Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D07641 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D07641 |
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de brief van 17 februari 2021 inzake het Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief (2021Z03294).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De griffier van de commissie, De Kler
Nr |
Vraag |
1 |
In hoeverre staat het geld dat gereserveerd is voor het Nationaal Programma Onderwijs (8,5 miljard euro) vast, ook na de verkiezingen en formatie? |
2 |
Hoe wordt de 8,5 miljard euro precies gefinancierd? Komt dit bedrag volledig van buiten de OCW-begroting? |
3 |
Kunt u uitsplitsen hoeveel geld er voor ieder programma wordt uitgegeven? Kunt u uitleggen waarop het bedrag voor po en vo is gebaseerd?1 |
4 |
Hoe groot is het bedrag per leerling dat wordt uitgekeerd in het kader van het Nationaal Programma? Is dat eenzelfde bedrag voor po, vo en (v)so of verschilt het per schoolsoort? Wat is de toeslag per leerling voor scholen met veel achterstandsleerlingen en wordt deze toeslag gekoppeld aan de index die wordt gebruikt voor het toekennen van onderwijsachterstandsmiddelen, zoals ontwikkeld door het CBS?2 |
5 |
Wordt met een intensivering van het wegwerken van onderwijsachterstanden ook aandacht besteed aan de groep thuiszitters die al voor corona van onderwijs verstoten was en vaak niet mocht aansluiten toen scholen online onderwijs gaven? |
6 |
Vormt bij de bewezen effectieve interventies, zoals extra docenten en ondersteuning in de klas, voor bijles en huiswerkbegeleiding op school, voor (intensieve) ondersteuning en begeleiding van leerlingen, voor aanvullende zomerprogramma’s of weekendscholen, om de gevolgen van de coronacrisis aan te pakken en perspectief te bieden aan leerlingen tevens een uitgangspunt dat deze interventies staan of vallen met de beschikbaarheid van een goede docent? Zo nee, waarom niet? |
7 |
Klopt het dat het de bedoeling is dat scholen per leerling in kaart brengen wat de cognitieve, executieve en sociaal-emotionele achterstanden zijn en worden deze ook gedeeld met de leerling en ouders? |
8 |
Is het de bedoeling dat per leerling wordt bijgehouden in hoeverre achterstanden gedurende de komende tweeënhalf jaar worden ingelopen, zodat kan worden bijgestuurd als er te weinig voortgang is? |
9 |
Op welke wijze wordt toezicht gehouden door de Inspectie van het Onderwijs en het ministerie of scholen de middelen effectief inzetten? Wordt daarbij ook gekeken naar de voortgang van de leerlingen bij het wegwerken van achterstanden? Wat zijn de interventies die door de Inspectie of het ministerie kunnen worden gepleegd voor het geval deze inzet niet effectief blijkt? |
10 |
Hoe gaat u voorkomen dat scholen ervoor kiezen om de onderwijsachterstanden in te halen door de inzet van dure commerciële bijlesbureaus? |
11 |
Kan het meerjarig plan van scholen ook een langere looptijd hebben dan twee en een half jaar? |
12 |
Wat gebeurt er als ouders niet willen dat hun kind deze zomer weer naar school gaat? |
13 |
Wat zijn de consequenties als scholen de middelen niet uitgeven aan bewezen effectieve interventies? Hoe wordt hierop toegezien? |
14 |
Hoe wordt er rekening gehouden met belastbaarheid van leerlingen en docenten in het po en vo? Wat betekent dit voor de werkdruk? |
15 |
Worden de inhaalprogramma’s, zoals aanvullende zomerprogramma’s, verplicht voor leerlingen met een onderwijsachterstand? Zo niet, hoe kunnen we dan zeker weten dat onderwijsachterstanden bij alle leerlingen ook daadwerkelijk worden ingehaald? |
16 |
Kunt u aangeven wat de invloed is van de verwachting dat scholen en instellingen de leervertraging en -achterstanden inzichtelijk maken, op de hoge werkdruk die scholen en instellingen nu al ervaren? |
17 |
Kunt u specificeren wanneer leerlingen een hoog risico op achterstanden hebben, hoeveel van deze leerlingen een school moet hebben om aanspraak te maken op extra ondersteuning en hoe dit bepaald wordt? |
