2021D03614 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief d.d. 18 december 2020 inzake de Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025 (Kamerstuk 35 570 V, nr. 65).

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De griffier van de commissie, Van Toor

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

II

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

3

III

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

3

IV

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

5

V

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

8

I Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025. Zij steunen de actieve inzet van het kabinet ten aanzien van polaire vraagstukken. Zij hebben hierbij nog de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre deze nieuwe polaire strategie een voortzetting is van de vorige polaire strategie, en op welke punten de koers is gewijzigd. Ook vragen zij hoe de nationale polaire strategie zich verhoudt tot de beleidsplannen van de Europese Unie en de NAVO.

De leden van de VVD-fractie maken zich in het bijzonder zorgen om de risico’s die gepaard gaan met de toenemende economische activiteiten in de polaire gebieden en de groeiende politieke, militaire en economische interesse van derde landen. Welke concrete risico’s ziet het kabinet op dit gebied?

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het EU-beleid ten aanzien van het noordpoolgebied. Hoe voorziet het kabinet de samenwerking met Groot-Brittannië, na de Brexit, op dit gebied?

De leden van de VVD-fractie vragen of en in hoeverre de op pagina 18 genoemde besprekingen van politiek-militaire vraagstukken met alle Arctische staten al plaatsvinden? De genoemde leden waarderen de inzet van het kabinet de dialoog tussen de NAVO en Rusland ten aanzien van polaire aangelegenheden te bevorderen. Zij vragen of er momenteel voldoende mogelijkheden zijn ter voorkoming van miscommunicatie en eventuele decentrale gewapende incidenten, en wat hierbij de inzet van Nederland en de NAVO is. Deze leden hebben dezelfde vragen ten aanzien van de verhoudingen met China.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de werkzaamheden van de Arctisch ambassadeur vorderen. Welke andere landen hebben een soortgelijke ambassadeur, en hoe verloopt de samenwerking? De leden van de VVD-fractie lezen over de bilaterale samenwerking met andere Europese landen en dat er verkend kan worden of er met één of meer andere landen bilateraal de samenwerking kan worden versterkt. Deze leden vragen zich af aan welke landen de Minister denkt om de samenwerking mee te versterken. Zijn dit landen waarmee Nederland al bilaterale samenwerkingen heeft of denkt de Minister er ook aan om andere landen te benaderen om een samenwerking te bewerkstelligen?

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat er vol wordt ingezet op het behalen van de Klimaatdoelen van Parijs, ook met betrekking op het Noordpoolgebied. De opwarming is zorgwekkend, en de gevolgen voor de betrokken gebieden alarmerend. Deze leden zijn er van overtuigd dat op dit gebied internationale samenwerking van essentieel belang is.

Het baart de leden van de VVD-fractie zorgen dat de Verenigde Staten het VN-Zeerechtenverdrag nog niet heeft geratificeerd. Welke gevolgen en risico’s heeft dit voor het beschermen van het Poolgebied? Worden deze potentiele gevolgen en risico’s gemitigeerd door andere internationale afspraken?

De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet actief wil bijdragen aan een verlenging van het regime voor Antarctica na 2048, en of het wenselijk mogelijk is om hier nu al met gelijkgezinde landen een initiatief toe te nemen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er steeds meer onderzoekstations komen op Antarctica, maar dat er ook sprake is van onbenutte capaciteit. Kan de Minister deze onbenutte capaciteit verder toelichten? Hoe staat dit in verhouding tot de komst van nieuwe onderzoekstations?

II Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025: «Beslagen ten ijs» en hebben naar aanleiding daarvan nog enkele vragen en opmerkingen.

