeringen gaat, terwijl er 2.8 biljoen dollar naar investeringen gaat die juist zullen leiden tot extra uitstoot en vervuiling. Hoe kijkt het kabinet hiernaar? Wat gaat het kabinet ondernemen om het aandeel werkelijk groene en duurzame investeringen in de steunpakketten in Nederland, de Europese Unie én daarbuiten zo spoedig mogelijk omhoog te krijgen?
Deze leden erkennen verder dat beleidshervormingen van belang zijn om groen, inclusief en weerbaar herstel mogelijk te maken, maar zij hebben wel vragen over de specifieke hervormingen waar de Wereldbank op in zal zetten. De agenda heeft het daarbij in eerste instantie over handelsbeleid en begrotingsbeleid. Aan welke hervormingen moeten we hierbij denken, zo vragen deze leden? Erkent het kabinet dat in sommige gevallen een restrictiever handelsbeleid, met de bescherming van bepaalde sub-sectoren, juist een rol kan spelen bij het bewerkstelligen van groen, inclusief en weerbaar herstel in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld om kortere voedselketens en lokale werkgelegenheid te stimuleren? Erkent het kabinet dat het ideale begrotingsbeleid ook sterk afhangt van de context? Zijn de echt belangrijke hervormingen voor groen, inclusief en duurzaam herstel niet ook juist gelegen op het gebied van sterkere wet- en regelgeving rond klimaat en biodiversiteit, of op het gebied van sociale bescherming, zo vragen deze leden? Is het kabinet bereid deze accenten mee te geven bij de voorjaarsvergadering?
De voornoemde leden ondersteunen de inzet van Nederland om aandacht te vragen voor de kwaliteit en inclusiviteit van bestuur, en voor een ambitieus nieuw klimaatplan van de Bank zelf. Het kabinet schrijft de Bank te zullen oproepen om zich te committeren aan een datum waarop financieringen volledig in lijn moeten zijn met de doelen van het klimaatakkoord. Welke datum heeft het kabinet hierbij in gedachte?
IDA middelentekort
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet wil inzetten op een vervroeging van de 20e middelenaanvulling (IDA-20), in plaats van een extra aanvulling van IDA-19. In hoeverre heeft dit gevolgen voor de tijdige beschikbaarheid van benodigde middelen? Is het niet een optie om in te zetten op een combinatie van beide, zo vragen deze leden? Deze leden kunnen zich in algemene zin goed vinden in de voorgestelde Nederlandse inzet voor de onderhandelingen over de beleidsprioriteiten voor IDA-20. Zij vragen of Nederland daarnaast ook in kan zetten op de bescherming van biodiversiteit, het scheppen van duurzame werkgelegenheid en het versterken van de positie van vrouwen en meisjes.
Geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de voorjaarsvergadering van de Wereldbank van 9 tot en met 11 april 2021. 2021Z05165 – Brief regering d.d. 30-03-2021, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Verslag jaarvergadering Wereldbank 2020. 26 234, nr. 248 – Brief regering d.d. 04-12-2020, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
NOS.nl, 30 maart 2021, «Oxfam Novib: coronavaccins snel ineffectief door vaccingebrek in arme landen» (https://nos.nl/artikel/2374653-oxfam-novib-coronavaccins-snel-ineffectief-door-vaccingebrek-in-arme-landen.html).
Tax Justice NL, 9 maart 2021, «Nederland weer 4e in lijst belastingparadijzen» (https://www.taxjustice.nl/nederland-weer-4e-in-lijst-belastingparadijzen/).
The Guardian, 5 maart 2021, «A «me first» approach to vaccination won't defeat Covid».
(https://www.theguardian.com/commentisfree/2021/mar/05/vaccination-covid-vaccines-rich-nations).
Tony Blair Institute for Global Change, 26 februari 2021, «The New Necessary: How We Future-Proof for the Next Pandemic» (https://institute.global/sites/default/files/articles/The-New-Necessary-How-We-Future-Proof-for-the-Next-Pandemic.pdf).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2021D11724.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.