18 |
Kunt u nader specificeren waar scholen de extra financiële middelen aan mogen besteden? Mogen deze middelen ook besteed worden aan zaken die wellicht minder op korte termijn corona-achterstanden wegwerken, maar op de lange termijn erg effectief zijn voor het tegengaan van onderwijsachterstanden? Mogen de middelen bijvoorbeeld ingezet worden voor een goede samenwerking met lokale openbare Bibliotheken om een kwalitatief goede bibliotheek op iedere school te krijgen ten behoeve van het leesonderwijs? |
19 |
Kunt u aangeven in hoeverre scholen verplicht zijn zich aan de «menukaart» van interventies te houden? Als een school wil afwijken van die «menukaart» kan dit dan leiden tot grotere administratieve druk vanwege extra verantwoording? |
20 |
Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de duur van zo'n twee schooljaren waarin scholen hun inhaalprogramma's voor scholieren moeten afronden, terwijl de opgelopen achterstanden een structureel karakter dragen en het voor scholen moeilijk is om in het licht van het lerarentekort voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel hiervoor vrij te maken? |
21 |
Op welke termijn schat u dat de acties van het funderend onderwijs van start kunnen gaan, wanneer scholen tot de zomer hebben om achterstanden in kaart te brengen en daarna in teamverband aan de slag gaan om tot een plan te komen om dit tegen te gaan? |
22 |
Wat is een passende vergoeding voor leraren die in de zomer doorwerken? |
23 |
Waarom kunnen gemeenten bepalen welke aanvullende onderwijsprogramma’s zij bieden, en niet de scholen? Hoe kunt u ervoor zorgdragen dat dat geld op de juiste scholen terecht komt? Wat zijn de consequenties als gemeenten het geld niet op de juiste manier besteden? Gaat er geld naar iedere gemeente? Hoeveel geld gaat er in totaal naar gemeenten, en hoeveel per gemeente? |
24 |
Op welke wijze krijgen docenten die extra werken in bijvoorbeeld de zomervakantie een extra vergoeding? Hoe worden deze vergoedingen belast? Wat houden docenten netto per uur over indien zij extra onderwijs verzorgen? |
25 |
Is iedere school vrij in het observeren en in kaart brengen van achterstanden die zijn ontstaan door corona? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor de objectiviteit en hoe werkt dat door in de aanpak? Zo nee, hoe dan? |
26 |
Kunt u aangeven in hoeverre de optie tot het geven van zomerscholen vrijblijvend is? Kan het zijn dat er onderwijsachterstanden blijven bestaan, omdat leerlingen op een school zitten waar het schoolbestuur extra zomer en weekendlessen niet aanbiedt aan leerlingen? |
27 |
Wat betreft de bereidheid van leraren om in de vakantie extra onderwijs te verzorgen: kunt u aangeven wie de hoogte van de passende vergoeding bepaalt? |
28 |
Acht u het een wenselijke ontwikkeling als scholen zich gedwongen voelen om uit te wijken naar commerciële aanbieders, om bij het aanhoudende lerarentekort binnen de bestaande termijnen nog zoveel mogelijk van de inhaalprogramma's voor hun leerlingen te verwezenlijken? In hoeverre verwacht u dat de aanpak van leerachterstanden zal beklijven, wanneer de betrokken aanbieders voor de school na twee jaar weer volkomen buiten beeld geraken? |
29 |
Hoe veel budget is precies beschikbaar voor het realiseren van extra brede brugklassen? Hoe veel brede brugklassen kunnen hiermee worden gerealiseerd? |
30 |
Kunnen scholen de extra bekostiging alleen inzetten wanneer zij een maatregel kiezen uit het keuzemenu van effectief bewezen interventies, of hebben zij ook de vrijheid om daarnaast voor andere maatregelen te kiezen? |
31 |
Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de motie Kwint en Heerema3 die de regering ertoe oproept om massaal studenten te vragen om als stage of baan te helpen met het wegwerken van onderwijsachterstanden en het verlenen van hulp om in gesprek te gaan over de emotionele gesteldheid van scholieren? |
32 |
Kunt u aangeven wat de precieze randvoorwaarden zijn, zoals omschreven in de laatste zin van de eerste alinea van pagina 5? |