Allereerst een vraag over de brief die de commissie Buitenlande Zaken heeft ontvangen van de Icewhale Foundation. De Icewhale Foundation vraagt de Tweede Kamer de regering te verzoeken een extra paragraaf op te nemen in de Polaire Strategie waarin beleidsruimte wordt gecreëerd voor het van overheidswege ondersteunen van burgerinitiatieven die aansluiten bij de geformuleerde polaire doelen. De leden van CDA-fractie vragen het kabinet of hier ruimte voor kan worden gecreëerd en zo nee, welke bezwaren hieraan ten grondslag liggen. Voorts vragen de leden van CDA-fractie het kabinet een reflectie te geven op de bijdrage die herstel van de ijswalvispopulatie kan leveren aan de afvang van CO2 uit de atmosfeer en of het kabinet mogelijkheden ziet om onderzoek hiernaar te ondersteunen.

De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de nucleaire activiteiten in de Noordelijke IJszee. Rusland heeft onlangs een drijvende kerncentrale te water gelaten en is van plan haar Arctische vloot de komende jaren uit te breiden met negen ijsbrekers die worden aangedreven door kernreactoren. De leden van de CDA-fractie vragen of er in de Arctische Raad wordt gesproken over deze nucleaire schepen en of Rusland kan garanderen dat de veiligheid voldoende geborgd is bij nucleair aangedreven schepen en drijvende kerncentrales. Tevens de vraag hoe het gebruik van dergelijke schepen past binnen de Polar Code (of andere richtlijnen) van de IMO.

Tot slot over het VN-Zeerechtverdrag. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of hij kans ziet de nieuwe Amerikaanse regering te vragen het VN-Zeerechtverdrag ter ratificering aan het Amerikaanse Congres voor te leggen.

III Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de bewindslieden.

De leden van de D66-fractie zijn goed te spreken over de strategie die door de ministeries is opgesteld. Het is goed om te lezen dat Nederland het belang van het poolgebied als natuurreservaat inziet en zijn best zal blijven doen het gebied te beschermen, onder andere als onderdeel van de Sustainable Development Goals en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Daarnaast lezen dezelfde leden dat Nederland zich specifiek zal inzetten voor het tegengaan van en aanpassen aan klimaatverandering, het tegengaan van vervuiling van het gebied en het beschermen van biodiversiteit, inheemse bevolkingsgroepen en het maritieme milieu. Dit bevestigt het beeld dat de inzet van Nederland in de poolgebieden voornamelijk gericht is op conservering en ecologie. Daarnaast zijn grote delen van Antarctica tot beschermd poolgebied verklaard en zal er tot 2048 geen exploratie en winning van grondstoffen meer plaatsvinden. Echter lezen deze leden in het rapport niet over een dergelijke verklaring voor het noordpoolgebied. Kunnen de bewindslieden uitleggen of de bescherming van delen van het noordpoolgebied ook op deze manier vastgelegd gaan worden? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie zien in de polaire strategie geen duidelijk routeplan of een strategische visie terugkomen voor multilaterale samenwerking inzake de noordpool, zoals er wel bestaat voor Antarctica. In de Arctische raad worden geen bindende afspraken gemaakt en landen als Nederland zijn daarin enkel waarnemer. De leden van de D66-fractie vinden dit zorgelijk aangezien er nu geen bindende afspraken gemaakt worden waarbij het behoud van veerkracht van het Arctische systeem centraal staan. De gevolgen van een ondermaats beheer zijn gigantisch en gelden niet alleen voor de Arctische staten, maar voor de hele wereld. Kan de Minister in een brief een visie uiteenzetten wat de Nederlandse visie is voor betere governance en ultilaterale samenwerking inzake de noordpool?