33 |
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn voor scholen waarbij er nog erg veel aan de randvoorwaarden schort? |
34 |
Kunt u aangeven in hoeverre u verwacht dat meer middelbare scholen brede brugklassen gaan aanbieden, gezien het feit dat dit best een grote stelselwijziging op scholen betekent? |
35 |
Wat betekent het online platform met webinars, kennisclips en opgaven van recente examens dat begin maart aanstaande wordt gelanceerd en waarvan de materialen meerjarig worden ter beschikking gesteld, voor de geheimhouding van de centrale examens die in 2020 niet werden afgenomen? Worden deze dan alsnog openbaar gemaakt? |
36 |
Examenleerlingen moeten fysiek onderwijs krijgen; hoeveel uur is dit minimaal per week? |
37 |
Welke maatregelen worden er precies genomen voor het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs, naast het verhogen van het budget voor hogere leerlingenaantallen? |
38 |
Waarom krijgen samenwerkingsverbanden ook extra financiële middelen als ze al zoveel geld op de plank hebben liggen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat de middelen via het samenwerkingsverband op de juiste plek terecht komt? Waar kunnen de maatregelen voor specifieke groepen aan worden uitgegeven? |
39 |
Kunt u de verlengde leerroute beter uitleggen? Wat houdt dit precies in? Wat betekent dit voor het aantal leerjaren binnen het vmbo, havo en vwo?4 Hoe worden docenten geacht les te geven in dit jaar? Wat gaat u doen voor de leerlingen die juist sneller door het onderwijs kunnen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat de leerlingen die vooruit lopen ook het onderwijs krijgen wat ze verdienen? |
40 |
Kunt u specificeren welke maatregelen genomen gaan worden om de instroom van nieuwe studenten in goede banen te leiden? |
41 |
Kunt u specificeren welke andere begeleiding en ondersteuning aan scholen geboden gaan worden, zoals omschreven in de derde alinea, laatste zin, pagina 6? |
42 |
Kunt u aangeven hoe de subsidieregeling «extra handen in de klas» wordt uitgebreid en hoe ervoor wordt gezorgd dat scholen deze regeling weten te vinden? |
43 |
Kunt u aangeven wat een verlengde leerroute anders maakt dan zittenblijven? Hoe verwacht u dat deze maatregel in de praktijk eruit gaat zien? In hoeverre krijgen scholen extra middelen om ook personeel aan te stellen specifiek voor een verlengde leerroute? |
44 |
Kunt u aangeven in hoeverre het realistisch is te verwachten dat in twee en een half jaar tijd alle stageproblematiek ten gevolge van de coronacrisis voor duale- of bbl-werkplekken is opgelost?5 |
45 |
Geldt de halvering van het collegegeld alleen voor het wettelijk collegegeld of ook voor het instellingscollegegeld? |
46 |
Waarom is er gekozen om de ov-kaart met 12 maanden te verlengen?6 |
47 |
In hoeverre kunnen studenten met de genomen maatregelen ook langer lenen? Indien studenten niet langer kunnen lenen, wat zouden de kosten zijn om studenten 6 respectievelijk 12 maanden langer leenrechten te geven? |
48 |
Hoe veel extra stages kunnen worden bekostigd met de extra middelen voor SBB en hogescholen?7 |
49 |
Hoe groot is het stagetekort momenteel in het mbo en hbo?8 |
50 |
Hoe veel minderjarige studenten telt het mbo? |
51 |
Geldt de halvering van het collegegeld ook voor zogenoemde schakeljaren? |
52 |
Is er een mogelijkheid om de halvering van het collegegeld over dit jaar te laten plaatsvinden? |
53 |
Wat houdt het actieplan hbo stages in? |
54 |
Hoe zit het met ondersteuning voor studenten die voor 31 augustus a.s. afstuderen? |
55 |
Hoe zit het met ondersteuning voor mensen die in februari 2022 afstuderen en dus maar zes maanden collegegeld betalen? |
56 |
Hoe zit het met ondersteuning voor mensen die in februari 2022 beginnen met hun vervolgstudie? |
57 |
Hebben internationale studenten ook recht op halvering van het collegegeld? |
58 |
Geldt de halvering ook voor instellingscollegegeld? |
59 |