De leden van de D66-fractie zijn er van op de hoogte dat het steeds makkelijker wordt via het poolgebied van Azië naar Europa te varen. Dit zal leiden tot een toename van handelsstromen tussen Noordwest-Europa en Noordoost-Azië van circa 10 procent en kan voor Rotterdam een versterking van haar hub-functie betekenen. Op welke manier zorgt Nederland er voor dat Rotterdam inderdaad een nog sterkere hub-functie gaat vervullen en deze economische kans niet wordt ontnomen door concurrerende havens zoals Antwerpen en Hamburg?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat er binnen de International Maritime Organisation (IMO) richtlijnen zijn aangenomen met betrekking tot scheepvaartverkeer in de poolgebieden, zoals de IMO Polar Code. Het is van groot belang om te beseffen dat de toename van scheepvaart in het noordelijke gebied als gevolg van smeltend ijs, grote gevolgen zal hebben voor het Arctisch milieu. Het is goed dat Nederland in IMO-verband werkt aan een stappenplan om het sneller smelten van ijs door de uitstoot en het neerslaan van zwart roet als gevolg van de toenemende scheepvaart te onderzoeken en tegen te gaan. De leden van de D66-fractie vragen of er naast het tegengaan van de gevolgen van scheepvaart, ook wordt gekeken naar het tegengaan van een te grote, schadelijke, groei in de scheepvaart door het poolgebied? In de IMO strategie staat dat de normen die gesteld worden aan scheepvaart in de Arctische regio «gestaag» worden verhoogd. Kan de Minister uitleggen op welke termijn wordt geduid met «gestaag»?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het feit dat Nederland mede-initiatiefnemer is van een verbod op het verbruik en vervoer van zware stookolie in het Arctisch gebied, om vervuiling door stookolie in het Arctisch gebied tegen te gaan. Echter sprak de Minister van Buitenlandse Zaken in het algemeen overleg op 11 februari 2020 over eventuele uitzonderingen die op dit verbod zouden gelden (Kamerstuk 35 300 V, nr. 65). Er dienen hoge eisen gesteld te worden aan de lijst met uitzonderingen. Kan het kabinet daarom al meer inzicht geven op deze lijst? Wanneer komt een land of organisatie hiervoor in aanmerking?

De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen het smeltende ijs op de noordpool. Binnen tien jaar zal de noordpool in de zomer grotendeels ijsvrij zijn. Dit smeltend ijs heeft als gevolg dat er meer grondstoffen vrijkomen die gewonnen kunnen worden, zoals olie en gas. Politieke, militaire, economische, en ecologische veiligheid kunnen hierbij niet los van elkaar worden gezien. Zowel Rusland en China hebben grote interesse in het gebied, en waarbij Rusland daadwerkelijk grenst aan het noordpoolgebied heeft China zichzelf bestempeld als een «near Arctic State». China zegt zich te houden aan de IMO Polar Code, echter valt niet uit het rapport op te maken of Rusland zich ook zal committeren aan de IMO Polar Code. Kan de Minister bevestigen dat Rusland zich ook heeft aangesloten of gaat aansluiten bij de IMO Polar Code? Zo nee, zal de Nederlandse inzet zijn dat dit wel gebeurt? Zijn er daarnaast al afspraken gemaakt over de toekomstige winning van energie en grondstoffen?

Tot slot zijn de leden van de D66-fractie positief over het feit dat Nederland zich binnen de VN, de Arctische raad en bilateraal blijft inzetten voor het uitsluitend laten plaatsvinden van olie- en gaswinning onder zeer strenge milieu- en veiligheidsnormen om zo het voortbestaan van kwetsbare ecosystemen, ecosysteemfuncties en Arctische soorten te waarborgen. Zal Nederland zich ook in EU-verband inzetten om het welzijn van de polaire gebieden te waarborgen en olie, gaswinning en mijnbouw opnemen in de toekomstige Europees brede taxonomie? Bent u het met de leden van de D66-fractie eens dat de EU een eensgezind geluid moet vertolken inzake de polaire gebieden?

Helemaal tot slot willen de leden van de D66-fractie vragen hoe de Minister aankijkt tegen toekomstige investeringen van de financiële sector in olie- en gasbedrijven die in het Noordpoolgebied olie en gas winnen. Kunt u verkennen of het mogelijk is om juridische beperkingen op te leggen op zulke investeringen, naar het voorbeeld van clustermunitie?

IV Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben verheugd kennisgenomen van de nieuwe Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025 en prijzen de betrokkenheid van het kabinet bij het Noordpoolgebied. Zij hebben over de Nederlandse Polaire Strategie de volgende vragen en opmerkingen.

DEEL I Het Arctisch gebied

1.1.1. Bestuur en beheer van het Arctisch gebied

De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet welke kansen het ziet om de status van de EU binnen de Arctische Raad te verhogen tot formele waarnemersstatus? Zij vragen of het kabinet zich in wil zetten voor een gepaste strategie om hiertoe te komen, mede in het kader van de actualisatie van de EU Arctische Strategie die is voorzien voor 2021 en in lijn met de input die Nederland hier reeds voor heeft gegeven1?

1.2 Beschermen natuur en milieu

De leden van de GroenLinks-fractie delen de grote zorgen van het kabinet omtrent het tempo van klimaatverandering in de Noordpool. In het kader van het aantreden van president Biden in de Verenigde Staten vragen zij het kabinet welke mogelijkheden het ziet om klimaatverandering in het Noordpoolgebied tegen te gaan, en vragen zij of er concrete gelegenheden zijn gepland om hierover gezamenlijk te spreken? Zien zij net als de leden van de fractie van GroenLinks kansen bij de aankomende Biodiversiteitstop om te komen tot meer en bindendere bescherming & verdragen ten aanzien van de Noordpoolgebied? Zo ja, welke inspanningen is het kabinet bereid hiertoe te plegen, eventueel in samenwerking met gelijkgezinde landen?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de inzet van het kabinet aangaande de bescherming van inheemse volkeren. Zij betreuren het dat zo weinig landen de ILO Conventie 169 hebben ondertekend, die hiervoor waarborgen biedt. Derhalve vragen deze leden het kabinet of het bereid is via relevante internationale gremia zoals de Arctische Raad te pleiten voor brede ondertekening van deze conventie? Daarnaast vragen zij het kabinet of landen met groeiende interesse in de Arctische regio, zoals Rusland en China, ruimhartig meewerken met het beschermen van de inheemse bevolking en hen betrekken bij de ontplooiing van economische activiteiten die in hun leefgebied plaatsvinden? Zo niet, is het kabinet bereid dit bilateraal en in andere geschikte samenwerkingsverbanden onder de aandacht te brengen?

1.3 Versterken internationale samenwerking

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het positief dat het kabinet aandacht blijft vragen voor ondertekening van VN-Zeerechtverdrag. Zij vragen het kabinet naar een appreciatie van de kans dat de Verenigde Staten dit verdrag de komende tijd kan gaan ondertekenen en hoe internationale inspanningen van de zijde van het kabinet dit verder kunnen bevorderen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet ook op welke wijze en met welke frequentie veiligheidsrisico’s inzake het Noordpoolgebied worden besproken binnen de NAVO? Vindt het kabinet het effectief dat dit buiten de Arctische Raad gebeurt? Welk animo denkt het kabinet dat er is om binnen de Arctische Raad te bewegen naar het bespreken van veiligheid gerelateerde onderwerpen inzake het Noordpoolgebied, in lijn met het ook door het kabinet aangehaalde onderzoeksrapport van Instituut Clingendael?2 De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat vanwege veiligheidsrisico’s gerelateerd aan klimaatverandering het goed zou zijn als de Arctische Raad zich daarover gaat buigen. Ook vragen de leden van de GroenLinks-fractie welke initiatieven het kabinet precies gaat ondernemen om meer transparantie van NAVO-activiteiten en activiteiten van Rusland inzake het Noordpoolgebied te bewerkstelligen en welk traject er ondernomen gaat worden om het Weens document te moderniseren? Tot slot vragen deze leden op welke wijze het kabinet alert en waakzaam blijft dat China zich zal houden aan alle huidige Arctische regelgeving en structuren, zoals de United Nations Convention on the Law Of the Sea (UNCLOS) en de International Maritime Organisation (IMO), inclusief de IMO Polar Code? De leden van de fractie van GroenLinks zijn van mening dat de grotendeels materiële belangstelling van China voor het Noordpoolgebied noopt tot maximale duidelijkheid over het belang van bescherming van biodiversiteit in het Noordpoolgebied.