Zijn de reguliere begrotingsregels van de medezeggenschap van toepassing op de middelen die naar de instellingen gaan? |
60 |
Kunt u aangeven waarom voor het wetenschappelijk onderwijs is gekozen voor de richting geneeskunde? |
61 |
Kunt u aangeven waarom er is uitgegaan van een gemiddelde studieduurvertraging van een half jaar, terwijl de coronacrisis inmiddels bijna een jaar duurt? |
62 |
Als een deel van het geld wordt geoormerkt (voor intensieve begeleiding en studentenwelzijn), hoe gaat de besluitvorming rondom de besteding daarvan? |
63 |
Kan er een overzicht worden gegeven van alle regelingen voor het hoger onderwijs die in dit pakket zitten? |
64 |
Welke verschillen en mogelijke overlap zit er tussen de verschillende regelingen voor het hoger onderwijs in dit pakket? |
65 |
Op welke wijze moeten de instellingen zich over de verschillende regelingen in dit pakket verantwoording afleggen? |
66 |
Kunt u aangeven in hoeverre de huidige maatregelen om meer personeel in te zetten effectief zijn? In hoeverre verwacht u dat deze effectief zullen zijn voor de personeelsproblemen ten gevolge van de coronacrisis? |
67 |
Kunt u aangeven hoe de extra middelen als gevolg van de langere verblijfsduur van studenten ook meer personeelsruimte geeft aan instellingen? Is er ook voldoende personeel beschikbaar om deze middelen aan te besteden? |
68 |
Is bekend hoeveel onderzoek verloren is gegaan door corona? |
69 |
Kunt u aangeven in hoeverre instellingen moeten aantonen dat het belang van meer personeel het directe gevolg is van de coronacrisis? |
70 |
Kunt u aangeven in hoeverre compensatie voor onderzoekers ook geldt voor het al gedekte deel door kennisinstellingen, zoals omschreven halverwege alinea 2 op pagina 10? |
71 |
Kunt u aangeven in hoeverre er geleund wordt op sneltesten bij het openstellen van het onderwijs? Wat gebeurt er met dit onderwijsplan als de coronacrisis langer aanhoudt en sneltesten onvoldoende betrouwbaar zijn voor het openstellen van onderwijsinstellingen? |
72 |
Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de verdeelsleutel tussen financiële ruimte om in dit en de volgende twee school-/ studiejaren leerlingen en studenten te begeleiden bij opgelopen achterstanden en het structurele geld ter compensatie voor de grotere instroom van leerlingen en studenten? Onderkent u bij de achterstanden een structureel probleem dat niet alleen heeft kunnen ontstaan door de covidcrisis, zoals ook de socioloog Bol van de Universiteit van Amsterdam op 17 februari jl. signaleerde in de uitzending van Nieuwsuur? Zo nee, waarom niet? |
73 |
Welke waarborgen bouwt u in, opdat middelen daadwerkelijk ertoe leiden dat scholieren en studenten achterstanden en studievertraging inhalen en niet voor een belangrijk deel blijven steken bij de overhead van de schoolleiding? |
74 |
Hoe voorkomt u dat versterkingen aan het fundament van het onderwijs door dit noodpakket tijdelijk blijken te zijn, omdat het geld na twee en een half jaar op is? |
75 |
Wanneer stuurt u bij, indien blijkt dat het geld niet terecht komt waar het voor bedoeld is op schoolniveau? |
76 |
Kunt u aangeven in hoeverre medezeggenschapsraden en studentenraden voldoende geëquipeerd zijn om ook op coronamaatregelen instemming te verlenen? |
77 |
Kunt u aangeven hoe toegezien wordt op de verantwoording van instellingen? Wat zijn de mogelijke gevolgen van onvoldoende verantwoording? Welke instantie gaat hierop toezien? Is of wordt deze instantie ook van voldoende middelen voorzien om hierop toe te zien? |
78 |
In hoeverre wordt in deze plannen rekening gehouden met blijvende aanwezigheid van het virus en gevolgen daarvan, zoals het uitvallen van leraren hierdoor? |
79 |
Wat gebeurt er voor kinderen die vanwege eigen gezondheidsproblemen of die van familieleden voorlopig niet naar school kunnen? Hoe worden de achterstanden van deze kinderen in beeld gebracht? |
80 |
Hebben scholen de mogelijkheid om het beschikbare geld over een (beperkt) langere periode in te zetten? |
81 |
Wanneer weten scholen hoeveel geld ze zullen ontvangen? |
82 |
Waarom komt er geen compensatie voor studenten die studeerden in het huidige en afgelopen collegejaar? Is er een mogelijkheid dat studenten in deze groep die vertraging hebben opgelopen alsnog aanspraak kunnen doen op compensatie? |
83 |
Wordt er op enige manier gestuurd of geadviseerd op welke manier instellingen de structurele 645 miljoen euro uitgeven? |
84 |
Hoeveel zal worden uitgetrokken om (nieuwe) mbo studenten komend jaar te voorzien van de nodige devices? |
85 |
Op welke manier worden instellingen aangesproken als blijkt dat het geld onvoldoende bij de studenten is terecht gekomen? |
86 |
Wordt de termijn van 10 jaar waarin studenten hun diploma moeten halen ook verlengd? |
87 |
Wat is het effect van de compensatie voor de grotere instroom van structureel 645 miljoen euro voor de ramingssystematiek van de komende jaren? |
88 |
Wat zijn volgens u de voornaamste conclusies van onderzoeken die gedaan zijn in zowel binnen- als buitenland naar de onderwijsachterstanden die kinderen tijdens de coronapandemie hebben opgelopen, wat de gevolgen daarvan zijn en welke interventies het beste deze onderwijsachterstanden kunnen voorkomen en/of verhelpen? |
89 |
Zijn de achterstanden die zijn opgelopen in het voortgezet onderwijs ook in beeld? Is daar onderzoek naar gedaan? |
90 |
Wat is de verdeelsystematiek van de extra middelen voor de basisscholen en middelbare scholen en hoe is hierbij rekening gehouden met scholen die veel leerlingen hebben met een achterstand? |
91 |
Wat bedoelt u precies met «specifieke aandachtsgroepen»? |
92 |
Hoe gaat u precies bepalen welke scholen en gemeenten er meer geld krijgen vanwege veel leerlingen met een het risico op een onderwijsachterstand? Waar ligt de grens voor extra geld? |
93 |
Klopt het dat de effectief bewezen interventies wetenschappelijk bewezen moeten zijn? |
94 |
Wat gebeurt er als een school niet meedoet aan het programma? |
95 |
Wat verstaat u onder «ruimte geven in regels»? Waarin krijgen scholen meer ruimte? Geldt dat voor alle scholen? |
96 |
In hoeverre is dit Nationaal Onderwijs Programma ook bedoeld en voor het wegwerken van achterstanden die al voor de coronapandemie zijn opgelopen? Is het budget ook voor het wegwerken van al bestaande achterstanden toereikend? Zo nee, hoeveel geld zou daarvoor vrijgemaakt moeten worden? |
97 |
Wie zijn precies de veldpartijen? |
98 |
In hoeverre worden leraren betrokken bij de uitwerking van dit plan? |
99 |
Wordt het programma doorgezet als na twee en een half jaar blijkt dat de achterstanden nog niet zijn ingelopen? |
100 |
Met welke reden is gekozen voor twee en een half jaar als looptijd voor het programma? |
101 |
Welke extra vergoeding kunnen leraren verwachten voor het verzorgen van onderwijs in de vakantie? Moeten hiervoor nieuwe cao-afspraken worden gemaakt? |
102 |
Is de systematiek voor de extra middelen in het funderend onderwijs vergelijkbaar of gelijk aan de werkdrukmiddelensystematiek? Zo nee, waar zit het verschil? |
103 |
Wat wordt er bedoeld met de passage dat de analyse op schoolniveau een voorwaarde is voor het ontvangen van de middelen? |
104 |
Wanneer moet het keuzemenu interventies gereed zijn? |
105 |
Klopt het dat scholen alleen geld ontvangen als zij zowel een analyse van de leerachterstanden, als een interventie uit het keuzemenu hebben opgenomen in hun reguliere onderwijsprogramma? |
106 |
Hebben scholen voldoende tijd, ruimte en personeel om voor de zomer alle achterstanden van hun leerlingen in kaart te kunnen brengen? |
107 |
Zijn scholen verplicht om in de zomervakantie onderwijs aan te bieden? |
108 |
Welke maatregelen kan het vervolgonderwijs nemen om de instroom van nieuwe studenten in goede banen te leiden? |
109 |
Kunt u een overzicht geven (in tabelvorm) van alle investeringen die gedaan zijn ten behoeve van het onderwijs vanwege de coronacrisis, inclusief de aangekondigde investeringen in het Nationaal Programma Onderwijs? |
110 |