1.4 Waarborgen duurzaamheid economische activiteiten

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat met het mogelijk vrijkomen van toekomstige nieuwe zeeroutes zorgvuldig moet worden omgegaan. Daarom vragen zij het kabinet welke inspanningen worden gericht om in contacten met bedrijfsleven, zoals via de Dutch Arctic Circle (DAC), het belang van duurzaamheid, de inspraak van inheemse volkeren en behoud van biodiversiteit te benadrukken? Hoe staat het bedrijfsleven daar tegenover, zo vragen zij?

Daarnaast vragen zij het kabinet hoeveel Nederlandse bedrijven zich reeds hebben aangesloten bij het Arctic Economic Council en hoeveel Nederlandse bedrijven naar medeweten van het kabinet een speciale (economische) strategie voor het Noordpoolgebied hebben?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden dat het kabinet nog een tandje bij kan zetten in het tegengaan van investeringen in olie- en mijnbouwbedrijven in het Noordpoolgebied. Zij vragen derhalve of het kabinet bereid is zich in EU-verband in te zetten om olie, gaswinning en mijnbouw in het Noordpoolgebied op te nemen in de toekomstige Europese brede bruine taxonomie? Daarnaast constateren zij dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de investeringen van financiële instellingen in bedrijven die zich onshore en offshore bezig houden met exploitatie van olie, gas en mijnbouwproducten. Is het kabinet bereid om druk uit te oefenen op financiële instellingen om tenminste de OESO Richtlijnen (inclusief de zes due diligence stappen van deze richtlijnen) expliciet toe te passen op olie- en mijnbouwbedrijven waarin wordt geïnvesteerd aan risicovolle exploitatie in het Noordpoolgebied? Is het kabinet daarnaast bereid om in gesprek te gaan met de Nederlandse financiële sector (pensioenfondsen, verzekeraars, banken, vermogensbeheerders) om erop aan te dringen investeringen in bedrijven die naar olie en gas (willen) boren in het Noordpoolgebied te beëindigen? De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet juridische mogelijkheden wil verkennen om te komen tot een moratorium voor investeringen van financiële instellingen in olie- en gasbedrijven die aantoonbaar actief zijn in het Noordpoolgebied? Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie of ht kabinet in navolging van Finland en het Europees parlement bereid is ook steun te verlenen aan de oprichting van een Arctisch Reservaat, zoals in Antarctica al bestaat?3

DEEL III. Uitvoering – Programma’s en middelen

De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich bij de uitvoering van de Nederlandse Polaire Strategie af of er ruimte kan worden gecreëerd voor de financiering en ondersteuning van burgerinitiatieven, zoals het beoogde onderzoek van de Icewhale Foundation naar het voortplantingsgebied van de bedreigde Spitsbergen-populatie IJswalvissen Balaena mysticetus en ander voorgesteld onderzoek op het gebied van klimaat, biodiversiteit en vervuiling? Is het kabinet bereid dit initiatief nader te bestuderen en in gesprek te gaan over financiering hiervan, vragen de leden van de GroenLinks-fractie?4 En is het kabinet tevens bereid om breder te kijken naar flexibele financiële en politieke ondersteuning van soortgelijke initiatieven die nog niet concreet in de Nederlandse Polaire Strategie zijn opgenomen?

V Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken inzake de Nederlandse Polaire Strategie. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.

Ten aanzien van het Arctisch gebied is de Nederlandse inzet gericht op het beschermen van mens, milieu, veiligheid en internationale stabiliteit. In hoeverre komt dit overeen met de prioriteiten van de belangrijkste actoren in het gebied, namelijk de Verenigde Staten, Rusland, Canada, Denemarken, Noorwegen, Finland en IJsland, zo vragen de leden van de SGP-fractie? Worden door deze landen wellicht uitgangspunten gehanteerd die hier fundamenteel van afwijken?