Hoeveel geld wordt er extra vrijgemaakt voor de subsidie voor extra hulp in de klas? |
111 |
Wat houdt de aanpassing van leerresultatenbeoordeling in het voortgezet onderwijs in? |
112 |
Hoe is het bedrijfsleven betrokken bij het creëren van extra stageplaatsen en is dit vrijblijvend, of zijn er bindende afspraken gemaakt? |
113 |
Als slechts een gering deel van de leerlingen wordt bereikt met de inhaal- en ondersteuningsprogramma, hoeveel leerlingen zijn dit? Hoeveel leerlingen kunnen er met dit programma geholpen worden? |
114 |
Hoe wordt de aanpak stage-en praktijkleren uitgebreid? |
115 |
Kunt u nader toelichten hoe u met het nationale programma (verlengde) heterogene brugklassen en alternatieve effectieve maatregelen die latere selectie aantoonbaar bewerkstellingen financieel stimuleert? Hoe groot is de financiële ruimte binnen het Nationaal Programma Onderwijs voor extra geld voor dit doel? |
116 |
In hoeverre wordt de publieke sector gestimuleerd met dit programma om stageplekken voor het mbo te creëren? |
117 |
Op welke manier zal worden gemonitord in hoeverre de extra gelden de stagetekorten verkleinen? |
118 |
Kunnen studenten wiens ouders niet kunnen voorzien in de algemene leefkosten die extra zullen worden gemaakt tijdens de extra studietijd, aanspraak maken op extra financiële ondersteuning, zeker wanneer zij vanwege de coronamaatregelen nog steeds niet kunnen bijverdienen? |
119 |
Wat is het verwachte effect van de verhoging van de subsidie praktijkleren op het aantal stages? |
120 |
Hoeveel kost het om alle studenten een jaar vrij te stellen van college- en lesgeld? |
121 |
Hoeveel studenten hebben een studievertraging van meer dan een half jaar? |
122 |
Hoeveel ontvangt SBB om het stageoffensief de komende tijd gestalte te geven? |
123 |
Hoeveel studievertraging hebben internationale studenten gemiddeld? Is dit meer of minder dan Nederlandse studenten? |
124 |
Hoeveel internationale studenten hebben een vertraging van meer dan een half jaar? |
125 |
Hoeveel is de gemiddelde studievertraging van mbo-studenten? |
126 |
In hoeverre acht u het haalbaar dat de opgelopen achterstanden ingehaald worden gezien het grote lerarentekort? |
127 |
Neemt u nog specifieke maatregelen ten aanzien van het bestrijden van het lerarentekort? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? |
128 |
Op welke wijze gaat u conform motie Kwint c.s. het lerarentekort registreren?9 |
129 |
Worden scholen door dit programma verplicht om brede brugklassen in te stellen? Zo niet, waarom niet? |
130 |
In hoeverre worden scholen verplicht om maatregelen voor latere selectie in te stellen? |
131 |
Wordt de leeftijdsgrens waarop leerlingen in het praktijkonderwijs en het vso mogen blijven ook opgehoogd totdat ze hun opleiding hebben afgerond? |
132 |
Uit hoeveel geld bestond de «dip» in de werkdrukmiddelen? Door welke kasschuiven is die «dip» ontstaan? |
133 |
Hoeveel kost het om mbo-studenten ook een verlenging van twaalf maanden van het studentenreisproduct te geven? |
134 |
Waarom zijn mbo-studenten niet meegenomen in de verlenging van het reisrecht? |
135 |
Hoeveel docenten kunnen er worden ingezet van de extra middelen die worden vrijgemaakt voor extra hulp in de klas? Hoeveel klassenassistenten en onderwijsassistenten kunnen worden ingezet? Hoe gaat u de gepensioneerden docenten in de klas halen? Hoe is dat te behalen in tijden van een lerarentekort? |
136 |
In hoeverre wordt er ondersteuning verzorgd voor medezeggenschapsraden ten aanzien van de effectief bewezen interventies en de keuzes daarvoor, aangezien zij moeten instemmen met het meerjarenplan van de school? |
137 |
Wat als scholen niet genoeg docenten hebben om dit programma uit te werken en in te voeren? Hoe denkt u op korte termijn extra docenten te krijgen? |
138 |
Hoe groot is het stagetekort in het vmbo en in het praktijkonderwijs? |
139 |
Hoeveel mbo-studenten hebben nog geen devices om online-onderwijs te kunnen volgen? |
140 |
Is dit extra deel geld ook bedoeld voor het betalen van de inzet van sneltesten op instellingen? Zo ja, hoeveel? |
141 |
Wanneer kunnen de instellingen de «corona-enveloppe» verwachten? |
142 |
Hoe gaat u het vak van leraar op scholen beter belonen? Op welke manier worden deze leraren beter beloond? Hoeveel geld gaat hier naartoe? Hoeveel leraren worden er beter beloond? Welke leraren worden beter beloond? |
143 |
Hoe groot is de behoefte aan extra devices in het mbo? |
144 |
Hoe groot is het budget voor de extra devices in 2021? |
145 |
Hoe groot was het budget voor extra devices in 2021? |
146 |
Hoeveel studenten kunnen aanspraak maken op ondersteuning bij het aanschaffen van devices met de extra middelen in 2021? |
147 |
Hoe wordt besloten of een student recht heeft op ondersteuning bij het aanschaffen van devices? |
148 |
Hoeveel onderzoekers hebben meer dan drie maanden vertraging? |
149 |
Op welk moment in het jaar ontvangt de Kamer een voortgangsrapportage? |
150 |
Kunt u nader toelichten wat de maatschappelijke begeleidingscommissie precies gaat doen? |
151 |
Hoe zal de nulmeting voor de zomer eruit zien? |
152 |
Op welke manier worden scholen aangesproken als zij zich niet voldoende inzetten om achterstanden in te lopen? |
153 |
Hoe groot is het stagetekort in het hoger onderwijs en in het hbo alleen? |
154 |
Wat zijn de consequenties indien scholen zich niet hebben gehouden aan de regels betreffende het ontvangen van middelen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs? |
155 |
Kunt u in tabelvorm exact weergeven waar de 5,8 miljard euro voor funderend onderwijs aan uitgegeven wordt? |
156 |
Hoe gaat de Inspectie de komende jaren rekening houden met de bijzondere situatie, bijvoorbeeld met de leerresultaten en examenresultaten? |
157 |
Op welke steun kunnen studenten rekenen die met vertraging afstuderen in de periode tussen februari 2021 en augustus 2021? Op welke steun kunnen studenten zonder vertraging rekenen die afstuderen in dezelfde periode? |
158 |
Waarom is er gekozen voor een generieke halvering van het college, les- of cursusgeld? |
159 |
Hoeveel studenten zijn door de versoepeling van het bindend studieadvies toch doorgelaten naar het tweede studiejaar, die in normale omstandigheden niet zouden zijn toegelaten? Hoe worden hun achterstanden weggewerkt en welk instrument heeft een instelling als blijkt dat een student toch niet op de juiste plek zit? |
160 |
Hoe groot zijn de tekorten aan stages in het mbo en in het hbo? Welke sectoren kennen de grootste stagetekorten? |
161 |
Wat zijn de resultaten van het huidige offensief in het mbo? |
162 |
Kunt u laten zien in hoeverre er verschil tussen de sectoren die juist nu meer investeren in opleiding, bbl en stages en de sectoren waar nu de nood aan de man is? Hebben de sectoren waar het nu goed gaat de extra bbl-middelen ook nodig? |
163 |
Op welke manier is naar andere en additionele mogelijkheden gekeken om tot behoud van zowel stage- als ook BBL/opleidingsplekken te komen en juist nu te stimuleren? Is het mogelijk om tot een opleidingsfonds te komen in samenwerking met sociale partners, met aanvullende steun als percentage van het te betalen (opleidings)loon in de sectoren die het meest getroffen zijn, voor de duur van de gehele opleidingsperiode en in het verlengde van de huidige Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid? Zo nee, waarom niet? |
164 |
Hoe groot zijn de studievertragingen momenteel in het mbo? Hoe groot zijn deze in het hbo? Hoeveel groter is dat vergeleken met de studievertragingen van vóór de coronaperiode? |
165 |
Hoeveel extra stageplekken heeft het eerste SBB-stimuleringspakket opgeleverd |
166 |
Welke «overige middelen» worden eerst op de Aanvullende post van Financiën geplaatst en pas overgeboekt naar de OCW-begroting als de maatregelen nader zijn uitgewerkt? |
Vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs; vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2021D07641.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.