De leden van de SGP-fractie vragen waarom er gekozen is voor een, vergeef hen de uitdrukking, «bipolaire» strategie, terwijl de situaties op en rond de Noord- en Zuidpool sterk verschillen, en Nederland alleen al om geografische redenen hoofdzakelijk te maken heeft met uitdagingen rond het Arctische gebied?

Ten aanzien van duurzaam ondernemen, ook in de Arctische regio, hanteert Nederland de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen als norm. Dat is van belang. Van bedrijven mag verwacht worden dat zij gepaste zorgvuldigheid betrachten door risico’s op negatieve effecten voor klimaat en milieu te identificeren, voorkomen of mitigeren en rekenschap afleggen over dit proces. In hoeverre wordt op dit moment daadwerkelijk gedaan door Nederlandse (en andere) bedrijven die in het Noordpoolgebied actief zijn, zo vragen de leden van de SGP-fractie? Voorts vragen deze leden of Nederlandse bedrijven voldoende geholpen worden om kansen te benutten om op verantwoorde maar rendabele wijze bij te dragen aan economische activiteiten en duurzame ontwikkelingen in gebied?

Nederland zet zich binnen de VN, de Arctische Raad en bilateraal in voor het toestaan van olie- en gaswinning onder zeer strenge milieu- en veiligheidsnormen. Daarmee moet het voortbestaan van kwetsbare ecosystemen, ecosysteemfuncties en Arctische soorten worden gewaarborgd. In hoeverre vindt dit pleidooi voor strenge normen weerklank bij de andere betrokken partijen, zo vragen de leden van de SGP-fractie? Doen zich in de praktijk ook situaties voor waarbij geen groen licht gegeven wordt of dient te worden?

Terecht signaleert het kabinet dat het belang toeneemt om binnen de Arctische Raad ook politiek-militaire onderwerpen te bespreken, zodat conflicten voorkomen of in de kiem gesmoord kunnen worden. Dit wordt versterkt door «het strategische belang van de regio voor zowel Rusland als de NAVO, de toenemende militaire activiteiten van Rusland en de groeiende interesse van China in het Arctisch gebied». Kan de Minister voorbeelden noemen van toegenomen Russische militaire activiteiten in het gebied, zo willen de leden van de SGP-fractie weten? Wat is de aard en het doel van deze activiteiten? Via welk gremium wordt met alle betrokken landen de dialoog gevoerd over militaire aangelegenheden, zolang de Arctische Raad niet unaniem besluit het oprichtingsverdrag in dit opzicht aan te passen?

Voorts vragen de leden van de SGP-fractie of Nederland in de grote belangstelling van China voor het Arctisch gebied, in samenhang met de economische belangen van natuurlijke hulpbronnen en potentiële zeeroutes, een bedreiging ziet voor de toekomstige veiligheid en stabiliteit rond het Noordpoolgebied? De Polaire Strategie verwijst in dit kader naar de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1). In die notitie ontbreekt echter iedere vorm van aandacht voor de Arctische regio. Welke plaats neemt de Arctische regio dus concreet in binnen de brede diplomatieke- en handelsbetrekkingen met China in het kader van de «Chinanotitie»? Zijn Nederland en de EU bijvoorbeeld in gesprek met overheden in IJsland en Groenland/Denemarken over de potentiële risico’s van investeringen door Chinese staatsbedrijven in het gebied?


X Noot
1

Zie: The Arctic Council remains the most important facilitator for cooperation with and between the Arctic countries. We therefore see added value for the EU to be an official observer to the Arctic Council.

X Noot
2

Clingendael rapport «The future of Arctic security», April 2020. https://www.clingendael.org/sites/default/files/2020-04/Report_The_future_of_Arctic_security_April2020.pdf.

Naar boven